skip to Main Content

1916  (Dingo Trak x Passvan Trak)

 

Dampfross Dampfross

Samenvatting

 

 

Dampfross is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1916 geboren in het toenmalige Oost-Pruisen. Zijn vader is de Trakehner hengst Dingo (1896, V. Tresor Trak) en zijn moeder is de merrie Laura Trak (1905, V.  Passvan Trak).

Dampfross wordt wel gezien als de grondlegger van één van de belangrijkste hengstenlijnen in de moderne Trakehner fokkerij. De nakomelingen van Dampfross hebben veelal persoonlijkheid, een correct exterieur met veel bot en uitstekende, energieke bewegingen met veel souplesse. Zij waren veel gevraagde rijpaarden, vooral ook door hun gelijkmatig, gemakkelijk en vriendelijke karakter. 

Sommige experts zeggen dat Dampfross ook nu (2022) nog tot de top van een warmbloedfokkerij zou behoren.

Dampfross is van 1923 tot en met 1930 als leidende fokhengst (Hauptbeschäler) ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen en is de vader van 41 goedgekeurde zonen, waarvan Hyperion Trak (1926), Pythagoras Trak (1927), Schachzug Trak (1928), Neumond Trak (1931) en Semper Idem Trak (1934) de meeste invloed hebben gehad op de fokkerij.

Hyperion is onder andere de vader van de hengsten Termit Trak (1933) en Heristal Trak (1939). Termit is de vader van Tropenwald Trak (1941) en Abglanz Trak (1943).
Tropenwald is de vader van Pregel Trak (1958) en Abglanz heeft in Hannover een eigen hengstenlijn opgezet met zijn zonen Abhang Hann (1953), Absatz Hann (1960) en kleinzonen Argentan Hann (1967) en Adept Hann (1971).
Heristal is vooral in Zweden ingezet voor de fokkerij en is de grootvader van de in Nederland goedgekeurde hengst Amor Sgldt (1959).

Pythagoras is onder andere de vader van de hengsten Creon Trak (1937), Guido Trak (1937), Markwart Trak (1937), Totilas Trak (1938) en Piligrim Trak (1944).
Creon is de grootvader van Komet Trak (1952).
Guido is in een rechtstreekse vaderlijn de overgrootvader van de hengsten Boris Trak (1956), Halali Trak (1960) en Garamond Trak (1964).
Markwart is de vader van de hengst Ralf Trak (1953), die in de Oost-Duitse fokkerij een belangrijke rol heeft gespeeld.
Totilas is de grootvader van de in Nederland goedgekeurde hengsten Polaris Holst (1959) en Porter Holst (1959).
Piligrim is van grote betekenis geweest voor de Trakehner fokkerij in Rusland.

Neumond is de vader van de hengst Neujahr Trak (1953), die met zijn zonen Alarm Trak  (1970) en Vers I Trak (1975), van belang is geweest in de fokkerij in voormalig Oost-Duitsland.

Schachzug is de grootvader van de hengst Polarstern Trak (1946) die in Zweden een eigen hengstenlijn heeft opgebouwd, waarbij vooral zijn zoon Nepal SWB (1956) van grote invloed is geweest.

Semper Idem is de grondlegger van de S-hengstenlijn in Hannover, waarbij zijn zoon Senator Hann (1951) voor de verbreding van de lijn heeft gezorgd. Invloedrijke zonen van Senator zijn Sender Hann (1955), Sesam I Hann (1955) en Senatus Hann (1958).
Sender is de vader van de hengsten Saloniki Hann (1963) en Salut Hann (1966).
Sesam I is de vader van de hengst Servus Hann (1961), die de grootvader is van springpaarden leverancier Stakkato Hann (1993).
Van Stakkato zijn tot en met 2021 45 zonen goedgekeurd die vijftien of meer geregistreerde nakomelingen hebben. Van de Stakkato-zonen Stolzenberg Hann (1999), Stakkato Gold Hann (2001) en Stalypso Hann (2002) zijn inmiddels meerdere zonen goedgekeurd.

Stempelhengsten.eu heeft over de Dampfross nakomelingen Abglanz Trak, Abhang I Hann, Absatz Hann, Adept Hann, Akzent II Hann, Amor Sgldt, Argentan I Hann, Argentinus Hann, Hyperion Trak, Komet Trak, Marduc Trak, Pregel Trak, Pythagoras Trak, Senator Hann, Sender Hann, Stakkato Hann, Stakkato Gold Hann, Stalypso Hann, Stolzenberg Hann en Totilas Trak aparte pagina’s gepubliceerd.

 

 

 

 

Voorkomen en afstamming

 

Dampfross Trak DE309090062016 is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 21 december 2015 geboren en is gefokt door Christoph Lauszus uit Stepponaten, dat in de toenmalige Kreis Tilsit-Ragnit ligt. Tilsit heet tegenwoordig Sovetsk, en ligt in de Russische oblast Kaliningrad op de grens met Litouwen.

 


Vader

 

Vader van Dampfross is de bruine hengst Dingo Trak  (V. Tresor Trak). Hij is in 1896 in Schernen geboren.

Tresor Trak  (V, Young Solid Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is in 1877 geboren, en heeft als “Landbeschäler” gedekt op het Oost Pruisische Landgestüt Georgenburg  (De plaats heet tegenwoordig Chern’achovsk en ligt in de Russische oblast Kaliningrad). Zijn moeder is de bruine merrie Theophile O.Pr.

Dingo’s moeder is een dochter van de hengst Discant Trak (1977, V. Flügel Trak) en tweede  moeder is een dochter van de hengst Horaz Trak (1872, V. Venerato Trak).

Dingo is van 1898 – 1917 Landbeschäler geweest op het Oost Pruisische Landgestüt in Georgenburg.

 


Moeder

 

De moeder van Dampfross is de donkerbruine Laura Trak (1905, V.  Passvan Trak) en tweede moeder is een dochter van de hengst Petricola Trak.

 

 

Fokkerijcarrière

 

In de jaren 1920 – 1922 heeft Dampfross gedekt op het Pruisische Landgestüt in Georgenburg en in 1923 is Dampfross  gekocht door het Hauptgestüt Trakehnen. Hij is daar tot 1933  op de stoeterij ingezet voor de fokkerij. In 1937 is Dampfross gedood.

Dampfross was een toonvoorbeeld hoe een warmbloedpaard moet zijn. Hij had een goed karakter, een onberispelijk temperament, uitstekende, krachtige bewegingen, een goede gezondheid en een atletisch lichaam.

Dampfross is volgens dr. Eberhard von Velsen-Zerweck en Erhard Schulte in hun boek “De Trakehner” de grondlegger van de belangrijkste hengstenlijn in de moderne Trakehner fokkerij. De nakomelingen van Dampfross hebben veelal persoonlijkheid, een correct exterieur met veel bot en uitstekende, energieke bewegingen met veel souplesse. Zij waren veel gevraagde rijpaarden, vooral ook door hun gelijkmatig, gemakkelijk en vriendelijke karakter.

Sommige experts zeggen dan ook dat Dampfross ook nu (2022) nog tot de top van een warmbloedfokkerij zou behoren.

Daarnaast bleek hij een echte stempelhengst te zijn. Hij verwekte 41 goedgekeurde zonen en maar liefst 35 dochters van hem zijn aangekocht voor de beroemde merriebestanden van het Hauptgestüt Trakehnen.

Zijn meest invloedrijke zonen zijn Hyperion Trak (1926), Pythagoras Trak (1927) en Semper Idem Trak (1934). Zij en hun nakomelingen hebben de genen van Dampfross verspreid over vrijwel alle Europese fokkerijen.

 

 

Dochters

 

Dampfross heeft tenminste  dertien dochters die moeder van een goedgekeurde hengst zijn geworden, zoals:

Lotte Trak, 1922, bruin, MV. onbekend, is de moeder van de vos hengst Löwenritt Trak (1934, V. Löwe Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Ingolstadt Trak, 1924, MV. Red Prince II xx, is de moeder van de vos hengst Ingwer Trak (1935, V. Kupferhammer Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner-, het Berlin-Brandenburgse-, en het Mecklenburgse stamboek;

Anselma Trak, 1925, vos, MV. Polarfischer Trak, is de moeder van de vos hengsten Anselm Trak (1938, V. Poseidon Trak) en Anno Trak (1943, V. Hirtensang Trak). Anselm is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Anno is goedgekeurd door het Trakehner- en het Zweedse stamboek;

Hexenküche Trak, 1925, vos, MV. Musterknabe Trak, is de moeder van de vos hengst Hexensprung Trak (1931, V. Parsival Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Prerau Trak, 1925, vos, MV. Pomp xx, is de moeder van de vos hengst Prätorius Trak (1934, V. Kupferhammer Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Intiution Trak, 1926, vos, MV.  Hollander xx, is de moeder van de vos hengst Intus Trak (1930, V. Puritaner Trak), die is goedgekeurd door Trakehner stamboek;

Jutta Trak, 1926, donkerbruin, MV. Greif xx, is de moeder van de hengst Junker Trak (1932, V. Pilger Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Alicante Trak, 1927, vos, MV. Polarfischer Trak, is de moeder van de hengsten Alibi Trak (1932, V. Parsival Trak), Alltag Trak (1940, V. Hirtensang Trak) en zijn broer Altan Trak (1943). Alibi is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek; Alltag en Altan zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Haparanda Trak, 1927, vos, MV. Musterknabe Trak, is de moeder van de vos hengst Hamid Trak (1942, V. Termit Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Zweedse stamboek;

Paraphrase Trak, 1927, vos, MV. Pomp xx, is de moeder van de vos hengst Paradefuchs Trak (1933, V. Poseidon Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Hekatombe Trak, 1931, vos, MV. Haselhorst Trak, is de moeder van de donkerbruine hengst Hegemeister Trak (1940, V. Airolo xx), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Halbseide Trak, 1933, vos, MV. Parsival Trak, is de moeder van de vos hengst Herold Trak (1943, V. Termit Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Hyperbel Trak, 1934, vos, MV. Haselhorst Trak, is de moeder van de hengst Hagor (ex Hügel) Trak (1944, V. Hirtensang Trak), die door het Trakehner stamboek is goedgekeurd.

 

 

Zonen

 

Dampfross heeft 40 zonen gekregen die zijn goedgekeurd voor de fokkerij: Monist O. Pr (1921), Daniel O.Pr. (1922), Dagobert O.Pr (1923), Arion Trak (1924), Hexenschuss Trak (1924), Koran/Damnitz Trak (1924), Perplex Trak (1924), Tornado Trak (1924), Agadir Trak (1925), Eichendorf Trak (1925), Strauss Trak (1925), Hyperion Trak (1926), Prätor Trak (1926), Schattenriss Trak (1926), Dreist Trak (1927), Heimatort Trak (1927), Pythagoras Trak (1927), Tarif Trak (1927), Tumult Trak (1927), Eklatant Trak (1928), Hydrant Trak (1928), Illion Trak (1928), Schachzug Trak (1928), Tagliamento Trak (1928), Eskimo Trak (1929), Hagen Trak (1929), Justinian Trak (1929), Mardonius Trak (1929), Schatzgräber Trak (1929), Tacitus Trak (1929), Armenier Trak (1930), Heidewind Trak (1930), Hyazinth Trak (1930), Suaheli Trak (1930), Astrachan Trak (1931), Cellist Trak (1931), Neumond Trak (1931), Semmering Trak (1932), Immer Voran Trak (1933) en Semper Idem Trak (1934).

Verschillende zonen hebben voor de moderne rijpaardenfokkerij geen of slechts een marginale betekenis. Hun naam is cursief weergegeven en zij worden hieronder kort genoemd. De zonen die meer van betekenis zijn geweest worden in de hoofdstukken  1 tot en met 11. besproken.

De database van All Breed Pedigrees vermeldt over veel Trakehner hengsten bijzonderheden over het exterieur en de fokkerijcarrières. Die gegevens zijn onderstaand deels overgenomen.

Zonen met een marginale betekenis voor de hedendaagse fokkerij

 

De vos hengst Monist O.Pr. (1921, MV, Lindwurm Trak) is goedgekeurd door het Oost Pruisische stamboek en is tot en met 1936 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn enkele dochters bekend.

De donkerbruine hengst Daniel O.Pr. (1922, MV. Adjutant O.Pr.) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De vos hengst Dagobert O.Pr. (1923, MV. Markeur Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is de vader van de merrie Anita Pruis (1930, MV. Morder Trak) en zij is de moeder van de hengst Erstling O.Pr (1939, V. Eskimo O.Pr). Erstling is goedgekeurd door het Oost Pruisische stamboek.

De vos hengst Arion Trak (MV. Fischerknabe Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is de vader van de merrie Marga Trak (1929, MV. Gerd Trak) en zij is de moeder van de hengst Marko Trak (1933, V. Diakon Tr.). Marko is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

De hengst Koran Trak (MV. Parsee xx) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Onder de naam Damnitz is hij goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Van de hengst zijn drie nakomelingen bekend.

De vos hengst Perplex Trak (1924, MV. Ostende Express xx) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De vos hengst Tornado Trak (1924, MV. Tempelhüter Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Strauss Trak (1925, MV. Metellus xx) heeft in 1928/1929 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Vastgelegd is dat de stap en draf van Strauss goed waren en dat de galop zeer goed was. Vanwege zijn temperament heeft Strauss een goede ruiter nodig.
Hij heeft in 1929 gedekt op het Landgestüt in Gudwallen (thans Lwowskoje dat in de Russische oblast Kaliningrad ligt) en van 1930 tot en met 1934 op het Landgestüt in  Georgenburg (thans Chern’achovsk dat in de Russische oblast Kaliningrad ligt). Daarna is hij overleden. Over zijn fokprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Schattenriss Trak (MV. Pirat Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Op oudejaarsdag 1929 is de hengst verkocht naar Rusland. Van Schattenriss zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Dreist Trak (MV Haselhorst Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Van Dreist is één nakomeling bekend.

De hengst Heimatort Trak (MV. Blagueur xx) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij heeft in 1930 deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, waarbij de stap en draf zeer goed zijn genoemd en de galop goed. Hij heeft een goed temperament en laat zich makkelijk rijden. Hij heeft op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Polen) ter dekking gestaan. Toen eind 1944 de Trakehner paarden naar het westen vluchtten is Heimatort wegens kruislamheid in Rastenburg achtergebleven. Wat er met hem is gebeurd is onbekend.

De hengst Tarif Trak (MV. Tempelhüter Trak) was volgens dr. Geuer een sterke hengst van normale grootte was. Hij had een klein hoofd, een rechtopstaande hals, een goede romp en goede spronggewrichten. De voorbenen zouden sterker kunnen zijn en de stand van het voorbeen zou strakker kunnen zijn. Tarif had goede bewegingen met een zeer goede draf. Hij heeft in 1930 en 1931 op het Hauptgestüt Trakehnen gedekt en in de jaren 1932 – 1944 heeft hij op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk dat in de Russische oblast Kaliningrad ligt). gestaan. In maart 1945 is hij voor de slacht verkocht.
Tarif is de vader van de hengst Tartarin Trak (1939, MV. Burgfrieden Trak), die door een fokker in Oost Pruisen is gefokt. De hengst is na de oorlog actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn vier nakomelingen bekend.

De hengst Tumult Trak (MV. Tempelhüter Trak) heeft zeer goed gepresteerd bij het verrichtingsonderzoek in Zwion. Hij had een goede draf en galop en sprong goed. Tumult had een mooie bovenlijn en een recht achterbeen.
Om bokhoeven te voorkomen werd bij de veulens van Tumult aan beide voorbenen vaak een zenuwsnede uitgevoerd.
Tumult is van 1932 tot en met 1944 door het Landgestüt Georgenburg  beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In november 1944 is hij geëvacueerd naar het Landgestüt Braunsberg (nu Braniewo in Polen). In januari 1945 is Tumult bij de verdere evacuatie van de Trakehner paarden naar het westen, achtergelaten in Braunsberg. Zijn verdere lot is onbekend.

De hengst Eklatant Trak (MV. Jagdheld Trak) was een korte, gedrongen hengst met een stikmaat van 170 cm. Hij heeft in 1931 en 1932 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek en bleek een goed jachtpaard.
Van 1933 tot en met 1944 is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt in Georgenburg. Uit die periode zijn vijf Oost Pruisische dochters van hem bekend.
Tegen het einde van 1944 is Eklatant geëvacueerd naar het Landgestüt Redefin in Mecklenburg. Daar is hij in beslag genomen door het Russische leger en overgebracht naar de Kirow stoeterij in het zuiden van Rusland. Voor zover bekend is hij in Rusland niet gebruikt voor de fokkerij.

De hengst Hydrant Trak (MV. Musterknabe Trak) heeft in 1931 en 1932 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. De hengst had een zeer goede stap en galop en was een goed jachtpaard. Hij is vanaf 1933 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Braunsberg (nu Braniewo, dat circa 80 km ten oosten van Gdansk aan de Oostzeekust in Polen ligt). In februari 1937 heeft Hydrant een been gebroken en is hij gedood. Van Hydrant zijn enkele nakomelingen bekend.

De hengst Tagliamento Trak ( MV. Fischerknabe Trak) was volgens dr. Heling een zeer edele, elegante hengst met een mooi hoofd, een ideaal gevormde hals en een goede schouder. De schoft was niet erg gemarkeerd en de rug was wat lang. De hengst had uitstekende bewegingen met vooral een opvallende drafactie. De onderste ledematen waren niet erg bespierd.
Tagliamento heeft in 1932 en 1932 in Zwion aan een verrichtingsonderzoek van een jaar deelgenomen. Daarbij zijn stap, draf en galop als zeer goed beoordeeld. Vastgesteld is ook dat de hengst een grote eter is Hij heeft een zeer levendig temperament en heeft een goede ruiter/rijder nodig.
In de fokkerij is Taglimento in 1931 op het Hauptgestüt Trakehnen gebruikt. Van 1933 tot en met 1943 heeft hij op het Landgestüt Georgenburg gestaan. In 1944 heeft hij kort als privéhengst bij een fokker in Kuwertshof (nu Uostadvaris in Litouwen) gestaan. In april 1944 is Tagliamento overleden.

De hengst Eskimo Trak (MV. Jagdheld Trak) heeft in 1932 en 1933 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar, waarbij hij goed presteerde. Van 1934 tot halverwege 1944 is Eskimo op het Landgestüt Marienwerder beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Marienwerder heeft thans Kwidzyn en ligt 100 km  ten zuiden van Gdansk in Polen.
In het najaar van 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Landgestut Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt. Van 1946 tot 1950 is hij in Kreuz-Halle ingezet voor de fokkerij en na het dekseizoen 1950 is hij afgevoerd.

De hengst Hagen Trak (MV. Tempelhüter Trak) heeft in 1932 en 1933 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. De stap is beoordeeld als goed en de draf en galop als zeer goed. Hij heeft een ijzeren conditie en een levendig temperament, waardoor hij eisen stelt aan zijn ruiter/rijder.
Van 1934 tot 1936 heeft Hagen op het Landgestüt Georgenburg (nu Chern’achovsk dat in de Russische oblast Kaliningrad ligt) gestaan. Van 1937 tot 1945 is hij beschikbaar geweest op het Landgestüt Osnabrück. In 1945 is Hagen afgevoerd.
Zijn zonen Hago Pruisen (1934) en Hirt Hann (1939) zijn goedgekeurd en zijn na de oorlog in Oost-Duitsland actief geweest in de fokkerij, maar veel betekenis hebben zij niet gehad.

De hengst Justinian Trak (MV. Cancara Trak) was een vos hengst met de voor die tijd grote stokmaat van 166 cm. Hij straalde veel adel uit en hoewel hij kort was, was hij harmonisch gebouwd. Hij was goed bespierd, had droog beenwerk en toonde beste bewegingen. In 1932 heeft Justinian enkele merries op het Hauptgestüt gedekt en na het verrichtingsonderzoek is hij van 1934 tot medio 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (Chern’achovsk). In de herfst van 1944 is hij geëvacueerd naar het Landgestüt Labes (thans Lobez, dat circa 75 km ten oosten van Szczecin in Polen ligt). In Labes is Justinian aan een fokker verkocht. War er verder met de hengst is gebeurd is niet bekend.
Van Justinian zijn enkele nakomelingen bekend die Oost-Pruisisch zijn geregistreerd.

De hengst Mardonius Trak (MV. Polarsturm Trak) had veel gelijkenis met de hengst Hagen Trak, maar was alleen niet zo sterk. Hij heeft in 1932 en 1933 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar, waar bleek dat hij een ijzeren gestel had en weinig voer nodig had. De stap en galop waren zeer goed en de draf was goed.  Mardonius was een rustige hengst die zich makkelijk liet rijden of mennen.
Mardonius is van 1934 tot begin 1944 voor de fokkerij beschikbaar gesteld op het Landgestüt Georgenburg (Chern’achovsk). In het najaar van 1944 is de hengst meegegaan met de grote trek, waarbij te voet naar het westen werd gevlucht. Mardonius is daarbij achtergelaten op het Landgestüt Redefin in Mecklenburg.
Zijn in 1938 geboren zoon Marschall is goedgekeurd door het Oost-Pruisische stamboek, evenals die zijn zoon Markgraf O. Pr (1942, MV. Lachteufel Trak). Voor de hedendaagse fokkerij zijn zij niet van belang.

De hengst Schatzgräber Trak (MV. Islam Trak) heeft in 1932 en 1933 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Vastgelegd is dat de stap goed was en de draf en galop zeer goed. Hij had een ijzeren conditie en was makkelijk te rijden of te mennen. Schatzgräber heeft van 1934 tot en met 1941 op het Landgestut Rastenburg (nu Kętrzyn in het noordoosten van Polen) gedekt. Van 1942 – 1944 is hij beschikbaar geweest op een privé-dekstation.

De hengst Tacitus Trak (MV. Dalys xx)  heeft in 1932 en 1933 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij is over Tacitus gemeld dat hij zeer goede basisgangen en een opgewekt temperament heeft en dat hij een erg goed jachtpaard is. Tacitus is van 1934 tot 1943 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Rastenburg (Kętrzyn) en daarna is hij als privéhengst beschikbaar geweest in Juditten (thans Judyty, dat in Polen, vlak bij Sepopol aan de grens met de Russische oblast Kaliningrad ligt). Voor de hedendaagse fokkerij is Tacitus niet van belang.

De hengst Armenier Trak (MV. Coronel Trak) was een veel adel tonende hengst met een een opstaande hals en een prima rijpaardtype. In het geheel zou hij meer paard kunnen zijn. Zijn bewegingen waren zeer elegant en hadden veel souplesse.
De hengst heeft in 1932 en 1933 in Zwion aan een verrichtingsonderzoek van een jaar deelgenomen. Daarover is gerapporteerd dat Armeniër zeer goede basisgangen had een makkelijk was te rijden en te mennen.
Hij is van 1934 tot begin 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (Chern’achovsk) en is in 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Moritzburg bij Dresden in Saksen. Wat er van Armeniër verder is gebeurd is niet bekend,

De hengst Heidewind Trak (MV. Bagueur xx) was een opvallend mooie hengst, die op vierjarige leeftijd nog breedte en diepte miste. Hij had correcte soepele bewegingen maar, vergeleken met zijn andere lichaamsafmetingen, was de omvang van zijn pijpbeen te klein. De hengst heeft in 1933 en 1934 in Zwion aan een verrichtingsonderzoek van een jaar deelgenomen. Daarover is gerapporteerd dat Heidewind zeer goede basisgangen had een makkelijk was te rijden en te mennen.
Van 1934 tot medio 1944 is Heidewind beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (Chern’achovsk). Hij is in het najaar van 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Neustad/Dosse in Brandenburg. In 1945 is hij door de Russen afgevoerd naar de Trakehner Kirow stoeterij in Voronovo in het zuiden van Rusland, maar voor zover bekend is hij daar niet gebruikt voor de fokkerij.

De hengst Hyazint Trak (MV. Musterknabe Trak) is ingezet voor de fokkerij, maar van de hengst zijn geen nakomelingen bekend. Ook over zijn standplaatsen en levensloop is geen informatie beschikbaar.

De hengst Suaheli Trak (MV. Islam Trak) leek veel op zijn grootvader Islam. Voor een zwaar paard had hij opvallend elegante en vloeiende bewegingen. Gerapporteerd is dat hij nogal gemeen was (?). Suaheli heeft in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Volgens de berichten waren zijn stap, draf en galop zeer goed en had Suaheli een ijzeren gestel. Hij had een zeer rustig temperament en liet zich makkelijk rijden of mennen.
Suaheli heeft van 1935 tot en met 1938 op het Landgestüt Georgenburg (Chern’achovsk) gestaan en is daarna  als werkpaard op het akkerbouwbedrijf van het Hauptgestüt Trakehnen ingezet.

De hengst Astrachan Trak (MV. Taganjika O.Pr.) is mogelijk geen zoon van Dampfross, maar van de hengst Tarif Trak. Hij heeft in 1933 en 1934 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Daar zijn de stap en galop beoordeeld als zeer goed en de draf als voortreffelijk. Hij heeft een harde conditie en heeft een opgewekt, levendig temperament. Astrachan is makkelijk te rijden of te mennen.
Van 1935 tot 1944 is hij beschikbaar geweest op het Landgestüt Rastenburg (Kętrzyn in Polen), In 1944 is Astrachan geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt en in augustus 1945 is hij overgebracht naar Rusland.
Van Astrachan is zijn zoon Astral O.Pr .(1937, MV. onbekend) in de jaren 1947 en 1948 in Polen actief geweest in de fokkerij. De Poolse database bazakoni.pl noemt vier nakomelingen.

De hengst Cellist Trak (MV. Jagdheld Trak) was een belangrijke fokhengst die mooi en elegant gelijnd was en veel expressie had. Hij had een prachtig type, een mooi hoofd, veel hals en een hoge maar korte schoft. De schouderpartij was voortreffelijk met een beetje losse verbinding naar de achterhand. De lendenen waren wel goed aangesloten en de achterhand was zeer goed. Het fundament was sterk hoewel beide voorbenen lange koten hadden. De bewegingen van de hengst waren uitstekend. In de jaren 1938 – 1943 zijn 65 nakomelingen aan het Duitse leger geleverd.  Drie dochters zijn als fokmerrie door het Hauptgestüt Trakehnen aangehouden als fokmerrie.
Cellist is van 1935 tot en met 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg en is in januari 1945 geëvacueerd naar het Landgestüt Moritzburg bij Dresden in Saksen.

De hengst Semmering Trak (MV. Parsival Trak) is een broer van de hengst Semper Idem Trak (1934, zie hfdst. 11.). Hij was een zeer expressieve hengst met veel hals en een opvallende schouder. Na de schoft viel de bovenlijn in. Semmering was enigszins overbouwd. Hij had voldoende diepte. De achterbenen waren goed bespierd. Zijn bewegingen waren bodemwijd.
Semmering is van 1936 tot en met 1946 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt in Osnabrück, maar zijn bijdrage aan de fokkerij is gering.

Bij verschillende hengsten is vermeld dat ze in Zwion aan een verrichtingsonderzoek hebben deelgenomen. In dat verband kan worden meegedeeld dat Zwion een landgoed van de familie Von Simpson was dat nabij de stad Georgenburg (nu Chern’achovsk) lag. De familie Von Simpson heeft het landgoed in 1899 aan de Duitse staat verkocht, die het landgoed vervolgens heeft toegevoegd aan de landerijen van het Landgestüt Georgenburg. Op initiatief van Landstallmeester Siegfried von Lehndorff zijn vanaf 1926 op Zwion verrichtingsonderzoeken van Oost-Pruisische- en Trakehner hengsten uitgevoerd.

N,B.
Lezers die geïnteresseerd zijn in de gang van zaken tijdens de strijd om Oost Pruissen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, wordt aangeraden de masterscriptie van Ton de Munnik over dit onderwerp te lezen. De scriptie is te downloaden via google: De slag om Oost-Pruisen van oktober 1944. Uit de scriptie wordt duidelijk dat in de omgeving van het Hauptgestüt Trakehnen veel strijd is geweest.

 

 

Zonen die hebben bijgedragen aan de fokkerij

 


1.     Hexenschuss  Trak DE309090312824

 

Hexenschuss Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1924 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Zijn  moeder is de vos merrie Hexenbraut Trak (1919, V. Musterknabe Trak) en tweede moeder is de vos Hardigild Trak (1910, V. Morgenstrahl Trak).

Hexenschuss heeft in 1927 in Zwion aan een verrichtingsonderzoek van circa een jaar deelgenomen.

Vermeld is dat de stap en galop van Hexenschuss goed waren en de draf zeer goed. Hij eet goed, heeft een goed temperament en is makkelijk te rijden en te mennen. Met de kwalificatie “zeer goed” heeft hij het onderzoek afgesloten. Daarna is hij goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Hexenschuss heeft in 1928 en 1929 als hengst op het Landgestüt Gudwallen (thans Lwowskoje dat in de Russische oblast Kaliningrad ligt) gestaan en in de jaren 1930 – 1944 op het Landgestüt Georgenburg. In de winter van 1944 / 1945  is hij voor het Russische leger uit geëvacueerd naar Neustadt/Dosse. In 1945 is hij, verzwakt door de lange reis, aan de kant van een weg door stoeterijmedewerkers herkend. Hij heeft in 1945 en 1946 als privéhengst gedekt bij Von Romburg in Brunn in Brandenburg, maar heeft die paar jaar vooral gebruikt om weer op krachten te komen. Hexenschuss is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek en is vanaf 1947 op het Brandenburgse Landgestüt Neustadt/Dosse beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daar is hij in 1952 gestorven.

Van Hexenschuss zijn circa 20 nakomelingen bekend, waaronder twee dochters  die moeder van een goedgekeurde hengsten zijn geworden:

Gerlinde Berl-Brand, MV. Prätor Trak, is de moeder van de hengst Aladin Berl-Brand (1953, V. Alarm Hann), die is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek;

Finale DDR, 1951, vos, MV. Contrast Hann, is de moeder van de hengsten Minnedienst SA (1962, V. Minnesänger Westf) en Sekundant Hann (1967, V. Senatus Hann). Minnedienst is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en Sekundant door de stamboeken van Saksen-Anhalt, Berlin-Brandenburg en Tsjechië.

Ook zijn van Hexenschuss zeven zonen goedgekeurd voor de fokkerij:
Lex Trak (1929), Hexenhammer Trak (1931), Fesch Meckl (1943). Hexameter Berl-Brand (1948), Abschuss Berl-Brand (1949). Friedemann Berl-Brand (1950) en Hexengold Berl-Brand (1950).

De vos hengst Lex Trak (1929, MV. Burian xx) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is de vader van de vos hengst Landrichter Trak (1940, MV. Seeadler Trak). Landrichter Trak is vader van de bruine merrie Herzdame Trak (1953, MV. Erdball O.Pr) en zij is de moeder van de hengst Hubertus Trak (1960, V. Altgesell Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

De overige zonen van Hexenschuss hebben weinig bijgedragen aan de fokkerij.

 

 

2.   Agadir Trak

 

Agadir Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1925 geboren.
Zijn moeder is de vos merrie Aboukir Trak (1914, V. Fischerknabe Trak) en tweede moeder is de vos Abendsonne Trak (1902, V. Morgenstrahl Trak).

Agadir Trak heeft eind 1928 en begin 1929 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, waarover is gerapporteerd dat de stap, draf en galop van Agadir zeer goed zijn. Hij eet goed en ook zijn temperament is goed. Agadir is makkelijk te rijden en te mennen.
In 1929 is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Gutwallen en van 1930 tot 1939 op het Landgestüt Georgenburg. Daarna is hij als privéhengst beschikbaar geweest op een dekstation in Dronβeln in de Kreis Heydekrug, dat tegenwoordig de kuststreek van Litouwen ten zuiden van Klaipeda vormt.

Agadir heeft enkele nakomelingen die in de fokkerij een rol hebben gespeeld.

Zijn dochter Tatjana Trak (MV. Titan xx), is de moeder is van de vos hengst Charles SWB (1942, V. Nordheld Hann), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is ingeschreven onder nummer 258. Verdere informatie ontbreekt.

Zijn vos dochter Riesin O.Pr. (1931, MV. Schwindler Trak) is de moeder van de zwarte hengst Machandel O.Pr. (1936, V. Mansfeld Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Poolse Wielkopolska stamboek. Het Wielkopolska stamboek heeft in 1956 en 1957 drie nakomelingen van Machandel geregistreerd. Ook het Baden-Württembergse stamboek heeft een dochter van hem geregistreerd.

Zijn vos zoon Perkaller  O.Pr (1932, MV. Panzerkreuzer O.Pr) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en heeft tenminste zes geregistreerde nakomelingen.

Zijn vos dochter Ariadne Trak (1935, MV. Musterknabe Trak) is de tweede moeder van de hengst Referent Trak (1953, V. Rendant Trak), die in de jaren 1958 – 1961 tenminste elf geregistreerde nakomelingen heeft gekregen.

 

 

3.  Eichendorf  Trak  DE309090308525

 

Eichendorf Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1925 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Eichendorf is de vos merrie Eiche Trak (1912, V. Piqueur Trak). Tweede moeder is de bruine Einheit Trak (1907, V. Jagdheld Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Engadin Trak (1927, V. Löwenjäger Trak) en van de broers Eklatant Trak (1928, V. Dampfross Trak) en Eskimo Trak (1929).

Eichendorf heeft eind 1928 en begin 1929 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van hengsten. Daarover is vastgelegd dat de stap, draf en galop van de hengst zeer goed zijn. Hij heeft een zeer harde constitutie en een goed en vriendelijk temperament. Eichendorf komt moeilijk tot ontspanning, maar is voor de wagen gewillig.
Hij is een korte, gedrongen hengst die goed gesloten is en veel rib heeft. De rug en lendenen zijn zo zwaar bespierd dat er bij het rijden makkelijk problemen uit voortkomen. Eichendorf heeft een sterk fundament. Zijn bewegingen hebben veel elan en zijn erg recht.

Eichendorf is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1929 tot 1942 op het Landgestüt Georgenburg beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarna is hij gedood.

Drie dochters van Eichendorf zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Damentreue Trak, 1936, MV. Löwe Trak, is de moeder van de hengst Loeda Trak (V. Loebau Tra), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Italia Trak staatspremiemerrie, 1936, MV. Pirol Trak, is de moeder van de hengst Impuls Trak (1953, V. Humboldt Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Aïda Trak elite, 1941, MV. Agadir Trak, is de moeder van de hengst Referent Trak (1953, V. Redant Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Eichendorf’s zoon Eichenhain O.Pr. (1934, MV. Löwe Trak) is goedgekeurd door het Oost Pruisische stamboek. Hij is de vader van de hengst Ecco O.Pr. (1939, MV. Degen Trak), die is goedgekeurd door het Oost Pruisische stamboek. Ecco is de vader van de in Polen geboren hengst Tartak WLKP (1944, MV. onbekend), waarvan zeven nakomelingen bekend zijn.

 

 

4.  Hyperion  Trak  DE309090080726

 

Hyperion - 1926

 

Hyperion Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1926 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen, dat in de Kreis Ebenrode in voormalige Oost Pruisen lag.
De moeder van Hyperion is de vos merrie Hypothese Trak (1921, V. Haselhorst Trak) en tweede  moeder is de vos Harzsage Trak (1911, V. Holländer xx).
Gerekend over acht generaties heeft Hyperion een afstamming met 60,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 25,8 % Trakehner bloed.

Diverse personen hebben in het verleden het exterieur en de bewegingen van Hyperion bewonderend beschreven. Samenvattend kan gesteld worden dat Hyperion een opvallend mooie hengst met grote lijnen is. Hij is groot en diep en heeft een prachtige schouder. Zijn botten en gewrichten zijn sterk en hebben veel uitdrukking. De bewegingen zijn zeer goed waarbij Hyperion vanuit de achterhand erg goed tot dragen komt.
Hyperion is een schoolvoorbeeld van het type, het exterieur en de bewegingen van een Oostpruisische hengst omstreeks 1940. Hij is een “Hauptbeschäler” (voornaamste fokhengst) van de hoogste orde.

Hyperion heeft in 1930 en 1931 vanuit het Landgestüt Georgenburg op een dekstation in Röseningken in de Kreis Darkehmen gestaan. Darkehmen heet tegenwoordig Ozersk, en ligt in het zuidoosten van de Russische oblast Kaliningrad op circa 10 km van de grens met Polen.
Van 1932 tot medio 1944 is hij op het Hauptgestüt Trakehnen ingezet. In september 1944 is hij geëvacueerd naar Berbisdorf (nu Dziwiszów) bij Jelenia Góra in Silezië.
Van 16 februari tot 4 maart 1945 is hij lopend naar de stoeterij in Graditz bij Torgau gebracht; een afstand van circa 250 km. Wat er daarna met Hyperion is gebeurd, is niet bekend.

Drie dochters van Hyperion zijn moeder geworden van een goedgekeurde hengst en zestien zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De All Breed Database noemt 103 nakomelingen van Hyperion Trak.

Voor uitgebreide informatie over de nakomelingen van Hyperion, waaronder zijn zonen Termit Trak (1933) en Heristal Trak (1939), wordt verwezen naar de pagina Hyperion Trak op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

5.  Prätor  Trak  DE309090205726 / Rustr N 37

 

Prätor Trak (V. Dampfross Trak) is een donkere vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1926 geboren en gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Prätor is de vos merrie Pretoria Trak (1922, V, Pirat Trak) en tweede moeder is de bruine Pergola Trak (2011, V. Monsieur Gabriël xx).
Pergola is ook de tweede moeder van de hengst Eifel Trak (1939, V. Pilger Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Prätor een afstamming met 58,6 % Engels volbloed en 30,5 % Trakehner bloed.

Volgens Landstallmeister dr. Heling was Prätor een mooie hengst met een mooi type, Hij stond over veel bodem. Hij had een mooi hoofd en een rechtopstaande hals, een zeer goede schouder en uitstekende bewegingen. De schoft was niet erg ontwikkeld en de lendenen waren niet erg aangesloten. De bespiering van de hengst was goed. De koten voor waren kort. De gewrichten van de hengst waren zowel voor als achter goed.

Prätor heeft in 1929 en 1930 op het Hauptgestüt Trakehnen gedekt en in de jaren 1931 – 1933 is hij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk). Van 1933 – 1941 is hij ingezet op het Friedrich-Wilhelm Gestüt in Neustad/Dosse met in 1934 een uitsapje naar het Landgestüt Celle. In de jaren 1942 – 1944 heeft Prätor weer in Georgenburg gedekt, waarna hij in verband met het oprukkende Russische leger is geëvacueerd naar het Landgestüt Labes (tegenwoordig Lobez in het noordwesten van Polen).
In augustus 1945 is Prätor door het Russische leger in beslag genomen, waarna hij in 1946 en 1947 op de Kirov-stoeterij in Rostov aan de Don is gebruikt voor de fokkerij en daarna is afgevoerd (gedood).

All Breed database en de Rus Trakehner database noemen beide vijftien nakomelingen van Prätor.

Bekend is dat zeven zonen van Prätor zijn ingezet voor de fokkerij: Apollo Trak (1931), Damenpreis Berl-Brand (1934), Altor Berl-Brand (1935), Sylt Berl-Brand (1935), Prälat Hann (1936), Hartog Berl-Brand (1937) en Rosmarin Berl-Brand (1937).

De hengst Apollo Trak (MV. Polarfischer Trak) is een vos hengst die in de jaren 1935 – 1944 op het Landgestüt Braunsberg heeft gestaan en daarna als privéhengst is gebruikt in Valtinhof in Oost-Pruissen.
Braunsberg heet tegenwoordig Braniewo, en ligt in Polen aan de Oostzee, vlak aan de grens met de Russische oblast Kaliningrad.
Apollo staat bekend als een zeer aansprekende, middelzware hengst met een mooie hals. Het middenstuk is wat lang, de rug is niet helemaal strak en de lendenen zijn niet goed aangesloten. De bewegingen zijn soepel en krachtig.
In 1933/1934 heeft Apollo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Daarover is gerapporteerd dat de stap en galop zeer goed zijn en de draf voortreffelijk. Ook is aangegeven dat de hengst een goede ruiter/menner nodig heeft.
Van Apollo zijn drie nakomelingen bekend.

De hengst Damenpreis Berl-Brand (MV. Mailand Berl-Brand) is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Altor Berl-Brand (MV. Sheridan Hann) is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Van Altor is één nakomeling bekend.

De hengst Sylt Berl-Brand (MV. Sheridan Hann) is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Prälat Hann (MV. Schwabenkind Hann) is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Van Prälat zijn vier nakomelingen bekend.

De hengst Hartog Berl-Brand (MV. Sheridan Hann) is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Rosmarin Berl-Brand (MV. Frangipani Berl-Brand) is goedgekeurd door het Berlin-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

 

 

6.  Pythagoras Trak  DE309090183727

Pythagoras Pythagoras

Pythagoras Trak (V. Dampfross Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren in 1927 en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Zijn moeder is de bruine merrie Pechmarie Trak (1917, V. Tempelhüter Trak) en tweede moeder is de bruine Panik Trak (1909, V. Red Prince II xx). Panik is ook de moeder van de hengst Pategoniër Trak (1923, V. Tempelhüter Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Pythagoras is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Vastgelegd is dat Pythagoras een zeer correct gebouwde, nerveuze hengst is met veel uitdrukking. Hij heeft een klein hoofd, een helder oog en een mooie hals en bovenlijn. Hij had iets meer “persoon” moeten zijn. Zijn bewegingen zijn regelmatig en zeer energiek.

In de jaren 1932 en 1933 heeft Pythagoras gedekt op het Landgestüt Braunsberg. Braunsberg heet tegenwoordig Braniewo, en ligt in Polen aan de Oostzee, vlak aan de grens met de Russische oblast Kaliningrad.
Van 1934 tot september 1944 is hij als belangrijke fokhengst ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen. In september 1944  is Pythagoras, in verband met het naderende Russische leger, geëvacueerd naar het Hauptgestüt Graditz, dat in het noorden van Saksen ligt. Daar is Pythagoras in beslag genomen door het Russische leger. Wat er verder met Pythagoras is gebeurd is niet bekend.

De All Breed database bevat 159 nakomelingen van Pythagoras.

Van Pythagoras zijn twee dochters moeder van een goedgekeurde hengst geworden en zijn 56 zonen ingezet voor de fokkerij.

Voor uitgebreide informatie over de fokkerij- en sportprestaties van de nakomelingen van Pythagoras wordt verwezen naar de pagina Pythagoras Trak op deze website www. stempelhengsten.eu.

 

 

7.  Illion Trak 6/423 / DE 309090344928

 

Illion Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1928 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Illion is de vos merrie Iringa Trak (1912, V. Red Prince xx). Zij is ook de moeder van de goedgekeurde broers Italiener Trak (1927, V. Parsival Trak) en Intervall Trak (1929), die beiden zijn ingezet voor de fokkerij. Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Ingwer Trak (1935, V. Kupferhammer Trak), Insgeheim Trak (1938, V. Pythagoras Trak) en Iwan Trak (1945, V. Cancara Trak).

Ingwer is goedgekeurd door het Trakehner-. Mecklenburgse- en Berlin-Brandenburgse stamboek; Insgeheim door het Trakehner- en het Berlin-Brandenburgse stamboek en Iwan door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Illion is de hoog in het bloed staande bruine merrie Ich Trak (1901, V. Delphos xx).
Gerekend over acht generaties heeft Illion een afstamming met tenminste 67,2 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 18,8 % Trakehner bloed.

Illion heeft in 1931 en 1932 in Zwion, dat onderdeel was van het Landgestüt Georgenburg (nu Chern’achovsk), deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Daarover is gerapporteerd dat Illion een krachtige hengst is met breedte en diepte; rechtsvoor heeft hij een afwijkende stand. De stap, draf en galop zijn zeer goed. Illion heeft een ijzeren conditie en een goed temperament. De bewegingen hebben souplesse en de hengst heeft een goed springvermogen.
Illion is van 1933 tot en met 1941 voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Georgenburg.
Van Illion zijn verschillende dochters bekend en zijn zoon Illing O.Pr. (1941) is ingezet voor de fokkerij.

Illing O.Pr. (MV. Heimfried Pruis) is tot zijn dood in februari 1967 actief geweest in de fokkerij.
De Sporthorse database vermeldt 26 nakomelingen, die zijn geboren in de jaren 1957 – 1967.

 

 

8.  Schachzug  Trak N 849

 

Schachzug Trak (V. Dampfross Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1928 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Schachzug is de donkerbruine merrie Summe Trak ( 1924, V. Islam O. Pr.). Schachzug is een broer van de hengsten Schatzgraber (1929) en Suaheli Trak (1930) en Summe bracht ook de hengst Sumpfvogel Trak (1937, V. Pythagoras Trak) en ze is de tweede moeder van de hengst Sund Trak (1936, V. Pilger Trak). Alle genoemde hengsten zijn actief geweest in de Trakehner fokkerij.
Tweede moeder van Schachzug is de zwartbruine Siegessonne Trak (1918, V. TempelhüterTrak).
Gerekend over acht generaties heeft Schachzug een afstamming met 39,1 % Engels volbloed en 32,0 % Trakehner bloed.

Schachzug is een manlijk aandoende hengst met lang haar, die over veel bodem staat.
Hij heeft breedte en diepte en is kortbenig. Hij heeft een zeer sterk fundament en is goed bespierd. De hengst heeft een vlakke schoft en forse, sterke spronggewrichten.

Schachzug heeft in 1931 en 1932 in Zwion aan een jaar durend verrichtingsonderzoek  deelgenomen. Daarover is gerapporteerd dat de stap en draf goed zijn en de galop zeer goed. Hij heeft een harde conditie en is in zijn gedrag levendig en veel hengst. Hij heeft een goede ruiter nodig.

Schachzug is in 1931 op het Hauptgestüt Trakehnen ingezet voor de fokkerij en is nadat hij het verrichtingsonderzoek had afgewerkt van 1933 tot 1944 op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn, dat in Mazurië in het noordoosten van Polen ligt) geplaatst.
In 1944 is Schachzug geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt. Daar is hij in beslag genomen door het Russische leger en overgebracht naar Rusland. Verdere informatie over de hengst ontbreekt.

Uit het eerste dekseizoen van Schachzug is zijn zoon Portwein Trak (1932) geboren.

 

 

8.1.  Portwein Trak N 6/694

 

Portwein Trak (V. Schachzug Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1932 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Portwein is de bruine merrie Porta Trak (1919, V. Tempelhüter Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Portius Trak (1934. V. Ararad Trak) en Port Arthur Trak (1937, V. Pilger Trak), die beiden actief zijn geweest in de Trakehner fokkerij.
Tweede moeder van Portwein is de bruine Pokerei Trak (1905, V.  Lützow O.Pr.). Zij is ook de moeder van de hengst Penetrant Trak (1923, V. Tempelhüter Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Portwein een afstamming met 51,6 % Engels- en Arabisch volbloed en 38,3 % Trakehner bloed.

Portwein heeft in 1934 en 1935 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Gerapporteerd is dat de hengst een tamelijk goede stap heeft, een zeer goede draf en een goede galop. Hij heeft een harde conditie. Portwein heeft in het werk veel energie en is soms overmoedig. Hij heeft een goede ruiter nodig.
Portwein heeft een goede hals maar te weinig schoft. Een schuine schouder en zeer correcte bewegingen.

Van 1936 tot en met 1944 is Portwein op het Landgestüt Georgenburg beschikbaar geweest voor de fokkerij. Eind 1944 is hij geëvacueerd naar het Landgestüt Moritzburg in Saksen. Hij ingezet voor de fokkerij en in 1946 zijn zoon Polarstern Trak in West- Duitsland geboren.

 

 

8.1.1.  Polarstern Trak DE309090031946 / 319 SWB

 

Polarstern Trak (V. Portwein Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1946 geboren en is gefokt door Peter Elkxnat uit Wangerland, dat vijftien km ten noorden van Wilhelmshaven in het noordwesten van Nedersaksen ligt.

De moeder van Polarstern is de donkerbruine merrie Filiale Trak (1939, V. Alibaba Trak). Het is niet bekend of de merrie Filiale in Moritzburg gedekt is door Portwein en vervolgens in de laatste oorlogsmaanden naar het westen is gebracht of dat Portwein in 1945 vanuit Moritzburg naar het westen is geëvacueerd. Omdat van Portwein buiten Polarstern geen andere na-oorlogse nakomelingen bekend zijn, lijkt het aannemelijk dat Portwein in Moritzburg is gebleven en Filiale naar het westen is gebracht.

Tweede moeder van Polarstern is Feldwacht VI Trak (1925, V. Pilgrim Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Polarstern een afstamming met 43,8 % Trakehner bloed en 43,0 % Engels volbloed.

Polarstern is in 1952 verkocht naar Zweden en is in het voorjaar van 1953 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is tot zijn dood beschikbaar geweest op de nationale stoeterij in Flyinge, dat in het zuiden van Zweden ligt,
Polarstern is in 1966 na een ongeluk afgevoerd.

Het Zweedse stamboek heeft 114 nakomelingen  van Polarstern geregistreerd, waaronder de hengsten Nepal SWB (1956), Niarchos SWB (1956), Nimrod SWB (1956), Polar SWB (1961), Trumf SWB (1961) en Polarquist SWB (1962).

De hengst Polar SWB (MV. Heristal Trak) is niet goedgekeurd door het Zweedse stamboek en heeft alleen binnen één stoeterij enkele merries gedekt. Van Polar zijn drie veulens geregistreerd.

De hengst Polarquist SWB (MV. Ruthven SWB) is niet goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Van de hengst zijn zeven veulens geregistreerd, waarbij de moeders meestal merries zonder papieren waren.

 

 

8.1.1.1.  Nepal   SWB 390

 

Nepal SWB (V. Polarstern Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1956 geboren en is gefokt door de Flyinge stoeterij in Flyinge, dat in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Nepal is de vos merrie Daisy SWB (1947, V. Onkel SWB). Zij is ook de moeder van de hengsten Livorno SWB (1954, V. Anno Trak) en Oberon SWB (1957, V. Varolio SWB), die beiden door het Zweedse stamboek zijn goedgekeurd.
Tweede moeder van Nepal is de bruine Diana SWB (1941, V. Largo SWB). Zij is ook de moeder van de hengsten Diogenes SWB (1946, V. Onkel SWB), Herrscher SWB (1952, V, Heristal Trak) en  Niarchos SWB (1956, V. Polarstern Trak, zie hfdst. 8.1.1.2.) en ze is de tweede moeder van de hengsten Arno SWB (1964, V. Biarritz SWB) en Brisad SWB (1965, V. Drabant SWB).
Diogenes, Arno en Brisad zijn goedgekeurd door het Zweedse stamboek, Herrscher door het Holsteinse- en het Beierse stamboek en Nirachos door het Zweedse- en Deense stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Nepal een afstamming met 35,9 % Trakehner bloed, 32,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 21,9 % Hannoveraans bloed.

Nepal is in 1959 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij heeft het stamboek meegedeeld dat Nepal een uitstekend type heeft waarin kracht en elegantie zijn verenigd. Hij heeft een natuurlijke oprichting, Zijn achterhand is iets lang. Het geraamte is sterk en de bewegingen in stap en draf zijn goed.

Nepal is tot 1979 actief geweest inde fokkerij. Het Zweedse stamboek heeft 619 nakomelingen van hem geregistreerd.

Vier dochters van Nepal zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Nefertiti SWB, 1962, vos, MV. Corso SWB, is de moeder van de hengst Ingolf SWB (1972, V. Cyrano Hann), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Marinja SWB, 1966, vos, MV. Arianus SWB, is de moeder van de hengst Monnet SWB (1077, V. Bordeaux SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Norma SWB staatspremiemerrie, 1973, vos, MV. Immer SWB, is de moeder van de hengst Navarino SWB (1992, V. Bellini SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en

Nanna SWB
, 1979, bruin, MV. Vagabond SWB, is de moeder van de hengst Patrice SWB (1983, V. Pascal SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

Veertien zonen van Nepal zijn goedgekeurd voor de fokkerij:
Escargot SWB (1962), Aladin SWB (1964), Bajkal SWB (1965), Cordon Bleu SWB (1967), Fantom II SWB (1968), Hertigen SWB (1971), Nello SWB (1971), Jumper SWB (1973), Arram SWB (1974), Notre Fils SWB (1974), Mendel SWB (1976), Monaco SWB (1976), Eros II SWB (1979) en Rommel SWB (1980).

Van de nakomelingen van Nepal zijn er 314 uitgebracht in wedstrijden (265 in de springsport, 141 in de dressuursport en 31 in de eventingsport).

De zonen Bajkal, Nello, Mendel en Eros II hebben minder dan vijftien nakomelingen en worden hieronder kort aangeduid. De andere goedgekeurde zonen worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

De hengst Bajkal SWB 447 (MV. Iliad SWB) is in 1968 goedgekeurd door het Zweedse stamboek.  Hij heeft alleen in 1968 gedekt en is in het najaar van 1968 gecastreerd. In Zweden zijn tien nakomelingen van hem geregistreerd.

De hengst Nello SWB (MV. Infan SWB) is verkocht naar Zwitserland waar hij is goedgekeurd door het ZVCH. Van Nello zijn zeven nakomelingen bekend.

De hengst Mendel SWB (MV. Gladiator SWB) is in 1979 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en heeft maar één seizoen gedekt. Van hem zijn acht nakomelingen geregistreerd.

De hengst Eros II SWB (MV. Piaff SWB) is een stoeterijhengst geweest, die niet door het Zweedse stamboek is goedgekeurd. Van Eros II zijn in een periode van zestien jaar acht veulens geregistreerd uit drie verschillende merries.

 

 

8.1.1.1.1.  Escargot SWB 421 / FWB 34

 

Escargot SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1962 geboren en is gefokt door Lennart Ekblad uit Svedala, dat in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Escargot is de merrie Dracma SWB (1956, V. Drabant SWB) en tweede moeder is Agda SWB (1945, V. Novarro SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Escargot een afstamming met 32,8 % Trakehner bloed, 21,9 % Engels volbloed en 21,1 % Hannoveraans bloed.

Escargot is in 1966 goedgekeurd door het Zweedse stamboek, maar is in Zweden nauwelijks gebruikt voor de fokkerij. In 1972 is Escargot verkocht naar Finland, waar hij is goedgekeurd door het Finse stamboek.
Hij is van 1972 tot en met 1985 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In augustus 1085 is Escargot afgevoerd wegens hartproblemen (hypertrophia cordis).

Volgens de database Sukuposti heeft het Finse stamboek 108 nakomelingen van Escargot geregistreerd.

 

 

8.1.1.1.2.  Aladin SWB 438

 

Aladin SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1964 geboren en is gefokt door John Jönsson uit Staffanstorp, dat ten noordoosten van Malmö in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Aladin is de vos merrie Hera SWB (1956, V. Heristal Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Brahmant SWB (1082, V. Brabant SWB) en de tweede moeder van de hengst Gagneur ZVCH (1979, V. Galant SWB).
Brahmant is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en Gagneur door het Zwitserse ZVCH stamboek.
Tweede moeder van Aladin is Ladine SWB (V. Largo SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Aladin een afstamming met 35,2 % Trakehner bloed, 25 % Hannoveraans bloed en 24,2 % Engels- en Arabisch volbloed.

Aladin is in 1967 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en na de keuring verkocht aan de Zwitserse federale stoeterij in Avenches, waar hij in 1968 is goedgekeurd door het Zwitserse stamboek.
Aladin is van 1968 tot 1978 actief geweest in de Zwitserse fokkerij.
De Sporthorse database vermeldt 39 nakomelingen en de Horse Telex database 35.

Drie dochters van Aladin zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Anna ZVCH, MV. Niarchos SWB, is de moeder van de hengst Bajazzo ZVCH (1973, V. Bajazz xx), die is goedgekeurd door het Zwitserse ZVCH stamboek;

Annabella ZVCH, MV, Magnat SWB, is de moeder van de hengst Goya ZVCH (1977, V. Gloum SF), die is goedgekeurd door het Zwitserse ZVCH stamboek;

Ariane ZVCH, 1969, vos, MV. Heimdal Trak, is de moeder van de hengst Qui Vive ZVCH (1980, V. Quai d’Orsay ZVCH), die is goedgekeurd door het Zwitserse ZVCH stamboek;

Van Aladin zijn in Zwitserland  acht zonen goedgekeurd voor de fokkerij:
Alaska ZVCH (1969), Aristrocrate ZVCH (1969), Alcazar ZVCH (1970), Allegro ZVCH (1971), Aquino ZVCH (1972), Arosa ZVCH (1972). Almquist ZVCH (1973), Adonis ZVCH (1975) en Arlando ZVCH (1976).

Uit een op www.swisshorse.ch gepubliceerd overzicht van de moedersvaders van winnende paarden uit het Zwitserse Jaarboek Sport 2008 – 2009 blijkt dat drie dochters van Aladin in genoemde jaren een winnende nakomeling hebben gehad.
Voor de Aladin zonen worden de volgende aantallen dochters die moeder van een winnende nakomeling zijn geworden, genoemd:
Alaska drie; Aristocrate 37 dochters met 60 winnende nakomelingen (!); Alcazar vier; Allegro drie; Aquino vier; Arosa twee; Almquist geen; Adonis één en Arlando vijf.

Van de goedgekeurde zonen van Aladin hebben Aristocrate, Alcazar en Arosa volgens de databases van Horsetelex en Sporthorse-data vijftien of meer nakomelingen. Zij worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken kort besproken. De andere hengsten worden hieronder kort aangestipt.

De hengst Alaska ZVCH (MV. Magnat SWB) is gefokt door de Zwitserse Federatleve stoeterij in Avenches. Hij is ingeteeld op de hengst Heristal Trak (1939, V. Hyperion Trak), die zowel aan vaders- als aan moederszijde als overgrootvader voorkomt in zijn afstamming.
Alaska is in 1973 goedgekeurd door het ZVCH stamboek en is tot omstreeks 1984 beschikbaar geweest voor de fokkerij. De Horsetelex database vermeldt dertien nakomelingen, waaronder de zoon Alastro ZVCH ( MV. Astronome SF).  Alastro is goedgekeurd door het ZVCH, maar nakomelingen zijn van hem niet bekend.

De hengst Allegro ZVCH (MV. Orinate du Mesnil SF) is in 1975 goedgekeurd door het Zwitserse stamboek ZVCH en is tot en met 1977 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn zeven nakomelingen bekend.

De hengst Aquino ZVCH (MV. Que d’Espoir SF) is in 1977 goedgekeurd door het ZVCH stamboek. Hij is tot en met 1979 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn zeven nakomelingen bekend.

De hengst Almquist ZVCH (MV. Barbarossa SWB) is goedgekeurd door het ZVCH stamboek, maar verdere informatie over de fokkerij van de hengst ontbreekt.

De hengst Adonis ZVCH is bij de verschillende databases niet bekend, maar uit een internet publicatie van swisshorses.ch blijkt dat hij een dochter heeft gebracht die een nakomeling heeft die in Zwitserland een wedstrijd heeft gewonnen.

De hengst Arlando ZVCH (1976, V. Orimate du Mesnil SF)  is goedgekeurd door het ZVCH stamboek. De hengst is tot omstreeks 1985 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Arlando zijn vijf nakomelingen bekend.

 

 

8.1.1.1.2.1.  Aristocrate ZVCH 99919696904

 

Aristocrate ZVCH (V. Aladin SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1969 in Zwitserland geboren.
De moeder van Aristocrate is de merrie Retournelle ZVCH (1965, V. Rince l’Oeil SF) en tweede moeder is Garda ZVCH (1956, Utah ZVCH).
Gerekend over acht generaties heeft Aristocrate een afstamming met  21,1 % Engels volbloed, 19,5 % Trakehner bloed, 11,7 % Hannoveraans bloed, 10,2 % Selle Français bloed en 10,2 % Zwitsers bloed.  Van de afstamming in de achtste generatie is 14,1 % onbekend.

Aristocrate is in 1972 goedgekeurd door het ZVCH stamboek en is tot 1994 actief geweest in de Zwitserse fokkerij.
Van de hengst zijn 592 nakomelingen geregistreerd en die hebben een gezamenlijke winsom van CHF 169.021.

Aristocrate’s zwarte zoon Athlete II ZVCH (1978, MV. Samourai SF) is in 1982 goedgekeurd door het ZVCH stamboek. Hij is tot omstreeks 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In de Sporthorse database staan dertien nakomelingen van hem.

 

 

8.1.1.1.2.2.  Alcazar ZVCH 99919707066

 

Alcazar ZVCH (V. Aladin SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1970 in Zwitserland geboren.

De moeder van Alcazar is de merrie Surprise SF (1962, V. Fakir SF) en tweede moeder is de bruine Envie SF (1948,  V. Qu’il a l’Oeil SF).
Een deel van de moederlijn van Alcazar is onbekend. Wel is bekend dat verschillende keren gebruik is gemaakt van dravers.

Alcazar is in 1974 goedgekeurd door het ZVCH stamboek en is tot 1976 in Zwitserland gebruikt in de fokkerij. Van 1978 tot en met 1993 is Alcazar in Italië ingezet in de fokkerij.
Horsetelex kent zestien Zwitserse nakomelingen van Alcazar.  In de officiële Italiaanse database staan vijftien nakomelingen van Alcazar.

 

 

8.1.1.1.2.3.  Arosa ZVCH  99919727227

 

Arosa ZVCH (V. Aladin SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 25 april 1972 geboren en is gefokt door de Zwitserse federale stoeterij in Avenches.
De moeder van Arosa is de vos merrie In Salah xx (1966, V. Prefairy xx) en tweede moeder is een Irish Draught merrie van de volbloed Gypse xx.

Arosa is goedgekeurd door het ZVCH en is tot en met 1983 beschikbaar geweest voor de fokkerij, Van Arosa worden in de Horsetelex database negentien nakomelingen van Arosa genoemd.

 

 

8.1.1.1.3.  Cordon Bleu SWB 461

 

Cordon Bleu SWB (V. Nepal SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1967 geboren en is gefokt door de Bjälbrunna stoeterij in Norrköping, dat 170 km ten zuidwesten van Stockholm in Zweden ligt.
De moeder van Cordon Bleu is de bruine merrie Gini SWB (1955, V. Gordon SWB). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Martini SWB (1983, V. Marino SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Tweede moeder van Cordon Bleu is de zwarte Marianne SWB (1937, V. Ingiald SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Cordon Bleu een afstamming met 41,4 % Trakehner bloed, 17,2 % Engels volbloed, 16,4 % Hannoveraans bloed en 10,9 % (Oost) Pruissisch bloed.

Cordon Bleu is in 1970 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is meegedeeld dat Cordon Bleu een harmonieuze hengst is met een goed gesloten romp en een lange rug. Hij heeft een sterk skelet. De stap is goed en heeft veel overstap; de draf is matig.

Cordon Bleu is van 1970 tot en met 1986 actief geweest in de fokkerij. In 1987 is hij overleden.
In Zweden zijn 182 nakomelingen van Cordon Bleu geregistreerd.

Dochter Gorbie SWB, 1976, vos, MV. Gaspari SWB, is de moeder van de hengst Waliant SWB (1993, V. Weltmeyer Hann), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

De zonen Portwein SWB (1971), Duell SWB (1972), Adept SWB (1973), Apell SWB (1976) en Pop Star SWB (1983) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengsten Portwein, Duell en Adept worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. Apell en Pop Star zijn van geringe betekenis geweest voor de fokkerij worden hieronder kort aangeduid.

De hengst Apell SWB (MV. Abhang II Hann) is een broer van de hengsten Portwein SWB en Pop Star SWB. Apell is in 1983 op zevenjarige leeftijd goedgekeurd door het Zweedse stamboek, Bij de goedkeuring is opgemerkt dat Apell een hengst is met een goed gebruikstype. De  lange hals is tamelijk zwaar aangezet en heeft van nature een boog. De schoft is tamelijk kort. De stand van beide voorbenen is iets toontredend. De stap is uitstekend en de draf zeer goed. Het Zweedse stamboek heeft Apell in 1983 ingedeeld in fokklasse B en in 1987 in fokklasse AB, maar, vreemd genoeg, zijn volgens de Zweedse database geen nakomelingen van Apell geregistreerd. In 1988 is Apell via Denemarken verkocht naar Engeland.

De hengst Pop Star SWB (MV. Abhang II Hann) is een broer van de hengsten Portwein SWB en Apell SWB. Pop Star is in 1987 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is alleen in 1987 ingezet in de fokkerij. Van Pop Star zijn in Zweden acht nakomelingen geregistreerd.

Cordon Bleu heeft een dressuurindex van 86 en een springindex van 71.

 

 

8.1.1.1.3.1.  Portwein SWB 511

 

Portwein SWB (V. Cordon Bleu SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1971 geboren en is gefokt door de Bjälbrunna stoeterij in Norrköping, dat 170 km ten zuidwesten van Stockholm in Zweden ligt.
Portwein is in 1974 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Hij is een broer van de hengsten Apell SWB (1976) en Pop Star SWB (1983), die beiden ook door het Zweedse stamboek zijn goedgekeurd.
De moeder van deze hengsten is de uit Duitsland geïmporteerde merrie Ante Portas Hann (1962, V. Abhang II Trak) en tweede moeder is de bruine Pirano Hann (1958, V. Pik As xx).
Gerekend over acht generaties heeft Portwein een afstamming met 35,9 % Trakehner bloed, 28,9 % Hannoveraans bloed en 21,1 % Engels- en Arabisch volbloed. De rest wordt gevormd door Zweeds- en Oost-Pruisisch bloed.

Portwein is tot en met 1979 actief geweest in de Zweedse fokkerij. In die jaren is hij ook tot op Prix St George niveau uitgebracht in dressuurwedstrijden.
Eind 1979 is Portwein voor de dressuursport verkocht naar West-Duitsland, waar de hengst eerst door Heike Kemmer (GER) en Peter Busch (GER) in M- en S-dressuurwedstrijden is uitgebracht en vanaf 1983 door Wolfgang Böhm (GER) tot op Intermediair I-niveau is gestart.

In Zweden zijn 82 nakomelingen van Portwein geregistreerd. Daarvan zijn 42 nakomelingen in wedstrijden (22 in dressuur en 30 in springen) uitgebracht.

Twee dochters van Portwein zijn moeder van een goedgekeurd hengst geworden:

Lady Gay SWB, 1975, MV. Cyrano Hann, is de moeder van de hengst Cheer Guy SWB (1982, V. Chirac SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en

Moselwein SWB, 1976, MV. Crown Point xx, is de moeder van de hengst Pointjack SWB (1993, V. Testarossa Trak), die door het Zweedse stamboek is goedgekeurd. Pointjack is in 2008 met succes door Brad Cutshall (USA) in de Verenigde Staten in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.

 

 

8.1.1.1.3.2.   Duell SWB 524

 

Duell SWB (V. Cordon Bleu SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1972 geboren en is gefokt door de Bjälbrunna stoeterij in Norrköping, dat 170 km ten zuidwesten van Stockholm in Zweden ligt.
De moeder van Duell is de vos merrie Duschka Hann (1962, V. Duellant Hann) en tweede moeder is de donkerbruine staatspremiemerrie Löwenart Hann (1954, V. Der Löwe xx).
Löwenart is ook de moeder van de hengsten Duden I Hann (1959, V. Duellant Hann) en zijn broer Duden II Hann (1960).
Duden I is goedgekeurd door het Hannoveraanse- en het Hessische stamboek en Duden II door het Hannoveraanse- en het Baden-Württembergse stamboek
Gerekend over acht generaties heeft Duell een afstamming met 42,2 % Hannoveraans bloed, 25,8 % Trakehner bloed en 17,2 % Engels volbloed.

Duell is in 1975 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is gemeld dat Duell een groot gelijnde hengst is van de iets grovere soort. Hij heeft een lang kruis en forse gewrichten. De stap is matig en de draf is vlot met van achteren uit veel kracht.

Duell is tot zijn dood in 1981 beschikbaar geweest voor de fokkerij, maar is na 1978 nauwelijks nog gebruikt. In Zweden zijn 58 nakomelingen van hem geregistreerd, waarvan er 44 in wedstrijden zijn uitgebracht.  Van de nakomelingen zijn er 35 in de springsport uitgekomen, 25 in de dressuursport en vijf in de eventingsport.

 

 


8.1.1.1.3.3.  Adept SWB 540

 

Adept SWB (V. Cordon Bleu SWB) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is in 1973 geboren en is gefokt door de Bjälbrunna stoeterij in Norrköping, dat 170 km ten zuidwesten van Stockholm in Zweden ligt.
De moeder van Adept is de donkerbruine merrie Andorra SWB (1969, V. Utrillo Hann) en tweede moeder is Aklesia Hann (V. Adlerschild xx).
Gerekend over acht generaties heeft Adept een afstamming met 37,5 % Hannoveraans bloed, 25 % Trakehner bloed en 21,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Adept is in 1976 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Bij de goedkeuring is meegedeeld dat Adept een goed ontwikkelde, compact gebouwde hengst is. Hij heeft een mooie bovenlijn en een lang kruis. Adept heeft een enigszins bol hoofdprofiel en de hoofd-halsverbinding is wat zwaar. De stap is ruim en soepel en de draf is matig.

Adept is tot en met 1994 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Hij was een zeer plezierige hengst in de omgang en had een uitstekend humeur. Hij is met succes uitgebracht in M springconcoursen. Eind 1994 is hij afgevoerd.

In Zweden zijn 64 nakomelingen van Adept geregistreerd.

 

 

8.1.1.1.4.  Fantom II SWB 475

 

Fantom II SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1968 geboren en is gefokt door Widegren Lynn en Hans Erik uit Väderstad, dat ruim 30 km ten zuidwesten van Linköping in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Fantom II is de vos merrie Fantasi SWB (1947, V. Ruthven SWB) en tweede moeder is Lona SWB (1942, Lage SWB).
In de achtste generatie zijn diverse voorouders van Fantom II onbekend.
Gerekend over acht generaties heeft Fantom II een afstamming met tenminste 26,6 % Hannoveraans bloed, tenminste 25, 8 % Trakehner bloed en tenminste 16.4 % Engels- en Arabisch volbloed.

Fantom II is in 1972 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is voor de fokkerij beschikbaar geweest tot en met 1977. De hengst is uitgebracht in M-springconcoursen.
Fantom II is in 1978 overleden.

In Zweden zijn 133 nakomelingen van Fantom II geregistreerd.
Fantom II heeft een dressuurindex van 99 en een springindex van 68.

 

 

8.1.1.1.5.  Hertigen SWB 505

 

Hertigen SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1971 geboren en is gefokt door Arvid Andersson uit Varberg, dat in het zuidwesten van Zweden aan de kust ligt.
De moeder van Hertigen is de zwarte merrie Larrami SWB (1959. V. Jovial SWB) en tweede moeder is de zwarte Larkenda II SWB (1954, V. Corso SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Hertigen een afstamming met 33,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 26,6 % Trakehner bloed, 21,1 % Hannoveraans bloed en 8,6 % Oost-Pruisische bloed.

Hertigen is in 1974 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is opgemerkt dat Hertigen een goed statuur heeft en zich als hengst presenteert. Hij heeft een goede schouderligging, een diepe romp en een sterk geraamte. De bewegingen zijn soepel en ruim.

Hertigen is van 1974 tot en met 1988 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Hertigen zijn 802 nakomelingen geregistreerd.

Zes dochters van Hertigen zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Hepatica SWB, 1977, MV. Piaff SWB, is de moeder van de hengst Hector SWB (1993, V. Gauguin de Lully SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Viette SWB, 1978, vos, MV. Ursus SWB, is de moeder van de hengst  Gigolo SWB (1995, V. Guinness DWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Hermine SWB, 1979, vos, MV. Drabant SWB, is de moeder van de hengst Maastricht SWB (1996, V. Master SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Hertina SWB, 1981, vos, MV. Hartung Trak, is de moeder van de hengst Copain SWB (1991, V. Chapman SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Martina SWB, 1981, bruin, MV. Legend Hann, is de moeder van de hengst Bobby SWB (1986, V. Urbino SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

P. Angelika SWB, 1985, MV. Indus SWB, is de moeder van de hengst P. Garonne Marco SWB (1991, V. Irco Marco KWPN), die is goedgekeurd door het Zweedse- en het Westfaalse stamboek.

De zonen Hubertus SWB (1977), Palermo SWB (1979), Strauss SWB (1981), Trubadur SWB (1982) en Felix SWB (1987) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengsten Hubertus, Palermo, Strauss en Felix worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. Trubadur heeft weinig betekenis gehad voor de fokkerij. Hij is in 1985 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en heeft alleen in 1985 gedekt. Van hem zijn acht nakomelingen geregistreerd.

Hertigen heeft een dressuurindex van 84 en een springindex van 78.

 

 

8.1.1.1.5.1.  Hubertus SWB 618

 

Hubertus SWB (V. Hertigen SWB) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1977 geboren en is gefokt door Helge Nyberg uit Höör, dat circa 50 km ten noordoosten van Malmö in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Hubertus is de bruine merrie La Strada SWB (1969, V. Lansiar SWB) en tweede moeder is de bruien Nirosa SWB (1962, V. Niarchos SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Hubertus een afstamming met 29,7 % Trakehner bloed, 28,9 % Hannoveraans bloed, 16,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 12,5 % Zweeds bloed.

Hubertus is in 1980 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is gemeld dat Hubertus een harmonieus gebouwde hengst is met een diepliggende schouder en een lang kruis, Hij heeft een mooi hoofd en een fors geraamte. Zowel de stap als de draf zijn uitstekend.

Hubertus is van 1980 tot zijn dood in 2004 actief geweest in de fokkerij. Van de hengst zijn 416 nakomelingen geregistreerd.

Dochter Karolina SWB, 1993, donkerbruin, MV. Jovial SWB, is de moeder van de hengst Easy Living SWB (2004, V. Quite Easy I Holst), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

Van de nakomelingen zijn er maar 93 uitgebracht in de wedstrijdsport, waarbij 65 nakomelingen zijn uitgekomen in een springconcours en 33 nakomelingen in een dressuurwedstrijd. Achttien nakomelingen zijn uitgebracht in eventingwedstrijden.

Hubertus heeft een dressuurindex van 75 en een springindex van 73.

 

 

8.1.1.1.5.2.  Palermo SWB 661

 

Palermo SWB (V. Hertigen SWB) is een donkere vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1979 geboren en is gefokt door de nationale stoeterij in Flyinge, dat in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Palermo is de vos merrie Hetty SWB (1966, V. Drabant SWB). Zij is ook de moeder van de hengsten Musketor SWB (1976, V. Lansiar SWB) en Nairobi SWB (1977, V. Drabant SWB).
Tweede moeder van Palermo is de vos Haifa SWB (1960, V. Magnat SWB). Zij is ook de moeder van de hengsten Brabant SWB (1965, V. Drabant SWB), Emalj SWB (1968, V. Abbe SWB) en Kardell SWB (1974, V. Jovial SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Palermo een afstamming met 28,9 % Trakehner bloed, 24,2 % Engels- en Arabisch volbloed, 16,4 % Hannoveraans bloed, 14,8 % Zweeds bloed en 10,9 % Oost Pruisisch bloed.

Palermo is in 1982 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is Palermo beschreven als een hengst met een zeer goed gebruikstype en met een lange hals met een natuurlijke boog. Hij heeft een goede schouderligging en een goede zadelpositie. De stap is zeer goed en de draf is uitstekend.

Palermo is tot zijn dood in 1993 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn in Zweden 266 nakomelingen geregistreerd.

Van de nakomelingen zijn er 73 uitgebracht in de wedstrijdsport, waarvan 44 nakomelingen zijn gestart in de springsport, 35 in de dressuursport en 12 in eventingwedstrijden.

Palermo heeft een dressuurindex van 97 en een springindex van 71.

 

 

8.1.1.1.5.3.  Strauss SWB 689

 

Strauss SWB (V. Hertigen SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is geboren in 1981 en is gefokt door John Hansson uit Lund, dat circa vijftien km ten noorden van Malmö ligt.
De moeder van Strauss is de zwarte merrie Utrinda SWB (1976, V. Utillo SWB) en tweede moeder is de zwarte Unigunda SWB (1971, V. Unikum Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Strauss een afstamming met 29,7 % Hannoveraans bloed,  28,1 % Trakehner bloed, 25,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 10,2 % Zweeds bloed.

Strauss is in 1984 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is gemeld dat Strauss een hengst is met een zeer goed gebruikstype. Hij heeft een goede hals met een natuurlijke boog, een goede zadelpositie en voldoende diepte. De achterbenen zijn goed gesteld. De bewegingen zijn ruim waarbij de hengst een goed gebruik maak van zijn rug.

Strauss is tot en met 2000 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn in Zweden 151 nakomelingen geregistreerd.

Van de nakomelingen zijn er 47 uitgebracht in sportwedstrijden, waarvan er 29 in dressuurwedstrijden zijn uitgekomen, 19 in springwedstrijden en twee in  eventingwedstrijden.

Zijn dochter Symfonie SWB, 1992, donkerbruin, MV. Pascal SWB. is de moeder van de hengst Cree SWB (2002, V. Come Back II Holst), die is goedgekeurd door het Canadese Sportpaarden stamboek en het Canadese Warmbloed stamboek.

Zijn zonen Artist SWB (1985) en Sunshine Prince SWB (1986) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Strauss is door Annette Solmel (SWE) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. Bij de Europese kampioenschappen 1993 in Lipica en bij de Wereldkampioenschappen 1994 in Den Haag is met het Zweedse team de zesde plaats in de landenwedstrijd behaald. Bij het Europees kampioenschap 1995 in Mondorf-les-Bains is met het Zweedse team de vierde plaats behaald in de landenwedstrijd.
Individueel is de combinatie bij het Wereldkampioenschap 1994 in Den Haag tiende geworden in de Kür.

Strauss heeft in Zweden een dressuurindex van 84 en een springindex van 94.

 

 

8.1.1.1.5.3.1.  Artist  SWB 765  (04852037)

 

Artist SWB (V. Strauss SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1985 geboren en is gefokt door de nationale Zweedse stoeterij in Flyinge, dat in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Artist is de vos merrie Damast SWB (1978, V. Hartung Trak) en tweede moeder is de bruine Dagny SWB (1971, V. Gaspari SWB).
Dagny is een zuster van de hengsten Emir SWB (1968) en Figaro SWB (1969).
Gerekend over acht generaties heeft Artist een afstamming met 44,5 % Trakehner bloed, 19,5 % Hannoveraans bloed, 17,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,8 % Zweeds bloed.

Artist is in 1989 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is opgemerkt dat Artist een kleine, harmonieus gebouwde hengst is. Zowel de stap als de draf zijn zeer goed met veel kracht.

Artist is tot en met 2006 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn in Zweden 293 nakomelingen geregistreerd. Daarvan zijn er 147 uitgebracht in de sport. Aan dressuurwedstrijden is door 49 nakomelingen deelgenomen, aan springwedstrijden door 124 nakomelingen en aan eventingwedstrijden door zeventien nakomelingen.

Artist heeft in Zweden een dressuurindex van 75 en een springindex van 101.

Artist is in juli 2012 overleden.

 

 

8.1.1.1.5.3.2.  Sunshine Prince SWB 833  (04861384)

 

Sunshine Prince SWB (V. Strauss SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1986 geboren en is gefokt door Lena en Bertil Påhlsson uit Hasslarp, dat circa tien km ten noorden van Helsingborg in het zuidwesten van Zweden ligt.
De moeder van Sunshine Prince is de vos merrie Golden Girl SWB (1974, V. Emalj SWB) en tweede moeder is de vos La Mer SWB (1960, V. Lansiar SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Sunshine Prince een afstamming met 31,3 % Hannoveraans bloed, 27,3 % Trakehner bloed, 21,9 Zweeds bloed en 11,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Sunshine Prince is in 1992 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is opgemerkt dat Sunshine Prince een uitstekend rijpaardmodel heeft. Hij is harmonieus gebouwd met een enigszins laag aangezette hals, een goede schouderligging. De stand van de voorbenen is toontredend en de achterbenen zijn licht sabelbenig. De stap en draf zijn zeer goed en hebben veel ruimte.

Sunshine Prince is tot en met 1994 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 29 nakomelingen geregistreerd.

 

 

8.1.1.1.5.4.  Felix  SWB 860  ( 04872583)

 

Felix SWB (V. Hertigen SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1987 geboren en is gefokt door Roland Nordqvist uit Vadstena, dat op de oostelijke oever van het Vättern meer en circa 50 km ten westen van Linköping in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Felix is de bruine merrie Naritza SWB (1975, V. Bordeaux SWB). Zij is ook de moeder van de hengst Asterix SWB (1982, V. Arram SWB, zie hfdst. 8.1.1.1.7.1.), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Tweede moeder van Felix  is de bruine Nathalie SWB (1970, V. Niarchos SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Felix een afstamming met 28,7 % Hannoveraans bloed, 24,2 % Engels- en Arabisch bloed, 22,7 % Trakehner bloed en 14,8 % Zweeds bloed.

Felix is in 1993 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is opgemerkt dat Felix een zware hals en een gezonken rug heeft. De stap is krachtig en ruim en de draf is uitstekend.

Felix is maar kort beschikbaar geweest voor de fokkerij. In 1994 zijn twintig nakomelingen van hem geregistreerd; in 1995 één en in 1996 één.

 

 

8.1.1.1.6.  Jumper SWB 552

 

Jumper SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 173 cm. Hij is in 1973 geboren en is gefokt door Ernfrid Lundin uit Uppsala, dat circa 60 km ten noorden van Stockholm in Zweden ligt.
De moeder van Jumper is de vos merrie Tina SWB (1962, V. Heristal Trak) en tweede moeder is Nelly I SWB (1946, V. Ural SWB). Nelly I is ook de tweede moeder van de hengst Zaran SWB (1967, V. Frondeur SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Jumper een afstamming met 37,5 % Trakehner bloed, 10,9 % (Oost) Pruisisch bloed, 21,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 17,2 % Hannoveraans bloed.

Jumper is in 1976 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is meegedeeld dat Jumper een harmonieus gebouwde hengst is met een goede hals en een lange, goed liggende schouder. De hengst heeft een brede borst, een lang kruis en een goed fundament. Zowel de stap als de draf zijn zeer goed.

Jumper is van 1976 tot en met 1989 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In Zweden zijn 124 nakomelingen van hem geregistreerd.
Eénenveertig nakomelingen zijn in wedstrijdverband uitgebracht, waarbij 27 nakomelingen in springwedstrijden zijn gestart en 22 in dressuurwedstrijden. Drie nakomelingen hebben aan eventingwedstrijden deelgenomen.

Zijn zoon Cardigan SWB (1983, MV. Utrillo Hann) is in 1986 door het Zweedse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. In een korte verrichtingstest heeft hij aan de hand een zeven voor de stap en een zes voor de draf gekregen. Onder het zadel zijn de stap, draf en galop gewaardeerd met respectievelijk een zeven, een acht en een negen. Voor de springtechniek is een zeven gegeven en voor het temperament bij het springen een zes.
Cardigan is alleen in 1986 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn drie nakomelingen bekend.

Jumper heeft een dressuurindex van 88 en een springindex van 75.

 

 

8.1.1.1.7.  Arram  SWB 564

 

Arram SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1974 geboren en is gefokt door Anita Stiernstedt uit Knivsta, dat een paar km ten zuiden van Uppsala in het midden van Zweden ligt.
De moeder van Arram is de vos merrie Aida SWB (1956, V. Arkimedes SWB) en tweede moeder is de bruine Lilian SWB (1941, V. Joel SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Arram een afstamming met 33,6 % Hannoveraans bloed, 26.6 % Trakehner bloed, 18,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Arram is in 1977 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is gemeld dat Arram
een goede hals heeft, de hoofd-hals verbinding wat grof is en de schouder ligging tamelijk steil is. De hengst heeft een uitstekend fundament. De stap is goed en de draf is ruim.

Arram is van 1977 tot en met 1996 actief geweest in de fokkerij. In Zweden zijn 328 nakomelingen van Arram geregistreerd.

Zijn zonen Finemang SWB (1978), Arrow SWB (1981), Asterix SWB (1982), Ultimo SWB (1982) en Arrlik SWB (1986) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Finemang SWB (MV. Utrillo Hann) is in 1982 goedgekeurd door het Zweedse stamboek, maar de hengst heeft nauwelijks een bijdrage aan de fokkerij geleverd. Van hem zijn twee nakomelingen geregistreerd.

De hengst Arrow SWB (MV. Utrillo Hann) is in 1984 door het Zweedse stamboek goedgekeurd, maar van de hengst zijn geen nakomelingen geregistreerd.

De hengst Ultimo SWB (MV. Unikum Trak) is in 1986 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. De hengst is alleen in 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn in Zweden tien nakomelingen geregistreerd.

De hengsten Asterix en Arrlik worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

Van de nakomelingen van Arram zijn er 85 in sportwedstrijden uitgebracht, waarvan er 69 in springwedstrijden zijn gestart, 30 in dressuurwedstrijden en negen in eventingwedstrijden.

Arram heeft een dressuurindex van 89 en een springindex van 80.

 

 

8.1.1.1.7.1.  Asterix SWB 694  (04822014) 

 

Asterix SWB (V. Arram SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1982 geboren en is gefokt door Roland Nordqvist uit Vadstena, dat op de oostelijke oever van het Vättern meer en circa 50 km ten westen van Linköping in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Asterix is de bruine merrie Naritza SWB (1975, V. Bordeaux SWB). Zij is ook de moeder van de hengst Felix SWB (1987, V. Hertigen SWB, zie hfdst. 8.1.1.1.5.4.), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Tweede moeder van Felix is de bruine Nathalie SWB (1970, V. Niarchos SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Asterix een afstamming met 35,2 % Hannoveraans bloed, 24,2 % Trakehner bloed, 16,4 % Zweeds bloed en 15,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Asterix is in 1986 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is meegedeeld dat Asterix een hengst met een uitstekend rijpaardenmodel is. Hij heeft een goede hals met een mooie boog. Ook de schoft en het lange kruis zijn goed gevormd. Voor- en achterbenen zijn goed gesteld en de bewegingen in stap en draf zijn correct.

Asterix is van 1986 tot en met 1995 in Zweden beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarna is de hengst verkocht naar de Verenigde Staten, waar hij in 2009 is overleden.

Van Asterix zijn in Zweden 465 nakomelingen geregistreerd, waarvan er 103  zijn uitgebracht in wedstrijden. In springwedstrijden zijn 62 nakomelingen gestart, in dressuurwedstrijden 51 en in eventingwedstrijden elf.

Dochter Ide SWB, 1990, MV. Urbino SWB, is de moeder van de hengst Berlioz SWB (1996, V. Briar SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

Asterix heeft een dressuurindex van 87 en een springindex van 81.

 

 

8.1.1.1.7.2.  Arrlik SWB 816  (04862503)

 

Arrlik SWB (V. Arram SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm.  Hij is
in 1986 geboren en is gefokt door Tina en Tommy Norström uit Almunge, dat  curca vijftien m ten oosten van Uppsala in het midden van Zweden ligt.
De moeder van Arrlik is de bruine merrie Ojlika SWB (1982, V. Bordeaux SWB) en tweede  moeder is de bruine Nejlika SWB (1964, V. Nimrod SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Arrlik een afstamming met 31,3 % Hannoveraans bloed, 28,9 % Trakehner bloed, 16,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 13,3 % Zweeds bloed.

Arrlik is in 1991 goedgekeurd door het Zweeds stamboek. Daarbij is gemeld dat Arrlik een mannelijk uiterlijk en een zeer goed type heeft. De hoofd-halsaanzet is licht en de hals is krachtig. De bovenlijn valt achter de schoft weg en bereikt het hoogste punt op het kruis. Linksvoor is de stand toontredend. De hengst heeft zeer goede, ontspannen en tactvolle bewegingen in stap en draf.

Arrlik is tot en met 2008 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn in  Zweden 113 nakomelingen geregistreerd, waarvan er 55 in de sport zijn uitgebracht.
Van de nakomelingen zijn er 44 in de springsport uitgebracht, 23 in dressuurwedstrijden en vijf in eventingwedstrijden.

Arrlik is uitgebracht in 1.40 m springconcoursen.

Arrlik heeft een dressuurindex van 88 en een springindex van  81. De hengst is in 2016 overleden.

 

 

8.1.1.1.8.   Notre Fils SWB 672

 

Notre Fils SWB (V. Nepal SWB) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1974 geboren en is gefokt door Staffan Hammarskiöld uit Gnesta, dat circa 50 km ten zuidwesten van Stockholm in Zweden ligt.
De moeder van Notre Fils is de bruine merrie Notre Dame SWB (1949, V. Grafit SWB). Zij is ook de moeder van de hengst Cyrill SWB (1971, V. Cyrano Hann), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Notre Dame is ingeteeld op de Hannoveraanse hengst Tribun Hann (1918, V. Alcantara  I Hann), die een inbreng van 37,5 % heeft in de erfelijke eigenschappen van Notre Dame.
Tweede moeder van Notre Fils is de bruine Bojan SWB (1930, V. Boston Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Notre Fils een afstamming met tenminste 35,1 % Hannoveraans bloed, 23,4 % Trakehner bloed en 12,5 % Engels- en Arabisch volbloed.
In de achtste generatie voorouders is 10,9 % van de afstamming onbekend.

Notre Fils is pas in 1983 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is aangegeven dat Notre Fils een zeer goed gebruikstype heeft met een goede schouder, een sterke bovenlijn en een lang kruis. De stand van het voorbeen is niet ideaal. De beweging in stap en draf zijn zeer goed.

Notre Fils is tot zijn dood in 1989 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In Zweden zijn 31 nakomelingen van hem geregistreerd.

Notre Fils is in Z-springconcoursen en Z samengestelde wedstrijden uitgebracht.

 

 

8.1.1.1.9.   Monaco SWB 602

 

Monaco SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1976 geboren en is gefokt door Göran Stenström uit Strängnäs, dat 25 km ten oosten van Eskilstuna in het midden van Zweden ligt.

De moeder van Monaco is de vos merrie Biarritza SWB (1963, V. Biarritz SWB) en tweede moeder is de vos Draba SWB (1949, V. Heristal Trak). Draba is ook de moeder van de hengsten Nimrod SWB (1956, V. Polarstern Trak, zie hfdst. 8.1.1.3.), zijn broer Polar SWB (1961) en Abbe SWB (1964, V. Biarritz SWB).

Gerekend over acht generaties heeft Monaco een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed, 29,7 % Trakehner bloed en 19,5 % Engels- en Arabisch volbloed.

Monaco is in 1979 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Daarbij is gemeld dat Monaco veel hengstenuitdrukking heeft en zich ook als een echte hengst presenteert. Hij heeft een lange hals die goed op de romp staat en een diepliggende schouder. Rechtsvoor is hij licht toontredend. De stap is uitstekend met een grote overstap en de draf is goed.

Monaco is tot en met 1991 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 188 nakomelingen geregistreerd.  Monaco is in 1992 afgevoerd.

Monaco heeft in Zweden een dressuurindex van 81 en een springindex van 69.

 

 

8.1.1.1.10.  Rommel SWB 674    (04801137)

 

Rommel SWB (V. Nepal SWB) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1980 geboren en is gefokt door Rut Jonsson uit Sollebrunn, dat circa 70 km ten noordoosten van Göteborg in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Rommel is de vos merrie Titti SWB (1973, V. Ciceron SWB) en tweede moeder is de vos Thea SWB (1967, V. Qantas xx).
Gerekend over acht generaties heeft Rommel een afstamming met 27,3 % Trakehner bloed, 26,6 % Engels- en Arabisch volbloed, 20,3 % Hannoveraans bloed en 14,8 % Zweeds bloed.

Rommel is in 1983 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is tot 1990 actief geweest in de fokkerij. Van Rommel zijn in Zweden 26 nakomelingen geregistreerd.

Rommel is uitgebracht in M-springconcoursen.

 

 

8.1.1.2.  Niarchos SWB 391

 

Niarchos SWB (V, Polarstern Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1956 geboren en is gefokt door de nationale Zweedse stoeterij in Flyinge, dat bij Lund in het zuiden van Zweden ligt.

De moeder van Niarchos is de bruine merrie Diana SWB (1941, V. Largo SWB). Zij is ook de moeder van de hengsten Diogenes SWB (1946, V. Onkel SWB) en Herrscher SWB (1952, V. Heristal Trak). Bovendien is ze de tweede moeder van de hengsten Livorno SWB (1954, V. Anno Trak), Nepal SWB (1956, V. Polarstern Trak, zie hfdst. 8.1.1.1.), Oberon SWB (1957, V. Varolio SWB), Arno SWB (1964, V. Biarritz SWB), Brisad SWB (1965, V. Deabant SWB). Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Zweedse stamboek en Oberon is ook door het Deense stamboek goedgekeurd.

Tweede moeder van Niarchos is de bruine Dina SWB (1925. V. Althof Hann). Zij is ook de moeder van  de hengst Talisman SWB (1940, V. Largo SWB) en tweede  moeder van de hengsten Mecenat SWB (1934, V. Indigo Hann), Faruk SWB (1948, V. Tagetes SWB), Ghibbelin SWB (1949, V. Heristal Trak) en Hermon SWB (1950, V. Heristal Trak), die allemaal zijn goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Niarchos een afstamming met 34,4 % Hannoveraans bloed, 28,9 % Trakehner bloed en 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Niarchos is in 1960 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is tot en met 1977 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Niarchos zijn 269 nakomelingen geregistreerd.

 

 

8.1.1.3.  Nimrod SWB 392

 

Nimrod SWB (V. Polarstern Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is in 1956 geboren en is gefokt door de nationale stoeterij in Flyinge, dat ten noordoosten van Lund in het zuiden van Zweden ligt.
Nimrod is een broer van de hengst Polar SWB (1961), die voor de fokkerij niet van belang is geweest.
Moeder van Nimrod is de vos merrie Draba SWB (1949, V. Heristal Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Abbe SWB (1964, V. Biarritz SWB) en de tweede moeder van de hengsten Koral SWB (1963, V. Biarritz SWB) en Monaco SWB (1967, V. Nepal SWB, zie hfdst. 8.1.1.1.9.).
Tweede moeder van Nimrod is de vos Dirna SWB (1944, V. Onkel SWB), die ook de moeder is van de hengst Hermon SWB (1950, V. Heristal SWB).
De hengsten Abbe, Koral, Monaco en Hermon zijn alle vier goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Nimrod een afstamming met 41,4 % Trakehner bloed,  32,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 14,8 % Hannoveraans bloed.

Nimrod is in 1960 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en is tot zijn dood in 1966 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Nimrod zijn 43 nakomelingen geregistreerd.

Dochter Nina SWB, 1962, donkerbruin, MV. Ikaros Hann, is de moeder van de hengst Caruso SWB (1974, V. Caracas SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.

 

 

8.1.1.4.  Trumf SWB 420

 

Trumf SWB (V. Polarstern Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 158 cm. Hij is geboren in 1961 en is gefokt door de nationale Zweedse stoeterij in Flyinge, dat ten noordoosten van Lund in het zuidwesten van Zweden ligt.
De moeder van Trumf is de vos merrie Ilona SWB (1946, V. Onkel SWB). Zij is ook de moeder van de hengst Ravello SWB (1959, V. Heimdal Trak), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Tweede moeder van Trumf is de vos Irma II SWB (1935, V. Indigo SWB). Zij is ook de moeder van de broers Tirpitz SWB (1940, V. Onkel SWB) en Uncle Sam SWB (1941), die beiden zijn goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Ook is Irma II de tweede moeder van de door het Zweedse stamboek goedgekeurde hengst Isar SWB (1951, V. Pommery SWB).
Gerekend over acht generaties heeft Trumf een afstamming met 37,5 % Trakehner bloed, 30,5 % Engels- en Arabisch volbloed en 18,8 % Hannoveraans bloed.

Trumf is in 1964 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en heeft tot en met 1970 gedekt in Zweden. Daarna is de hengst geëxporteerd naar Finland, waar hij door het Finse stamboek is goedgekeurd en een dekvergunning heeft gehad tot eind 1985.

In Zweden zijn 87 nakomelingen van Trumf geregistreerd en in Finland zijn volgens de database van Sukuposti 104 veulens van Trumf geregistreerd.

In Finland zijn de zonen Radames FWB (1976) en Winston FWB (1976) goedgekeurd voor de fokkerij.

Van Radames (MV. Magnat SWB) zijn in Finland vier veulens geregistreerd. In 1981 is Radames verkocht naar West-Duitsland, waar hij is uitgebracht in M-dressuurwedstrijden, en in 1986 is de hengst geëxporteerd naar de Verenigde Staten (Californië). Over eventuele fokkerij-activiteiten is geen informatie beschikbaar.

De hengst Winston (MV. Abglanz SohnHann) is van 1981 tot 1991 in Finland beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn vijf nakomelingen geregistreerd.

 

 

9.  Neumond Trak  6/574  DE309090360531

 

Neumond Trak (V. Dampfross Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 158 cm.
Hij is geboren in 1931 en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Neumond is de bruine merrie Neumark V. Trak (1926, V. Tempelhüter Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Neuling Trak (1935, V. Pilger Trak) en Neusilber Trak (1936, V. Pythagoras Trak), die beiden zijn gebruikt voor de fokkerij.

Tweede moeder van Neumond is de donkerbruine Pera Trak (1914, V. Monsieur Gabriel xx). Zij is ook de tweede moeder van de broers Porphyr Trak (1924, V. Tempelhüter Trak), Paraquay Trak (1928) en Peruaner Trak (1930), die alle drie zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Neumond een afstamming met 57,7 % Engels- en Arabisch volbloed en 28,1 % Trakehner bloed.

Neumond heeft in 1933 en 1934 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Zijn stap en draf zijn daar gewaardeerd als zeer goed en de galop is voortreffelijk genoemd.
Neumond heeft een ijzeren conditie en een rustig temperament. Hij is makkelijk te rijden en te mennen.
Van 1935 tot en met 1944 maakte Neumond deeluit van het hengstenbestand van het Landgestüt Marienwerder. Marienwerder heet tegenwoordig Kwidzyn en ligt 100 km  ten zuiden van Gdansk in Polen. In 1944 is Neumond geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz-Halle, waar hij vanaf 1946 weer is gebruikt voor de fokkerij. In de jaren 1947 – 1954 is Neumond beschikbaar gesteld op het Haupt- en Landgestüt Neustadt//Dosse in Brandenburg. In 1955 is de hengst overleden.

Dochter Elfe Berl-Brand (MV. Friesenkönig Hann) is de moeder van de hengst Irrwisch Berl-Brand (1950, V. Irrlicht Berl-Brand), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.

Zeven zonen van Neumond zijn goedgekeurd voor de fokkerij:
Nachtangriff O. Pr. (1938), Neumann Berl-Brand (1947), Neuhaus Berl-Brand (1953), Neujahr Trak (1953), Nimrod Berl-Brand (1953), Neumarkt Berl-Brand (1954) en Neubau Berl-Brand (1955).

De hengsten Neumann, Neuhaus en Neujahr worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De overige goedgekeurde zonen van Neumond hebben nauwelijks een bijdrage aan de fokkerij geleverd en worden hieronder kort aangestipt.

De hengst Nachtangriff O. Pr. (MV. Kyyffhäuser Trak) is goedgekeurd door het West Pruisische stamboek en is na de oorlog tot en met 1956 in toenmalig Oost-Duitsland (DDR) beschikbaar geweest voor de fokkerij. Volgens de All Breed Pedigrees database zijn van de hengst twaalf fokmerries geregistreerd.

De hengst Neumann Berl-Brand (MV. onbekend) had een stokmaat van slechts 155 cm. Hij is voor de fokkerij gebruikt in Brandenburg, maar nakomelingen van de hengst zijn niet bekend.

De hengst Neuhaus Berl-Brand (MV. onbekend) heeft in 1956 en 1957
gedekt in Brandenburg en Mecklenburg. Van Neuhaus zijn drie nakomelingen bekend.

De hengst Nimrod Berl-Brand (MV. Feindflug Berl-Brand) is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Neumarkt Berl-Brand (MV. Alwin Hann) is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Neuhaus Berl-Brand (MV. Fernab Hann) is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

 

 

9.1.  Neujahr  Trak   DE309090117853

 

Neujahr Trak (V, Neumond Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is op 11 januari 1953 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Neustadt/Dosse.
De moeder van Neujahr is de vos merrie Handveste Trak (1937, V. Hirtensang Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Fixpunkt Berl-Brand (1955, V. Fixativ Hann), die is goedgekeurd door het Berlijn-Brandenburgse stamboek.
Tweede moeder van Neujahr is de vos Handgranate Trak (1933, V. Ariost Trak). Zij is de moeder van de hengsten Hannibal Trak (1938, V. Hirtensang Trak) en zijn broer Hamlet Trak (1943) en ze is de tweede moeder van de hengsten Handschlag Trak (1948, V. Sporn Trak) en Hannemann Trak (1951, V. Tropenwald Trak).
De hengsten Hannibal, Handschlag en Hannemann zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Hamlet door het Trakehner- en het Wielkopolska stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Neujahr een afstamming met 55,5 % Engels- en Arabisch volbloed en 35,2 % Trakehner bloed.

Neujahr is vanaf 1966, toen hij al dertien  jaar oud was, ingezet in de fokkerij en is tot zijn dood in 1980 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
De All Breed Pedigrees database noemt 28 nakomelingen van Neujahr.

Twee dochters van Neujahr zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Newa Trak, 1971, bruin, MV. Markwart Trak, is de moeder van de hengst Nerv Trak (1976, V. Ralf Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek en

Unschuld Trak, 1972, vos, MV. Altgesell Trak, is de moeder van de hengst Urquell Trak (1978, V. Ciecieruk Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Zijn zonen Nektar DDR (1969), Alarm Trak (1970), Freier Trak (1970), Vers I Trak (1971), Ramon II Trak (1972), Optimist Trak (1973) en Vers II Trak (1975) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Optimist Trak (MV. Altgesell Trak) is in 1976 goedgekeurd door het Saksische stamboek en is tot en met 1980 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Optimist zijn veertien nakomelingen bekend die als wedstrijdpaard zijn geregistreerd. Zij hebben samen € 4.713 gewonnen.

De overige goedgekeurde zonen van Neujahr hebben meer dan vijftien geregistreerde nakomelingen en worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

Van Neujahr zijn in Duitsland dertien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 5.064 gewonnen.

 

 

9.1.1.  Nektar  DDR  DE 305050130869

 

Nektar Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1969 geboren.
De moeder van Nektar is de vos merrie Farina Trak (1964, V. Sumak Trak) en tweede moeder is de vos Fahrentracht Meckl (1955, V. Fahnenträger Meckl).
Van de moederlijn van Nektar is maar weinig bekend omdat zijn overgrootmoeder niet bekend is. Gerekend over acht generaties is 21 % van de afstamming onbekend. De afstamming van Nektar wordt voor tenminste 35,9 % ingevuld door Trakehner bloed en tenminste 28,9 % door Engels volbloed.

Nektar is in 1972 goedgekeurd door het DDR-stamboek en is van 1972 tot en met 1989 actief geweest in de fokkerij.
De database van Horsetelex noemt negen nakomelingen van Nektar, waaronder zijn zoon Neptun DDR (1973).
In Duitsland zijn zestien nakomelingen van Nektar geregistreerd als wedstrijdpaard.

 

 

9.1.1.1.  Neptun   DDR  DE 305050134973

 

Neptun DDR (V. Nektar DDR) is een donkerbruine hengst, die in 1973 is geboren.
De moeder van Neptun is de donkerbruine Anisett DDR (1967, V. Senatus Hann) en tweede moeder is de donkerbruine Asternfeier DDR (1963, V. Feierabend Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Neptun een afstamming met 40,6 % Hannoveraans bloed, 28,1 % Trakehner bloed en 11,7 % Engels volbloed.
Neptun is in 1976 goedgekeurd door het DDR stamboek. Hij is tot en met 1989 actief geweest in de fokkerij.

In Duitsland zijn 72 nakomelingen van Neptun geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 37.684 gewonnen.

 

 

9.1.2.  Alarm  Trak  DE 309090132470

 

Alarm Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met ee stokmaat van 168 cm. Hij is op 20 oktober 1970 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa. Kölsa ligt circa tien km ten zuiden van Herzberg in het zuidwesten van Brandenburg.
De hengst staat ook wel bekend onder de naam Alarm III.
Zijn moeder is de vos elite staatspremiemerrie Almut Trak (1957, V. Klingsor Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Altan II Trak (1977, V. Vers I Trak, zie hfdst. 9.4.1.2.), Altgold II Trak (1982, V. Opal Trak) en Anflug Trak (1985, V. Vers I Trak, zie hfdst. 9.1.4.).
Tweede moeder van Alarm is de zwartbruine Alraune Trak (1943, V. Pythagoras Trak).

Alarm is ingeteeld op de hengst Hirtensang Trak (1930, V. Parsival Trak), die zowel aan vaders- als aan moederskant een overgrootvader is van Alarm en daarmee een inbreng heeft van 25 % in zijn erfelijke eigenschappen.

Gerekend over acht generaties heeft Alarm een afstamming met 51,6 % Trakehner bloed en 39,1 % Engels volbloed.

Alarm is in september 1973 goedgekeurd voor de Trakehner fokkerij. Hij heeft van 1974 tot en met 1985 in toenmalig Oost-Duitsland gedekt. In de jaren 1986 – 1988 is hij ingezet op de Kirow stoeterij ten zuiden van Rostov aan de Don in het zuiden van Rusland en daarna is hij tot zijn dood in 1993 weer beschikbaar geweest in Oost-Duitsland.

De Sporthorse database noemt 81 nakomelingen van Alarm.

Dochter Soubrette V Trak, 1983, bruin, MV. Modus xx, is de moeder van de hengst Solferno Trak (1987, V. Kondor II Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner-, Rijnlandse- en het ZfdP stamboek.

Zeven zonen van Alarm zijn ingezet voor de fokkerij:
Veronal Trak (1975), Saffian Trak (1977), Versschmied Trak (1985), Parol Trak (1987), Long Deal Trak (1988), Sagar Trak (1988) en Obman Trak (1989).

De hengst Parol Trak (MV. Papirus Rustr) is in april 1987 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo in het zuiden van Rusland.
Parol is voor de fokkerij ingezet op de Agro Mir OOO stoeterij in Leningradskaja, dat circa 120 km ten westen van Voronovo tussen Rostov aan de Don en Krasnodar ligt.
Van Parol zijn zeven dochters en zeven zonen geregistreerd.

De hengst Obman Rustr (MV. Podvig Rustr) is gefokt door de Kirow stoeterij in Rusland en is voor de fokkerij gebruikt in Wit Rusland en Moldavië. Verder informatie over de hengst ontbreekt.

De overige zonen van Alarm die actief zijn geweest in de fokkerij worden hieronder in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

 

 

9.1.2.1.  Veronal  Trak  DE309090135875

 

Veronal Trak (V. Alarm Trak) is een in 1975 geboren vos hengst met een stokmaat van 160 cm.
De moeder van Veronal is de vos merrie Verone Trak (1956, V. Insgeheim Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Vers I Trak (1971, V. Neijahr Trak, zie hfdst. 9.1.4.), zijn broer Vers II Trak (1975, zie hfdst. 9.1.6.) en Versschmied Trak (1985, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.3.).
Tweede moeder van Veronal is de bruine Veronika Trak (1943, MV. onbekend).

Gerekend over acht generaties heeft Veronal een afstamming met 45,3 % Trakehner bloed, 27,3 % Engels- en Arabisch volbloed. Omdat van de afstamming van grootmoeder Veronika alleen bekend is dat het een als Trakehner gebrande merrie is, is 25 % van de afstamming van Veronal onbekend.

Veronal is van 1978 tot en met 1990 in voormalig Oost-Duitsland actief geweest in de fokkerij.
In Duitsland zijn 38 nakomelingen van hem geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 7.050.

 

 

9.1.2.2. Saffian Trak DE 309090266377

 

Saffian Trak (V. Alarm Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 5 juni 1977 geboren en is gefokt door VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Saffian is de vos merrie Sarina Trak (1965, V. Almanach Trak) en tweede moeder is de vos elitemerrie Ademona Trak (1961, V. Adonah xx).
Gerekend over acht generaties heeft Saffian een afstamming met 58,6 % bloed en 29,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Saffian is in september 1980 in Neustad/Dosse door het Berlijn-Brandenburgse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. Het Trakehner- en het Saksen-Anhalt stamboek hebben Saffian erkend.
Saffian is tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Zijn zonen Samur Berl-Brand (1983) en Sandsturm Berl-Brand (1985) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Samur (V. Disponent Meckl) heeft in de fokkerij geen rol gespeeld. Sandsturm wordt verderop in de tekst besproken.

In Duitsland zijn 89 nakomelingen van Saffian geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 26.083.

Saffian heeft een dressuurindex van 73 met een betrouwbaarheid van 70 %.

 

 

9.1.2.2.1.  Sandsturm Berl-Brand DE305054000385

 

Sandsturm Berl-Brand (V. Saffian Trak) is een schimmel hengst die in 1985 is geboren.
Zijn moeder is de schimmel Duftela Berl-Brand (1974, V. Diden Berl-Brand) en tweede moeder is de schimmel Minka Berl-Brand (1956, V. Minnesänger Westf).
De moederlijn van Sandsturm is grotendeels onbekend. Gerekend over acht generaties heeft Sandsturm een afstamming met ten minste 36,7 % Trakehner bloed, 28,1 % Hannoveraans bloed  en 8,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Sandsturm is in 1988 goedgekeurd door de stamboeken Saksen-Anhalt en Brandenburg-Anhalt en is tot en met 1992 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van de hengst zijn 26 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek, waarbij twee dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.

Daarnaast zijn 54 nakomelingen van Sandsturm geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 16.450 gewonnen.

 

 

9.1.2.3.  Versschmied  Trak DE 309090280285  

 

Verschmied Trak (V. Alarm Trak) is een vos hengst met een stokmaat van163 cm. Hij is in 1985 geboren en is gefokt door LPG Grosswaltersdorf, dat circa 15 km ten zuiden van Freiberg in Saksen ligt.
De moeder van Versschmied is de vos elite merrie Version Trak (1966, V. Polarkreis Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Vers I Trak (1971, V. Neujahr Trak, zie hfdst. 9.1.4.) en zijn broer Vers II Trak (1975, zie hfdst 9.1.6.).
Tweede moeder van Versschmied is de vos Verone Trak (1956, V. Insgeheim Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Veronal Trak (1975, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.1)

Vanaf de derde moeder is de moederlijn van Versschmied onbekend.
Gerekend over acht generaties heeft Versschmied een afstamming met 60,9 %  Trakehner bloed en 22,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Versschmied is goedgekeurd door het Trakehner- en het Berlijn-Brandenburgse stamboek en is van 1989 tot en met 1993 actief geweest in de fokkerij.

In Duitsland zijn negentien nakomelingen van Versschmied geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 2.044 gewonnen.

 

 

9.1.2.4.  Long Deal  Trak DE 304043007888

 

Long Deal Trak (V. Alarm Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 9 maart 1988  geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo, dat bij Tselina in het zuiden van Rusland ligt.
De hengst is bij zijn geboorte Parus genoemd en is bij de verkoop naar Duitsland omgedoopt in Long Deal.
De moeder van Long Deal is de bruine merrie Prjacha Rustr (1979, V. Hockey II Rustr) en tweede moeder is de bruine Prichot Rustr (1963, V. Piligrim Trak).
Prichot is ook de tweede moeder van de hengsten Poroh Trak (1981, V. Hosjain Trak) en Puch Tral (1983, V. Hockey II Rustr). Poroh is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en  Puch is goedgekeurd in Rusland.
Gerekend over acht generaties heeft Long Deal een afstamming met 58,6 % Trakehner bloed en 32,8 % Engels- en Arabisch bloed.

Long Deal is verkocht naar Duitsland en is van 1995 tot en met 1998 door Otto Becker (GER) en Jochen Fromberger (GER) in M-springconcoursen uitgebracht. Van 1999 tot juni 2005 is Jochen Fromberger met de hengst in de klasse S gestart. Long Deal heeft een winsom van € 24.768.

In oktober 2002 is Long Deal in Tasdorf goedgekeurd door het Trakehner- en het Brandenburgse stamboek en in november 2002 heeft het Oldenburgse stamboek Long Deal erkend voor de fokkerij.
Long Deal is tot en met 2012  beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Acht dochters van Long Deal zijn als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek. Eén dochter heeft het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

Van de zonen zijn Imago Trak (2006), Russian Deal Trak (2008) en Hippo’s Ritchie Valens Trak (2012) goedgekeurd.

De hengst Imago Trak (MV. Giorgio Armani Trak) is in oktober 2008 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. In de veiling na afloop van de keuring is Imago voor € 19.000 verkocht naar de Verenigde Staten.  Over zijn eventuele fokkerij-activiteiten is geen informatie bekend.

De hengst Russian Deal Trak (MV. Hockey II Rustr) is in februari 2011 in Münster-Handorf goedgekeurd door het Trakehner stamboek. De hengst is alleen in 2011 beschikbaar geweest voor de fokkerij, maar van hem zijn geen nakomelingen geregistreerd.

De hengst Hippo’s Ritchie Valens Trak (MV. Hockey II Rustr) is ingeteeld op de hengst Hockey II Rustr, die zowel grootvader als overgrootvader van de hengst is.
Ritchie Valens is in februari 2015 in Munster-Handorf goedgekeurd door het Trakehner stamboek, maar van de hengst zijn geen nakomelingem geregistreerd, In 2018 is Hippo’s Ritchie Valens door Stephanie Böhe (GER) in Strzegom uitgebracht in een CCI* wedstrijd, waarbij een vijftiende plaats is behaald.

In Duitsland zijn 21 nakomelingen van Long Deal geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 5.099.

 

 

9.1.2.5.   Sagar Rus Tr 246

 

Sagar  Rustr (V. Alarm Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 172 cm.
Hij is op 24 april 1988 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo, dat bij Tselina in het zuiden van Rusland ligt.
De moeder van Sagar is de bruine merrie Sasucha Rustr (1981, V. Hockey II Rustr). Zij is ook de moeder vam de hengst Zator Trak (1987, V. Traino Trak), die door het Trakehner stamboek is goedgekeurd.
Tweede moeder van Sagar is de zwartbruine Sabota Rustr (1972, V. Almanach I Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Saslon Rustr (1990, V. Sesam xx), die in Rusland is gebruikt in de fokkerij.
Gerekend over acht generaties heeft Sagar een afstamming met  tenminste 60,1
% Trakehner bloed en tenminste 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Sagar is voor de fokkerij ingezet op stoeterij Traken in Ivanovskoije, dat circa 100 km ten westen van Kursk in het westen van Rusland ligt.

Van Sagar zijn vijftien hengsten, veertien merries en twee ruinen geregistreerd.

 

 

9.1.3.  Freier  Trak  DE 309090131770

 

Freier Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1970 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa. Kölsa ligt circa tien km ten zuiden van Herzberg in het zuidwesten van Brandenburg.
De moeder van Freier is de vos elite merrie Freifahrt Trak (1965, V. Polarkreis Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Freisinn Trak (1972, V. Ralf Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksen-Thüringse stamboek.
Tweede moeder van Freier is de donkerbruine staatspremiemerrie Freya Trak (1951, V. Vegetariër Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Fasan Trak (1962, V. Altgesell Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Freier een afstamming met 54,7 % Trakehner bloed en 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Freier is in 1973 door het Trakehner stamboek goedgekeurd en is tot en met 1979 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Freier zijn in Duitsland 24 nakomelingen geregistreerd  als wedstrijdpaard.

Na 1979 is Freier naar Oostenrijk verkocht. Over eventuele fokkerij-activiteiten van Ferier in Oostenrijk is geen informatie beschikbaar.

 

 

9.1.4.  Vers I Trak DE 309090334571

 

Vers I Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is geboren in 1971 en is gefokt door LPG Grosswaltersdorf, dat circa 15 km ten zuiden van Freiberg in Saksen ligt.
Vers I  is een broer van de hengst Vers II Trak (1975, zie hfdst. 9.1.6.)
De  moeder van beide hengsten is de vos elite merrie Version Trak (1966, V. Polarkreis Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Versschmied Trak (1985, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.3.).
Tweede moeder van Vers I is de vos Verone Trak (1956, V. Insgeheim Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Veronal Trak (1975, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.1).
De moederlijn van Vers I is tot en met de grootmoeder bekend.
Gerekend over acht generaties heeft Vers I een afstamming met tenminste 52,3 % Trakehner bloed en tenminste 30.5 % Engels- en Arabisch volbloed.

Vers I is in 1974 goedgekeurd door het Saksische- en het Trakehner stamboek.
Hij is tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Drie dochters van Vers I zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Alternatieve Trak staatspremiemerrie, 1979, vos, MV. Ralf Trak, is de moeder van de hengst Adrian Trak (9186, V. Humbert Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Athene Trak, 1979, vos, MV. Ralf Trak, is de moeder van de hengst Topas-28 Trak (1988, V. Topas I Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Tsjechische stamboek en

Ostera Trak staatspremiemerrie, 1979, vos, MV. Ralf Trak, is de moeder van de hengst Ostermond Trak (1985, v. Atreus Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

De zonen Remus Trak (1976), Altan II Trak (1977), Veston Sachs (1979), Falkenstein Trak (1980), Anflug Trak (1985) en Verdi Brand (1987) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengsten Remus, Altan II, Veston en Falkenstein hebben meer dan vijftien geregistreerde nakomelingen en worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken. De fokkerijbijdragen van Anflug en Verdi zijn kleiner. Zij worden hieronder kort aangeduid.

De hengst Anflug Trak (MV. Karneol Trak) is in september 1988 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek. Hij is van 1989 tot en met 1991 actief geweest in de fokkerij. Vier dochters zijn als fokmerrie opgenomen in een Duits stamboek en zijn zoon Anfänger Berl-Brand (1990, MV. Gotland Hann) is goedgekeurd door het Berlin -Brandenburgse stamboek. Van Anfänger zijn zes wedstrijdpaarden geregistreerd. Die samen € 3.399 hebben gewonnen.
Van Anflug zijn dertien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 1.916 gewonnen.

De hengst Verdi Brand (MV. Sextant SA) is in 1990 goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek en is van 1991 tot en met 1993 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Verdi zijn zes wedstrijdpaarden geregistreerd, die samen € 5.229 hebben gewonnen.
Verdi is zelf van 1991 tot en met 2005 in dressuurwedstrijden uitgebracht, waarbij Daniele Weiland (GER) de hengst in de jaren 1999 – 2003 in S- dressuurwedstrijden heeft uitgebracht. Ook is enkele keren gestart in Prix St. George en Intermediair I wedstrijden. Verdi heeft een winsom van € 4.976.

In Duitsland zijn 71 nakomelingen van Vers I geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 31.320.

Vers I heeft een dressuurindex van 60 met een betrouwbaarheid van 78 %.

Vers I is in 1990 overleden.

 

 

9.1.4.1.  Remus Trak DE309090340476

 

Remus  Trak (V. Vers I Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1976 geboren en is gefokt door VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Remus is de bruine merrie Ricarda Trak (1970, V. Modus xx). Zij is ook de moeder van de hengst Remo Trak (1977, V. Opal Trak).
Tweede moeder van Remus is de vos Alaska Trak (1960, V. Albatsohn Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Remus een afstamming met tenminste 50 % Trakehner bloed en 36,7 % Engels volbloed.

Remus is in 1979 goedgekeurd door het Mecklenburgse- en het Trakehner stamboek. Hij is tot en met 1994 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 83 nakomelingen van Remus geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 12.034.

 

 

9.1.4.2.  Altan II Trak DE309090137877

 

Altan II Trak (V. Verso I Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1977 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Herzberg, dat in het zuidwesten van de Duitse deelstaat Brandenburg ligt.
De moeder van Altan II is de vos elite merrie Altea Trak (1971, V. Ralf Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Altgold II Trak (1982, V. Opal Trak) en ze is de tweede moeder van de hengst Adrian Trak (1986, V. Humbert Trak). Zowel Altgold II als Adrian zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Altan II is de vos staatspremiemerrie Almut Trak (1957, V. Klingsor Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Alarm Trak (1970, V. Neujahr Trak, zie hfdst. 9.1.) en tweede moeder van de hengst Anflug Trak (1985, V. Vers I Trak, zie hfdst. 9.1.4. xx).
Gerekend over acht generaties heeft Altan II een afstamming met 65,6 % Trakehner bloed en 18,8 % Engels volbloed.

Altan II is in september 1980 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het stamboek Berlijn-Brandenburg. Hij is tot en met 2000 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Twee dochters van Altan II zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Dakora Trak staatspremiemerrie, 1987, vos, MV. Kontinent xx, is de moeder van de hengst Dynamik II Trak (2001, V. Bardolino Trak), die is goedgekeurd door  het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek en

Darling VIII Trak, 1996, vos, MV. Ibar xx, is de moeder van de hengst Dramatiker Trak (2004, V. Bardolino Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek.

Zeven zonen van Altan II zijn goedgekeurd  voor de fokkerij:
Goldregen II Trak (1982), Griton Trak (1985), Freund Trak (1986), Lamarc Trak (1988). Grenzfall Trak (1989), Solar Trak (1989) en Allvar Meckl (1998).

De hengst Allvar Meckl (MV. Lomber Hann) heeft in de zomer van 2002 in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 111,63 punten (7e plaats) behaald voor de dressuur, 105,65 punten (8e plaats) voor het springen en 111,66 punten (6e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 21 hengsten meegedaan.
In december 2002 is Allvar in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. De hengst is in 2021 nog beschikbaar voor de fokkerij. Tot eind 2020 zijn vijf dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en zijn vijf nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 230 gewonnen.

De overige goedgekeurde zonen van Altan II worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

In Duitsland zijn van Altan II 93 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 49.673.

Altan II heeft een dressuurindex van 64 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 71 met een betrouwbaarheid van 81 %.

 

 

9.1.4.2.1.  Goldregen II Trak  DE309090144382

 

Goldregen II Trak (V. Altan II Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1982 geboren en is volgens gegevens van de Duitse overkoepelende paardenfokkerij-organisatie gefokt door Heinrich Reese uit Lemgo, dat 25 km ten oosten van Bielefeld in het noorden van Noordrijn-Westfalen ligt. Andere bronnen noemen echter de plaats Dixförda, dat in het oosten van Saksen-Anhalt ligt, als geboorteplaats van de hengst en dat lijkt meer waarschijnlijk dan Lemgo.

De moeder van Goldregen I is de vos elite merrie Gritta Trak (1968, V. Polarkreis Trak) en tweede moeder is de vos Grazie Trak (1963, V. Tertzky Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Goldregen II een afstamming met 70,3 % Trakehner bloed en 21,1 % Engels volbloed.

In de zomer van 1985 heeft de hengst in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij 113,50 punten heeft behaald. Van de 38 deelnemende hengsten is Goldregen II als negende geëindigd.
Goldregen II is in september 1985 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek en in oktober 1990 heeft het Trakehner stamboek de hengst erkend.

Op 29 februari 1992 is Goldregen II aan de gevolgen van een verkeersongeluk overleden.

Van Goldregen II zijn zestien dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek, waarbij één dochter het predicaat staatspremiemerrie heeft ontvangen.

In Duitsland zijn 34 nakomelingen van Goldregen II geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 10.693 gewonnen.

 

 

9.1.4.2.2.  Griton Trak  DE 309090283385

 

Griton Trak (V. Altan II Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1985 geboren en is gefokt door de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Griton is de vos merrie Grenzdirne III Trak (1970, V. Drusus Trak) en tweede moeder is de donkerbruine staatspremiemerrie Grenzmaid Trak (1958, V. Tertzky Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Griton een afstamming met 78,1 % Trakehner bloed en 10,2 % Engels volbloed.

In de zomer van 1989 heeft Griton in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, dat hij als tweede van 31 deelnemende hengsten heeft afgesloten.
Griton is in september 1989 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Trakehner-, het Berlijn-Brandenburgse-, het Brandenburg-Anhalt- en het Saksen-Anhalt stamboek.

Griton is van 1989 tot en met 1992 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn zestien dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek en drie dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie behaald.

In Duitsland zijn 36 nakomelingen van Griton geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 14.481.

 

 

9.1.4.2.3.  Freund Trak DE 309097100286

 

Freund Trak (V. Altan II Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is in 1986 geboren en is gefokt door de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Freund is de schimmel merrie Freundin Trak (1978, V. Ciecieruk Trak) en tweede  moeder is de vos elite merrie Feldwacht Trak (1958, V. Klingsor Trak).
Feldwacht is ook de moeder van de broers Fernruf Trak (1966. V. Polarkreis Trak), Fels Trak (1967) en Fellow Trak (1968). Bovendien is ze tweede moeder van de hengsten Feldhüter Trak (1969, V. Depozyt Trak), Falkenstein Trak (1980, V. Vers I Trak, zie 9.1.4.4.) en Feldjäger Trak (1994, V. Grossist Trak). Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Falkenstein is ook goedgekeurd door het Saksen-Anhalt stamboek.

Freund heeft in de zomer van 1989 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Hij heeft daarbij 102,07 punten behaald waarmee hij veertiende is geworden van de 31 deelnemende hengsten.
In september 1989 is Freund goedgekeurd door het Trakehner-, Saksische-, Saksen-Thüringse- en Brandenburgse stamboek.
Freud is van 1989 tot en met 2000 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Van de hengst zijn 23 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en één dochter heeft het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

In Duitsland zijn 40 nakomelingen van Freund geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 23.188.

 

 

9.1.4.2.4.  Lamarc Trak DE 309097349288

 

Lamarc Trak (V. Altan II Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1988 geboren en is gefokt door de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Lamarc is de bruine merrie Loretta Trak (1975, v. Monsum x) en tweede moeder is de donkerbruine Lolita Trak (1965, V. Tower Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Lamarc een afstamming met 53,9 % Trakehneer bloed en 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Lamarc is in februari 1991 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. In het najaar van 1991 heeft hij in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 104,14 punten (7e plaats) behaald voor de dressuur, 120,84 punten (4e plaats) voor het springen en 110,93 punten (6e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 21 hengsten deelgenomen.
In januari 1992 heeft het Trakehner stamboek Lamarc goedgekeurd.

Lamarc is tot en met 2002 op het Hauptgestüt Graditz beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Van 1992 tot augustus 2000 is Lamarc door Ronald Lüders (GER) van klasse B tot op Intermediair II-niveau in Duitsland uitgebracht in dressuurwedstrijden. De combinatie heeft een winsom van € 6.343.

Van Lamarc zijn 87 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en 23 dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

Vijf dochters van Lamarc zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

La Paloma Meckl, 1994, bruin, MV. Marlesko xx, is de moeder van de hengst Sanherib Meckl (2001, V. Sando Hit Oldbg), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek;

Dajana II Trak, 1996, bruin, MV. Kondor II Trak, is de moeder van de hengst  Dajan 60 Trak (2007, V. Poker E Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Lambada II Meckl, 1996, bruin, MV. Adriano Berl-Brand, is de moeder van de hengst Millennium Star (2016, V. Millennium Trak), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek;

Lyberia III Meckl (1999, MV. Grabensprong Hann) is de moeder van de hengst Don Liberty Meckl (2006, V. Dynamik II Trak, die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek en

Herzchen V Trak, 2000, vos, MV. Kondor II Trak, is de moeder van een anonieme Trakehner hengst (2004, V. Zigeunerheld xx), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek, maar niet actief is geweest in de fokkerij.

Lamarc’s zonen Labello Meckl (1996), Graf Lindenau Trak (1997), Lamado Meckl (1997) en Lord Ganschow Meckl (1999) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Labello wordt verderop in de tekst in een afzonderlijk hoofdstuk besproken. De andere zonen van Lamarc hebben weinig bijgedragen aan de fokkerij en worden hieronder kort aangestipt.

De hengst Graf Lindenau Trak (MV. Kondor II Trak) is in oktober 1999 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij heeft in het najaar van 2000 in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen waarbij hij 119,48 punten (6e plaats) heeft behaald voor de dressuur, 125,99 punten (3e plaats) voor het springen en 127,09 punten (2e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 28 hengsten meegedaan.
In januari 2001 is Graf Lindenau erkend door het Oldenburgse stamboek. De hengst is tot en met 2001 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn negen dochters als fokmerrie opgenomen in een stamboek en tien nakomelingen zijn geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 2.250.

De hengst Lamado Meckl (MV. Adriano Berl-Brand) is in november 1999 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Hij is alleen in 2000 beschikbaar geweest voor de fokkerij, maar er zijn geen nakomelingen van hem bekend. In het voorjaar van 2001 heeft Lamado in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 89,51 punten (22e plaats) behaald voor de dressuur, 117,19 punten (5e plaats) voor het springen en 101.35 punten (15e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 37 hengsten deelgenomen.

De hengst Lord Ganschow (MV. Adriano Berl-Brand) is in december 2001 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Hij heeft in de herfst van 2002 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een aanlegtest van 30 dagen, waarbij hij 7,40 punten scoorde voor de dressuur, 7,97 punten voor het springen en 7,77 punten voor zijn totale prestatie. Van de zeventien deelnemende hengsten is Lord Ganschow als vierde geëindigd. De hengst is in 2003 niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Van Lord Ganschow zijn twee dochters ingeschreven als fokmerrie en zijn drie nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.

In Duitsland zijn 126 nakomelingen van Lamarc geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 40.827 gewonnen.

Lamarc heeft een dressuurindex van 85 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 69 met een betrouwbaarheid van 89 %.

 

 

9.1.4.2.4.1.  Labello Meckl DE 327270286696

 

Labello Meckl (V. Lamarc Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is geboren in 1996 en is gefokt door mts. Mechthild Strümpfel en Dres Reinh uit Lohmen, dat circa 15 km ten zuiden van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren ligt.
De moeder van Labello is de schimmel merrie Attika Meckl (1989, V. Adriano Berl-Brand) en tweede moeder is de bruine merrie Amadine Meckl (1972, V. Anilin II Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Labello een afstamming met 34,4 % Trakehner bloed, 23,4 % Hannoveraans bloed en 25,0 % Engels- en Arabisch volbloed.

Labello is in november 1998 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Hij heeft in het najaar van 1999 in Redefin meegedaan aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen waarbij hij 123,57 punten (4e plaats) voor de dressuur heeft behaald, 98,93 punten (16e plaats) voor het springen en 117,19 punten (3e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 22 hengsten deelgenomen.

Labello is tot en met 2002 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Zeven dochters van Labello zijn als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en 18 nakomelingen zijn geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 3.840 gewonnen.

 

 

9.1.4.2.5.   Grenzfall Trak  DE 309097100489

 

Grenzfall Trak (V. Altan II Trak) is een vos hengst me een stokmaat van 165 cm. Hij is op 6 februari 1989 geboren en is gefokt door  de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Grenzfall is de vos staatspremiemerrie Gretchen V Trak prestatie (1982, V. Trafaret Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Glücksruf Trak (2009, V. Dramatiker Trak) en zijn broer Glücksruf II Trak (2011). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Glücksruf I is ook door de Zuidduitse stamboeken goedgekeurd.
Tweede moeder van Grenzfall is de vos Grenzdirne II Trak elite prestatie (1968, V. Drusus Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Gambler G Trak (1995, V. Marduc Trak), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse- en het ZfdP-stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Grenzfall een afstamming met 75,0 % Trakehner bloed en 11,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Grenzfall is in februari 1992 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse- en Brandenburgse stamboek. In het najaar van 1992 heeft hij in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij 98.25 punten (14e plaats) voor de dressuur heeft behaald; 106,04 punten (10e plaats) voor het springen en 102,15 punten (12e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 23 hengsten meegedaan.
In april 1996 heeft het Trakehner stamboek Grenzfall bij een keuring in Würzburg goedgekeurd.
Grenzfall is tot en met 2002 beschikbaar geweest voor de fokkerij en is in 2003 overleden.

Van Grenzfall zijn 38 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek. Vier dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

Zijn zoon Paulus Meckl (2001, MV. Herzzauber Trak) is in november 2003 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Hij heeft in het voorjaar van 2004 in Schlieckau deelgenomen aan een aanlegtest van 30 dagen. Daarbij heeft hij een waardering van 7,79 punten ontvangen voor de  dressuur. 8,23 punten voor het springen en 8,14 punten voor zijn totale prestatie.
In het najaar van 2005 heeft Paulus in Adelheidsdorf deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarbij heeft hij 89,65 punten (17e plaats) behaald voor de dressuur, 100,59 punten (15e plaats) voor het springen en 94,15 punten (15e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 32 hengsten deelgenomen.
Paulus is tot en met 2006 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Eén nakomeling van Paulus is geregistreerd als wedstrijdpaard.

In Duitsland zijn 42 nakomelingen van Grenzfall geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van €  6.248.

Grenzfall heeft een dressuurindex van 73 met een betrouwbaarheid van 81 % en een springindex van 87 met een betrouwbaarheid van 73 %.

 

 

9.1.4.2.6.  Solar  Trak  DE 309097100389  Elite

 

Solar Trak (V. Altan II Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 5 december 1988 geboren en is gefokt door de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Solar is de schimmelmerrie Sonnenblume VII Trak (1984, V. Trafaret Trak).
Tweede moeder is de schimmel Sonnenwende Trak (1970, V. Sturmwind Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Sonnenstrahl Trak (1979, V. Trafaret Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Solar een afstamming met 70,3 % Trakehner bloed en 13,3 % Engels- en Arabisch volbloed.

Solar is in november 1991 in Redefin goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek. Hij heeft in het najaar van 1992 in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij 122,98 punten (2e plaats) heeft behaald voor de dressuur, 119,98 punten (3e plaats) voor het springen en 123,38 punten (2e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 19 hengsten meegedaan.

In december 1994 is Solar goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en in januari 2002 is hij erkend door het Trakehner stamboek. In januari 2006 hebben het Brandenburgse- en het Saksen-Thüringse stamboek Solar goedgekeurd.
Solar is tot en met 2014 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Van Solar zijn 47 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en zes dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

Dochter Sonate W Meckl (1994, MV. Kojander Berl-Brand) is de moeder van de hengst Wertigo Oldbg (2002, V. Wind Dancer Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.

In Duitsland zijn 86 nakomelingen van Solar geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben tot en met 2020 samen een winsom van € 39.815.

Solar heeft een dressuurindex van 85 met een betrouwbaarheid van 77 % en een springindex van 68 met een betrouwbaarheid van 86 %.

 

 

9.1.4.3.  Veston  Sachs DE 305050139579

 

Veston Sachs (V. Vers I Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 5 december 1978.
De moeder van Veston is de merrie Garbita Sachs (1974, V. Disponent Meckl) en tweede moeder is Grille Meckl (1969, V. Gurt I Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Veston een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed, 33,6 % Trakehner bloed en 10,9 % Engels volbloed.

Veston is in 1982 goedgekeurd door het Saksische stamboek en is tot en met 1992 als “Landbeschaler” voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Moritzburg.

Het aantal dochters van Veston dat als fokmerrie is ingeschreven in een Duits stamboek is niet gepubliceerd.
Dochter Vafessa Sachs, 1990, vos, MV. Diabas I Meckl, is de moeder van de hengst Worlitz Sachs (1997, V. Weltstern Hann), die is goedgekeurd door het Saksische stamboek.

In Duitsland zijn 100 nakomelingen van Veston geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 38.002 gewonnen.

Veston heeft een dressuurindex van 95 met een betrouwbaarheid van 76 %.

 

 

9.1.4.4.  Falkenstein Trak  DE 309090271380

 

Falkenstein Trak (V. Vers I Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1980 geboren en is gefokt door de VEG Ganschow. Ganschow ligt circa acht km ten zuidwesten van Güstrow in Mecklenburg-Voorpommeren.
De moeder van Falkenstein is de vos merrie Felswand Trak (1972, V. Ontario Trak) en tweede moeder is de vos Feldwacht Trak (1958, V. Klingsor Trak).
Feldwacht is ook de moeder van de broers Fernruf Trak (1966. V. Polarkreis Trak), Fels Trak (1967) en Fellow Trak (1968). Bovendien is ze tweede moeder van de hengsten Feldhüter Trak (1969, V. Depozyt Trak), Feldjäger Trak (1994, V. Grossist Trak) en Freund Trak (1986, V. Altan II Trak, zie hfdts 9.1.4.2.3.). Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Freund is ook goedgekeurd door het Saksische stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Falkenstein een afstamming met 67,2 % Trakehner bloed en 13,3 % Engels- en Arabisch volbloed.

Falkenstein is in augustus 1983 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Trakehner-, het Saksische- en het Brandenburgse stamboek.
Hij is van 1984 tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Zestien dochters van Falkenstein zijn als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en 39 nakomelingen van Falkenstein zijn als wedstrijdpaard geregistreerd. De wedstrijdpaarden hebben samen een winsom van € 13.588.

 

 

9.1.5.  Ramon II Trak  DE 309090133572

 

Ramon II Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is in 1972 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa. Kölsa ligt circa tien km ten zuiden van Herzberg in het zuidwesten van Brandenburg.
De moeder van Ramon II is de schimmel elite merrie Ramona Trak (1960, V. Altgesell Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Ramses Trak (1971, V. Polarkreis Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek.
Tweede moeder van Ramon II is de zwarte Rally Trak (1945, V. Löwenherz Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Ralf Trak (1953, V.  Markwart Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en een succesvolle hengst is geweest in de Oost-Duitse fokkerij.
Gerekend over acht generaties heeft Ramon II een afstamming met 48,3 % Trakehner bloed en 39,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

Ramon II is in 1976 goedgekeurd door het DDR- en het Trakehner stamboek. Hij is van 1977 tot en met 1981 actief geweest in de fokkerij.
Van hem zijn zeventien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 14.460.

 

 

9.1.6.  Vers II  Trak DE 309090263275

 

Vers II Trak (V. Neujahr Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 8 december 1974 en is gefokt door LPG Grosswaltersdorf, dat circa 15 km ten zuiden van Freiberg in Saksen ligt.
Vers II  is een broer van de hengst Vers I Trak (1971, zie hfdst. 9.1.4.).
De  moeder van beide hengsten is de vos elite merrie Version Trak (1966, V. Polarkreis Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Versschmied Trak (1985, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.3.).
Tweede moeder van Vers I is de vos Verone Trak (1956, V. Insgeheim Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Veronal Trak (1975, V. Alarm Trak, zie hfdst. 9.1.2.1).
De moederlijn van Vers I is tot en met de grootmoeder bekend.
Gerekend over acht generaties heeft Vers I een afstamming met tenminste 52,3 % Trakehner bloed en tenminste 30.5 % Engels- en Arabisch volbloed.

Vers II is in de herfst van 1977 goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR stamboek. Hij is van 1978 tot en met 1998 als “Landbeschäler” voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt in Neustadt/Dosse.
In 1999 is Vers II gedood.

Van de hengst zijn een onbekend aantal dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek.

Twee dochters van Vers II zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Venus Meckl, 1980, schimmel, MV. Wespazjan Trak, is de moeder van de hengsten Kaiserwind SA (1997, V. Kolibri Meckl) en zijn broer Kornfink SA (1989).
Kaiserwind is goedgekeurd door het Saksisiche-, Berlijn-Brandenburgse-, Mecklenburgse- en Westfaalse stamboek en Kornfink door het Mecklenburgse stamboek en

Grenzmark Trak, 1982, MV. Karneol Trak, is de moeder van de hengst Koliander SA (1992, V. Kolibri Meckl), die is goedgekeurd door het Saksische- en het Berlijn-Brandenburgse stamboek.

Van Vers II is zijn zoon Orsini Trak (1984, MV. Humbert Trak) goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 83 nakomelingen van Vers II geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 19.912.

Vers II heeft een dressuurindex van 92 met een betrouwbaarheid van 72 %.

 

 

9.1.6.1.  Orsini  Trak  DE 309090279384

 

Orsini Trak (V. Vers II Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 28 januari 1984 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Bretsch. Bretsch ligt in het noorden van Saksen-Anhalt.
De moeder van Orsini is de bruine staatspremiemerrie Ostia III Trak (1976, V. Humbert Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Osterburg Trak (1971, V. Druse Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Orsini een afstamming met 60,2 % Trakehner bloed en 19,5 % Engels- en Arabisch bloed.

Orsini heeft in 1987 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek waarbij hij 107,80 punten heeft behaald. Van de 28 deelnemende hengsten heeft hij het onderzoek als elfde afgesloten.
Na afloop van het onderzoek hebben de stamboeken Brandenburg-Anhalt en Saksen-Anhalt Orsini goedgekeurd voor de fokkerij.

Van Orsini zijn 31 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek. Twee dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

In Duitsland zijn 61 nakomelingen van Orsini geregistreerd als wedstrijdpaard. Ze hebben samen een winsom van € 21.088.

Orsini heeft een dressuurindex van 93 met een betrouwbaarheid van 71 %.

 

 

10.  Immer Voran Trak DE 309090011033

 

Immer Voran Trak ( V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is geboren op 7 april 1933 en is gefokt door het Hauptgestüt Traklehnen.
Immer Voran was een typische Dampfross-zoon met veel hals en een wat gedrongen lichaam. Een sterk fundament met korte pijpen en uitstekende bewegingen.

De moeder van Immer Voran is de vos merrie Immer Lustig Trak ( 1916, V. Polarfischer Trak) en tweede moeder is de bruine Irmintraut Trak (1909, V. Red Prince II xx).
Gerekend over acht generaties heeft Immer Voran een afstamming met 51,6 % Engels-en Arabisch volbloed en 33,6 % Trakehner bloed.

Immer Voran heeft in 1935 en 1936 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Daarbij is de stap van de hengst gewaardeerd als goed, de draf als voortreffelijk en de galop als zeer goed. Ook de conditie en het temperament van immer Voran zijn zeer goed.
In de jaren 1937 – 1939 is Immer Voran op het Landgestüt Georgenburg  (thans Chern’achovsk in de oblast Kaliningrad) beschikbaar gesteld voor de fokkerij en vanaf 1940 heeft hij op het Landgestut Braunsberg (thans Braniewo aan de Oostzeekust in Polen) gestaan.

In de herfst van 1944 is hij met de “grote trek” te voet vanuit Braniewo meegegaan naar het Landgestüt Redefin in Mecklenburg. Daar is hij verkocht aan het Duitse leger.
In 1949 is hij vanuit Königsberg (thans Kaliningrad) naar Zweden verkocht. Volgens gegevens uit de database All Breed Pedigrees had de hengst diverse littekens van wonden door granaatsplinters.
In Zweden heeft Immer Voran 57 merries gedekt. Daarna is de hengst naar (West-) Duitsland gegaan. In 1952 is hij afgevoerd.

De zonen Immer SWB (1951) en Imperator Trak (1951) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

10.1. Immer  SWB 359

 

Immer SWB (V. Immer Voran Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is geboren in 1951 en is gefokt door Arvid Aaby-Ericsson uit Alvesta, dat vijftien km ten westen van Växjö in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Immer is de schimmel merrie Eroïca SWB (1944, V. Eros Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Negresco  SWB (1948, V. Nigro).
Tweede moeder is de schimmel Judit Shagya (1931, V. Mersuch I ox). Zij is ook de moeder an de hengst Nerox ox (1938, V. Nigro) en ze is de tweede moeder van de hengst Achmed SWB (1945, V. Jago Hann). Zowel Nerox ox als Achmed zijn goedgekeurd door het Zweedse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Immer een afstamming met 58,6 % Engels- en Arabisch volbloed en 32,0 % Trakehner bloed.

Immer is in 1954 goedgekeurd door het Zweedse stamboek. Hij is tot zijn dood in 1974 beschikbar geweest voor de fokkerij. Van Immer zijn in Zweden 249 nakomelingen geregistreerd.

Acht dochters van Immer zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Ilka SWB, 1956, MV. Nigro, is de moeder van de hengst Hickory SWB (1972, V. Herzog SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Aya SWB, 1963, schimmel, MV. Tasso SWB, is de moeder van de hengst Gandalf Gra SWB (1969, V. Jovial SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Ixora SWB, 1967, vos,  MV. Drabant SWB, is de moeder van de hengst Magi SWB (1976, V. Herkules SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Netti SWB, 1967, schimmel, MV. Odeon SWB, is de moeder van de hengst Bratin SWB (1973, V. Brabant SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Irma SWB, 1968, bruin, MV. Niarchos SWB, is de moeder van de hengst Lombard SWB (1975, V. Emalj SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Schallet SWB, 1968, schimmel, MV. Novarro SWB, is de moeder van de hengst Silvan SWB (1974, V. Ceylon SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek;

Constance SWB, 1969, MV. Hyperbole xx, is de moeder van de hengst Unruh SWB (1983, V. Lambert SWB), die is goedgekeurd door het Zweedse stamboek en

Lisette SWB elite, 1969, bruin, MV. Lansiar SWB, is de moeder van de hengst Xet SWB (1984, V. Rex SWB), die is goedgekeurd.

Immer’s zoon Filosof SWB (1969, MV. Salvator SWB) is door het Zweedse stamboek goedgekeurd, maar heeft in de fokkerij geen rol gespeeld.

 

 

10.2.   Imperator Trak DE 309092011151 / Imperium 360 SWB

 

Imperator Trak (V. Immer Voran Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 158 cm. Hij is op 20 juni 1951 geboren en is gefokt door Arvid Aaby-Ericsson uit Alvesta, dat vijftien km ten westen van Växjö in het zuiden van Zweden ligt.
De moeder van Imperator is de donkerbruine merrie Tonga Trak (1938, V. Masaniello xx) en tweede moeder is de bruine Tonart Trak (1927, V. Löwenjäger O.Pr.).
Gerekend over acht generaties heeft Imperator een afstamming met 57,8 % Engels volbloed en 33,6 % Trakehner bloed.

Imperator is onder de naam Imperium in 1954 goedgekeurd door het Zweedse stamboek en heeft in 1954 en 1955 gedekt in Zweden. Daarna is de hengst verkocht naar Duitsland, waar hij tot en met 1966 op een dekstation in Beieren beschikbaar is geweest voor de fokkerij.

In Zweden zijn drie dochters van Imperium geregistreerd, waarvan er twee als fokmerrie zijn ingeschreven in het Zweedse stamboek.
In Duitsland zijn volgens de database van Sporthorsedata 28 nakomelingen geregistreerd, waaronder de goedgekeurde hengsten Altgold Trak (1959) en Amphitrion Trak (1961).

Altgold wordt verderop in de tekst in een apart hoofdstuk besproken.
Zijn broer Amphitrion Trak (MV. Lapis x) is goedgekeurd door het Trakehner- en het Baden-Württembergse stamboek en is van 1964 tot en met 1967 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn dertien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 10.837 gewonnen. Zijn zoon Amor Badwu (1967, MV. onbekend) is door het Baden-Württembergse stamboek goedgekeurd voor de fokkerij, maar heeft daarin geen rol gespeeld.

Imperator’s dochter Luna IV Trak, 1962, bruin, MV. Ernest Trak, is de moeder van de hengst Lumpazi Trak (1971, V. Patron Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

In Duitsland zijn 17 nakomelingen van Imperator geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 384 gewonnen.

 

 

10.2.1.  Altgold  Trak  DE 309090001559

 

Altgold Trak (V. Imperator Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 16 mei 1959 geboren en is gefokt door Walter Schmidt – Salzmann uir Salach, dat met ten oosten van Göppingen in Beieren ligt.
Altgold is een broer van de hengst Amphitrion Trak (1961).
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Amsel x (1947, V. Lapis x). Zij is een zuster van de hengst Burnus x (1948).
Tweede moeder van Altgold en Amphitrion en moeder van Burnus x is 68 Fenek V Kisber (1939, V.  Fenek V Kisber).
Gerekend over acht generaties heeft Altgold een afstamming met 75,0 % Engels- en Arabisch volbloed en 19,5 % Trakehner bloed.

Altgold is in 1962 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Ook het Hessische stamboek heeft Altgold goedgekeurd.
De hengst is tot en met 1973 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Zijn zoon Altist Hess (1964) is goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 71 nakomelingen van Altgold geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 18.686.

 

 

10.2.1.1.  Altist Hess  DE 361610026564

 

Altist Hess (V. Altgold Trak) is in 1964 geboren en is gefokt door Paul Brinkmann uit Rotenburg an der Fulda, dat circa 35 km ten zuiden van Kassel in het oosten van Hessen ligt.
De moeder van Altist is de merrie Schwester Hess (V. Almstolz Westf). De verdere moederlijn is onbekend.

Altist is in 1967 goedgekeurd door het Hessische stamboek en is tot en met 1972 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 39 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.
Zij hebben samen € 21.661 gewonnen.

 

 

11.  Semper Idem Trak  DE 309090020234  

 

Semper Idem Trak (V. Dampfross Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 5 december 1933 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Semper Idem is een broer van de hengst Semmering Trak (1932), die weinig heeft bijgedragen aan de fokkerij.
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Semendria Trak (1927, V. Parsival Trak) en tweede moeder is de bruine Sultanine Zwion Trak (1911, V. Metellus xx).
Sultanine Zwion is ook de moeder van de hengst Sultan Trak (1931, V. Pilger Trak) en tweede moeder van de broers Suleiman Trak (1937, V. Pythagoras Trak) en Suomar Trak (1940). Alle drie hengsten zijn gebruikt in de Trakehner fokkerij.
Gerekend over acht generaties heeft Semper Idem een afstamming met 57,8 % Engels- en Arabisch volbloed en 23,4 % Trakehner bloed. In de achtste generatie is 14,1 % van de afstamming onbekend.

Semper Idem leek in type meer op zijn moedersvader Parsival dan op zijn vader Dampfross. Hij was volgens de rapportages een mooie hengst met grote lijnen en een voornaam uiterlijk. Hij had een correct fundament en had, zowel in stap als in draf, een uitstekende houding en beste manieren. De stand van de voorbenen was steil en dat heeft hij, vooral in de Hannoveraanse fokkerij, ook aan zijn nakomelingen doorgegeven.

Semper Idem heeft in 1936 en 1937 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van een jaar. Vastgelegd is dat de stap en galop van de hengst zeer goed waren en dat de draf voortreffelijk was. Ook zijn conditie en temperament waren beide zeer goed.

In 1938 is Semper Idem vanuit het Landgestüt Georgenburg (thans Chern’achovsk) op het dekstation Blokkinnen geplaatst en van 1939 tot en met 1943 is hij als fokhengst ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen.
In de herfst van 1944 is Semper Idem geëvacueerd naar het Landgestüt Neustadt/Dosse en op 6 april 1945 is hij overgebracht naar het Landgestüt Celle. Van 1946 tot 1951 is hij door het Landgestüt Celle beschikbaar gesteld voor de fokkerij en van 1952 tot zijn dood is hij als huurhengst ingezet op de Trakehner stoeterij in Schmoel in Sleeswjk-Holstein.
Op 26 april 1954 is Semper Idem wegens een nierziekte gedood.

De All Breed Pedigree database noemt 46 nakomelingen van Semper Idem waaronder 16 goedgekeurde hengsten:
Alkazar Trak (1940), Halloh Trak (1940), Heilruf Trak (1940), Heydebrand Trak (1940), Julian Trak (1940), Albaniër Trak (1941), Hasso Trak (1941), Heidesand Trak (1941), Herero Trak (1941), Held Trak (1943), Heretyk Trak (1943), Moskit Trak (1943), Moselwein Trak (1944), Safir Trak (1944), Senator Trak (1951) en Mandarin Trak (1955).

De hengst Alcazar Trak (MV. Strudel xx) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Mariënwerder (thans Kwidzyn, dat 100 km  ten zuiden van Gdansk in Polen ligt) gestaan. Wat er daarna met Alcazar is gebeurd is niet bekend.

De hengst Halloh Trak (MV. Parsival Trak) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Georgenburg (thans Chern’achovsk) gestaan en is geëvacueerd naar het Landgestüt Moritzburg dat bij Dresden in Saksen ligt. Vervolgens is de hengst te voet naar het Landgestüt Celle gebracht, waar hij in augustus 1945 door het Britse leger in beslag is genomen.

De hengst Heilruf Trak (MV. Poseidon Trak) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Gnesen (thans Gniezno, dat 50 km ten noordoosten van Poznan in Polen ligt) gestaan. Bij de vlucht naar het westen is de hengst achtergebleven in de Heeresreitschule Krampnitz bij Potsdam.

De hengst Heydebrand Trak (MV. Cancara Trak) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Bogulaswice (30 km ten zuidoosten van Lódz in Polen) gestaan. Wat er daarna met de hengst is gebeurd is niet bekend.

De hengst Julian Trak (MV. Kormoran Trak) heeft vanaf 1943 op het Landgestüt Janow Podlaski (tegenwoordig in het oosten van Polen) gestaan. Wat er daarna met de hengst is gebeurd is niet bekend.

De hengst Albaniër Trak (MV. Strudel xx) heeft in 1944 op het Landgestüt Marienwerder, (thans Kwidzyn, dat 100 km  ten zuiden van Gdansk in Polen ligt) gestaan. Wat er daarna met de hengst is gebeurd is niet bekend.

De hengst Hasso Trak (MV. onbekend) heeft in 1944 op het Landgestüt Georgenburg (thans Chern’achovsk) gestaan en is geëvacueerd naar het Landgestüt Neustadt/Dosse in Brandenburg. Van daar is hij door de Russische troepen overgebracht naar de Kirow stoeterij yen zuiden van Rostov aan de Don in het zuiden van Rusland. Verder informatie over de hengst ontbreekt.

De hengst Heidesand Trak (MV. Cancara Trak) heeft in 1944 op het Landgestüt Georganburg (Chern’achovsk) gestaan en is in augustus 1944 voor 5000 Reichsmark verkocht aan de Duitse stoeterijorganisatie Wathegau. Dat betrof een nazi-organisatie die de paardenfokkerij in het in 1939 door Duitsland geannexeerde westelijke deel van Polen naar Duits model moest organiseren. Wat er verder met Heidesand is gebeurd is niet bekend.

De hengst Herero Trak (MV. Poseidon Trak) is geëvacueerd naar het Landgestüt Celle en heeft daar in 1946 ter dekking gestaan. Hij is in 1947 overgeplaatst naar het Landgestüt Traventhal bij Bad Sageberg in Holstein en is in de loop van 1947 wegens onvruchtbaarheid gecastreerd.

De hengst Held Trak (MV. PuritanerTrak) is als jaarling van het Hauptgestüt Trakehnen geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück in het zuidoosten van Nedersaksen. In 1947 en 1948 is hij voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt in Celle. In 1949 is Held verkocht naar Zweden, waar hij in 1949 ter dekking heeft gestaan. In 1950 heeft Held in  Finland gedekt en is daarna weer terug gegaan naar Zweden. Hij is in 1951 gedood. In Zweden zijn twee nakomelingen van Held geregistreerd en in Finland dertien.

De hengst Heretyk Trak (MV. Poseidon Trak) is als jaarling van het Hauptgestüt Trakehnen geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück in het zuidoosten van Nedersaksen. Hij is vervolgens naar Polen gegaan en in 1946 afgevoerd. Volgens de Poolse database Bazakoni.pl is in 1958 nog een nakomeling van hem geboren.

De hengst Moskit Trak (MV. Poseidon Trak) wordt in hoofdstuk 11.1. besproken.

De hengst Moselwein Trak (MV. Poseidon Trak) is als veulen van het Hauptgestüt Trakehnen geëvacueerd naar het Landgestüt Labes (thans Lobez, dat circa 75 km ten oosten van Szczecin in Polen ligt). Vervolgens is Moselwein overgebracht naar het Landgestüt Perlin, dat ruim tien km ten westen van Schwerin in Mecklenburg-Voorpommeren ligt.
In 1945 hebben de Russische troepen Moselwein naar de Kirow-stoeterij ten zuiden van Rostov aan de Don in Rusland gebracht. Verdere informatie over Moselwein ontbreekt.

De hengst Safir Trak (MV. Poseidon Trak) is net als Moselwein via Labes en Perlin op de Kirow-stoeterij in Rusland terecht gekomen. Neder informatie over de hengst is niet bekend.

De hengst Senator Trak (MV. Alljeder Trak) wordt besproken in hoofdstuk 11.2.

De hengst Mandarin Trak (MV. Perserfürst Trak) is in 1957 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is in 1958 op de stoeterij Hunnesrück door het Trakehner stamboek aan geboden voor de fokkerij. De hengst bleek echter onvruchtbaar.

Drie dochters van Semper Idem zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Osignora Hann preferent, 1950, vos, MV. Detektiv Hann, is de moeder van de hengst Flaneur Sgldt (1964, V. Apollo Sgldt), die door het VLN is goedgekeurd;

Herbstlicht Trak, 1954,  bruin, MV. Bussard Trak, is de moeder van de hengsten Kongo Trak (1958, V. Komet Trak) en zijn broer Herbstglanz Trak (1961), die beiden zijn  goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Fiona Trak, 1955, vos, MV. Gondolier Trak, is de moeder van de hengst Fiothor Trak (1972, V, Thor Trak), die is goedgekeurd door het Hessische stamboek.

 

 

11.1.  Moskit Trak  DE 309090111543

 

Moskit Trak (V. Semper Idem Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 158 cm. Hij is op 14 maart 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Oorspronkelijk heeft de hengst de naam Moltke gekregen, maar later is dat gewijzigd in Moskit.
De moeder van Moskit is de vos merrie Molina Trak (1938, V. Poseidon Trak) en tweede moeder is de vos Modesta Trak (1934, V. Hirtensang Trak). Modesta is ook de moeder van de hengst Modekönig Trak (1943, V. Hyperion Trak), die is ingezet in de Trakehner fokkerij.
Gerekend over acht generaties heeft Moskit een afstamming met 47,7 % Engels- en Arabisch volbloed en 41,4 % Trakehner bloed.

Moskit is als jaarling in 1944 vanuit het Hauptgestüt Trakehnen geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück, die in het zuidoosten van Nedersaksen ligt. Enige tijd later is hij naar Polen gegaan, waar hij eigendom is geworden van het voormalige Landgestüt Braniewo. In 1951 en 1952 is hij voor de fokkerij beschikbaar gesteld op een hengstenstation in Warniki en in de jaren 1953 -1959 heeft hij op een dekstation in Liski, dat 50 km ten oosten van Braniewo en enkele kilometers van de grens met de Russische oblast Kaliningrad ligt, gestaan.

Volgens de Poolse database Bazakoni.pl zijn in de jaren 1950 – 1960 43 nakomelingen van Moskit geregistreerd. Alle nakomelingen zijn vastgelegd door het Wielkopolska stamboek.

Twee zonen van Moskit, die beide zijn gefokt door de Poolse staatsstoeterij in Liski, zijn actief geweest in de Poolse fokkerij.

De hengst Drusus WLKP (1958, MV. Polarstern Trak) is van 1964 tot en met 1974 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn tien nakomelingen geregistreerd.

De hengst Hyacint WLKP (1960, MV. Polarstern Trak) is van 1964 tot en met 1968 actief geweest als hengst. Van hem zijn negen nakomelingen geregistreerd.

 

 

11.2.  Senator  Hann  DE331310389851

 

Senator Hann (V. Semper Idem Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm.
Hij is in 1951 geboren en is gefokt door Heinrich von Allwörden uit Balje, dat ruim 30 km ten noorden van Stade in het noorden van Nedersaksen ligt.

De moeder van Senator is de vos staatspremiemerrie Allerweltskleid Hann (1947, V. Alljeder I Hann) en tweede moeder is de vos Dolmade Hann (1941, V. Dolman Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Senator een afstamming met 43,0 % Hannoveraans bloed, 27,3 % Engels- en Arabisch volbloed en 22,7 % Trakehner bloed.

Senator is in 1953 goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Later hebben ook het Rijnlandse-, Rijnland-Palts-Saar- en het Mecklenburgse stamboek Senator toegelaten tot hun fokkerijen.

Senator heeft in 1955 in Westercelle deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Van de 26 deelnemende hengsten is hij als vierde geëindigd.

Hij is tot en met 1973 beschikbaar geweest voor de fokkerij en is daarna afgevoerd.

Van Senator zijn in Duitsland 134 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek, waarbij 25 dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.

Tien dochters van Senator zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en drieëndertig zonen van Senator zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 174 nakomelingen van Senator geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 115.941.

Voor uitgebreide informatie over Senator en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Senator Hann op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

Afgesloten op 24 februari 2022

Back To Top