skip to Main Content

1909 (Alnok Hann x Gessler Hann)

Deckhengst Alderman I (Hannoveraner, 1909, von Alnok)

 

Samenvatting van de betekenis van de hengst Alderman I Hann voor de fokkerij

Alderman I is een in 1909 geboren Hannoveraanse hengst die als grondlegger van de Hannoveraanse A-hengstenlijn wordt beschouwd.
Zijn vader is de hengst Alnok Hann (1888, V. Adeptus xx) en zijn moeder Germanna Hann (1904) is een dochter van de hengst Gessler Hann (1896, V. Fantast Hann).

Alderman I is in het najaar van goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1912 tot en met 1932 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij de gehele periode op een dekstation in Drochtersen heeft gestaan. In 1932 is Alderman I afgevoerd en gedood.

Volgens het standaardwerk “Hannoveraner; Zucht und Entwicklung der weltweit geprägten Pferde” dat in 2016 door FN Verlag in Warendorf is uitgegeven, zijn van Alderman I 110 zonen goedgekeurd voor de fokkerij. Op basis van de beschikbare databases komt Stempelhengsten.eu tot 33 zonen die vader zijn geworden van vijftien of meer geregistreerde fokmerries.

De meest invloedrijke zonen van Alderman I zijn Alter Kerl Hann (1914), Alkoven Hann (1917), Alfur Hann (1918), Alstergold Hann (1920) en Alpenflug II Hann )1923).

Alter Kerl Hann heeft veertien goedgekeurde zonen gebracht, waarvan Althof Hann (1919) verreweg de meeste invloed heeft gehad. Hij is onder andere de vader van de hengsten Allerhand Hann (1924) en Alter Dessauer Hann (1925).

Allerhand is de vader van de hengst Athos Hann (1938), die tot 1960 door het Landgestüt Celle beschikbaar is gesteld voor de fokkerij. Via zijn zoon Einglas Hann (1958) en kleinzoon Eisenherz I Hann (1968) is Athos de overgrootvader van de succesvolle springpaardenleverancier  Eiger Hann (1975).

Eiger is een zeer succesvolle springpaardenleverancier geweest. Van hem zijn in Duitsland meer dan 400 wedstrijdpaarden geregistreerd, die samen in de periode 1980 – 2000, toen het prijzengeld nog een fractie bedroeg van de bedragen die tegenwoordig kunnen worden gewonnen, meer dan één miljoen euro hebben  gewonnen.

Eiger’s zoon Espri Hann (1981) maakte met zijn ruiter Lars Nieberg (GER) deel uit van het Duitse team dat de landenwedstrijden springen tijdens het Wereldkampioenschap 1998 in Rome en de Olympische Spelen 2000 in Sydney heeft gewonnen.

Espri heeft met zijn zoon Escudo I Hann (1991) een  uitstekende fokhengst gebracht die diverse goed springpaarden heeft geleverd. Escudo’s achterkleinzoon King Edward BWP (2010, V. Edward Hann) heeft in 2021 met Henrik von Eckermann (SWE) een gouden team medaille gewonnen op de Olympische Spelen in Tokyo en de combinatie is in 2022 in Herning wereldkampioen springen geworden.

Alter Dessauer is de vader van de goede fokhengst Ast Hann (1934). Negen zonen van Ast zijn goedgekeurd voor de fokkerij, waarvan vooral Astral Hann (1939) voor de huidige rijpaardfokkerij van belang is geweest.

Van Astral hebben met name de hengst Astflug Hann (1944) en zijn zonen Eindruck II Hann (1952) en Ernö Hann (1954) hun sporen in de fokkerij verdiend.

De hengstenlijn Eindruck II Hann  – Ehrenschild Hann (1956) – Ehrensold Westf (1969) – Ehrentusch Rhein (1984) – Estobar NRW Westf (2004) – Escolar Westf (2009), zijn zonen Escamillo Rhein (2018) en Osaka P KWPN (2019) en de Escolar kleinzoon Extreme US Oldbg (2019), waarvan in 2023 de laatstgenoemde vijf hengsten nog voor de fokkerij beschikbaar zijn, is de enige resterende actieve hengstenlijn die rechtstreeks terug loopt naar Alderman I.

Ernö Hann heeft met zijn zoon Utrillo Hann (1962) en kleinzoon Chagall SWB (1966) het Alderman I-bloed wijd verbreid in Zweden.

Alkoven Hann is de vader van de hengst Abendsport Hann (1935) en Agram Hann (1939). Abensport wordt gezien als de w en kelinzoon Cellicht belangrijkste vertegenwoordiger van de Alderman-lijn in en net na de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft 45 goedgekeurde hengsten gebracht die van belang zijn geweest voor de fokkerij. De meest invloedrijke daarvan is Alljeder I Hann (1940).
Agram is de vader van drie hengsten en een groot aantal goede springpaarden.

Alfur Hann is vader van elf goedgekeurde zonen, waarvan er negen zich hebben bewezen in de fokkerij. Van Alfur en zijn zonen zijn circa 800 fokmerries geregistreerd.

Alstergold Hann is vader van negentien goedgekeurde zonen, waarvan er tien vijftien of meer geregistreerde fokmerries hebben. Van Alstergold en zijn zonen zijn in totaal meer dan 1000 fokmerries geregistreerd.

Alpenflug II Hann is de vader van de hengsten Hamlet Hann (1929) en Almjäger I Hann (1930). Hamlet heeft in Zweden met zijn zoon Biarritz SWB (1944) en kleinzoon Abbe SWB (1964) een eigen hengstenlijn opgebouwd. Almjäger I is in Duitsland een succesvolle hengst geweest met 27 zonen die waardevol zijn geweest voor de fokkerij. De belangrijkste zonen van Almjäger I zijn Anfechter Hann (1935) en Almhüter I Hann (1937).

In het hiervoor aangeduide standaardwerk over de Hannoveraanse fokkerij wordt aangegeven dat in de jaren 1935 -1950 circa 20 % van het Hannoveraanse hengstenbestand bestond uit hengsten uit de Alderman I – lijn. In die periode was de hengst Abendsport Hann de belangrijkste representant van de Alderman-lijn. Door de mechanisatie in de landbouw, waardoor het aantal paarden sterk verminderde, en de omvorming van een landbouwpaard naar een sportpaard, nam de invloed van de Alderman-lijn in het hengstenbestand in Hannover af tot 4,1 % in 1983. Verondersteld wordt dat de invloed van de Alderman-lijn harder terugliep dan andere hengstenlijnen in Hannover omdat de nakomelingen van Alkoven Hann en Abendsport Hann de naam hadden dat hun bewegingen weliswaar krachtig waren, maar niet altijd regelmatig.
In 2023 is het Alderman-aandeel in het Hannoveraanse hengstenbestand teruggelopen naar 0 %. Alleen in Westfalen en bij het KWPN (Osaka) zijn in 2023 nog hengsten beschikbaar die in mannelijke lijn rechtsreeks teruglopen maar Alderman I.

N.B.
Over de in rood aangegeven hengsten zijn op deze website aparte pagina’s te vinden.

 

Inhoud

Voorkomen en afstamming
Vader
Moeder
Fokkerijcarrière
Dochters
Zonen
Succesvolle zonen in de fokkerij
1.               Aconit Hann DE331310001913
2.              Alsdann Hann DE 331310021514
3.              Alter Kerl Hann DE 331310023914
4.              Allerhof I Hann DE 331310015515
5.              Alcaeus I Hann DE 331310009116
6.              Alkoven I Hann DE 331310014017
7.              Allerhof III Hann DE 331310015717
8.             Alf Hann DE 331310011418
9.             Alfur Hann DE 331310012018
9.1.          Angelsport Hann DE 331310035827
9,2,          Alfandus I Hann DE331310011528
9,2,1,       Augias I Hann DE 331310311735
9.3.         Alzei Hann DE 331310027529
9.4.         Argo Hann DE 331310040430
9.5.         Arsen Hann DE 331310300032
9.6.         Albing Hann DE 331310323838
10.          Ali II Hann DE 331310012618
10.1.       Albin Hann DE 331310008424
11.          Alkali I Hann DE331310013318
12          Allheil Hann DE331310016318
13.         Alpenstrauss I Hann DE 331310020719
13.1.      Alwin Hann DE 305050179924
13.1.1.   Almhirt Hann
14.         Alpenjäger Hann DE 331310020120
14.1.      Alpenfeld Hann DE331310019824
15.         Alstergold Hann DE 331310022020
15.1.      Asti Hann DE 331310043028
15.1.1.   Anstand Hann DE 331310303933
15.1.1.1.Anilin Hann DE331310337141
15.2.     Alsterjunge Hann DE 331310055232
15.3.     Anhalt Hann DE331310303833
15,4,     Aussendeich I Hann DE 331310311835
15,5,     Arnoldi Hann DE331310315336
15.6.     Aussendeich II Hann DE 331310315436
15.7.     Alderich Hann DE 331310319237
15.8.     Aspirant Hann DE 33310320437
15.9.     Alstertor Hann DE 331310324538
15.9.1.  Achselschwang Hann DE331310353943
15.10.   Askari Hann DE 305050184239
16.        Alkali III Hann DE 331310013521
17.        Allerhof IV Hann DE331310015821
17.1      Adrill Westf DE 341410083425
17,1,1,  Abd el Krim I Westf DE 341410085229
18.       Altmann I Hann DE 331310259121
18.1.    Aufseher Hann DE 331310044828
18.2.   Alarich Hann DE331310197732
18.3.    Andrang Hann DE 331310319737
18.4.    Atrag Hann DE 331310320037
19.       Alpenflug I Hann DE331310019922
20.      Anakreon Hann DE331310033722
21.       Abendwind III Hann DE331310001223
22.      Alpenflug II Hann DE331310020023
23.      Alpenstrauss II Hann DE 331310020823
24.      Alnus Hann DE 331310019624
25.      Altkönig Hann DE331310025525
25.1.   Adrian Hann DE331310004331
26       Altenburg Hann DE331310023026
26.1.   Alfonso Hann DE331310307634
27.      Altmann II Hann DE331310026027
28.     Anschlag Hann DE 331310037328
29.     Arminius Hann DE331310041429
30.     Aufpasser I Hann DE 331310044530
31.     Alido Hann DE331310012831
32.     Antonius Hann DE331310038831
33.     Aufpasser II Hann DE331310044631

 

Voorkomen en afstamming

 

Alderman I Hann DE331310010309 is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm Hij is in 1909 geboren en is gefokt door Kords uit Asselersand, dat in het noorden van Nedersaksen bij Drochtersen aan de rivier de Elbe ligt.

Alderman I is een broer van de hengsten Alderman II Hann en Alderman III Hann, die beiden weinig invloed hebben gehad op de fokkerij.

Gerekend over acht generaties heeft Alderman I een afstamming met 54,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Vader

 

De vader van Alderman I is de vos hengst Alnok Hann. Hij is in 1888 geboren en is een zoon van de Engelse volbloedhengst Adeptus xx (1880). Adeptus xx is een zoon van de hengst Adonis xx (1867, V. Grimston xx) en de merrie Liane xx (1975, V. Blenheim xx).
De moeder van Alnok is de merrie Nora Hann (1876, V. Nord Han n) en tweede moeder is een dochter van de Cleveland Bay hengst Alliwal (1842).

Alnok is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1896 tot en met 1913 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

Alnok heeft 21 zonen gebracht die zijn goedgekeurd voor de fokkerij:

 

Moeder

 

De moeder van Alderman I is de bruine merrie Germanna Hann (1904, V. Gessler Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Fromund Hann (1936, V. Friedolin Hann).
Tweede moeder van Alderman I is een dochter van de hengst Jarl Hann. De moederlijn is verder opgebouwd met bijdragen van de hengsten Xerxes Hann (1871, V. Flick Hann), Sued Hann (1866, V. Norfolk Meckl) en Cardinal Hann (1844, V. Neptun Clev.Bay).

 

Fokkerijcarrière

 


Alderman I is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is door het Landgestüt Celle van 1912 tot en met 1932 beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij de gehele periode op een dekstation in Drochtersen heeft gestaan. In 1932 is Alderman I afgevoerd.

Volgens de Allbreed database heeft Alderman I vier staatspremiemerries en 206 stamboekmerries gebracht.

 

 

Dochters

 

 

Drie dochters van Alderman I Hann zijn van betekenis geweest voor de ontwikkeling van de fokkerij:

Armunda Hann, 1919, bruin, MV. Ortolan Hann, is de derde moeder van de hengst Eindruck II Hann (1952, V. Astflug Hann), die onder andere de vader is van de hengsten Ehrenschild Hann (1956) en Einblick Hann (1969).

Allonia Hann, 1920, bruin, MV. Commandeur Hann, is de moeder van de hengst Flügelmann I Hann (1929, V. Flavius Hann). Flügelmann I is de vader van de hengst Flügeladjutant Hann (1938) en de moedersvader van de hengst Astflug Hann (1944,V. Astral Hann) en

Aussicht Hann, 1928, vos, MV. Ordensritter Hann, is de moeder van de hengst Dolman Hann (1933, V. Detektiv Hann). Dolman is onder andere de vader van de stempelhengst Duellant Hann (1943).

 

Zonen

Daarnaast zijn 53 zonen van hem goedgekeurd voor de fokkerij:
Aconit Hann (1913), Alabaster Hann (1913), Albatros Hann (1913), Alderath Hann (1914), Alsdann I Hann (1914), Alter Kerl I Hann (1914), Allenstein Hann (1915), Allerhof I Hann (1915), Alcaeus I Hann (1916), Alderick Hann (1916), Allerhof II Hann (1916), Alderson Hann (1917), Alkoven I Hann (1917), Allerhof III Hann (1917),   Alsdann II Hann (1917), Alco Hann (1918), Alf Hann (1918), Alfur Hann (1918), Ali II Hann (1918), Alkali I Hann (1918), Allheil Hann (1918), Almansor II Hann (1918), Albertus Hann (1919), Alpenstrauss I Hann (1919), Umberto Hann (1919), Alpenjäger Hann (1920), Alstergold Hann (1920), Abendwind I Hann (1921), Alkali III Hann (1921), Allerhof IV Hann (1921), Altmann I Hann (1921), Abendwind II Hann (1922), Algol Hann (1922), Alkoven II Hann (1922), Alpenflug I Hann (1922). Anakreon Hann (1922), Abendwind III Hann (1923), Alpenflug II Hann (1923), Alpenstrauss II Hann (1923), Alnus Han (1924), Altkönig Hann (1925), Altenburg Hann (1926), Alter Herr Hann (1927), Altmann II Hann (1927), Anschlag Hann (1928), Astor Hann (1928), Alphard Hann (1929), Alvius Hann (1929), Arminius Hann (1929), Aufpasser I Hann (1930), Alido Hann (1931), Antonius Hann (1931) en Aufpasser II Hann (1931).

De cursief vermelde hengsten hebben minder dan vijftien bekende nakomelingen en hebben weinig bijgedragen aan de fokkerij. In dit kader wordt aan hen verder geen aandacht besteed.

 

 

Succesvolle zonen in de fokkerij

 

1.  Aconit Hann DE331310001913

 

Aconit Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1913 geboren en heeft een stokmaat van 162 cm.
Aconit is gefokt door Leidecker uit Gauensiek, dat vlak bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Aconit is de bruine merrie Copheta II Hann (1908, V. Conradi Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Amundsen Hann (1922), die een zoon is van Aconit (!).
Tweede moeder van Aconit is een dochter van de hengst Adanus Hann (1892, V. Adeptus xx).

De afstammingstabel van Aconit over acht generaties vertoont diverse lege vlekken. In zijn afstamming komen Hannoveraanse-, Mecklenburgse-, Trakehner- Franse- en Cleveland Bay voorouders voor. Ook is er voor tenminste 39,1 % Engels- en Arabisch volbloed aanwezig.

Aconit is van 1916 tot en met 1934 door het Landgestüt in Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In 1916 heeft hij op een dekstation in Belm (bij Osnabrück) gestaan; in 1917 en 1918 en vanaf 1920 in Altenbruch (bij Cuxhaven) en in 1919 in Ahnsen (bij Stadthagen). Na het dekseizoen 1934 is Aconit afgevoerd.

Volgens gegevens van All Breed Pedigree zijn van Aconit 68 dochters als fokmerrie ingeschreven in het stamboek en zijn zes merries bekroond tot staatspremiemerrie.

Maar liefst 21 dochters van Aconit zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Ardira Hann, 1918, bruin, MV. Notabene Hann, is de moeder van de hengsten Felix I Hann (1937, V. Feiner Kerl Hann) en zijn broer Felix II Hann (1939), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Felix II is ook door het Mecklenburgse stamboek goedgekeurd.

Arfosa Hann, MV. Schnapphahn I Hann, is de moeder van de hengst Alkoran Berl-Brand (1922, V. Alkoven I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Arolla Hann, 1919, donkerbruin, MV. Schnapphahn I Hann, is de moeder van de hengst Facit Hann (1927, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Arsulla Hann, 1919, bruin, MV. Notabene Hann, is de moeder van de hengst Falkonett Hann (1925, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Abekira Hann, 1921, zwart, MV. Nelusko Hann, is de moeder van de hengsten Antritt Hann (1937, V. Allweiser III Hann) en Falkenritt Hann (1932, V. Falkner III Hann), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Aconia Hann, 1921, zwart, MV. Morgenstern Trak, is de moeder van de hengst Alc Berl-Brand (1926, V. Alkoran Berl-Brand), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek;

Anapa Hann, 1921, vos, MV. Nelusko Hann, is de moeder van de hengsten Faschist I Hann (1930, V. Feiner Kerl Hann) en zijn broer Faschist II Hann (1939), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Abisira Hann, 1923, bruin, MV. Nelusko Hann, is de moeder van de broers Feinschnitt I Hann (1929, V. Feiner Kerl Hann), Feinschnitt II Hann (1933) en Feingold Hann (1934). De hengsten Feinschnitt I en II zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Feingold door het Westfaalse stamboek;

Adagira Hann, 1923, zwart, MV. Mormone Hann, is de moeder van de hengst Alpinist Hann (1937, V. Almjäger I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alpenluft Hann, 1923, bruin, MV. Sportkönig Hann, is de moeder van de hengst Fuchtig Hann (1937, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Adaginda Hann, 1924, bruin. MV. Schnapphahn I Hann, is de moeder van de hengsten Akkon Hann (1931, V. Altrock Hann) en Fernando Hann (1944, V. Fermor III Hann). Akkon is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Fernando door het Hannoveraanse- en het Westfaalse stamboek;

Adagoza Hann, 1924, bruin, MV. Imperator Hann, is de moeder van de broers Fortschritt I Hann (1929, V. Feiner Kerl Hann) en Fortschritt II Hann (1940). Fortschritt I is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Fortschritt II door het Westfaalse stamboek;

Sindorf Hann, 1925, zwart, MV. Gessler Hann, is de moeder van de hengst Fix Hann (1933, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Axt Hann, 1926, donkerbruin, MV. Schwabenstreich Hann, is de moeder van de hengst Flotter Kerl Hann (1937, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek;

Adrienne Hann staatspremiemerrie, 1932, bruin, MV. Nelusko Hann, is de moeder van de hengst Faschist Hann (V. Flügelmann I Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek;

Acolli Hann staatspremiemerrie, 1933, vos, MV. Feiner Kerl Hann, is de moeder van de hengst Jungritter Westf (1937, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek;

Akademie Hann staatspremiemerrie, 1933, bruin, MV. Feiner Kerl Hann, is de moeder van de broers Altena Hann (1941, V. Almjäger I Hann), Altena I Hann (1945) en Altena II Hann (1946). Altena is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Altena I en Altena II zijn goedgekeurd door het Westfaalse stamboek;

Achene Hann, 1934, vos, MV. Goldring II Hann, is de moeder van de hengst Feinsprit Westf (1934, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek;

Ackerfeld Hann staatspremiemerrie, 1934, donkerbruin, MV. Goldring II Hann, is de moeder van de hengsten Almsohn Westf (1946, V. Almjager I Hann) en zijn broer Elan Hann (1947). Almsohn is goedgekeurd door het Westfaalse- en het Mecklenburgse stamboek en Elan is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Amsel Westf, 1934, MV. Flimmer I Hann, is de moeder van de hengst Schill Westf (1939, V. Schwabenprinz Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en

Anstifterin Hann, MV. Almenrausch I Hann, is de moeder van de hengst Falstaff Hann (1944, V. Feiner Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.

Van Aconit’s zonen zijn Aconto Hann (1919), Ad Notam Hann (1921), Amundsen Hann (1922), Acon Holst (1925), Adeptus Hann (1932), Axenstein I Hann (1933) en Axenstein II Hann (1934) goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Acon (MV. Nenner Hann) is via zijn dochter Kugel Holst (1933) de moedersvader van de hengst Lichtblick Holst (1941, V.  Lorenzo I Holst). Lichtblick is de moedersvader van de door het NWP goedgekeurde hengst Uniek NWP (1965, v. Uppercit xx).

De hengst Axenstein II (MV. Feiner Kerl Hann) is de vader van de hengst Axtmann I Hann (1939, MV. Altmann I Hann), die voor komt in de afstamming van de hengsten Rosenkavalier Westf (1980, V. Romadour II Westf) en Weyden Hann (1986, V. Western Star Hann).
Rosenkavalier is onder andere de vader van de dressuurverervers Rubinstein I Westf (1986) en Romancier Westf (1989).
Weyden is goedgekeurd door het KWPN, dat 60 nakomelingen van hem heeft geregistreerd.

De overige zonen van Aconit zijn van weinig belang geweest voor de moderne rijpaardfokkerij.

 

2.  Alsdann Hann DE 331310021514

 

Alsdann Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1914 geboren en is gefokt door Helmuth Eymann uit Gauensieck, dat bij Drochtersen ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Alsdann is een broer van de hengst Alsdann II Hann (1917), waarvan over zijn fokkerijprestaties weinig bekend is. De moeder van beide broers is de bruine merrie Anara Hann (V. Andermatt Graditz) en tweede moeder is een bruine dochter van de hengst Notar Hann. De verdere moederlijn is niet bekend.

Gerekend over acht generaties heeft Alsdann een afstamming met tenminste 29,7 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 28,9 % Hannoveraans bloed.

Alsdann is in het najaar van 1916 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1917 tot en met 1928 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft in de jaren 1917 – 1924 op een dekstation gestaan in Ihliënworth, dat ruim vijftien km ten zuidoosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt. Van 1925 tot en met 1927 is hij in Bawinkel, bij Meppen in het Emsland, beschikbaar geweest en in 1928 heeft hij gedekt in Bohmte. Daarna is Alsdann afgevoerd.

Van de hengst zijn achttien hoofdstamboekmerries en zes stamboekmerries geregistreerd.

 

 

3.  Alter Kerl Hann DE 331310023914

 

Alter Kerl Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1914 geboren en is gefokt door Helmuth Eylmann uit Gauensiek, dat vlak bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
Alter Kerl I is een broer van de hengst Alderson Hann (1917), die voor de hedendaagse fokkerij niet van belang is geweest.
De moeder van Alter Kerl is de hoog in het bloed staande bruine merrie Kebalde Hann (1909, V. Khedive Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Notar Hann.
Gerekend over acht generaties heeft Alter  Kerl een afstamming met 51,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Alter Kerl is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1917 tot en met 1926 actief geweest in de fokkerij.

Zes dochters van Alter Kerl zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst en veertien zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Voor uitgebreide informatie over Alter Kerl en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Alter Kerl Hann op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

4.     Allerhof I Hann DE 331310015515

 

Allerhof I Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1915 geboren en is gefokt door Heinrich Otto uit Assel, dat circa tien km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Allerhof I is een broer van de hengsten Allerhof II Hann (1916), Allerhof III Hann (1917, zie hfdst. 7.) en Allerhof IV Hann (1921, zie hfdst. 17.).

De moeder van deze hengsten is de vos merrie Hodilla Hann  (1910, V. Hofheim Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Julikan Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Allerhof I een afstamming met 47,7 % Hannoveraans bloed en 25,8 % Engels volbloed.

Allerhof I is in het najaar van 1917 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1918 tot en met 1943 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in de jaren 1918 -1923 op een dekstation gestaan in Baljerdorf, dat in het noorden van Nedersaksen tussen Cuxhaven en Freiburg ligt. Van 1924 tot en met 1930 op een dekstation in Belm, ten noordoosten van Osnabrück; van 1931 tot en met 1937 in Meppen in het Emsland, en van 1938 tot en met 1943 in Balje, in het noorden van Nedersaksen. Na het dekseizoen 1943 is Allerhof I afgevoerd.

Van Allerhof I zijn 28 staatspremiemerries, 70 hoofdstamboekmerries en 47 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Alla Hann, 1924, MV. Nelusko Westf, is de moeder van de hengst Sonnentau Westf (1936, V. Sonneschein Westf), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek.

 

5.  Alcaeus I Hann DE 331310009116

 

Alcaeus I Hann (V. Allerhof I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is gefokt door Eylmann uit Gauensiek, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.

De moeder van Alcaeus I is de vos merrie Corbacha Hann (1907, V. Cornelius Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Amalfi Hann (1920, V. Aconit Hann).
Tweede moeder van Alcaeus I is een dochter van de hengst Lessing Hann, waarvan de verder afstamming onbekend is.

Alcaeus I is in het najaar van 1918 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Hij is door het Landgestüt Celle van 1919 tot 1940 beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In de jaren 1919 – 1930 heeft hij op een dekstation in Otterstedt, 25 km ten noorden van Verden, gestaan; in de jaren 1931 – 1937 op het Landgestüt in Celle en van 1938 – 1940 op een station in Altenwerder, ten zuiden van Hamburg. Na het dekseizoen 1940 is Alcaeus I afgevoerd.

Van Alcaeus I zijn negen staatspremiemerries, 57 hoofdstamboekmerries en 40 stamboekmerries geregistreerd.

Zijn zoon Aliso Hann (1927, MV. onbekend) is goedgekeurd voor de fokkerij, maar is van weinig invloed geweest.

 

 

6.  Alkoven I Hann DE 331310014017

 

Alkoven I Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1917 geboren en is gefokt door Von Allwörden uit Krautsand, dat circa 25 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de Elbe ligt.

Alkoven I is een broer van de hengst Alkoven II Hann (1922). De moeder van beide hengsten is de bruine merrie Costane Hann (1907, V. Commandeur Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Flügelmann I Hann (1929, V. Flavius Hann) en Flügelmann II (1930), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alkoven I en II is de bruine Lorelei Hann (1901, V. Lorval Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alkoven I een afstamming met 35,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 34,4 % Hannoveraans bloed.

Alkoven I is in het najaar van 1919 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1920 tot en met 1939 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft daarbij in 1920 op een dekstation in Drochtersen, vlak bij zijn geboorteplaats, gestaan en van 1921 tot en met 1931 op een dekstation in Otterndorf, dat vijftien km ten oosten van Cuxhaven ligt. In de jaren 1932  – 1939 is hij in Hechthausen, tussen Stade en Hemmoor, beschikbaar geweest. In 1940 is Alkoven I afgevoerd.

Van Alkoven I zijn 31 staatspremiemerries, 202 hoofdstamboekmerries en 40 stamboekmerries geregistreerd.

Drieëntwintig dochters van Alkoven I zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en 25 zonen van hem zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Voor uitgebreide informatie over Alkoven I en zijn nakomelingen wordt verwezen van de pagina Alkoven I Hann op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

7.  Allerhof III Hann DE 331310015717

 

Allerhof III Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1917 geboren en is gefokt door Heinrich Otto uit Assel, dat circa tien km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Allerhof III is een broer van de hengsten Allerhof I Hann (1915, hfdst. 4.), Allerhof II Hann (1916) en Allerhof IV Hann (1921, zie hfdst. 17.).

De moeder van deze hengsten is de vos merrie Hodilla Hann  (1910, V. Hofheim Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Julikan Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Allerhof III een afstamming met 47,7 % Hannoveraans bloed en 25,8 % Engels volbloed.

Allerhof III is in het najaar van 1919 door het Hannoveraanse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is van 1920 tot en met 1928 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij van 1920 tot en met 1926 op een dekstation gestaan in Dorum, dat tussen Cuxhaven en Bremerhaven in het noorden van Nedersaksen ligt. Daarna is hij nog twee jaar beschikbaar geweest in Bergen, dat circa 25 km ten noorden van Celle ligt. Na het dekseizoen 1928 is Allerhof III gedood.

Volgens gegevens van de All Breed database zijn van Allerhof III 20 hoofdstamboekmerries en zes stamboekmerries geregistreerd.


8.  Alf Hann DE 331310011418

 

Alf Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat 167 cm. Hij is in 1918 geboren en is gefokt door Rüsch uit Gauensieck, dat bij Drochtersen ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Alf is de vos merrie Demodore Hann (1907, V. Delphos xx). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Vasall Hann (1920, V. Goldschläger I Hann) en Franzmann Hann (1933, V. Flavius Hann). Vasall is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en Franzmann door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alf is de bruine Orscha Hann (1901, V. Orontes Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alf een afstamming met tenminste 46,1 % Engels volbloed en 26,6 % Hannoveraans bloed.

Alf is in het najaar van 1920 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1921 tot en met 1924 voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Celle. Hij heeft in de jaren 1921 – 1923 op een dekstation gestaan in Hechthausen, dat tussen Stade en Hemmoor in het noorden van Nedersaksen ligt. In 1924 heeft hij op het enkele kilometers verderop gelegen station in Lamstedt gedekt.
In 1925 is hij ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen.

Van Alf zijn negen hoofdstamboekmerries en zes stamboekmerries geregistreerd.

 

 

9.  Alfur Hann DE 331310012018

 

Alfur Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1918 geboren en is gefokt door Heinrich Eylmann uit Gauensiek, dat bij Drochtersen ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Alfur is een broer van de van weinig belang zijnde hengst Alderick Hann (1916).
Hun moeder is de vos merrie Nautea Hann (1911, V. Nelus II Hann). Zij is ook de tweede moeder van de broers Dincklage Hann (1931, V. Detektiv Hann) en Dewald Hann (1932), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alfur is de vos Adobe Hann (1897, V. Adeptus xx).

Gerekend over acht generaties heeft Alfur een afstamming met tenminste 39,8 % Hannoveraans bloed en 33,6 % Engels volbloed.

Alfur is in het najaar van 1924 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Vervolgens heeft het Landgestüt Celle hem van 1925 tot en met 1940 voor de fokkerij beschikbaar gesteld op een dekstation in  Kehdingbruch, dat 25 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
Daarna is Alfur afgevoerd (gedood).

Van Alfur zijn dertien staatspremiemerries, 94 hoofdstamboekmerries en 50 stamboekmerries geregistreerd.

Vijf dochters van Alfur zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst:

Alberei Hann, 1927, donkerbruin, MV. Lorlot Hann, is de moeder van de hengst Spurt Hann (1939, V. Sporting Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Annegret Hann, 1928, vos, MV. Flacon Hann, is de moeder van de hengst Faktor Hann (1936, V. Falko I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alfana Hann, 192x, MV. Nenner, is de moeder van de hengst Forstadjunkt Hann (1935, V. Förster Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse- en het Mecklenburgse stamboek;

Alkmunde Hann staatspremiemerrie, 1932, vos, MV. Allheil Hann, is de moeder van de hengst Fachmann Hann (1943, V. Flamm Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse- en het Mecklenburgse stamboek en

Allerfals Meckl, bruin, MV. Nenner Hann, is de moeder van de hengst Arist Meckl (193x, V. Asti Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.

Elf zonen van Alfur zijn goedgekeurd voor de fokkerij:
Angelsport Hann (1927), Alfandus I Hann (1928), Alzei Hann (1929), Argo Hann (1930), Arsen Hann (1932), Kardinal Hann (1932), Alemanne Hann (1934), Angriff Hann (1935), Augapfel Hann (1935). Albing Hann (1938) en Alfandus II Hann (1938).

De hengsten Angelsport Hann, Alfandus I Hann, Alzei Hann, Argo Hann, Arsen Hann en Albing Hann worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De resterende hengsten hebben marginaal bijgedragen aan de fokkerij en worden hieronder kort aangestipt.

De hengst Kardinal Hann (MV. Flamingo II Hann) is in 1935 goedgekeurd door het Zweedse stamboek, maar van hem zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Alemanne Hann (MV. Kingal Hann) is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek, maar heeft niet veel invloed op de fokkerij gehad.

De hengst Angriff Hann (MV. Flamingo II Hann) is goedgekeurd door het Hongaarse stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is weinig bekend.

De hengst Augapfel Hann (MV. Scholist Hann) is in het najaar van 1937 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1938 tot en met 1950 door het Landgestüt Harzburg beschikbaar gesteld voor de fokkerij en heeft op dekstations in Greene, Klein-Rhüden, Lichtenberg, Helmstedt en Bortfeld gestaan.
Van hem zijn een hoofdstamboekmerrie en zeven stamboekmerries geregistreerd.

Alfandus II Hann (MV. Notandus Hann) is een broer van de hengst Alfandus I Hann (zie hfdst. 9.2.), maar heeft zelf weinig toegevoegd aan de fokkerij.

 

9.1.  Angelsport Hann  DE 331310035827

 

Angelsport Hann (V. Alfur Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 173 cm. Hij is in 1927 geboren en is gefokt door Heinrich Frey uit Osterbruch, dat circa 25 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Angelsport is de zwarte merrie Sabafora Hann (1922, V. Sportland Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Feo Hann (1933, V. Former Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Angelsport is de zwarte Larve Hann (1915, V. Lorlot Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Angelsport een afstamming met 40,6 % Hannoveraans bloed, 29,7 % Engels volbloed en 10,2 % Trakehner bloed.

Angelsport is in het najaar van 1930 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1931 tot en met 1948 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Al die jaren heeft hij op een dekstation in Hepstedt gestaan. Hepstedt ligt 40 km ten noorden van Bremen en circa 15 km ten westen van Zeven in Nedersaksen. Na het dekseizoen 1948 is Angelsport afgevoerd.

Van Angelsport zijn elf staatspremiemerries, 63 hoofdstamboekmerries en 95 stamboekmerries geregistreerd.

 


9.2.  Alfandus I Hann DE331310011528

 

Alfandus I Hann (V. Alfur Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1928 geboren en is gefokt door Gustav Seegemann uit Osterbruch, dat circa 25 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
Alfandus I is een broer van de hengst Alfandus II Hann (1938) die voor de fokkerij weinig betekenis heeft gehad.
De moeder van beide broers is de vos merrie Nasera Hann (1922, V. Notandus Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Anstand Hann (1933, V. Asti Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder is de vos Schmilka Hann (1916, V. Sileen O.Pr.).

Gerekend over acht generaties heeft Alfandus I een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed, 35,2 % Engels volbloed en 12,5 % Trakehner bloed.

Alfandus I is in het najaar van 1931 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1932 tot en met 1948 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij van 1932 tot en met 1945 op een dekstation gestaan in Bützfleth, dat vijf km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt. In de jaren 1946 – 1948 is hij op een dekstation in Nesse bij Aurich in het noordwesten van Nedersaksen beschikbaar geweest.
Na het dekseizoen 1948 is Alfandus I afgevoerd.

Van hem zijn 19 staatspremiemerries, 79 hoofdstamboekmerries en 28 stamboekmerries geregistreerd.

Drie dochters van Alfandus I zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst:

Alfia Hann, 1935, vos, MV. Journalist Hann, is de moeder van de hengst Elbrus Hann (1947, V. Alljeder I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraansse stamboek;

Almruhe Hann staatspremiemerrie, 1937, vos, MV. Alderman I Hann, is de moeder van de hengst Jaspermann Hann (1943, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alfa Hann staatspremiemerrie, 1943, vos, MV. Journalist Hann, is de moeder van de hengst Werwolf Hann (1947, V. Fernjäger Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Daarnaast zijn de zonen Augias I Hann (1935), Alfort Hann (1936), Anstoss Hann (1937), Augias II Hann (1937), Akkurat Hann (1941), Alfandant Hann en Ariba Meckl goedgekeurd voor de fokkerij.

Van deze zonen heeft alleen Augias I een bijdrage aan de fokkerij geleverd.

9.2.1.  Augias I Hann DE 331310311735

 

Augias I Hann (Alfandus I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1935 geboren en is gefokt door Heinrich von Stemm uit Blützfleth, dat vijf km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Augias I is een broer van de hengst Augias II Hann (1937), die in de fokkerij geen grote rol heeft gespeeld.
De moeder van Augias I is de vos merrie Antenne Hann (1929, V. Alstergold Hann) en tweede moeder is de vos Jaltata Hann (1918, V. Julikan Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Augias I een afstamming ,met 53,1 % Hannoveraans bloed, 20,3 % Engels volbloed en 10,9 % Trakehner bloed.

Augias I is in het najaar van 1938 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1939 tot en met 1949 voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Nedersaksische Landgestüt Osnabrück.
Augias I heeft in 1939 op een dekstation in Meppen gestaan, in 1940 in Burlage, in 1941 in Lingen en van 1942 tot en met 1949 in Warmsen.
Meppel ligt dicht tegen de grens met Nederland aan ter hoogte van Emmen; Burlage ligt ten zuiden van Diepholz; Lingen ligt ten zuiden van Meppen in het Emsland en Warmsen ligt circa 30 km ten zuidwesten van Nienburg. Na het dekseizoen 1949 is Augias I afgevoerd.

Van Augias I zijn twee staatspremiemerries, negen hoofdstamboekmerries en twaalf stamboekmerries geregistreerd. Ook zijn zes wedstrijdpaarden geregistreerd, die samen DM 21.350 (€ 10.916) hebben gewonnen.

 

 

9.3.  Alzei Hann DE 331310027529

 

Alzei Hann (V. Alfandus I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1929 geboren en is gefokt door Hermann Rönn uit Neuhaus/Oste, dat 30 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Alzei is de vos merrie Adafalla Hann (1922, V. Allheil Hann) en tweede moeder is Nesbody Hann (1911, V. Nenner Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alzei een afstamming met tenminste 35,2 % Hannoveraans bloed, 32,8 % Engels volbloed en tenminste 10,9 % Trakehner bloed.

Alzei is in het najaar van 1932 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1933 tot en met 1945 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij van 1933 tot en met 1937 op een dekstation gestaan in Altenwerder, dat bij Hamburg op de zuidelijke Elbe-oever ligt. In 1938 en een deel van 1939 is hij op het Landgestüt in Celle beschikbaar geweest en daarna heeft hij tot en met 1945 op een dekstation in Ringstedt, dat ruim 20 km ten oosten van Bremerhaven ligt, gestaan. Na het dekseizoen 1945 is Alzei afgevoerd.

Van Alzei zijn negen staatspremiemerries, 55 hoofdstamboekmerries en 61 stamboekmerries geregistreerd.

 

9.4.  Argo Hann DE 331310040430

 

Argo Hann (V. Alfur Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1930 geboren en is gefokt door Wilhelm Wisch uit Bullenwinkel, dat circa 30 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Argo is de bruine merrie Fobonda Hann (1925, V.  Flamingo II Hann) en tweede moeder is de bruine Arvata Hann (1912, V. Aladar Hann). De verdere moederlijn is niet bekend.

Gerekend over acht generaties heeft Argo een afstamming met tenminste 35,9 % Hannoveraans bloed en tenminste 32,8 % Engels- en Arabisch bloed. Het Arabisch bloed is in hoofdzaak ingebracht door de hengst Amurath I ox (1898), die de moedersvader is van de hengst Flamingo II Hann.

Argo is in het najaar van 1933 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1934 tot en met 1949 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Argo heeft in 1934 en 1935 op een dekstation in Bawinkel, dat bij Lingen in het Emsland ligt, gestaan. Van 1936 tot en met 1947 is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Sülingen, dat tussen Diephols en Nienburg in Nedersaksen ligt. In 1948 heeft hij gedekt in Rütenbrock, dat bij Ter Apel vlak aan de grens met Nederland ligt en in 1949 is hij in het ten zuidoosten van Lingen liggende Schapen beschikbaar geweest. Na het dekseizoen 1949 is Argo afgevoerd.

Van Argo zijn vier staatspremiemerries, dertien hoofdstamboekmerries en 53 stamboekmerries geregistreerd.

 


9.5. Arsen Hann DE 331310300032

 

Arsen Hann (V. Alfur Hann) is een donkere vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1932 geboren en is gefokt door Gustav Seegemann uit Osterbruch, dat circa 30 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt. De moeder van Arsen is de vos merrie Spoletta Hann (1919, V. Sileen O.Pr.) en tweede moeder is de merrie Netrode Hann (1915, V. Notandus Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Arsen een afstamming met 39,1 % Engels- en Arabisch volbloed, 32,8 % Hannoveraans bloed en 14,8 % Trakehner bloed.

Arsen is in het najaar van 1935 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1936 tot en met 1945 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Wallhöfen, circa 30 km ten noorden van Bremen, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Na het dekseizoen 1945 is Arsen afgevoerd.

Van Arsen zijn acht staatspremiemerries, 36 hoofdstamboekmerries en 46 stamboekmerries geregistreerd.

 

9.6.  Albing Hann DE 331310323838

 

Albing Hann (V. Alfur Hann) is een vos hengst die in 1938 is geboren. De hengst is gefokt door Jacob Mahler uit Bullenwinkel, dat circa 30 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
Albing is een broer van de hengst Alemanne, die niet veel aan de fokkerij heeft toegevoegd.
De moeder van beide hengsten is de vos Kisoza Hann (1922, V. KIngal Hann) en tweede moeder is de vos Yeovil Hann Hann (1915, V. Youatt Hann). De verdere moederlijn is onbekend.

Albing is in het najaar van 1940 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1941 tot en met 1948 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft in 1941 op een dekstation gestaan in Lehrte, dat enkele kilometers ten oosten van Hannover ligt, en van 1942 tot en met 1948 op een station in Ahnsen, dat tussen Hannover en Gifhorn ligt. Na het dekseizoen 1948 is Albing als landbouwpaard op de stoeterij Hunnesrück ingezet.

Van Albing zijn twee staatspremiemerries, 22 hoofdstamboekmerries en negen stamboekmerries geregistreerd.

10.  Ali II Hann DE 331310012618

 

Ali II Hann (V. Alderman I Hann) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1918 is geboren en is gefokt door Eylmann uit Nindorf, dat net ten noorden van Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
Ali II is een broer van de hengst Alderath Hann (1914), waarover weinig informatie beschikbaar is over zijn fokkerijprestaties.

De moeder van beide hengsten is de schimmel Amkene Hann (1908, V. Amurath I ox). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Fährmann Hann (1928, V. Flavius Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Ali II is de bruine Schiffka Hann (1898, V. Schluppe Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Ali II tenminste 49,2 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 30,5 % Hannoveraans bloed.

Ali II is in het najaar van 1920 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij heeft van 1921 – 1927 op een dekstation gestaan in Bützfeth, dat net ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt. Daarna is hij van 1928 tot en met 1931 beschikbaar geweest in Wallhöfen, dat circa 30 km ten noorden van Bremen ligt. Daarna is hij als landbouwpaard ingezet op het Hauptgestüt Graditz.

Van Ali II zijn 19 hoofdstamboekmerries en acht stamboekmerries geregistreerd. Ook is zijn zoon Albin Hann (1924, MV. Schwabenstreich Hann) goedgekeurd. Hij wordt verderop in de tekst besproken.

 

10.1.  Albin Hann DE 331310008424

 

Albin Hann (V. Ali II Hann) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1924 geboren en is gefokt door Andreas Nagel uit Fleeth, dat bij Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Albin is een dochter van de hengst Schwabenstreich en de tweede moeder is een dochter van de hengst Jarl Hann.

Albin is in 1927 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1928 tot en met 1946 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Hij heeft van 1928 tot en met 1932 op een dekstation gestaan in Hasbergen, dat een paar km ten westen van Osnabrück ligt. Van 1933 tot en met 1936          is hij beschikbaar geweest op een station in Rütenbrock, dat bij Ter Apel tegen de Nederlandse grens aan ligt; van 1937 tot en met 1940 op een dekstation in Warmsen, dat 40 km ten zuidwesten van Nienburg/Weser ligt en van 1941 tot en met 1946 op een station in Drentwede, dat circa 25 km ten oosten van Vechta ligt. Na het dekseizoen 1946 is Albin verkocht aan een fokker.

Van Albin zijn vier staatspremiemerries, acht hoofdstamboekmerries en 29 stamboekmerries geregistreerd.

11. Alkali I Hann DE331310013318

 

Alkali I Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1918 geboren en is gefokt door J. Wichers uit Krautsand, dat in het noorden van Nedersaksen, ten noorden van Stade. aan de Elbe ligt.
Alkali I is een broer van de hengst Alkali III Hann (1921, zie hfdst. 16.)
De moeder van beide hengsten is de zeer hoog in het bloed staande vos merrie Kiandri Hann (1900, V. King Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Negustus Hann (1903, V. Nelusko Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alkali I is de zwarte Garbe Hann (1885, V. Gaston Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Alarm Hann (1911, V. Altheo Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alkali I een afstamming met tenminste 47,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Alkali I is in het najaar van 1920 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1921 tot en met 1932 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij is van 1921 tot en met 1929 beschikbaar geweest op een dekstation in Baden en van 1930 tot en met 1932 in Hepstedt, dat circa tien km ten westen van Zeven ligt.

Van Alkali I zijn drie staatspremiemerries, 25 hoofdstamboekmerries en elf stamboekmerries geregistreerd.

12.  Allheil Hann DE331310016318

 

 

Allheil Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst die in 1918 is geboren. Hij is gefokt door Carsten Grothmann uit Ritsch, dat circa tien km ten noorden van Stade in  het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Allheil is de vos merrie Sagazina Hann (1913, V. Sport O.Pr.) en tweede moeder is een dochter van de hengst Königstein Hann.

Allheil is in het najaar van 1920 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1921 tot en met 1926 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Kehdingbruch, dat circa 25 km ten oosten van Cuxhaven ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarna is hij als landbouwpaard ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen.

Van Allheil zijn vijftien hoofdstamboekmerries en vier stamboekmerries geregistreerd.

 

13.  Alpenstrauss I Hann DE 331310020719

 

Alpenstrauss I Hann (V. Alderman I Hann) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1919 geboren en is gefokt door Peter van Stemmen uit Asselersand, dat circa 10 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de Elbe ligt.
Alpenstrauss I is een broer van de hengst Alpenstrauss II Hann (1923, zie hfdst. 23). De moeder van beide hengsten is de donkerbruine merrie Sierra Hann (1914, V. Schwabenstreich Hann) en tweede moeder is de zwarte Dinorah Hann (1911, V. Defregger I Hann).
Dinorah is ook de moeder van de broers Schwede I Hann (1915. V. Schwabenstreich Hann), Schwede II Hann (1917) en Schwede III Hann (1918), die alle drie door het Hannoveraanse stamboek zijn goedgekeurd.

Gerekend over acht generaties heeft Alpenstrauss I een afstamming met 39,8 % Hannoveraans bloed, 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,1 % Mecklenburgs bloed.

Alpenstrauss I is in het najaar van 1921 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1922 tot en met 1928 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft in de jaren 1922 tot en met 1925 op een dekstation in Handorf, bii Lüneburg, gestaan; in 1926 in Bergen en in 1927 en 1928 op een dekstation in Frankenburg, dat circa 16 km ten noorden van Bremen ligt. Na het dekseizoen 1928 is Alpenstrauss I afgevoerd.

Van Alpenstrauss I zijn 21 hoofdstamboekmerries en acht stamboekmerries geregistreerd. Ook is zijn zoon Alwin goedgekeurd.

 

13.1.  Alwin Hann DE 305050179924

 

Alwin Hann (V. Alpenstrauss I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1924 geboren.
De moeder van Alwin is de merrie Dame Hann (1920, V. Defregger I Hann). Tweede moeder is Königsspende Hann (V. Königstein Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Der Salontiroler Hann (1913. V. Defregger I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alwin een afstamming met 44,5 % Engels volbloed en 28,1 % Hannoveraans bloe+d.

Alwin is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek. De Horsetelex database noemt 21 nakomelingen die zijn geboren in de periode 1932 – 1945, waaronder de hengsten Allegro Berl-Brand (1932), Amethyst Berl-Brand (1932), Almhirt Hann (1941) en Amarant Berl-Brand (1945).
Van hen heeft Almhirt een rol gespeeld in de Tsjechische fokkerij. Hij wordt besproken in hoofdstuk 13.1.1.

 

13.1.1.  Almhirt Hann

 

Almhirt Hann (V. Alwin Hann) is een zwarte hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1941 in Duitsland geboren.
Zijn moeder is de zwarte merrie Coralle von Brusenhagen Hann (V. Schwarzer Star Hann ) en tweede moeder is de zwarte Schwabena Hann (V. Schwabe I Hann).
De hengst Schwabenstreich Hann(1897, V. Schwabe Hann) komt in zijn afstamming drie keer voor als betovergrootvader.

Almhirt is op latere leeftijd naar Tsjechië-Slowakije gegaan waar hij omstreeks 1960 is ingezet in de Tsjechische fokkerij. Sporthorsedata vermeldt 20 nakomelingen. Hij heeft tenminste vijf zonen gebracht die allen Almhirt in hun naam voeren en ook alle vijf geregistreerde nakomelingen hebben gekregen.

 

14.  Alpenjäger Hann DE 331310020120

 

Alpenjäger Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1920 geboren en is gefokt door Wilhelm von Allwörden uit Wischhafenersand, dat in Nedersaksen, circa 20 km ten noorden van Stade, aan de Elbe ligt.
De moeder van Alpenjäger is de vos Gundeline Hann (1915, V. Goldschläger I Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Commandeur Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Alpenjäger een afstamming met 29,7 % Engels volbloed en 25,8 % Hannoveraans bloed.

Alpenjäger is in het najaar van 1922 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1923 tot en met 1944 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Neuenfelde (er zijn in Nedersaksen vier plaatsjes met de naam Neuenfelde) beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Na het dekseizoen 1944 is de hengst afgevoerd.

Van Alpenjäger zijn zestien staatspremiemerries, 128 hoofdstamboekmerries en 49 stamboekmerries geregistreerd.

Van de zonen zijn Alpenfeld Hann (1924), Alpenheim Hann (1927) en Alpencorps Hann (1938) goedgekeurd voor de fokkerij. Van hen hebben Alpenheim en Alpencorps geen grote bijdrage aan de fokkerij geleverd. Alpenfeld wordt hierna in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

 

14.1.  Alpenfeld Hann DE331310019824

 

Alpenfeld Hann (V. Alpenjäger Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in1924 geboren en is gefokt door Hermann Harms uit Brackenburg, dat bij Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Alpenfeld is de vos merrie Nodenja Hann (1911, V. Nordenfeld Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Nordheim Hann (V. Nordlingen Hann) en Falkenheim Hann (1929, V. Falkner I Hann), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alpenfeld is de zwarte Jahna Hann (1892, V. Juli Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alpenfeld een afstamming met tenminste 25 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 25 % Hannoveraans bloed.

Alpenfeld is in het najaar van 1927 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1928 tot en met 1941 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in 1928 op een dekstation gestaan in Hänigsen, dat circa 15 km ten zuiden van Celle ligt en van 1929 tot en met 1941 is hij beschikbaar geweest op een station in Hollenstedt, dat circa 15 km ten zuiden van Buxtehude ligt. Na het dekseizoen 1941 is Alpenfeld afgevoerd.

Van Alpenfeld zijn zeven staatspremiemerries, 26 hoofdstamboekmerries en 46 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.  Alstergold Hann DE 331310022020

 

Alstergold Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1920 geboren en is gefokt door Theodor Schröder uit Gauensiekersand dat bij Drochtersen, ten noorden van Stade, aan de Elbe ligt.
De moeder van Alstergold is de vos merrie Goldammer Hann (1914, V. Goldschläger I Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Ortolo Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Alstergold een afstamming met tenminste 26,6 % Engels volbloed, tenminste 20,3 % Hannoveraans bloed en tenminste 9,4 % Trakehner bloed.

Alstergold is in het najaar van 1922 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1923 tot en met 1945 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij elk jaar op een dekstation gestaan in Bützfleth, dat enkele kilometers ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de Elbe ligt. De hengst is na het dekseizoen 1945 afgevoerd.

Van Alstergold zijn 39 staatspremiemerries, 143 hoofdstamboekmerries en 29 stamboekmerries geregistreerd.

Veertien dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Armande Hann, 19xx, MV. Chlodwig Hann, is de moeder van de hengst Alfort Hann (1936. V. Alfandus I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Abokalia Hann, 1924, donkerbruin, MV. Marocco Trak, is de moeder van de hengst Jagst Hann (1934, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alsterrose Hann, 1926, donkerbruin, MV. Schwabensterich Hann, is de moeder van de hengst Jalta Hann (1934, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Antenne Hann, 1929, vos, MV. Julikan Hann, is de moeder van de hengsten Augias I Hann (1935, V. Alfandus I Hann, zie hfdst. 9.2.1.) en Augias II Hann (1937), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Arlantis Hann, 1930, vos, MV. Julikan Hann, is de moeder van de hengsten Journal  Westf (1934, V. Journalist Hann) en zijn broers Jubel I Hann (1939) en Jubel II Hann (1940) en van de hengst Anstoss Hann (1937, V. Alfandus I Hann). Journal is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en Anstoss. Jubel I en Jubel II door het Hannoveraanse stamboek;

Astara Hann, 1931, vos. MV. Chlodwig Hann, is de moeder van de hengst Drall Hann (1935, V. Detektiv Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Achtbare Hann staatspremiemerrie, 1932, MV. Flaneur Hann, is de moeder van de hengst Juragold Hann (1936, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Aruschka Hann staatspremiemerrie, 1932, vos, MV. Goldlack Hann, is de moeder van de de broers Johst I Hann (1938, V. Journalist Hann), Johst II Hann (1940) en Johst III Hann (1946), die alle drie zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Alsterlurche Hann, 1933, bruin, MV. Nodom Hann, is de moeder van de hengst Schwarzgold Hann (1941, V. Schwall Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alstergefährtin Hann, 1935, vos, MV. Island Hann, is de moeder van de hengst Schwertgold Hann (1946, V. Schwall Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Alpranke Hann, 1936, vos, MV. Island Hann, is de moeder van de broers Jungherr Hann (1940, V. Journalist Hann) en Jörg Hann (1942) en van de broers Westerwald I Hann (1947, V. Fernjäger Hann) en Westerwald II Hann (1948), die alle vier zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alpwirtschaft Hann, 1936, vos, MV. Schwabenstreich Hann, is de moeder van de hengst Schaumgold Hann (1941, V. Schwall Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alsterlore Hann, 1945, vos, MV. Friedolin Hann, is de moeder van de hengst Werktag Hann (1950, V. Fernjäger Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Alstertafel Hann, 1946, vos, MV. Dolman Hann, is de moeder van de hengst Aktiv Westf (1958, V. Aktionär I Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek.

Ook zijn negentien zonen van Alstergold goedgekeurd voor de fokkerij:
Alsterkönig Hann (1924), Alsterdeich Hann (1925), Asti Hann (1928), Alsen Hann (1929), Alsterfeld Hann (1929), Alsterjunge Hann (1932), Alstervogel Hann (1932), Anhalt Hann (1933), Artist I Hann (1934), Artist II (1935), Aussendeich I Hann (1935),
Arnoldi Hann (1936), Aussendeich II Hann (1936), Alderich Hann (1937), Aspirant Hann (1937), Alsterdamm Hann (1938), Alstertor Hann (1938), Askari Hann (1939) en Amling Hann (1941).

De zonen die vijftien of meer geregistreerde nakomelingen hebben worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De overige hengsten zijn cursief vermeld en worden hieronder kort aangeduid.

De hengst Alsterkönig Hann (MV. onbekend) is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Van de hengst zijn twee nakomelingen bekend.

De hengst Alsterdeich Hann (MV. Schwabenstreich Hann) is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Van de hengst zijn drie nakomelingen bekend.

De hengst Alsen Hann (MV. Alabaster Hann) is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek. Van hem is één nakomeling bekend.

De hengst Alsterfeld Hann (MV. Alabaster Hann) is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Alstervogel Hann (MV. onbekend) is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengsten Artist I Hann (MV. Journalist Hann) en zijn broer Artist II Hann (1935) zijn gefokt door Wilhelm von Stemm uit Fleth.
Artist I is goedgekeurd door het Hannoveraanse- en het Mecklenburgse stamboek. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog is hij tot circa 1950 nog actief geweest in de toenmalige DDR. Van hem zijn de zonen Adrett Hann (1941), Arnfried Meckl (1941) en Ariost Hann (1943) goedgekeurd, maar in de fokkerij hebben zij weinig gepresteerd.
Artist II Hann is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is door het Landgestüt Celle in de jaren 1939-1941 op een dekstation in Langen beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Van hem zijn een staatspremiemerrie, acht hoofdstamboekmerries en vijf stamboekmerries geregistreerd.

De hengst Alsterdamm Hann (MV. onbekend), is in het najaar van 1940 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij heeft in de fokkerij niet veel gepresteerd. Van hem is één nakomeling belend.

De hengst Amling Hann (MV. Flingo Hann) is in het najaar van 1943 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is twee jaar door het Landgestüt Celle op een dekstation in Bremervörde beschikbaar gesteld voor de fokkerij en daarna afgevoerd. Van Amling zijn elf dochters opgenomen in een stamboek.

 

15.1.  Asti Hann DE 331310043028

 

Asti Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is gefokt door Rathie Horwege uit Barnkrug, dat circa tien km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de Elbe ligt.
De moeder van Asti is de vos merrie Abimota Hann (1923, V. Ali II Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Silbe Hann (1914, V. Schwabenstreich Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Asti een afstamming met 39,8 % Hannoveraans bloed en 28,9 % Engels- en Arabisch volbloed.

Asti is in het najaar van 1931 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1932 tot en met 1943 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij alle jaren op het dekstation in Kehdingbruch, dat 25 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt, heeft gestaan. Na het dekseizoen 1943 is Asti afgevoerd.

Van Asti zijn acht staatspremiemerries, 54 hoofdstamboekmerries en 37 stamboekmerries geregistreerd.
Ook zijn de zonen Anstand Hann (1933) en Arist Meckl goedgekeurd voor de fokkerij.
Arist (MV. Alfur Hann) is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Van hem zijn maar enkele nakomelingen bekend.
De hengst Anstand wordt in hoofdstuk 15.1.1. besproken.

 

15.1.1.  Anstand Hann DE 331310303933

 

Anstand Hann (V. Asti Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1933 geboren en is gefokt door Gustav Seegemann uit Osterbruch, dat 25 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Anstand is de vos merrie Nasera Hann (1922, V. Notandus Hann). Zij is ook de moeder van de hengsten Alfandus I Hann (1928, V. Alfur Hann, zie hfdst. 9.2.) en zijn broer Alfandus II Hann (1938).
Tweede moeder van Anstand is de vos Schmilka Hann (1916, V. Sileen O.Pr.).

Gerekend over acht generaties heeft Anstand een afstamming met 42,2 % Hannoveraans bloed, 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,8 % Trakehner bloed.

Anstand is in het najaar van 1936 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1937 tot en met 1945 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij elk jaar op een dekstation heeft gestaan in Bergedorf, dat circa 30 km ten zuidoosten van Oldenburg in Nedersaksen ligt.
Anstand is in 1945 overleden.

Van Anstand zijn vijftien staatspremiemerries, 50 hoofdstamboekmerries en 25 stamboekmerries geregistreerd.

Van zijn zonen zijn Anilin Hann (1941) en Ansteher Hann (1944) goedgekeurd voor de fokkerij. Anilin wordt in hoofdstuk 15.1.1.1. besproken en Ansteher heeft in de fokkerij geen rol van betekenis gespeeld.

 

15.1.1.1. Anilin Hann DE331310337141

 

Anilin Hann (V. Anstand Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm.
Hij is in 1941 geboren en is gefokt door Heinrich Witthoeft uit Kirchwärder-Elbdeich, dat ten oosten van Hamburg-Harburg aan de oever van de Elbe ligt.
De moeder van Anilin is de vos merrie Freundeshand Hann (1935, V. Friedolin Hann). Tweede moeder is de vos Ackerdrossel Hann (1931, V. Alderman I Hann), die ook de tweede moeder is van de hengst Jaspermann Hann (1943, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Anilin een afstamming  met 58,5 % Hannoveraans bloed, 17,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,9 % Trakehner bloed.

Anilin is in het najaar van 1943 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1944 tot en met 1958 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij is hij van 1944 tot en met 1951 beschikbaar geweest op een dekstation in Hesepe, dat circa 20 km ten noorden van Osnabrück ligt. Daarna heeft hij tot en met 1958 op een dekstation in Diek gestaan. Na het dekseizoen 1958 is Anilin afgevoerd.

Van Anilin zijn elf staatspremiemerries, 28 hoofdstamboekmerries en zes stamboekmerries geregistreerd.

Vier dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Anisette Hann, 1953, vos, MV. Harun el Rashid ox, is de moeder van de hengst Utrillo Hann (1962, Ernö Hann), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

Ancona II Hann, 1956, donkerbruin, MV. Formal Hann, is de moeder van de hengsten Furaldo Hann (1975, V. Furioso II Hann) en zijn broer Fürst Furioso Hann (1977). Furaldo is goedgekeurd door het Hannoveraanse- en het Oldenburgse stamboek en Fürst Furioso is goedgekeurd door het Beierse stamboek.

Anemone Hann staatspremiemerrie, 1956, vos, MV. Harun el Rashid ox, is de moeder van de hengst Ramano Hann (1963, V. Ramzes x), die is goedgekeurd door het NRPS en het KWPN.

Ankerkarte Hann staatspremiemerrie, 1956, bruin, MV. Abendfeind Hann, is de moeder van de hengst Arlberg Hann (1962, V. Artur Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

 

15.2.  Alsterjunge Hann DE 331310055232

 

Alsterjunge Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst die in 1932 is geboren. Hij is gefokt door Ropers uit Götzdorf, dat een paar kilometers ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

De moeder van Alsterjunge is de vos merrie Janitza Hann (1919, V. Julikan Hann). Zij is ook de moeder van de merrie Atlantis Hann (1930, V. Alstergold Hann) en daarmee de tweede moeder van de hengsten Journal  Westf (1934, V. Journalist Hann) en zijn broers Jubel I Hann (1939) en Jubel II Hann (1940) en van de hengst Anstoss Hann (1937, V. Alfandus I Hann). Journal is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en Anstoss. Jubel I en Jubel II door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alsterjunge is de vos Maiblüte Hann (1913, V. Marocco Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Alsterjunge een afstamming met 31,3 % Hannoveraans bloed, 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 11,7 % Trakehner bloed.

Alsterjunge is in het najaar van 1934 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1935 tot en met 1939 door het Landgestüt Harzburg beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In de jaren 1935 tot en met 1937 heeft hij op een dekstation gestaan in Thedinghausen, dat tussen Bremen en Verden ligt. In 1938 en 1939 is hij beschikbaar geweest op een station in Lichtenberg, dat bij Salzgitter in Nedersaksen ligt. Na het dekseizoen 1939 is Alsterjunge afgevoerd.

Van Alsterjunge zijn drie hoofdstamboekmerries en 11 stamboekmerries geregistreerd. Daarnaast is zijn zoon Absinth Hann (1934, MV. Flugwind Hann) door het Hannoveraanse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. Van Absinth zijn drie staatspremiemerries, zes hoofdstamboekmerries en zes stamboekmerries geregistreerd.

 

15.3.  Anhalt Hann DE331310303833

 

Anhalt Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1933 geboren en is gefokt door Peter Buhbe uit Borstel, dat circa vijftien km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Anhalt is de vos merrie Abefiza Hann (1921, V. Alkoven I Hann) en tweede moeder is de zwarte Mahone Hann (1917, V. Marocco Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Anhalt een afstamming met 32,8 % Hannoveraans bloed, 27,3 % Engels volbloed en 15,6 % Trakehner bloed.

Anhalt is in het najaar van 1936 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is in de jaren 1937 tot en met 1941 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Jameln, dat bij Dannenberg in het noordoosten van Nedersaksen ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Na het dekseizoen 1941 is de hengst als landbouwpaard ingezet op de stoeterij Hunnesrück.

Van Anhalt zijn tien staatspremiemerries, negentien hoofdstamboekmerries en 21 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.4.  Aussendeich I Hann DE 331310311835

 

Aussendeich I Hann (V. Alstergold Hann) is een zwarte hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is in 1935 geboren en is gefokt door Wilhelm Schoof uit Büthflethersand, dat in Nedersaksen ruim vijf km ten noorden van Stade aan de Elbe ligt.
Aussendeich I is een broer van de hengst Aussendeich II Hann (1936, zie hfdst. 15.6.).
De moeder van beide hengsten is de donkerbruine merrie Sakalla Hann (1916, V. Schwabenstreich Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Corona Hann (1901, V. Comet Beber).

Gerekend over acht generaties heeft Aussendeich een afstamming met tenminste 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 29,7 % Hannoveraanse bloed.

Aussendeich I is in het najaar van 1937 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1938 tot en met 1943 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij alle dekseizoenen op het dekstation in Rotenburg/Wumme, dat ruim 30 km ten oosten van Bremen ligt, beschikbaar is geweest. Na het dekseizoen 1943 is hij afgevoerd.

Van Aussendeich I zijn acht hoofdstamboekmerries en 21 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.5. Arnoldi Hann DE331310315336

 

Arnoldi Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1936 geboren en is gefokt door Wilhelm Schoof uit Büthflethersand, dat in Nedersaksen ruim vijf km ten noorden van Stade aan de Elbe ligt.
De moeder van Arnoldi is de vos merrie Goldröschen Hann (1928, V. Goldapfel Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Junius Hann (1946, V. Journalist Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder is de vos Abeora Hann (1922, V. Ammersee Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Griff I Hann (1943, V. Glimmer Hann) en zijn broer Griff II Hann (1944). Beide broers zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Griff I is ook goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Arnoldi een afstamming met 43,8 % Hannoveraans bloed, 28,9 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,2 % Trakehner bloed.

Arnoldi is in het najaar van 1938 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1938 tot en met 1953 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Al die jaren heeft hij tijdens het dekseizoen op een dekstation gestaan in Zeven, dat tussen Bremen en Hamburg in Nedersaksen ligt. Na het dekseizoen 1953 is Arnoldi afgevoerd.

Van Arnoldi zijn negen staatspremiemerries, 62 hoofdstamboekmerries en 34 stamboekmerries geregistreerd. Zijn zoon Argon Meckl (1942, MV. onbekend) is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Van hem zijn enkele nakomelingen bekend.

 

15.6.  Aussendeich II Hann DE 331310315436

 

Aussendeich II Hann (V. Alstergold Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1936 geboren en is gefokt door Wilhelm Schoof uit Büthflethersand, dat in Nedersaksen ruim vijf km ten noorden van Stade aan de Elbe ligt.
Aussendeich II is een broer van de hengst Aussendeich I Hann (1935, zie hfdst. 15.4.).
De moeder van beide hengsten is de donkerbruine merrie Sakalla Hann (1916, V. Schwabenstreich Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Corona Hann (1901, V. Comet Beber).

Gerekend over acht generaties heeft Aussendeich een afstamming met tenminste 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 29,7 % Hannoveraanse bloed.

Aussendeich II is in het najaar van 1939 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1940 tot en met 1949 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij elk jaar op een dekstation gestaan in Bösel, dat bij Lüchow in het oosten van Nedersaksen ligt. Na het dekseizoen 1949 is hij gedood.

Van Aussendeich II zijn drie staatspremiemerries, 21 hoofdstamboekmerries en 16 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.7.  Alderich Hann DE 331310319237

 

Alderich Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 172 cm. Hij is in 1939 geboren en is hefokt door Ahrend Ropers uit Bützfleetheraußendeich, dat in Nedersaksen ruim vijf km ten noorden van Stade aan de Elbe ligt.

De moeder van Alderich is de bruine merrie Carabia Hann (1926, V. Chlodwig Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Alfort Hann (1936, V. Alfandus I Hann, zie hfdst. 9.2.), die van weinig betekenis is geweest voor de fokkerij.
Tweede moeder van Alderich is de bruine Schwinka Hann (1920, V. Schwabenstreich Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alderich een afstamming met 39,8 % Hannoveraans bloed, 28,1 % Engels volbloed en 11,7 % Trakehner bloed.

Alderich is in het najaar van 1939 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1940 tot en met 1950 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij gestationeerd is op een dekstation in Hänigsen, dat ruim tien km ten zuiden van Celle ligt. Alderich is in 1951 afgevoerd.

Van Alderich zijn zeven staatspremiemerries, 29 hoofdstamboekmerries en 21 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.8. Aspirant Hann DE 33310320437

 

Aspirant Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1937 geboren en is gefokt door Heinrich von Stemm uit Bützfleth, dat ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Aspirant is de zwarte merrie Isi Hann (1925, V. Island Hann) en tweede moeder is de bruine Sekata Hann (1917, V. Schwabenstreich Hann).
Sekata is ook de moeder van de hengst Childerich Hann (1928, V. Chlodwig Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Aspirant een afstamming met 47,7 % Hannoveraans bloed, 21,1 % Engels volbloed en 10,9 % Mecklenburgs bloed.

Aspirant is in de herfst van 1939 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1940 tot en met 1947 beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In die jaren is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Farven, dat vijftien km ten oosten van Bremervörde en 20 km ten noorden van Zeven in het noorden van Nedersaksen ligt.
In 1948 is Aspirant als reserve hengst achtergehouden op het Landgestüt Celle en is hij later in het jaar afgevoerd.

Van Aspirant zijn zeven staatspremiemerries, 30 hoofdstamboekmerries en 27 stamboekmerries geregistreerd.

 

15.9. Alstertor Hann DE 331310324538

 

Alstertor Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1938 geboren en is gefokt door Wilhelm Schoof uit Büthflethersand, dat in het noorden van Nedersaksen, ruim vijf km ten noorden van Stade, aan de Elbe ligt. De moeder van Alstertor is de donkerbruine merrie Fangnetz Hann (1932, V. Fangschuss Hann) en de tweede moeder is een dochter (1925) van de hengst Goldapfel Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Alstertor een afstamming met 32,8 % Hannoveraans bloed, 21,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,1 % Trakehner bloed.

Alstertor is in het najaar van 1940 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1941 tot en met 1951 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij elk jaar op een dekstation in Wilstedt, circa 20 km ten noordoosten van Bremen, is geplaatst. Na het dekseizoen 1951 is hij afgevoerd.

Van Alstertor zijn 17 staatspremiemerries, 78 hoofdstamboekmerries en 20 stamboekmerries geregistreerd. Daarnaast is zijn zoon Achselschwang goedgekeurd voor de fokkerij. Hij wordt verderop in de tekst besproken.

Ook zijn elf nakomelingen van Alstertor geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen DM 47.654 (€ 24.365) gewonnen.

 

15.9.1. Achselschwang Hann DE331310353943

 

Achselschwang is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1943 geboren en is gefokt door Hinrich Meyer uit Wilstedt, dat circa 20 km ten noordoosten van Bremen in Nedersaksen ligt.
De moeder van Achselschwang is de zwarte merrie Schwatzbase Hann (1937, V. Schwabenkönig II Hann) en tweede moeder is Erle Hann (V. Ernö Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Achselschwang een afstamming met 50,8 % Hannoveraans bloed, 14,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 11,7 % Trakehner blioed.

Achselschwang is in het najaar van 1945 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1946 tot en met 1958 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij is hij van 1946 tot en met 1953 tijdens de dekseizoenen geplaatst op een dekstation in Splietau, dat bij Dannenberg in het noordoosten van Nedersaksen ligt. Van 1954 tot en met 1957 is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Schapen bij Braunschweig en in 1958 op een dekstation in Rheden, dat bij Hildesheim ligt. In 1959 is hij afgevoerd.

Van Achselschwang zijn vijf staatspremiemerries, 39 hoofdstamboekmerries en 13 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Achsennelke Hann staatspremiemerrie, 1953, vos, MV. Alex Hann, is de moeder van de hengst Efendi Hann (1961, V. Agram Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Daarnaast zijn 22 nakomelingen van Achselschwang geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen DM 52.403 (€ 26.793) gewonnen.

 

15.10. Askari Hann DE 305050184239

 

Askari Hann (V. Alstergold Hann) is een vos hengst die in 1939 is geboren, Hij is gefokt door Stülten uit Bützfleth dat ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Askari is de vos merrie Isa Hann (1925, V. Julikan Hann) en tweede moeder is de vos Gewara Hann (1907, V. Gessler Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Askari een afstamming met 41,4 % Hannoveraans bloed, 21,9 % Engels volbloed en 10,2 % Mecklenburgs bloed.

Askari is omstreeks 1944 goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en is van 1945 tot en met 1954 beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Volgens gegevens van de All Breed database zijn 58 dochters opgenomen in een stamboek en zijn tien zonen in de toenmalige Deutsche Demokratische Republik goedgekeurd voor de fokkerij. Hun bijdrage aan de hedendaagse rijpaardfokkerij is beperkt.

 

16.  Alkali III Hann DE 33131001352

 

Alkali III Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1921 geboren en is gefokt door Julius Wichers uit Krautsand, dat circa 25 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de oever van de Elbe ligt.
Alkali III is een broer van de hengst Alkali I Hann (1918, zie hfdst. 11.).

De moeder van beide hengsten is de zeer hoog in het bloed staande vos merrie Kiandri Hann (1900, V. King Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Negustus Hann (1903, V. Nelusko Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Tweede moeder van Alkali III is de zwarte Garbe Hann (1885, V. Gaston Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Alarm Hann (1911, V. Altheo Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alkali III een afstamming met tenminste 47,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Alkali III is in het najaar van 1923 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1924 tot en met 1945 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft in de periode 1924 – 1929 op een dekstation in Splietau, bij Dannenberg in het noordoosten van Nedersaksen, gestaan. Van 1930 tot en met 1934 is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Altendorf, dat ten noorden van Wolfsburg in het oosten van Nedersaksen ligt en daarna heeft hij tot en met 1945 op een dekstation in het ten noorden van Bremen gelegen Ritterhude gestaan. Na het dekseizoen 1945 is Alkali III op 24-jarige leeftijd afgevoerd.

Van Alkali III zijn 18 staatspremiemerries, 62 hoofdstamboekmerries en 83 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Alicata Hann, 1925, MV. Morgenstern Trak, is de moeder van de hengst Kondor Hann (1932, V. Cloudbank xx), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

 

17.  Allerhof IV Hann  DE331310015821

 

Allerhof IV Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1921 geboren en is gefokt door Heinrich Otto uit Assel, dat circa tien km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

Allerhof IV is een broer van de hengsten Allerhof I Hann (1915, zie hfdst. 4.), Allerhof II Hann (1916) en Allerhof III Hann (1917, zie hfdst. 7.).

De moeder van deze hengsten is de vos merrie Hodilla Hann  (1910, V. Hofheim Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Julikan Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Allerhof I een afstamming met 47,7 % Hannoveraans bloed en 25,8 % Engels volbloed.

Allerhof IV is omstreeks 1924 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Over zijn eerste jaren in de fokkerij is niet veel bekend, maar vermoedelijk heeft hij in Noordrijn-Westfalen gedekt. Vanaf 1930 heeft het Nedersaksische Landgestüt Celle hem beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in 1930 en 1931 op een dekstation in Soltau, dat 50 km ten noorden van Celle ligt, gestaan. Daarna is hij tot en met 1945 beschikbaar geweest op een station in Hechthausen, dat circa 25 km ten noordwesten van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Na het dekseizoen 1945 is hij afgevoerd.

Van Allerhof IV zijn zestien staatspremiemerries, 95 hoofdstamboekmerries en 69 stamboekmerries geregistreerd.

Van de zonen van Allerhof IV zijn Adrill Westf (1925) en Allegro Meckl (1927) goedgekeurd voor de fokkerij.

Adrill Westf wordt in hoofdstuk 17.1. besproken. Allegro Meckl (1927, V. Lorvino Hann) is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Mecklenburgse Landgestüt Redefin. Over zijn fokkerijresultaten is niet veel bekend.

 

17.1. Adrill Westf DE 341410083425

 

Adrill Westf (V. Allerhof IV Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1925 in Duitsland geboren.
De moeder van Adrill is de merrie Naljaza Westf (V. Noval Hann) en tweede moeder is Ocna Hann (V. Ocko Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Adrill een afstamming met tenminste 41,4 % Hannoveraans bloed en tenminste 21,9 % Engels- en Arabisch volbloed.

Adrill is in het najaar van 1927 goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en is van 1928 tenminste tot 1943 actief geweest in de Westfaalse fokkerij. De Horsetelex database vermeldt 24 nakomelingen, maar waarschijnlijk zijn van Adrill meer nakomelingen geregistreerd. Van zijn zonen zijn Abd el Krim I Westf (1929), Adrett Westf (1929), Allak Westf (1933), Anzeiger Westf (1940) en Ankel Westf (1942) goedgekeurd voor de fokkerij.

Abd el Krim I wordt in hoofdstuk 17.1.1. besproken en de overige zonen van Adrill hebben slechts een bescheiden bijdrage geleverd aan de fokkerij.

 

17.1.1. Abd el Krim I Westf DE 341410085229

 

Abd el Krim I Westf (V. Adrill Westf) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1929 in Duitsland geboren.
De moeder van Abd el Krim I is de vos merrie Slakora Westf (1919, V. Schwof I Hann) en tweede moeder is de zwarte Dabaja Hann (1914, V. Deisterkönig II Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Abd el Krim I een afstamming met tenminste 48,4 % Hannoveraans bloed en 14,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Abd el Krim I is in 1931 of 1932 goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en is tot en met 1950 actief geweest in de Westfaalse fokkerij. De Horsetelex database noemt 29 nakomelingen van hem, waaronder de goedgekeurde zonen Abstecher Westf (1944) en Abschied Westf (1946). Van beide hengsten is slechts één nakomeling bekend.

De schimmel dochter Astra von Haus Boge Westf (MV. Hersdorf Westf) is de moeder van de schimmel ruin Remus Westf (1955, V, Ramzes x), waarmee Harry Boldt (GER) bij de Olympische Spelen 1964 in Tokio de zilveren medaille heeft gewonnen in de dressuur en met het Duits team de gouden medaille heeft gewonnen in de landenwedstrijd dressuur.

 

18.  Altmann I Hann DE 331310259121

 

Altmann I Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1921 geboren en is gefokt door Wilhelm von Allwörden uit Wischhafenersand, dat in het noorden van Nedersaksen, circa 20 km ten noorden van Stade, aan de Elbe ligt.
Altmann I is een broer van de hengst Altmann II Hann (1927, zie hfdst. 27.).
De moeder van beide broers is de vos merrie Stolara Hann (1917, V. Schumann Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Fuhrmann Hann (1925, V. Flavius Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder is een dochter van de hengst Alnok Hann.Gerekend over acht generaties heeft Altmann I een afstamming met 33,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 33,6 % Hannoveraans bloed en 13,3 % Mecklenburgs bloed.

Altmann I is in het najaar van 1923 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1924 tot en met 1944 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Hij heeft in de jaren 1924 – 1929 en van 1935 – 1944 op een dekstation gestaan in Dorum, dat tussen Cuxhaven en Bremerhaven in de Wesermarsch ligt. In de tussenliggende periode is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Hollern, dat in het noorden van Nedersaksen bij Stade aan de oever van de Elbe ligt. Na het dekseizoen 1944 is Altmann I afgevoerd.

Van Altmann I zijn 25 staatspremiemerries, 109 hoofdstamboekmerries en 58 stamboekmerries geregistreerd.

Negen dochters van Altmann I zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst:

Abtantes Hann, vos, MV. Nordland Hann, is de moeder van de hengst Donalt Hann (1940, V. Dohna I Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek;

Altonda Hann, 1927, zwart, MV. Nebelheim II Hann, is de moeder van de hengst Schwanemann Hann (1939, V. Schwabenkonig I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Album Hann, 1928, vos, MV. Schwof I Hann, is de moeder van de hengsten Schutzmann I Hann (1933, V. Schwabenkönig Hann) en zijn broer Schutzmann II Hann (1934), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Amoene Hann, 1931, donkerbruin, MV. Alter Kerl I Hann, is de moeder van de hengst Flingmann Hann (1935, V. Flingo Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek;

Amselmöwe Hann, 1931, donkerbruin, MV. Alter Kerl I Hann, is de moeder van de hengst Friemann Hann (1939, V. Flingo Hann);

Altkluge Hann staatspremiemerrie, 1932, bruin, MV. Alter Kerl I Hann, is de moeder van de hengsten Fiskal I Hann (1938, V. Flingo Hann) en zijn broer Fiskal II Hann (1939), die beiden zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Altier Hann, 1935, vos, MV. Schwabenpreis Hann, is de moeder van de hengst Axtmann I (1939, V. Axenstein II Hann) en zijn broer Axtmann II Hann (1940), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Ahrliebste Hann, 1937, schimmel, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Albanese Hann (1941, V. Almhüter I Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en

Alge Westf staatspremiemerrie, 1947 (?), bruin, MV. Friedolin Westf), is de moeder van de hengst Abendsegler Westf (1956, V. Abendlicht Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek.

Ook zijn de zonen Aufseher Hann (1928), Alexander Hann (1929), Alarich Hann (1932), Andrang Hann (1937) en Antrag Hann (1937) goedgekeurd. Van hen is de hengst Alexander niet van belang geweest voor de fokkerij. De overige goedgekeurde zonen woerden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

 

18.1.  Aufseher Hann DE 331310044828

 

Aufseher Hann (V. Altmann I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1928 geboren en is gefokt door de weduwe  Dittmer – Hey uit Mulsumm dat tussen Cuxhaven en Bremerhaven in de Wesermarsch ligt.
De moeder van Aufseher is de bruine merrie Sabiceta Hann (1923, V. Schwarzseher Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Sheridan II Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Aufseher een afstamming met 52,3 % Hannoveraans bloed, 15,6 % Engels volbloed en 10,9 % Mecklenburgs bloed.

Aufseher is in het najaar van 1931 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1932 tot en met 1944 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij van 1932 – 1935 op een dekstation in Gross Düngen, ten zuiden van Hildesheim, gestaan en van 1936 tot en met 1944 op een dekstation in Diek. Daarna is Aufseher afgevoerd.

Van Aufseher zijn tien staatspremiemerries, 32 hoofdstamboekmerries en 80 stamboekmerries geregistreerd.

De bruine dochter staatspremiemerrie Auermaid Hann, 1944, MV. Locarno Hann, is de moeder van de hengst Weiler Hann (1948, V. Feuerland Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

 

18.2.  Alarich Hann DE331310197732

 

Alarich Hann (V. Altmann I Hann) is een vos hengst die in 1932 in Nedersaksen is geboren. Hij is gefokt door Christian Garm uit Hollern, dat in het noorden van Nedersaksen bij Stade aan de oever van de Elbe ligt.
De  moeder van Alarich is de merrie Agadir Han (V. Alter Kerl Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Alba Hann (V. Allerstrand Hann) en tweede moeder van de hengst Flingmann Hann (1935, V. Flingo Hann). Alba is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Flingmann door het Mecklenburgse stamboek.
Tweede moeder van Alarich is de bruine Sabotina Hann (1914, V. Schwabenpreis Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Altenstadt Hann (1919, V. Alter Kerl Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alarich een afstamming met 53.1 % Hannoveraans bloed, 21,9 % Engels volbloed en 9,4 % Mecklenburgs bloed.

Alarich is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek en is door het Brandenburgse Landgestüt in Neustadt/Dosse beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Volgens gegevens van de All Breed database zijn van Alarich zes staatspremiemerries, 49 hoofdstamboekmerries en 22 stamboekmerries geregistreerd.

 

18.3.  Andrang Hann DE 331310319737

A

ndrang Hann (V. Altmann I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1937 geboren en is gefokt door Adolf Sierck uit Wremen, dat circa 10 km ten noorden van Bremerhaven in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Andrang is de vos merrie Danaïde Hann (1930, V. Dankl xx) en tweede moeder is een dochter (1919) van de hengst Angeli Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Andrang een afstamming met 45,3 % Engels volbloed en 30,4 % Hannoveraans bloed.

Andrang is in het najaar van 1939 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1940 tot en met 1950 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij elk dekseizoen op een dekstation gestaan in Neuenfelde, dat circa 30 km ten noordwesten van Bremen in de Wesermarsch ligt. In de loop van 1950 is Andrang overleden.

Van Andrang zijn negen staatspremiemerries, 60 hoofdstamboekmerries en acht stamboekmerries geregistreerd. Ook is zijn zoon Anmarsch Hann (1944, MV. Fockenbach xx) is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is niet veel bekend.

 

18.4.  Antrag Hann DE 331310320037

Antrag Hann (V. Altmann I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1937 geboren en is gefokt door Emil Gerken uit Kransburg, dat tussen Cuxhaven en Bremerhaven ligt.
De moeder van Antrag is de bruine staatspremiemerrie Anklagerin Hann (1932, V. Alltag I Hann). Ze is ook de moeder van de hengsten Freitag I Hann (1938, V. Freiburg Hann) en zijn broer Freitag II Hann (1939), die beide zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Antrag is de bruine Carcata Hann (1917, V. Colorist Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Antrag een afstamming met 50,0 % Hannoveraans bloed, 23,4 % Engels volbloed en 10,9 % Trakehner bloed.

Antrag is in het najaar van 1939 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1940 tot en met 1956 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In die periode heeft hij van 1940 tot en met 1951 op een dekstaton gestaan in Wagenfeld, dat circa 20 km ten oosten van Diepholz in Nedersaksen ligt. In de jaren 1952 – 1956 is hij beschikbaar geweest in Warmsen, dat 45 lm ten zuidwesten van Nienburg/Weser aan de zuidgrens van Nedersaksen ligt. Na het dekseizoen 1956 is Antrag afgevoerd.

Van Antrag zijn negen staatspremiemerries, 44 hoofdstamboekmerries en 39 stamboekmerries geregistreerd.

 

19.  Alpenflug I Hann DE331310019922

 

Alpenflug I Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1922 geboren en is gefokt door Paul Nagel uit Ritsch, dat circa 20 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

Alpenflug I is een broer van de hengst Alpenflug II Hann (1923), die in hoofdstuk 22 wordt besproken.

De moeder van de beide broers is de bruine merrie Ferda Hann (1916, V. Flingarth Hann) en tweede moeder is de bruine Kilbe Hann (1906, V. King Hann). Kilbe is ook de moeder van de broers Fling Hann (1911), Flint Hann (1915) en Flirt Hann (1917), die alle drie zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alpenflug I een afstamming met 46,1 % Engels- em Arabisch volbloed, 18,0 % Hannoveraans bloed en 12,5 % Mecklenburgse bloed.

Alpenflug I is in het najaar van 1924 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1925 tot en met 1943 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Hij heeft in de jaren 1925 – 1927 op een dekstation gestaan in Ashausen, dat ten zuiden van Hamburg tussen Hittfeld en Winsen Luhe ligt. Van 1928 tot en met 1932 is hij beschikbaar geweest in Nordholz bij Cuxhaven en van 1933 tot en met 1943 op een dekstation in Jork, dat bij Buxtehude aan de Elbe ligt.

Alpenflug I is na het dekseizoen 1943 afgevoerd.

Van hem zijn zestien staatspremiemerries, 118 hoofdstamboekmerries en 53 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Artern Hann, 1931, bruin, MV. Goldammer II Hann, is de moeder van de hengst Ali Hann (1941, V. Ast Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse-en het Westfaalse stamboek.

Ook is de zoon Anfall Hann (1933, MV. Alltag I Hann) goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. In de fokkerij heeft hij echter geen grote rol gespeeld.

 

20.  Anakreon Hann DE331310033722

 

Anakreon Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1922 geboren en is gefokt door Wilhelm von Allwörden uit Krautsand, dat in het noorden van Nedersaksen, bij Stade, aan de oever van de Elbe ligt.
De moeder van Anakreon is de vos merrie Catella Hann (1915, V. Commandeur Hann) en tweede moeder is de bruine Losaga Hann (1910, V. Lorval Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Anakreon een afstamming met 39,1 % Hannoveraans bloed en 31,3 % Engels- en Arabisch volbloed.

Anakreon is in het najaar van 1924 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1925 tot en met 1942 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij op dekstations heeft gestaan in Oberndorf (1925 – 1928), Köhlen (1929), Wittingen (1931-1938), Aslage (1939), Leschede (1940) en Drantum (1941-1942). Oberndorf ligt in het noorden van Nedersaksen bij Hemmoor; Köhlen ligt in het noorden van Nedersaksen tussen Bremerhaven en Bremervörde; Wittingen ligt 50 km ten oosten van Celle in het oosten van Nedersaksen; Aslage ligt tussen Osnabrück en Cloppenburg; Leschede ligt bij Lingen in het Emsland in het westen van Nedersaksen en Drantum ligt ten oosten van Osnabrück.
Na het dekseizoen 1942 is Anakreon overleden.

Van Anakreon zijn vier staatspremiemerries, 31 hoofdstamboekmerries en 29 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Auslösung Hann (1928, V. Lorlot Hann) is de moeder van de hengst Fanal Westf (1933, V. Famos I Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek.

 

21.  Abendwind III Hann DE331310001223

 

Abendwind III Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1923 geboren en is gefokt door Wilhelm von Allwörden uit Wischhafenersand, dat circa 20 km ten noorden van Stade, in Nedersaksen aan de Elbe ligt.
Abendwind III is een broer van de hengsten Abendwind I Hann (1921) en Abendwind II Hann (1922). Alle drie broers zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek, maar Abendwind I en Abendwind II hebben niet veel bijgedragen aan de fokkerij.
De moeder van deze hengsten is de vos merrie Marsa Hann (1914, V. Morgenwind I Hann) en tweede moeder is de vos Albyla Hann (1908, V. Alnok Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Abendwind III een afstamming met 39,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 15,9 % Hannoveraans bloed.

Abendwind III is in het najaar van 1925 goedgekeurd door het  Hannoveraanse stamboek en is van 1926 tot 1932 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Uthlede, dat tussen Bremen en Bremerhaven ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarna is Abendwind III verkocht aan een particuliere fokker.

Van Abendwind III zijn 12 hoofdstamboekmerries en 15 stamboekmerries geregistreerd.

 

23.  Alpenflug II Hann DE331310020023

Alpenflug II Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1923 geboren en is gefokt door Paul Nagel uit Ritsch, dat circa 20 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

Alpenflug II is een broer van de hengst Alpenflug I Hann (1922), die in hoofdstuk 19 wordt besproken.

De moeder van de beide broers is de bruine merrie Ferda Hann (1916, V. Flingarth Hann) en tweede moeder is de bruine Kilbe Hann (1906, V. King Hann). Kilbe is ook de moeder van de broers Fling Hann (1911), Flint Hann (1915) en Flirt Hann (1917), die alle drie zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Alpenflug II een afstamming met 46,1 % Engels- en Arabisch volbloed, 18,0 % Hannoveraans bloed en 12,5 % Mecklenburgse bloed.

Alpenflug II is in het najaar van 1926 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1927 tot en met 1943 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij van 1927 tot en met 1933 en van 1935 tot en met 1942 op een dekstation gestaan in Drochtersen, dat ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt. In 1934 heeft hij in Altenbruch bij Cuxhaven gestaan en in 1943 is hij beschikbaar geweest in Lehrte. Daarna is hij verkocht aan een particuliere fokker.

Van Alpenflug II zijn 24 staatspremiemerries, 76 hoofdstamboekmerries en 19 stamboekmerries geregistreerd.
Veertien dochters van Alpenflug II zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en negentien zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Voor uitgebreide informatie over Alpenflug II Hann wordt verwezen naar de pagina Alpenflug II Hann op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

23.  Alpenstrauss II Hann DE 331310020823

 

Alpenstrauss II Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1923 geboren en is gefokt door Peter van Stemmen uit Asselersand, dat circa 10 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen aan de Elbe ligt.

Alpenstrauss II is een broer van de hengst Alpenstrauss I Hann (1919, zie hfdst. 13). De moeder van beide hengsten is de donkerbruine merrie Sierra Hann (1914, V. Schwabenstreich Hann) en tweede moeder is de zwarte Dinorah Hann (1911, V. Defregger I Hann).

Dinorah is ook de moeder van de broers Schwede I Hann (1915. V. Schwabenstreich Hann), Schwede II Hann (1917) en Schwede III Hann (1918), die alle drie door het Hannoveraanse stamboek zijn goedgekeurd.

Gerekend over acht generaties heeft Alpenstrauss II een afstamming met 39,8 % Hannoveraans bloed, 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,1 % Mecklenburgs bloed.

Alpenstrauss II is in het najaar van 1926 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1927 tot en met 1939 door het Landgestüt in Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in de jaren 1927 tot en met 1931 op een dekstation gestaan in Baljerdorf, dat 45 km ten oosten van Cuxhaven in het noorden van Nedersaksen ligt. Van 1932 tot en met 1939 heeft hij op een dekstation gestaan in Rotenburg/Wümme, dat circa 35 km ten oosten van Bremen ligt. Hij is in de loop van 1939 overleden.

Van Alpenstrauss II zijn zeven staatspremiemerries, 27 hoofdstamboekmerries en 49 stamboekmerries geregistreerd.

 

24.  Alnus Hann DE 331310019624

 

Alnus Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1924 geboren en is gefokt door de weduwe Jacob Hagel uit Sietwende, dat in het noorden van Nedersaksen bij Drochtersen ligt.

De moeder van Alnus is de vos merrie Negata II Hann (1916, V. Nelus II Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Astarius Hann (1943, V. Ast Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.
Tweede moeder van Alnus is de zwarte Nolina Hann (1898, V. Nordwest Hann), die ook de moeder is van de door het Hannoveraanse stamboek goedgekeurde hengst Kron Juwelier Hann (1908, V. Commandeur Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alnus een afstamming met 35,9 % Engels- en Arabisch volbloed, 28,1 % Hannoveraans bloed en 14,8 % Mecklenburgs bloed.

Alnus is in het najaar van 1926 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1927 tot en met 1938 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in 1927 en 1928 op dekstations in Kehdingbruch en Ihlienworth in het noorden van Nedersaksen gestaan. In de jaren 1929 – 1938 heeft hij op een dekstation in het circa 26 km zuidelijker gelegen Ringstedt gestaan. In de loop van 1938 is Alnus afgevoerd.

Van hem zijn drie staatspremiemerries, 25 hoofdstamboekmerries en 52 stamboekmerries geregistreerd.

 

25. Altkönig Hann DE331310025525

 

Altkönig Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1925 geboren en is gefokt door Herbert Schlifter uit Theisbrügge, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Altkönig is de bruine merrie Kantalupe Hann (1917, V. Kingani Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Amandus Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Altkönig een afstamming met 46,1 % Engels- en Arabisch volbloed, 19,5 % Hannoveraans bloed en 12,5 % Mecklenburgs bloed.

Altkönig is in het najaar van 1928 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1929 tot en met 1940 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Uthlede, dat tussen Bremen en Bremerhaven in Nedersaksen ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In de loop van 1940 is hij afgevoerd.

Van Altkönig zijn 28 staatspremiemerries, 79 hoofdstamboekmerries en 69 stamboekmerries geregistreerd.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Aufgebot Hann, 1935, zwart, MV. Flandern Hann, is de moeder van de hengst Jungkönig Hann (1945, V. Juragold Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en

Alke Hann staatspremiemerrie, 1937, vos, MV. Abendwind III Hann, is de moeder van de hengsten Jagdkönig I Hann (1941) en zijn broers Jagdkönig II Hann (1942) en Jurist Hann (1945). Jagdkönig I en II zijn goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en Jurist is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse- en het Mecklenburgse stamboek.

Van de zonen van Altkönig zijn Adrian Hann (1931) en Alter Hann (1931) goedgekeurd voor de fokkerij.
De hengst Adrian wordt in hoofdstuk 25.1 besproken. De hengst Alter is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek, maar zijn betekenis voor de fokkerij is gering.

 

25.1.  Adrian Hann DE331310004331

 

Adrian Hann (V. Altkonig Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1931 geboren en is gefokt door Heinrich Wenke uit Wersabe, dat in Nedersaksen ten zuiden van Bremerhaven op de oostelijke oever van de Weser ligt.
De moeder van Adrian is de vos merrie Steza Hann (1919, V. Sheridan II Hann). Tweede moeder is een dochter van de hengst Schulemann Hann. Zij is ook de moeder van de hengst Schumann Hann (1911, V. Sheridan II Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Adrian een afstamming met 35,9 % Hannoveraans bloed, 28,9 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,2 % Mecklenburgs bloed.

Adrian is in het najaar van 1934 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1935 tot en met 1944 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Adrian heeft daarbij tijdens het dekseizoen steeds op een dekstation in Haar gestaan. Haar ligt in Nedersaksen in een gebied dat, ter hoogte van Lüneburg. oostelijk van de rivier de  Elbe ligt. Na het dekseizoen 1944 is Adrian afgevoerd.

Van Adrian zijn tien staatspremiemerries, 26 hoofdstamboekmerries en 23 stamboekmerries geregistreerd.

Vijf dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Adrifaus SA, 1959, bruin, MV. Feudal I Hann, is de moeder van de hengst Guam SA (1959, V. Gruss Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek;

Adriaperle Meckl, 1944, vos, MV. Altkönig Hann, is de moeder van de hengst Günther Meckl (1953, V. Grenadier Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse- en het Letse stamboek;

Adriëtte Meckl, 1944, bruin, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Astolf Meckl (1955, V. Astor Meckl), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek;

Adrination Meckl, MV. Kordial Hann, is de moeder van de hengst Fliegerhorst Meckl (1949, V. Fliegerpreis Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse- en het Berlijn-Brandenburgse stamboek en

Anotia Hann, vos, MV. Sprock Hann, is de moeder van de hengst Abendjunge Hann (1948, V. Abendstern Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.

Van Adrian zijn 10 staatspremiemerries, 26 hoofdstamboekmerries en 23 stamboekmerries geregistreerd.

 

26.  Altenburg Hann DE331310023026

 

Altenburg Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1926 geboren en is gefokt door Heinrich Rode uit Aschhorn, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Altenburg is de schimmel merrie Domina Hann (1918, V. Duenaburg O.Pr.) en tweede moeder is de schimmel Cairaska Hann (1914, V. Commandeur Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Altenburg een afstamming met 43,8 % Engels- en Arabisch volbloed, 16,4 % Trakehner bloed en 15,6 % Hannoveraans bloed.

Altenburg is in het najaar van 1929 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1930 tot en met 1938 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Ihlienworth, dat circa 20 km ten zuidoosten van Cuxhaven ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Altenburg is in de loop van 1938 overleden.

Van Altenburg zijn elf staatspremiemerries, 51 hoofdstamboekmerries en 53 stamboekmerries geregistreerd.

De zonen Alterius Hann (1931) en Alfonso Hann (1934) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
Alterius is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek maar heeft in de fokkerij geen grote rol gespeeld.
Alfonso wordt in hoofdstuk 26.1. besproken.

 


26.1.  Alfonso Hann DE331310307634

 

Alfonso Hann (V. Altenburg Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1934 geboren en is gefokt door O. Schwanemann uit Ihlienworth, dat 20 km ten zuidoosten van Cuxhaven ligt.
De moeder van Alfonso is de zwarte merrie Oculi Hann (1928, V. Onorio Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Calnenda Hann (1923, V. Comenius Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Alfonso een afstamming met 39,1 % Hannoveraans bloed, 25,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 19,5 % Trakehner bloed.

Alfonso is in het najaar van 1937 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1938 tot en met 1949 door het Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in de jaren 1938 tot en met 1941 op een dekstation gestaan in Esche, dat bij Nordhorn tegen de grens met Nederland aan ligt; in 1942 op een station in Burlage, dat ten zuiden van Vechta ligt; 1943 en 1944 in Waldhöfe, dat noordoostelijk van Meppen ligt; in 1945 en 1946 op een dekstation in Diek en in de jaren 1947 tot en met 1949 in Drentwede, dat vijftien km ten oosten van Vechta ligt. Na het dekseizoen 1949 is Alfonso afgevoerd.

Van Alfonso zijn negen hoofdstamboekmerries en acht stamboekmerries geregistreerd.

 

27.  Altmann II Hann DE331310026027

 

Altmann II Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1927 geboren en is gefokt door Wilhelm van Allwörden uit Wischhafenersand, ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.
Altmann II is een broer van de hengst Altmann I Hann (1921, zie hfdst. 18.)
De moeder van Altmann II is de vos merrie Stolara Hann (1917, V. Schumann Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Fuhrmann Hann (1925, V. Flavius Hann).
tweede moeder is een dochter van de hengst Alnok Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Altmann I een afstamming met 33,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 33,6 % Hannoveraans bloed en 13,3 % Mecklenburgs bloed.

Altmann II is in het najaar van 1930 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1931 tot en met 1949 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij, waarbij hij jaar op een dekstation heeft gestaan in Harsefeld, dat circa vijftien km ten zuiden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

Van Altmann II zijn 23 staatspremiemerries, 66 hoofdstamboekmerries en 82 stamboekmerries geregistreerd.

Dochter Ausfahrt Hann staatspremiemerrie, 1934, vos, MV. Alter Kerl I Hann, is de moeder van de hengst Hadrian Hann (1943, V. Halt Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Zoon Alchimist Hann (1943, MV. Alpenfeld Hann) is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek, maar heeft weinig bijgedragen aan de fokkerij.

 

28.  Anschlag Hann DE 331310037328

 

Anschlag Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1928 geboren en is gefokt door Gustav Brüggemann uit Assel, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
Anschlag is een broer van de hengst Algol Hann (1922), die voor de fokkerij niet veel belang heeft gehad.
De moeder van beide hengsten is de vos Gudruda Hann (V. Goldschläger I Hann) en tweede moeder is een dochter van de hengst Marocco Trak.

Gerekend over acht generaties heeft Anschlag een afstamming met 38,3 % Engels- en Arabisch volbloed en 28,1 % Hannoveraans bloed.

Anschlag is in het najaar van 1931 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1932 tot en met 1938 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij eerst twee en een half jaar op een dekstation in Otterndorf bij Cuxhaven gestaan en daarna 4,5 jaar op een dekstation in het acht km zuidelijker gelegen Ihlienworth.
Na het dekseizoen 1938 is Anschlag afgevoerd.

Van Anschlag zijn vier staatspremiemerries, dertien hoofdstamboekmerries en 23 stamboekmerries geregistreerd.

 

 

29.  Arminius Hann DE331310041429

 

Arminius Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1929 geboren en is gefokt door Johannes Köser uit Ritsch, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Arminius is de merrie Farota Hann (1921, V. Flavius Hann) en tweede moeder is Althaca Hann (1914, V. Alter Korn Hann). Althaca is ook de moeder van de hengst Feinkorn Hann (1925, V. Flavius Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Arminius een afstamming met 34,4 % Hannoveraans bloed en 33,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Arminius is in het najaar van 1932 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1933 tot en met 1942 door het Landgestüt Celle voor de fokkerij beschikbaar gesteld op een dekstation in Dorum, dat in Nedersaksen tussen Cuxhaven en Bremerhaven in de Wesermarsch ligt. In de loop van 1942 is Arminius als landbouwpaard gebruikt op het Landgestüt Hunnesrück.

Van Arminius zijn vijf staatspremiemerries, 31 hoofdstamboekmerries en 41 stamboekmerries geregistreerd.

 

30.  Aufpasser I Hann  DE 331310044530

 

Aufpasser I Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1930 geboren en is gefokt door Adolf Leidecker uit Ritsch, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
Aufpasser I is een broer van de hengst Aufpasser II Hann (1931, zie hfdst. 33.).
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Jepeza Hann (1926, V. Jasperding Hann) en tweede moeder is de vos Sabibinda Hann (1922, V. Schumann Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Aufpasser I een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed,  32,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 11,7 % Mecklenburgs bloed.

Aufpasser I is in het najaar van 1933 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is in de jaren 1934 – 1936 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Luhmühlen, ten westen van Lüneburg, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarna is hij afgevoerd.

Van Aufpasser I zijn vier staatspremiemerries en vijftien stamboekmerries geregistreerd.

 

31.  Alido Hann DE331310012831

 

Alido Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is in 1931 geboren en is gefokt door Johannes Köser uit Ritsch, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Alido is de vos merrie Nobodere Hann (1921, V. Nelidow Hann) en tweede moeder is een zwartbruine dochter van Aladar Hann.

Gerekend over acht generaties heeft Alido een afstamming met 36,7 % Engels- en Arabisch volbloed, 28,1 % Hannoveraans bloed en 12.5 % Mecklenburgs bloed.

Alido is in het najaar van 1934 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is in 1935, 1936 en 1937 door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in 1935 en 1936 op een dekstation gestaan in Nordholz, dat circa vijf km ten zuiden van Cuxhaven in Nedersaksen ligt. In 1937 heeft hij in Wilstedt, dat tussen Bremen en Zeven ligt, gestaan en daarna is hij als landbouwpaard ingezet op het Landgestüt Georgenburg in Oost-Pruisen (Georgenburg heet tegenwoordig Majowka en is een wijk van de stad Tschernjachowsk die in de Russische oblast Kaliningrad ligt).

Van Alido zijn twee staatspremiemerries, achttien hoofdstamboekmerries en tien stamboekmerries geregistreerd.

Twee dochters van Alido zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Almzelt Hann staatspremiemerrie, vos, MV. Hammerschlag xx, is de moeder van de hengst Aar Hann (1941, V. Anfechter Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en

Alte Sorge Hann, MV. Schwabenkönig I Hann, is de moeder van de hengst Julklapp Hann (1943, V. Jubel I Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.

 

32. Antonius Hann DE331310038831

 

Antonius Hann (V. Alderman I Hann) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1931 geboren en is gefokt door Johann Rusch uit Hohenblöcken, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.
De moeder van Antonius is de bruine merrie Fimbria Hann (1919, V. Flavius Hann) en tweede moeder is de bruine Lamia II Hann (1915, V. Lucian Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Antonius een afstamming met 32,0 % Engels- en Arabisch volbloed, 31,3 % Hannoveraans bloed en 15,6 % Mecklenburgs bloed.

Antonius is in het najaar van 1934 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek Het Landgestüt Celle heeft hem van 1935 tot en met 1950 beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Daarbij heeft hij in de jaren 1935 – 1937 op een dekstation in Hollern gestaan en van 1938 tot en met 1950 op een dekstation in Lehrte, dat ten oosten van Hannover ligt. Na het dekseizoen 1950 is Antonius afgevoerd.

Van Antonius zijn één staatspremiemerrie, 39 hoofdstamboekmerrie en 34 stamboekmerries geregistreerd.

 

33. Aufpasser II Hann DE331310044631

 

Aufpasser II Hann (V. Alderman I Hann) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1931 geboren en is gefokt door Adolf Leidecker uit Ritsch, dat bij Drochtersen in het noorden van Nedersaksen ligt.

Aufpasser II is een broer van de hengst Aufpasser I Hann (1930, zie hfdst. 30.).

De moeder van beide hengsten is de vos merrie Jepeza Hann (1926, V. Jasperding Hann) en tweede moeder is de vos Sabibinda Hann (1922, V. Schumann Hann).

Gerekend over acht generaties heeft Aufpasser I een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed,  32,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 11,7 % Mecklenburgs bloed.

Aufpasser II is in het najaar van 1934 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Hij is van 1935 tot en met 1944 door het Landgestüt Celle op een dekstation in Lanhausen-Welle, dat net ten zuiden van Bremerhaven in Nedersaksen ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Na het seizoen 1944 in Aufpasser II afgevoerd.

Van hem zijn zes staatspremiemerries, 43 hoofdstamboekmerries en 37 stamboekmerries geregistreerd.

Vier dochters van Aufpasser II zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Ausbootung Hann, 1937, vos, MV. Neringo I Hann, is de moeder van de hengst Jurist Hann (1947, V. Juragold Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek;

Abofira Hann, 1938, vos, MV. Flimmer II Hann, is de moeder van de hengst Ablaβ Hann (1946, V. Ableger I Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek;

Aporina Hann, 1939, vos, MV. Kordial Hann, is de moeder van de hengst Altist Westf (1948, V. Altmärker Hann), die is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en

Aurelia Hann staatspremiemerrie, bruin, MV. Flimmer II Hann, is de moeder van de hengst Altauf Hann (1945, V. Altmärker Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.

Afgesloten op 24 augustus 2023.

 

Back To Top