skip to Main Content

1864 (Newminster xx x Tadmor xx)

 

 

Samenvatting


De Engels volbloedhengst Hermit xx is de stichter van een hengstenlijn die vanaf 1887 met de geboorte van de hengst Heaume xx door de adellijke Franse bankiersfamilie Baron de Rothchild op Haras de Meautry in Touques in stand is gehouden en is uitgebouwd. Vanaf de zestiger jaren in de 20e eeuw hebben hengsten uit deze lijn een rol gespeeld in de Europese rijpaardfokkerij.

Zo is de hengst Talisman xx (1955) in Nederland goedgekeurd en zijn acht van zijn zonen ook ingezet voor de fokkerij. Helaas moet anno 2021 worden vastgesteld dat Talisman xx en zijn zonen volop kansen hebben gehad maar dat zij nauwelijks sportpaarden van enige betekenis hebben gebracht en ook in de fokkerij geen blijvende invloed hebben kunnen realiseren.

De hengst Genet d’Or SF (1950) is in Frankrijk ingezet voor de fokkerij. Zijn zoon Numidor SF heeft een geringe bijdrage aan de Franse fokkerij geleverd.

De hengst Eratosthenes xx (1957) is helaas maar kort voor de fokkerij beschikbaar geweest, maar heeft in die paar jaren wel diverse goede springpaarden gebracht. Zijn twee goedgekeurde zonen hebben echter nauwelijks iets aan de fokkerij kunnen toevoegen.

  

 

.Voorkomen en afstamming

Hermit Hermit

Hermit xx is een kleine, vos  hengst met een stokmaat van 157 cm. Hij had een smalle bles en was goed geproportioneerd maar vrij tenger gebouwd. Hermit xx is in 1864 geboren en is gefokt door William Blenkiron van de Middle Park Stud in Kent.

Op de website Thoroughbred Heritage (tbheritage.com) is een portret van Hermit xx, geschreven door Elizabeth Martiniak, gepubliceerd. Delen van dat portret zijn in onderstaand artikel verwerkt.

 

 

Vader

De vader van Hermit is de prachtig gefokte hengst Newminster xx (1848). Hij was van de hengst Touchstone xx, die acht klassieke winnaars heeft gebracht, en zijn moeder was het buitengewoon goede renpaard Bees Wing xx (1933, V. Dr. Syntax xx).
Newminster xx won in 1951 de St. Leger, maar heeft verder een tamelijk teleurstellende rencarrière. Diverse lichamelijke problemen, zoals slechte voeten en gebitsproblemen, hebben daar een rol bij gespeeld.
Als fokhengst heeft Newminster xx beter gepresteerd. Hij heeft drie klassieke winnaars gebracht en was leidend vaderpaard in Brittannië in 1859 en 1863 (Het Verenigd Koninkrijk en Ierland waren tot 1917 één land).


Moeder

 

Mocht Hermit’s vader van gegoede komaf zijn, zijn moeder Seclusion xx (1857, V. Tadmor xx) kwam uit een stam die generaties lang niet één opvallend paard had voortgebracht.
Zelf had Seclusion xx tot de geboorte van Hermit xx zes rennen en £ 2.215 gewonnen en ze had als fokmerrie een paar veulens gebracht. Later heeft ze een dochter gekregen die tweede is geworden in de Thousand Guineas terwijl een andere dochter, Reticence xx (1874) als fokmerrie moeder van een winnaar van de Thousand Guineas is geworden en ook vierde moeder is van de succesvolle hengst Son-in-Law xx (1911, V. Dark Ronald xx).

Sportcarrière

 

Hermit xx is als veulen voor 1.000 guineas op de jaarlijkse veulenveiling verkocht aan Henry Chaplin. Die bracht Hermit xx naar Bedford Cottage in Newmarket, dat het entrainement was van de gebroeders Bloss en hun manager Captain James Machell.
In 1966 toonde Hermit xx meteen in zijn eerste rennen dat hij een talent had als renpaard. Hij werd in zijn eerste ren tweede en won in Bath zijn tweede ren. In zijn derde ren, de Woodcote Stakes op Epson, werd Hermit xx tweede, maar versloeg daarbij wel de merrie Achievement xx, die een zuster was van de “triple-crown” winnaar Lord Lyon xx en als tweejarige elf van haar dertien rennen won. Daarna won Hermit xx een ren op Ascot en twee rennen op de in 1898 gesloten renbaan in Stockbridge.

De rencarrière van Hermit xx als driejarige is overschaduwd door een societyschandaal waar zijn eigenaar in 1864 in betrokken raakte en dat in de Derby van 1867 zijn droevige hoogtepunt kreeg.

Henry Chaplin, de eigenaar van Hermit xx, erfde in 1861 op 21-jarige leeftijd diverse landgoederen in Lincolnshire. Daarnaast was hij eigenaar van renpaarden en zat hij van 1868 tot 1916 voor de Conservatieve Partij in het Engelse Lagerhuis. Ook vervulde hij een vooraanstaande positie in de Jockey club, de ren-organisatie in Engeland.
Hij was in 1862 verloofd met Lady Florence Paget, dochter van de 2e Markies van Anglesey. Het paar was onder andere bevriend met de Prince of Wales en zou in 1864 gaan trouwen.
Lady Paget was echter stiekem verliefd geworden op Chaplin’s beste vriend Henry Rawden-Hastings, de 4e Markies van Hastings. Hastings had in 1963 een fortuin geërfd en verbraste dat aan een extravagante levensstijl, aan de aanschaf van dure renpaarden en aan het wedden met enorme sommen geld.
De dag voor de voorziene bruiloft van Chaplin en Lady Paget, trouwde Paget heimelijk met Hastings en liet dat de volgende dag per brief aan Chaplin weten.
Het veroorzaakte een enorm societyschandaal in Londen.

In de jaren daarop kwamen Chaplin en Hastings elkaar op de renbaan regelmatig tegen, waarbij het duidelijk was dat tussen beide voormalige vrienden een behoorlijke rivaliteit bestond.

In 1867 had Captain James Machell zelf een favoriet voor de Two Thousand Guineas en zou om die reden hebben voorkomen dat Hermit xx in die klassieke ren zou starten.
De eerste ren voor Hermit xx als driejarige was daarmee de Epsom Derby. Twee weken voor de Derby kreeg Hermit xx tijdens de training echter een bloedneus, waardoor het twijfelachtig werd of hij wel zou kunnen starten. Overigens waren bloedneuzen familiekwalen bij zowel de vader als de moeder van Hermit xx.
Hermit xx werd twee weken lang op stal vastgezet waarbij zijn neus zo hoog mogelijk werd gehouden. Dat werd kennelijk gedaan om de druk op de bloedvaten in de neus  zo laag mogelijk te houden. Een paar dagen voor de Derby had Hermit xx geen last meer van de bloedneus en presteerde hij goed in de training. De bloedneusproblemen bij Hermit xx waren echter bekend bij het publiek en vooral bij degenen die weddenschappen afsloten op de uitslag van de Derby.

Op de dag van de Derby was het koud en somber en vielen er zware sneeuwbuien. De tenger gebouwde Hermit xx stond te rillen toen zijn deken van hem werd afgehaald. Ondanks zijn goede afsluitende training stond hij door de bloedneusproblemen bij de bookmakers voor 1000/15.
Aan de Derby namen dertig paarden deel, waaronder Uncas xx (1864, V. Stockwell xx) die eigendom was van Hastings.
Na tien (!) valse starts begon de Derby een uur later dan gepland en kwam Hermit xx in de laatste meters op kop en won met een halslengte. Uncas xx bleef ongeplaatst.

Chaplin en Machell hadden bij de bookmakers zwaar ingezet op Hermit xx. Chaplin won £ 100.000 en ook Machel won een fortuin. Hastings had grof op zijn eigen paard gespeeld en verloor £ 100.000. (Een bedrag van £ 100.000 in 1867 vertegenwoordigt in 2021 een waarde van circa € 10 miljoen). Bovendien was Hastings vanwege onderlinge weddenschapen nog £ 20.000 schuldig aan Chaplin, maar die gaf aan dat Hastings de betaling daarvan mocht uitstellen totdat het hem paste.

Hastings verdiende in de maanden daarna nog veel geld met weddenschappen en zijn paard The Earl xx won de Grand Prix de France en verschillende rennen op Ascot. Bij de Derby 1868 zette hij zwaar in op zijn merrie Lady Elizabeth xx, die door een veel te hoge belasting als tweejarige bij goed management nooit in de Derby had moeten starten. Hastings verloor opnieuw veel geld. Hij stierf in de zomer van 1868 op 26-jarge leeftijd als een berooid man. Zijn weduwe trouwde later Sir George Chetwynd. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters.

Na de Derby won Hermit op Ascot de Biennial Stakes en de St. James Palace Stakes (1600 m.) en daarna werd hij tweede in de Doncaster Cup (3600 m).
In 1868 is Hermit xx nog in vijf rennen gestart maar verder dan twee tweede plaatsen is hij niet gekomen.
In totaal startte hij in 23 rennen, waarvan hij er acht won en negen keer tweede werd.

 

Fokkerijcarrière

Hermit xx is van 1870 tot en met 1890 op Chaplin’s stoeterij Blankney in Lincolnshire beschikbaar geweest voor de fokkerij en bleek een uitstekende fokhengst te zijn, Hij is van 1880 tot en met 1886 zeven jaar lang leidend vaderpaard in Brittannië geweest.
Hij leverde met Thebais xx (1878), haar zuster S., Marguerite xx (1879), Shotover xx (1870), St. Blaise xx (1880) en Lonely xx (1882) vijf klassieke winnaars.
Thebais xx en St. Marguerite xx wonnen de Thousand Guineas, Shotover xx en St. Blaise xx wonnen beide de Epsom Derby en  St. Blaise xx is daarna een zeer succesvolle fokhengst geworden in de Verenigde Staten en Lonely xx won de Oaks.

Volgens de Thoroughbred Database bracht Hermit xx 267 geregistreerde nakomelingen.
Voor de rijpaardfokkerij zijn onder andere de zonen Gunnersbury xx (1876), Tristan xx (1878), St, Mirin xx (1883) en Heaume xx (1887) van belang geweest.

Gunnersbury  xx (MV. Kim Tom xx) is vader van de hengst Moeros xx(1886), die in Trakehnen als “Hauptbeschäler” is ingezet. Zijn zoon Habakuk Trak (1897) komt onder ander voor in de afstamming van de hengsten Aquavit Trak (1951), Karaat NWP (1962) en Idool KWPN (1967).

Tristan xx (MV. Stockwell xx) is de moedersvader van de hengsten Chaucer xx (1900) en Swynford xx (1907), die beiden een rol hebben gespeeld in de rijpaardfokkerij.

St. Mirin xx (MV. Brother to Strafford xx) is de grootvader van de hengst Pretal xx (1917) en die is de moedersvader van de Trakehner hengst Famulus (1938).

Heaume xx wordt besproken in hoofdstuk 1.

Van de dochters van Hermit xx moeten Moorhen xx (1873), St. Marguerite xx (1879) en Novitiate xx (1882) worden genoemd.

Moorhen xx is de moeder van de hengst Gallinule xx (1884, V. Isonomy xx), die o.a. de grootvader is van de hengsten Cancara Trak (1917) en Winalot xx (1921).

St. Marguerite xx is de moeder van de hengst Tredennis xx (1898, V. Kendal xx), die via zijn zoon Bachelor’s Double xx in de afstamming van de hengsten Precipitation xx (1933) en Persian Gulf xx (1940) voorkomt.

Novitiate xx is de moeder van de hengst Marco xx (1892, V. Barcaldine xx), die de grootvader is van de hengst Hurry On xx (1913).

Hermit xx was een heel lief en vriendelijk paard, waar de kleine kinderen van Chaplin zonder gevaar op konden rijden, Hij is in 1890 op 26-jarige leeftijd op de Blankney stoeterij overleden.

 

1.   Heaume xx

Heaume xx (V. Hermit xx) is een vos hengst die in 1887 is Frankrijk is geboren na in de baarmoeder van zijn moeder uit Engeland te zijn geïmporteerd.
Hij is gefokt door Baron Alphonse de Rothschild (1827 – 1905), die volgens Wikipedia financier, wijnbouwer, eigenaar van renpaarden, kunstverzamelaar en filantroop was. Hij was o.a. eigenaar van het fameuze wijngoed Château Lafite.

De moeder van Heaume xx is de vosmerrie Bella xx (1873, V. Breadalbane xx) en tweede moeder is de vos Albane xx (1866, V. Buccabeer xx). Bella xx is ingeteeld op de stempelhengst Stockwell xx (1849, V. The Baron xx), die een inbreng heeft van 37,5 % in de afstamming van Bella xx.

Heaume xx heeft in 1889 de Bedford Stakes (1000 m.) en de Challenge Stakes (1200 m), die beiden in Newmarket zijn verreden, gewonnen.
Als driejarige won hij in 1890 de Poule d’Essai des Poulains (1600 m) op Longchamp en de Prix du Jockey Club (2400 m.) in Chantilly. Deze koersen zijn de Franse tegenhangers van de Britse Two Thousand Guineas en de Epsom Derby.

Van 1892 tot zijn dood in augustus 1894 is Heaume xx op Haras de Meautry in Touques, dat bij Deauville in het Franse departement Calvados ligt, beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Van hem zijn zestien nakomelingen geregistreerd, waaronder de hengst Le Roi Soleil xx (1895).

 

2.   Le Roi Soleil xx

Le Roi Soleil xx (V. Heaume xx) is een bruine hengst zonder aftekeningen. Hij is in 1895 op Haras de Meautry in Touques geboren en is gefokt door Baron Alphonse de Rothschild.
De moeder van Le Roi Soleil xx is de bruine merrie Mademoiselle De la Vallière xx (1882, V. Boiard xx) en tweede  moeder is de bruine Laversine xx (1872, V. Monarque xx).

Le Roi Soleil xx is drie jaar actief geweest in de rensport.
In 1897 heeft hij de Prix Yacowlef (1000 m.) in Deauville gewonnen en in 1898 heeft hij overwinningen behaald in de Prix Hocquart (2500 m. ), de Prix Greffulhe (2100 m), de Grand Prix de Paris (3000 m.) en de Prix Royal Oak (3000 m.). Alle vier rennen zijn op de renbaan Longchamp gehouden. De Prix Royal Oak is de pendant van de Engelse St. Leger.
De grootste tegenstander van Le Roi Soleil xx was de hengst Gardefeu xx (1895, V. Cambyse xx), die in de Grand Prix de Paris en de Prix Royal Oak tweede werd en Le Roi Soleil xx versloeg in de eveneens op Longchamp gehouden Prix Lupin (2100 m.)

In 1989 heeft Le Roi Soleil de op Longchamp verreden rennen om de Prix Rainbow (5000 m.) en de Prix du Cadran (4200 m) gewonnen.

Le Roi Soleil xx is van 1900 tot en met voorjaar 1913 beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Volgens de Thoroughbred Database zijn van Le Roi Soleil xx 64 nakomelingen geregistreerd.

Voor de rijpaardfokkerij is vooral de hengst Sans Souci II xx (1904) van belang.

 

3.  Sans Souci II xx 306064116604

Sans Souci II xx (V. Le Roi Soleil xx) is een bruine hengst die in 1904 in Frankrijk is geboren. Hij is gefokt door de bankier Baron Edouard de Rothschild (1868 – 1949).
De moeder van Sans Souci II xx is de bruine merrie Sanctimony xx (1896, V. St. Serf xx) en tweede moeder is de vos Golden Iris xx (1891, V. Bend Or xx).

Als tweejarige is Sans Souci II xx derde geworden in Das Zukunfts Rennen (1200 m.)  in Baden-Baden  en in 1907 heeft hij overwinningen geboekt in de Prix Daru (2000 m.), de Prix Lupin (2100 m) en de Grand Prix de Paris (3000 m.), die alle drie op Longchamp zijn verreden.

Van 2008 tot zijn dood in 2025 is Sans Souci II xx op Haras de Meautry in Touques, dat bij Deauville ligt, beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van Sans Souci II xx zijn volgens de Thoroughbred Database 134 nakomelingen geregistreerd.

Sans Souci II xx is in 1916 en in 1925 leidend vaderpaard geweest in Frankrijk. Hierbij kan wel de vraag gesteld worden in hoeverre er in 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog, in Frankrijk sprake is geweest van een uitgebreide koersagenda.

Tenminste vier dochters van Sans Souci II xx zijn van belang gewest voor de rijpaardfokkerij.

Prosopopee xx, 1916, vos, MV. Tarporley xx, is de derde moeder van de hengst Nashua xx (1952, V. Nasrullah xx). Nashua is de grootvader van de hengst Katell xx (1979, V. Guillaume Tell xx), waarvan het KWPN 308 nakomelingen heeft geregistreerd;

Brenta xx, 1920, vos, MV. Saint Juste xx, is de derde moeder van de hengst Tantième xx (1947, V. Deux Pour Cent xx). De hengsten Matchim xx (1964) en Apollonios xx (1982) stammen in vaderlijke lijn rechtstreeks af van Tantième xx.
Andere bekende hengsten die bloed voeren van Tamtième xx zijn Welt As Oldbg (1977), Diamant de Semilly SF (1991) en Gratino Oldbg (1992);

Vashti xx, 1921, bruin, MV. Beppo xx, is de moeder van de hengst Vatout xx (1926). Vatout xx komt onder andere voor in de afstamming van de hengsten Persian Flag xx (1953), Ghyll Manor xx (1962), Exkurs xx (1972), Ariban xx (1973) en All Wins xx (1982) en

La Palme II xx, 1922, MV. Mordant xx, is de derde moeder van de hengst Grand Empereur xx (1961, V. Wild Risk xx), die in 1971 en 1972 in Nederland ter dekking heeft gestaan.

Van de zonen van Sans Souci II xx moeten La Farina xx (1911) en Cadum xx (1921) worden genoemd.

La Farina xx wordt besproken in  hoofdstuk 4.

Cadum xx is de moedersmoedersvader van de hengst Prince Bio xx (1941, V. Prince Rose xx). Prince Bio xx is via zijn zoon Sicambre xx (1948) de grootvader van de hengsten Pepin le Bref xx (1955) en de in Holstein gebruikte Sacramento Song xx (1967. Sacramento Song is onder andere de vader van de goede hengst Sandro Holst (1974).

 

 

4.  La Farina xx 306064087411

La Farina xx (V. Sans Souci II xx) is een vos hengst die in 1911 in Frankrijk is geboren. Hij is gefokt door Baron Edouard de Rothschild.
De moeder van La Farina xx is de vos Malateste xx (1898, V. Isinglass xx) en tweede moeder is de bruine Parisina xx (1889, V. St. Simon xx).
La Farina xx is een broer van de hengst Mesilim xx (1912).

La Farina xx is van 1913 tot en met 1917 actief geweest in de rensport.
In 1913 heeft hij de Prix La Rochette (1100 m) in Chantilly gewonnen.
In 1914 heeft La Farina xx overwinningen behaald in de Prix Daru (2100 m.) en de Prix Lupin (2100 m), die beide op Longchamp zijn verreden. Daarnaast heeft hij in 1914 op Longchamp tweede plaatsen behaald in de Poule d’Essai des Poulains (1600 m) en in de Grand Prix de Paris (3000 m.).
Uit de resultaten blijkt dat La Farina xx zowel in sprintrennen als in stayersrennen competitief was.

Van 1918 tot zijn dood in 1935 is La Farina op Haras de Meautry in Touques beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Volgens de Thoroughbred Database zijn 78 nakomelingen van La Farina xx geregistreerd.

Van de zonen van La Farina xx is vooral Bubbles xx (1925) van belang geweest voor de rijpaardfokkerij. Hij wordt besproken in hoofdstuk 5.

Daarnaast is de hengst Mont Bernina xx (1923) de moedersmoedersvader van Le Mioche xx (1951). Le Mioche xx is de vader van de door het KWPN goedgekeurde hengst L’Espoir SF (1970) en moedersvader van de hengst Grand Veneur SF (1972). Grand Veneur is de vader van de hengst Le Tot de Semilly SF (1977) en van de door het KWPN goedgekeurde hengst Hugo SF (1989).

Vijf dochters van La Farina xx die een bijdrage hebben geleverd aan de rijpaardfokkerij zijn:

L’Almee xx, 1920, bruin, MV. Ladas xx, is de tweede moeder van de hengst Out SF (1936, V. Vas-y-Donc SF). Out is de moedersvader van de hengst Artilleur SF (1959, V. Kami de l’Ile SF);

Ficelle xx
, 1923, bruin, MV. Prestige xx, is de derde moeder van de hengst Vieux Manoir xx (1947, V. Brantôme xx). Vieux Manoir xx is de vader van de hengsten Le Haar xx (1954), Mourne xx (1954) en Val de Loir xx (1959), die alle drie een rol hebben gespeeld in de rijpaardfokkerij;

Variété xx
, 1924, bruin, MV. Beppo xx, is de moeder van de hengst Verso II xx (1940). Verso II xx is de moedersvader van de hengst Cartoonist xx (1962) en de overgrootvader van de hengst Paradox SF (1974, V. Tremolo xx).

Char Lady xx, 1929, vos, MV. Neil Gow xx, is de moeder van de hengst Col des Aravis xx (1939), die de vader is van de hengst Nicolas xx (1953). Nicolas xx is van 1957 tot en met 1974  in Nederland ingezet voor de fokkerij en

Vanille xx, 1929, bruin, MV, Beppo xx, is de moeder van de hengst Vandale xx (1943). Vandale xx is de overgrootvader in mannelijke lijn van de volbloed Hill Hawk xx (1972), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse staboek en hij is  de moedersvader van de hengst Elan xx (1973, V. Wiesenklee xx), die in de jaren 1979 – 1981 in Nederland beschikbaar is geweest voor de fokkerij.
Andere hengsten die bloed van Vandale xx voeren zijn Cavalcadour xx (1972), Superieur SF (1976), Guidam SF (1988) en Ilmeo KWN (`1990).

 

5.  Bubbles xx

 

Bubbles xx (V. La Farina xx) is een vos hengst die in 1925 is geboren. Hij is gefokt door Baron Edouard de Rothschild.

De moeder van Bubbles xx is de vos merrie Spring Cleaning xx (1915, V. Neil Gow xx). Zij is ook de moeder van de hengst Cadum xx (1921, V. Sans Souci II xx) en ze is de tweede moeder van de hengsten Bokbul xx (1932, V. Blandford xx), Le Chari xx (1934, V. Sunny Trace xx), Mousson xx (1934, Rose Prince xx) en Col des Aravis xx (1939, V. Montrosexx).
Tweede moeder van Bubbles xx is de bruine Spring Night xx (1907, V. Chesterfield xx).

Bubbles xx is in de jaren 1926 – 1929 uitgebracht in de rensport.
In 1927 boekte hij op de renbaan Longchamp overwinningen in de Prix de Condé (2000 m.) en de Prix des Chênes (1600 m.). In 1928 won hij de Prix Lupin (1600 m.) op Longchamp en in 1929 de Prix du President de la Republique (2500 m.) in St. Cloud en de Prix la Force (2125 m.) op Longchamp. Bovendien is hij in 1929 op Longchamp tweede geworden in de Prix d’Hedouville (2000 m.), de Prix Charcourt (2400 m.) en de Prix Jean Prat (3000 m.).
In totaal is Bubbles xx in 12 rennen gestart, waarbij hij vijf keer heeft gewonnen, Hij heeft een winsom van $ 33.729.

Bubbles xx is van 1931 tot 1940 voor de fokkerij beschikbaar geweest op Haras de Meautry van Baron de Rothschild in Touques, dat bij Deauville in het Franse departement Calvados ligt.
Bubbles xx was in 1938 leidend vaderpaard in Frankrijk en in 1939 nam hij op die ranglijst de tweede plaats in.

Halverwege het dekseizoen in 1940 is Bubbles xx naar Duitsland gegaan en in 1946 is hij terug gegaan naar Frankrijk, waar hij nog tot en met 1949 beschikbaar is geweest voor de fokkerij.

Volgens Thoroughbred Database zijn tot en met 1941 in Frankrijk 50 nakomelingen van Bubbles xx geregistreerd en zijn in Duitsland 39 nakomelingen van hem in de registers vastgelegd. Naar verluid waren zijn nakomelingen zeer temperamentvol.

Na zijn terugkeer in Frankrijk zijn nog vijf nakomelingen van hem geregistreerd, waarmee het totaal aantal geregistreerde nakomelingen van Bubbles xx 94 bedraagt.

Van de Duitse nakomelingen van Bubbles xx heeft alleen de merrie Kaiserwurde xx, 1945, schimmel, V. Biribi xx, voor de rijpaardfokkerij een rol gespeeld. Zij is de tweede moeder van de hengst Kronprinz xx (1960, V. Nizam xx), die van 1967 tot en met 1981 binnen het Oldenburgse stamboek actief is geweest in de fokkerij. Van Kronprinz xx zijn 240 wedstrijdpaarden geregistreerd.

Naast Kaiserwurde xx kunnen ook de zonen Cidre Mousseux xx (1932), Transtevère xx (1932), Bois Rouaud xx (1940), Ocarina xx (1947) en Guersant xx (1949) op een rol in de rijpaardfokkerij bogen.

Cidre Mousseux xx, 1932, vos, MV. Teddy xx, is de vader van de vos merrie Oita x (1958), die de derde moeder is van de hengst Triomhe de Muze BWP (1996, V. Chin Chin Holst), die is goedgekeurd door het BWP, het SBS, het Selle Français stamboek en door het NRPS.

Transtevère xx, 1936, vos, MV. Mime xx, is de vader van de hengst Talisman xx (1955), die wordt besproken in hoofdstuk 6.

Bois Rouaud xx, 1940, vos, MV. Pharos xx, is de vader van de hengst Genet d’Or SF, die wordt besproken in hoofdstuk 7.

Ocarina xx, 1947, vos, MV. Brantome xx, is de moedersvader van de hengst Earldom xx (1961, V. Mossborough xx), die in 1968 is goedgekeurd door het KWPN en van 1968 tot en met 1973 in Nederland heeft gedekt. Het KWN heeft 301 nakomelingen van Earldom xx geregistreerd.

Guersant xx, 1949, donkerbruin, MV. Brantome xx, is de vader van de hengst Eratosthenes xx, die in hoofdstuk 8 wordt besproken.

 

6.   Talisman xx BB2022

 

Talisman xx (V. Transtevère xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 29 april 1955 geboren en is gefokt door Carl Hugo Graf Seilern und Aspang (1899 – 1988) uit Wenen, Oostenrijk.
De moeder van Talisman xx is de bruine merrie Fricassee xx (1944, V. Caissot xx) en tweede moeder is de bruine Freudenau xx ( 1937, V. Felstead xx).

Talisman xx is in Oostenrijk, Duitsland en Nederland uitgebracht in de rensport en heeft in verschillende rennen gewonnen. Hij is een uitgesproken stayer.
In 1959 is hij tweede geworden in de Silbernes Band der Ruhr (4000 m.) in Mühlheim-Ruhr en in 1960 heeft hij de Langer Hamburger Ausgleich (3200 m) in Hamburg gewonnen.

Talisman xx is vanaf 1964 in Nederland beschikbaar gesteld voor de volbloedfokkerij in Nederland. Volgens Thoroughbred Database zijn in Nederland dertien volbloedveulens van hem geregistreerd.
Het KWPN heeft Talisman xx in 1965 goedgekeurd voor de fokkerij.
In 1969 is een groep nakomelingen van hem beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de bijeengebrachte groep nakomelingen niet direct een geweldige indruk maakte. Met wat meer moeite en uiteraard kosten had van de presentatie meer gemaakt kunnen worden. De jury werd in zijn mening versterkt toen bij de eindbeoordeling kennis werd genomen van de resultaten van de premiekeuringen in andere provincies. De afstammelingen van Talisman hebben over het algemeen een goede maat. Een enkele is wat hoogbenig. Het type is over het algemeen goed. De bewegingen zijn soms wat eenvoudig. Overigens blijft Talisman xx een interessante hengst omdat hij een uitgesproken stayer is.

Talisman xx is na het dekseizoen 1974 overleden.
Het KWPN heeft 530 nakomelingen van hem geregistreerd.
Hij heeft op dekstations in Vijlen (1964), Elspeet (1965 – 1966), Voorst (1967 – 1969) en Schagerbrug (1970 – 1974) gestaan.

Drie dochters van Talisman xx zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

J. Karla KWPN
, 1968, vos. MV. Koridon xx, is de moedersvader van de hengst Optimaal KWPN (1973, V. Duc de Normandie SF). die is goedgekeurd door het KWPN;

Lesiree KWPN keur preferent, 1970, vos, MV. Wachtmeester Sgldt, is de moeder van de hengst Provoost KWPN (1974, V. Enfant de Normandie SF), die is goedgekeurd door het KWPN en

Mary KWPN keur preferent, 1971, bruin, MV. Amor Holst, is de moeder van de hengst Premier vb KWPN (1974, V. C. Robin des Bois SF), die is goedgekeurd door het KWPN.

Andere dochters die van belang zijn voor de rijpaardfokkerij zijn:

Joyqui KWPN keur, 1968, MV. Amor Holst, is de derde moeder van de hengst Montecristo KWPN (1994, V. El Corona KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Landsvrouw KWPN ster, 1970, vos, MV. Waldo Sgldt, is de tweede moeder van de hengst Lennard KWPN (1993, V. Zuidhorn KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Letta KWPN ster, 1970, bruin, MV. Udet Sgldt, is de tweede moeder van de hengst Architect KWPN (1982, V. Ramiro Z Holst), die is goedgekeurd door het KWPN;

Mamour KWPN keur, 1971, bruin, MV. Amor Holst, is de derde moeder van de hengst Travolta KWPN (2000, V. Lux Z Hann), die is goedgekeurd door het KWPN en

Nicula KWPN ster, 1972, donkerbruin, MV. Wachtmeester Sgldt, is de tweede moeder van de hengsten Farmer KWPN (1987, V. Voltaire Hann), Jimtown KWPN (1991, V. Darco BWP) en Pardon KWPN (1997, V. Weyden KWPN), die alle drie zijn goedgekeurd door het KWPN, Jimtown is ook goedgekeurd door het Tsjechische stamboek.

Acht zonen van Talisman xx zijn goedgekeurd voor de fokkerij: Imago KWPN (1967), Interim KWPN (1967), Jason KWPN (1968), Landman KWN (1970), Lotto KWPN (1970), Mont Blanc KWPN (1971), Nipo KWPN (1972) en Obelisk KWPN (1973).

Van de goedgekeurde hengsten is Nipo KWPN (MV. Amor Holst) tijdens het verrichtingsonderzoek 1975 in Sleen na twee weken bewegingskreupel geworden en heeft daardoor het onderzoek voortijdig beëindigd. Hij is daarna niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij. Het KWPN heeft van Nipo zeven nakomelingen geregistreerd.

De overige hengsten worden besproken in de hoofdstukken 6.1. tot en met 6.7.

Nakomelingen van Talisman xx die internationale sportwedstrijden zijn uitgebracht zijn:

Big Brother KWPN, ruin, 1971, MV. Farn Holst, is in 1.50 m springconcoursen uitgebracht en

Little Diamond KWPN, ruin, 1971, vos, MV. Duc de Normandie SF, is door Betty Clausen (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.

 

6.1.  Imago  11 Stb  KWPN

 

Imago Stb KWPN (V. Talisman xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 5 mei 1967 geboren en is gefokt door G. Albers uit Voorst, dat tussen Apeldoorn en Zutphen in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Imago is de vos merrie Talix Sgldt kern (1954, V. Murat Sgldt) en tweede moeder is de vos Falix Sgldt (1941, V. Rigismund NSTg).
De moederlijn van Imago is slechts bekend tot zijn overgrootmoeder.
Gerekend over acht generaties heeft Imago een afstamming met 50 % Engels volbloed en 14,8 % Oldenburgs bloed.

Imago is op de hengstenkeuring van het KWPN in 1970 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij.
In de herfst van 1970 heeft hij in Emmeloord deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen. Zijn prestaties zijn gewaardeerd met acht punten voor zijn conditie, 8,57 punten voor de rijproef, zes punten voor het vrij springen, 6,5 punten voor het springen onder het zadel, 7,7 punten voor de trekproef, 8,27 punten voor de terreinproef en zeven punten voor de algemene indruk. Het eindtotaal van Imago bedraagt 149,31 punten.
Door een rekenfout van de jury is het cijfer bij de rijproef circa 1,4 punten en het totaalpuntenaantal ruim 4 punten te hoog uitgevallen
Meegedeeld is dat Imago en zeer lief karakter heeft en een behoorlijke verrichting heeft getoond. Hij is iets terughoudend in zijn bewegingen. Imago is een goed terreinpaard.

In 1970 zijn verrichtingsonderzoeken gehouden in Deurne, Emmeloord en Sleen, In totaal hebben daar 30 hengsten aan deelgenomen. Imago is daarvan als 21e geëindigd.

In 1973 heeft het KWPN een volledige collectie afstammelingen (veulens, enters en twenters) beoordeeld. Daarover is meegedeeld dat een uniforme groep sterk gespierde veulens is getoond, die soms nog wat breed op de schoft zijn. De bewegingen zijn opvallend best. Zonder uitzondering zijn de gangen ruim, soepel, met grote kracht en met een goede stelling.
Van de ouderen vormden de twenters de beste groep. Het zijn handzame, rustige paarden met een goede fokwaarde.
Alle nakomelingen hebben een opvallend goed gesteld achterbeen en dat is waardevol in een fokkerij waar dat nog wel eens te wensen over laat.

Na het dekseizoen 1982 is Imago afgevoerd wegens onvoldoende fokkerijresultaten.  Hij heeft op dekstations in Bornerbroek (1970 – 1975), Sint Oedenrode (1976 – 1979), Donkerbroek (1980), Denekamp (1981) en Beesd (1982) gestaan.

In totaal heeft het KWPN 443 nakomelingen van Imago geregistreerd.

Zijn dochter Noblesseoblige KWPN ster, 1972, bruin, MV. Apalatin SF, is de derde moeder van de hengst Norway KWPN (1995, V. Jazz KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

 

6.2.  Interim  1671 Sprt KWPN

 

Interim Sprt KWPN (V. Talisman xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 17 maart 1967 geboren en is gefokt door W.A. Bruggink uit Zelhem, dat ruim 5 km ten noorden van Doetinchem in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Interim is de vos merrie Dorgerie Sgldt (1962, V. Roland Sgldt) en tweede moeder is de bruien Vorgenie Sgldt (1956, V. Nelson Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Interim een afstamming met 52,3 % Engels volbloed, 20.3 % Gelders (NSTg) bloed, 10,2 % Selle Français bloed en 9,4 % Oldenburgs- en Oostfries bloed.

Interim is op de KWPN-hengstenkeuring in 1970 in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Daarbij is hij als vijftiende geplaatst van de vijftien goedgekeurde hengsten. Daarbij is door het KWPN opgemerkt dat het type van Interim goed, maar de totaalindruk wat beknopt is. Het beenwerk is hard.
Interim heeft in de herfst van 1970 in Deurne deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen. Daarbij zijn de prestaties gewaardeerd met een acht voor de conditie, 8,07 punten voor de rijproef, tien (!) punten voor het vrij springen en 5 punten voor het springen onder de zadel. 8,4 punten voor de trekproef, 8,5 punten voor de terreinrit en zeven punten voor de algemene indruk. De beoordeling resulteerde in een totaal van 161,91 punten.
Door een rekenfout van de jury is het cijfer bij de rijproef circa 1,4 punten en het totaalpuntenaantal ruim 4 punten te hoog uitgevallen.
Meegedeeld is dat Interim een vrij goed karakter heeft en een goede rijpaardverrichting heeft laten zien. Hij zou ruimer moeten zijn in al zijn bewegingen. In het terrein is hij goed elastisch.

In 1970 zijn verrichtingsonderzoeken gehouden in Deurne, Emmeloord en Sleen, In totaal hebben daar 30 hengsten aan deelgenomen. Interim is daarvan als tiende geëindigd.

Interim is in 1970 voor de fokkerij beschikbaar gesteld op een dekstation in Lakemond, dat bij Opheusden in de Betuwe in de provincie Gelderland ligt.
In 1971 is Interim niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Het KWPN heeft twee dochters van Interim geregistreerd.

Zijn  dochter Maja KWPN ster preferent, 1971, vos, MV. Vicomte Sgldt, is de derde moeder van de hengst Applaus KWPN (2005, V. Unistar KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

 

6.3.  Jason  44 Stb KWPN

 

Jason Stb KWPN (V. Talisman xx) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 172 cm. Hij is geboren op 11 juni 1968 en is gefokt door G.J. Nijhof uit Geesteren, dat een paar km ten noorden van Borculo in de Achterhoek in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Jason is de merrie Berdonna KWPN ster preferent (1960, V. Ulex Sgldt) en tweede moeder is de bruine Vidonna Sgldt (1956, V. Kurassier Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Jason een afstamming met 50 % Engels volbloed, 15,6 % Gelders bloed en 11,7 % Selle Français stamboek.

Jason is in 1971 in Utrecht op de hengstenkeuring door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij.

Hij heeft in de herfst van 1971 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen. Daar zijn de prestaties van hem gewaardeerd met 7,14 punten voor de rijproef,  7,5 punten voor het vrij springen, 6,5 punten voor het springen onder het zadel, acht punten voor de trekproef, zes punten voor de terreinproef, negen punten voor het karakter en zeven punten voor de algemene indruk. Hij heeft in totaal 144.42 punten gescoord.
Opgemerkt is dat Jason een voldoende betrouwbare verrichting heeft laten zien met weinig souplesse als terrein- en als springpaard.

In 1971 zijn verrichtingsonderzoeken voor rijpaardhengsten gehouden in Deurne, Emmeloord en Sleen. In totaal hebben 24 hengsten aan de onderzoeken deelgenomen. Jason is daarbij als 22e geëindigd.

In augustus 1974 heeft het KWPN een collectie nakomelingen van Jason beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat Jason in het algemeen verbeterend werkt, de nakomelingen zijn voldoende uniform en goed gelijnd. De maat en massa voldoen aan de eisen. De stap is opvallend best. Er is vaak sprake van een grote overstap. Ook in draf wordt de achterhand flink ondergebracht. Het wat grote hoofd van Jason wordt slechts weinig vererfd. De veulens en enters zijn van betere kwaliteit dan de twenters. De twenters stammen uit het jaar dat Jason nog veel merries van onbekende afstamming kreeg aangeboden. Jason zelf werd voorgebracht in trainingsconditie en voldeed zeer goed. Hij heeft een opvallend mooie schoft- en schouderpartij.

Jason is tot en met 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn
circa 570 nakomelingen geregistreerd.

Jason is beschikbaar geweest op dekstations in Oostermeer (1971 – 1974), Grijpskerke (1975 – 1978), Schagerbrug (1979 – 1983) en Steenwijkerwold (1984 – 1986).

Twee nakomelingen van Jason zijn in internationale springwedstrijden uitgekomen:

Panacee KWPN
, ruin, 1974, MV. Huzaar Sgldt, is uitgebracht in 1.50 m springconcoursen en

Bonnie KWPN (Costa Carpets Universe), merrie, 1983, MV. Jurgen Trak, is door A. Kwaaitaal (NED) in 1.45 m. springconcoursen uitgebracht.

 

6.4.  Landman 100 Stb KWPN

 

Landman Stb KWPN (V. Talisman xx) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 20 mei 1970 geboren en is gefokt door W.H. van Woudenbergh uit Houten, dat ten zuidoosten van de stad Utrecht ligt.
De moeder van Landman is de vos merrie Cerona Sgldt (1961, V. Wachtmeester Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengst Gustaaf Sgldt (1965, V. Chopin Sgldt), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Landman is de bruine Osari Sgldt (1950, V. Keurvorst Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Landman een afstamming met 52,3 % Engels volbloed en 14,1 % Selle Français bloed.

Landman is op de hengstenkeuring van 1973 in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is daarbij als vijfde van 22 goedgekeurde rijpaardhengsten geplaatst, waarbij is opgemerkt dat Landman een hengst van formaat is uit een gerenommeerde merriestam. Hij heeft een goede breedte en diepte.

In 1973 heeft Landman vanaf 10 september in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 65 dagen. Tijdens het onderzoek is Landman kreupel geworden en is hij onderzocht in de Kliniek voor Heelkunde van de Faculteit voor Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit in Utrecht. Landman heeft het onderzoek enige weken onderbroken en heeft op 22 januari 1974 een uitgestelde eindbeoordeling afgelegd.
Zijn prestaties zijn gewaardeerd met 7,07 punten voor de rijproef, een negen voor het vrij springen, achten voor het springen onder het zadel, voor de trekproef en voor de terreinproef. Ook het karakter is gewaardeerd met acht punten en het trainingsrapport met zeven punten. Landman heeft een totaal puntenscore van 156,21 punten behaald.

Gerapporteerd is dat  Landman een goede rijproef heeft getoond, maar in alle gangen elastischer zou moeten zijn. Hij is een goede springer en is attent op de hindernissen. Bij het springen onder het zadel is hij goed gehoorzaam, maar laat hij geen vloeiend parcours zien. Bij de aangespannen proef is Landman goed betrouwbaar. In het terrein is hij goed door, maar kan daarbij wat elastischer zijn. Landman heeft een goed en eerlijk karakter.

In 1973 hebben 26 rijpaardhengsten aan het verrichtingsonderzoek deelgenomen. Landman is van hen als tiende geëindigd. De best presterende hengst was Lucas (V. Enfant de Normandie SF).

Op de KWPN-hengstenkeuring 1974 is Landman als twaalfde geplaatst van de achttien rijpaardhengsten die in 1973 het verrichtingsonderzoek hebben afgelegd en heeft een tweede premie gekregen. Opgemerkt is dat Landman een goedsoortige hengst is met een goede stokmaat. De totaalindruk zou wat edeler kunnen zijn.
In de zadelrubriek voor vierjarige rijpaardhengsten is Landman achtste van de acht deelnemers geworden.

In augustus 1976 heeft het KWN een collectie nakomelingen van Landman beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat zowel de veulens als de één- en tweejarigen voldoende goed ontwikkeld zijn. De totaalindruk had typischer kunnen zijn. Het hoofd was niet altijd even fraai en te vaak moest een afwijkend kniegewricht worden vastgesteld.
Op basis van het keuringsresultaat is Landman door het KWPN afgekeurd voor de fokkerij.

Landman heeft in 1973 en 1974 op een dekstation in Odijk gestaan en in 1975 en 1976 op een dekstation in Stolpen bij Schagerbrug.

Het KWPN heeft uit 219 dekkingen 126 veulens van Landman geregistreerd.

 

6.5.  Lotto 94 Stb KWPN

 

Lotto Stb KWPN (V. Talisman xx ) is een schimmel hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is geboren op 5 april 1970 en is gefokt door H.G. Volkerink uit Okkenbroek, dat ruim 10 km ten noordoosten van Deventer in de provincie Overijssel ligt.
De moeder van Lotto is de schimmel merrie Hystha KWPN (1966, V. Cadet Holst) en tweede moeder is de schimmel Cystha ster Sgldt (1961, V. Udo Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Lotto een afstamming met 62,5 % Engels volbloed, 12,5 % Holsteins bloed en 10,2 % Gelders bloed.

Lotto is op de hengstenkeuring 1973 in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is daarbij als 22e van de 22 goedgekeurde hengsten geplaatst. Daarbij is gemeld dat Lotto voldoende maat en gewicht heeft. De lichaamsverhoudingen zijn goed. Het hoofd zou iets edeler moeten zijn.

Hij  heeft in het najaar van 1973 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 65 dagen. Over de training is meegedeeld dat Lotto onder het zadel en bij het vrij springen weinig plezier in het werk heeft. Hij pleegt wel eens verzet en steigert wel eens. Zijn gedrag voor de slede is normaal. Lotto is rustig bij het opzadelen. Hij had af en toe moeite met de training en toonde de neiging snel vermoeid te raken. Mogelijk is dat het gevolg geweest van een worminfectie, waarvoor de hengst tijdens het onderzoek is behandeld.
Lotto heeft een goed, eerlijk karakter.

Bij de eindbeoordeling is gemeld dat Lotto een goede betrouwbare rijproef heeft getoond met een onregelmatige beweging in de achterhand. Hij heeft een goede springtechniek. Lotto is een gewillige springer met een goede bascule. Bij de aangespannen proef is de hengst goed betrouwbaar. Hij is goed door in het terrein en toont daarbij beste springmanieren, maar zou elastischer in de sprong moeten zijn.

Zijn prestaties bij het onderzoek zijn gewaardeerd met zeven punten voor de rijproef, acht punten voor zowel het vrij springen, het springen onder de man als de aangespannen proef, zeven punten voor de terreinproef, acht punten voor het karakter en zeven punten voor het trainingsrapport. In totaal heeft hij een score van 149,0 punten behaald.

Bij de KWPN-hengstenkeuring 1974 in Zuidlaren is Lotto als derde van vier aanwezige vierjarige rijpaardhengsten geplaatst en heeft hij een tweede premie gekregen. Daarbij is opgemerkt dat Lotto een goede maat en goede bewegingen heeft. Zijn achterbeen is wat lang.
In de rijpaardrubriek voor hengsten is hij van de zeven deelnemende hengsten zevende geworden.

Lotto is tot en met 1976 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Hij heeft in de jaren 1973 – 1975 op een dekstation in Diever gestaan en in 1976 op een station in Norg.
Het KWPN heeft uit 345 dekkingen 203 veulens van Lotto geregistreerd.

 

6.6.  Mont Blanc 108 Stb KWPN

 

Mont Blanc Stb KWPN (V. Talisman xx) is een kastanjebruine hengst met een stokmaat van 173 cm. Hij is geboren op 14 mei 1971 en is gefokt door M. Franzen uit Beemster, dat circa vijftien km ten noorden van Amsterdam in de provincie Noord Holland ligt.
De moeder van Mont Blanc is de merrie Fellineke Sgldt ster preferent (1964) en tweede moeder is de bruine Wilhellineke Sgldt kroon preferent (1957, V.  Olaf van Wittenstein Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Mont Blanc een afstamming met 51,6 % Engels volbloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Mont Blanc is op de hengstenkeuring in februari 1974 in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is daarbij als 31e geplaatst van de 31 goedgekeurde hengsten. Het KWPN heeft meegedeeld dat de vader van Mont Blanc  een volbloed is met voldoende formaat, die op een goede rencarrière kan bogen. De merriestam heeft in de breedte en lengte beste producten gebracht. De oervader Colonel NSTg (1915) is op zichzelf een apart steunpunt in de huidige begrippen. Het soort van Mont Blanc is voldoende goed. De totaalindruk is nog wat eenvoudig. De afstamming is echter van dien aard dat verbetering op dit punt mag worden verwacht. De bewegingen van de hengst zijn goed.

In het najaar van 1974 heeft Mont Blanc in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen.
Over het onderzoek is meegedeeld dat de hengst goede vorderingen maakte. Hij heeft bereidheid om te werken en de aanleg als spring-, dressuur- en terreinpaard is  aanwezig. Bij de training had Mont Blanc aanvankelijk weinig lust tot springen. Later kreeg hij plezier in het werk en was hij gewillig en attent. Het gedrag bij het aangespannen werk is heel goed. Hij heeft een goed karakter.
Tijdens de training is Mont Blanc af en toe kreupel aan het linker achterbeen; eerst door een kneuzing aan de binnenzijde van de pijp, later door een zo nu en dan opgelopen kogel. Hij is rustig op stal.

De prestaties van Mont Blanc tijdens het onderzoek zijn gewaardeerd met 8,21 punten voor de rijproef, negen punten voor het vrij springen en het springen onder het zadel, een tien (!) voor de aangespannen proef, een 7,5 voor de terreinrit en acht punten voor zowel het karakter als het trainingsrapport. In totaal heeft Mont Blanc 166,14 punten behaald.

In 1974 hebben 31 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan vier hengsten het onderzoek niet hebben kunnen afmaken. Van de 27 hengsten die het volledige onderzoek hebben afgewerkt, is Mont Blanc op de derde plaats geëindigd. De hengst met het hoogste puntenaantal was Le Mexico SF (V, Mexico SF).

Op de KWPN-hengstenkeuring 1975 is Mont Blanc als vijfde van vijftien rijpaardhengsten geplaatst. Het KWPN heeft daarbij laten weten dat Mont Blanc het sinds vorig jaar goed heeft gedaan. Mont Blanc is een paard met maat en grote lijnen. Zijn bewegingen zijn ruim. De achterbenen, hoewel niet onberispelijk van bouw, worden goed gebruikt.

In augustus 1977 heeft het KWPN een volledige collectie (veulens, emters en twenters) van Mont Blanc beoordeeld.
Daarover is gerapporteerd dat de veulens voldoende goed zijn. In enkele gevallen zou het beenwerk wat harder moeten zijn. Soms is er een aanmerking op de bouw en de stand van het achterbeen en het spronggewricht, waarbij een neiging tot reebeen wordt waargenomen. De veulens hebben een beste maat, ook als ze  kleinere moeders hebben. In stap zou de buiging van het spronggewricht iets groter moeten zijn. De draf is ruim en elastisch met een grote schoudervrijheid en een goede stuwing vanuit achterhand.
De enters zijn goed aan te maat. Het type voldoet aan de eisen en ze toonden voldoende ras. In meerdere gevallen zijn de achterbenen wat lang en krom.
De twenters hebben de maat van volwassen paarden. Het type en de kwaliteit is goed. De bewegingen van de twenters zijn vergelijkbaar met die van de veulens. De  schoudervrijheid zou in een enkel geval wat groter moeten zijn.

Na het dekseizoen 1982 heeft het KWPN Mont Blanc afgekeurd voor de fokkerij wegens onvoldoende resultaten in de fokkerij.
Een door de eigenaar aangevraagde herkeuring heeft eenzelfde resultaat opgeleverd.

Mont Blanc heeft in 1974 op een dekstation in Lakemond (Opheusden) gestaan; in 1975 op een dekstation in Denekamp, in 1976 in Asch (Buren), van 1977 – 1981 in Escharen en in 1982 in Diever.

Het KWPN heeft 422 nakomelingen van Mont Blanc geregistreerd.
Zijn zonen Troostwijk KWPN (1977) en Utewaal KWPN (1978) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Zij worden in de hoofdstukken 6.6.1. en 6.6.2. besproken.

 

6.6.1.  Troostwijk  313 Stb KWPN

 

Troostwijk Stb KWPN (V. Mont Blanc KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 12 mei 1977 en is gefokt door J.G.A. van de Willigen en J.G. van der Heyden uit Asch, dat circa tien km ten noorden van Geldermalsen in de Betuwe in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Troostwijk is de zwarte merrie Ona ster preferent KWPN (1973, V. Vesins xx) en tweede moeder is de vos Rona Sgldt preferent kern (1952, V. Graaf van Wittenstein Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Troostwijk een afstamming met 50,8 % Engels volbloed en 15,6 % Gelders bloed.

Troostwijk is op de KWPN-hengstenkeuring in februari 1980 in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Hij heeft daarop in het voorjaar van 1980 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Over zijn prestaties is gerapporteerd dat Troostwijk een eigenzinnige, tamelijk werkschuwe en brutale hengst is. Hij heeft in de eerste week van het onderzoek krachtig gebokt. Later heeft hij zich braaf gedragen zolang hij niet hoefde te werken. Zodra inspanning van hem wordt gevraagd verzet hij zich en pakt pas na enige tijd met tegenzin aan. Als hij eenmaal begint te werken doet hij dat goed met veel kracht. Troostwijk is in het begin van het onderzoek vervelend als er veel mensen naar hem kijken.
De stap is goed. De draf is veerkrachtig met ruimte en kracht. De galop deed in het begin houterig aan en is later verbeterd. Bij het springen is de hengst terughoudend. Hij springt vanuit zijn kracht; heeft een zeer behoorlijke techniek en hij is zuinig. In het terrein is hij af en toe steegs. Hij presteert in het terrein sterk en bekeken maar pleegt regelmatig verzet. Hij trekt de slede krachtig met een goede houding. In het eerste stadium van het onderzoek, toen er nog weinig werk van hem werd gevraagd, had hij plezier in de training en was hij looplustig. Later zijn beide verdwenen. Troostwijk ervaart het werk als normaal maar heeft een matige bereidheid om te werken.
Troostwijk heeft ruim voldoende aanleg als dressuur- en terreinpaard en veel aanleg als springpaard.

Bij de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
Rijproef: stap met veel ruimte en regelmaat, staptempo te hoog, ruime draf, sterke regelmatige galop.
Springen onder het zadel: mooi regelmatig parcours, veel vermogen.
Vrij springen: veel balans, veel regelmaat, ruime galop, af en toe een matige voorbeen techniek.
Aangespannen proef: voor de slede ruim voldoende verrichting; voor de sulky ruim, vlot en ontspannen.
Terreinproef: houdt in de steeple de rug stijf, waardoor de galopsprongen te klein blijven; in de cross wordt souplesse gemist, hij heeft ruim voldoende vermogen.

De prestaties van Troostwijk zijn gewaardeerd met 7,25 punten voor de rijproef, acht punten voor het springen onder het zadel, het vrij springen en voor de aangespannen proef, een zeven voor de terreinproef, een zes voor het karakter en een zeven voor het trainingsrapport. In totaal heeft hij 143.75 punten behaald.
De cijfers voor de basisgangen zijn formeel niet gepubliceerd, maar de jury heeft de stap en de draf gewaardeerd met een zeven en de galop met een acht.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Troostwijk goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In 1980 hebben 31 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er 29 de eindbeoordeling hebben afgelegd. Troostwijk is als twaalfde geëindigd. Verrichtingskampioen was de hengst Tolad KWPN (V. Duc de Normandie SF).

In augustus 1982 heeft het KWPN vijftien veulens van Troostwijk beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de veulens qua ontwikkeling wisselend zijn; in enkele gevallen zou de ontwikkeling royaler kunnen zijn. Het type is voldoende, waarbij gesproken kan worden van een redelijke uniformiteit. Er is sprake van voldoende ras en soort.
Het hoofd – soms even lang – is droog. De halsvorm is in de meeste gevallen goed en voldoende gespierd. In enkele gevallen is er sprake van een korte hals en iets onderhals. De schouder ligt voldoende schuin en heeft ook de gewenste lengte. De schoftontwikkeling is eveneens met voldoende te kwalificeren. De bovenlijn is in de meeste gevallen even gezonken; de lendenpartij is nog wel eens arm gespierd. De voldoende bespierde croupe mist nog wel eens de gewenste lengte en de broekspier zou langer door kunnen lopen. Het voorbeen is in verschillende gevallen wat fijn gebouwd. Diverse veulens vertonen een steile voorstand, terwijl ook een hol voorbeen bij diverse veulens werd waargenomen. Het achterbeen is nog wel eens lang; ook een ingestoken pijp in het spronggewricht werd gesignaleerd.
De stap is voldoende. De draf mist de ruimte en vertoont weinig kracht door een onvoldoende ondertreden van de achterhand. De veulens hadden ook moeite om in draf het tempo te versnellen.
De hengst heeft het in die zin moeilijk gehad, dat hij het praktisch alleen moest doen; de bij de veulens lopende merries waren in doorsnee erg eenvoudig. Hoewel hij in type verbeterend heeft gewerkt, kan dat ten aanzien van de beweging niet worden gezegd. In veterinair opzicht zijn er bemerkingen ten maken ten aanzien van de bouw van het spronggewricht.
O basis van het keuringsresultaat heeft het KWPN Troostwijk afgekeurd voor de fokkerij.

Het KWPN heeft van Troostwijk uit 108 dekkingen 78 veulens geregistreerd.

Troostwijk’s dochter Bonette KWPN, 1983, vos, MV. Legaat KWPN, is de moeder van de hengst Andechs Hess (1995, V. Anduc Trak), die is goedgekeurd door het Hessische- en het Hannoveraanse stamboek.

 

6.6.2.  Utewaal  337 Stb KWPN

 

Utewaal Stb KWPN (V. Mont Blanc KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 171 cm. Hij is geboren op 25 februari 1978 en is gefokt door H. van Eyndhoven uit Reek, dat circa vijf km ten westen van Grave in het noordoosten van de provincie Noord-Brabant ligt.

De moeder va Utewaal is de bruine merrie Oska KWPN ster preferent prestatie (1973, V. Vesins xx). Zij heeft in de jaren 1977 – 1994 in achttien achtereenvolgende jaren een veulen gebracht.
Tweede moeder van Utewaal is de vos Glora Sgldt ster (1965, V. Brigadier Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Utewaal een afstamming met 50,8 % Engels volbloed, 12,5 % Gelders bloed en 12.5 % Holsteins bloed.

Utewaal is tijdens de KWPN-hengstenkeuring in februari 1981 in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Het KWPN heeft laten weten dat Utewaal veel maat heeft en voldoende ras vertoont. Het voorbeen zou sterker moeten zijn en is iets gekoot. Het achterbeen krijgt qua stand een bemerking mee.

In het voorjaar van 1981 heeft Utewaal in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Utewall een eerlijke, vriendelijke en gehoorzame hengst is met een goed humeur. Hij is wisselvallig en tamelijk lui, wat ook tot uiting komt in zijn verrichtingen. Utewaal doet niet meer dan strikt noodzakelijk is. In het begin van het onderzoek zijn de bewegingen matig ruim. Later is dat, voor wat de stap en de galop betreft, verbeterd.

De stap voldoende. De hengst stapt ruim. Hij heeft in draf de neiging diep te gaan en draaft met weinig impuls. Utewaal heeft een goede galop, die veel regelmaat en souplesse heeft. De hengst springt gemakkelijk en is handig op de sprong. Hij taxeert goed en neemt zijn benen goed op. Op de sprong maakt hij zich mooi rond. In het terrein blijkt hij een prima galoppeur en pakt hij goed aan. Voor de slede presteert hij goed.
In het eerste stadium van het onderzoek heeft Utewaal nauwelijks voldoende bereidheid om te werken. Later is dat enigszins verbeterd zonder dat gesteld kan worden dat hij ruim voldoende bereidheid heeft om te werken. Hij heeft weinig looplust en ervaart werk als licht.
Utewaal heeft voldoende aanleg als dressuurpaard en veel aanleg als spring- en terreinpaard.

Bij de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen gemaakt door de jury:
Rijproef: voldoende stap, komt te kort in draf, goede galop.
Springen onder het zadel: veel vermogen, zuinig op de benen.
Vrij springen: matig respect voor de hindernissen.
Aangespannen proef: ontspannen en ruime stap.
Terreinproef: in steeple extra terreingalop; pleegt in de cross verzet op de watersprongen, wat hij niet eerder heeft gedaan.

De prestaties van Utewaal zijn gewaardeerd met 6,55 punten voor de rijproef, een zeven voor het vrij springen en een 8,5 voor het springen onder het zadel. Ook de aangespannen proef heeft een 8,5 opgeleverd. De terreinproef en het karakter zijn beide gewaardeerd met een zeven en het trainingsrapport met een acht.
Eén en ander heeft een totaalscore van 146,65 opgeleverd.
De cijfers voor de basisgangen zijn formeel niet gepubliceerd, maar de jury heeft de stap gewaardeerd met een 6,5, de draf met een 5 en de galop met een 8.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Utewaal goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In 1981 hebben 24 rijpaardhengsten deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waarvan er 20 de eindbeoordeling hebben afgelegd. Utewaal is op een door de verrichtingsjury gehanteerde ranglijst als vijftiende geëindigd.
Verrichtingskampioen was de hengst Uniform KWPN (V. Wahtamin xx).

In augustus 1983 heeft het KWPN tien, voor een deel aselect aangewezen, veulens van Utewaal beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat de ontwikkeling van de veulens praktisch zonder uitzondering goed was. Qua type viel er onderscheid te maken tussen de groepen aangewezen en uitgezochte veulens. De groep aangewezen veulens bleek weinig rijtypisch te zijn gebouwd; de groep uitgezochte veulens was aanmerkelijk rijtypischer.

De hoofden zouden correcter moeten zijn afgewerkt, bleken veelal lang te zijn met weinig expressie. De halzen waren doorgaans van voldoende lengte, maar misten de gewenste bespiering, terwijl meermalen een onderhals is waargenomen. De schoft was steeds goed ontwikkeld met voldoende lengte. Ook de schouders vertoonden voldoende lengte en lagen er goed in. De rug-lendenpartij zou sterker en beter aangesloten moeten zijn. De croupe bleek dikwijls kort te zijn; ook bij voldoende lengte was er sprake van een weinig rijtypisch gebouwde croupe. Het voorbeen bleek weinig ontwikkeld te zijn met dikwijls een insnoering onder het kniegewricht. Bovendien werd meermalen een holle stand genoteerd. Verschillende veulens bleken ook toontredend te zijn. Het achterbeen is lang en gebogen; de spronggewrichten zijn matig gebouwd en veelal was er sprake van een ingestoken pijp in het spronggewricht. Met name in de groep aangewezen veulens bleek er sprake te zijn van een scherpe hoek in het spronggewricht.

De stap was kort en stug met weinig ruimte en onvoldoende onderbrenging van de achterhand. Hoewel de koot voldoende lengte heeft, liet ook de kootvering te wensen over. Ook de draf vertoonde een soortgelijk beeld: onvoldoende ruimte, onvoldoende onderbrenging, terwijl in de groep aangewezen veulens de draf meermalen onregelmatig bleek te zijn.

Op basis van het keuringsresultaat heeft het KWPN Utewaal afgekeurd voor de fokkerij.
Het KWPN heeft van Utewaal achttien dekkingen geregistreerd en daaruit zijn veertien geregistreerde veulens voortgekomen.

 

6.7. Obelisk   167 Stb KWPN

 

Obelisk Stb KWPN (V. Talisman xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 6 april 1973 en is gefokt door  N. van de Velden uit Wijde Wormer, dat circa tien km ten noorden van Amsterdam in de provincie Noord-Holland ligt.
De moeder van Obelisk is de bruine merrie Gelita Sgldt keur preferent prestatie (1965, V. Amor Holst). Zij is ook  de tweede moeder van de hengst Flyer KWPN (1987, V. Voltaire Hann), Olaf KWPN (1996, V. Jackson KWPN) en Trento B KWPN (2000, V. Krack C KWPN).
Flyer is goedgekeurd door het Selle Français stamboek; Olaf door het Anglo-Europese stamboek en Trento B door het KWPN.
Tweede moeder van Obelisk is Briolita II Sgldt kroon (1960, V. Olaf van Wittenstein Sgldt). Zij is een zuster van de hengst Zwier Sgldt (1958).
Gerekend over acht generaties heeft Obelisk een afstamming met 51,6 % Engels volbloed en 12,5 % Holsteins bloed.

Obelisk is in februari 1976 tijdens de KWPN-hengstenkeuring in Utrecht goedgekeurd voor de fokkerij. Daarbij is hij als 17e geplaatst van de 34 goedgekeurde hengsten.

Hij heeft in het najaar van 1986 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 65 dagen. Over zijn prestaties is gemeld dat Obelisk een goed en eerlijk karakter heeft. Hij heeft tijdens het onderzoek zeer goede vorderingen gemaakt en heeft een goede bereidheid om te werken. Het stalgedrag en het gedrag tijdens de oefeningen is normaal. Tijdens het vrij springen in de manege heeft hij, vooral in het begin, leiding (longe) nodig. Hij heeft veel aanleg als dressuur-, spring- en terreinpaard.
Bij de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
Rijproef: een wat gespannen proef.
Springen onder het zadel: goed gehoorzaam en goed door in de springproef.
Vrij springen: wat gespannen en met moeilijkheden bij de afzet en landing.
Aangespannen proef: best en betrouwbaar.
Terreinproef: goed terreinpaard, wat moeilijk op de hindernis.
Tijdens het onderzoek is Obelisk behandeld tegen een worminfectie.

De prestaties van Obelisk zijn gewaardeerd met een acht voor de rijproef, een 7,5 voor het vrij springen, een acht voor het springen onder het zadel, een negen voor de aangespannen proef en een acht voor de terreinproef. Het karakter en het trainingsrapport is in beide gevallen met een negen gewaardeerd,
Obelisk heeft in totaal 160,0 punten behaald.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1976 hebben 37 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er zeven het onderzoek wegens veterinaire problemen voortijdig hebben beëindigd. Van de dertig hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen is Obelisk ex aequo als negende geëindigd.
Verrichtingskampioen was de hengst Octaaf KWPN (V. Cartoonist xx).

Op de in 1977 gehouden KWPN-hengstenkeuring in Utrecht is Obelisk bij de hengsten die in 1976 het verrichtingsonderzoek hebben afgelegd als zesde geplaatst. Aan hem is een tweede premie toegekend.

In augustus 1979 heeft het KWPN een groep nakomelingen van Obelisk beoordeeld. Gerapporteerd is dat de nafok over de gehele linie een beste indruk heeft achtergelaten.
De groep veulens was zeer uniform en bijzonder aansprekend; ze presenteerden zich blij en met een soort innerlijke overtuiging. Praktisch alle veulens waren uitgesproken rijtypisch, ook de veulens van eenvoudige moeders. De paar veulens die iets meer rijtype hadden moeten tonen maakten dat later in beweging weer goed. De schouderligging is meestal goed en veel veulens hebben een opvallend lange gespierde croupe. Enkele veulens waren wat arm gespierd in de lendenpartij. Het beenwerk is best. De gewrichten zijn opvallend ruim gebouwd; in het bijzonder de sterke voorknie. Meestal is sprake van goed gevormde halzen, die iets naar voren en naar boven zijn uitgebouwd. De stap van de veulens is zonder uitzondering goed en ruim. De veulens munten uit in draf; het front komt dan bijzonder uit. Bij het opvoeren van het draftempo bleven tact en regelmaat onveranderd en werd – zoals het hoort – de paslengte ruimer. Geen enkel veulen viel daarbij in galop.
De enters en twenters waren niet fundamenteel anders. In een enkel geval was de stap wellicht nog iets beter dan bij de veulens. De lichaamsverhoudingen zijn correct bij ruim voldoende ontwikkeling.
Bij de veulens zijn diverse overbijters vastgesteld. Bij de jaarlingen minder en bij tweejarigen bleek dit euvel geheel verdwenen.

In 1983 heeft het KWPN vastgesteld dat van Obelisk slechts 17 stamboekmerries zijn geregistreerd, waaronder slechts één stermerrie. (Voorlopige) keurmerries komen niet voor. Vier paarden zijn geweigerd voor stamboekopname.
De stamboekrapportage van de laatste drie jaar (betreffende 21 paarden) duidt op eenvoudige types (meer dan de helft), met een steile schouder (bijna de helft), bemerkingen op de croupe (meer dan de helft), een onderstaand voorbeen (meer dan de helft) en andere bemerkingen op de bouw en de stand van het voorbeen, een sabelbenige stand van het achterbeen (bijna de helft) en zeer dikwijls een bemerking op het bewegingsmechanisme. Van de 78 geregistreerde kinderen (1979) zijn er slechts zeven uitgebracht in de sport, hetgeen uitgedrukt in percentages ten opzichte van hengsten met hetzelfde aantal dekseizoenen zeer negatief afwijkend is.
Op grond van één en ander heeft het KWPN Obelisk afgekeurd voor de fokkerij.

Het KWPN heeft 84 nakomelingen van Obelisk geregistreerd.

Obelisk is voor de fokkerij beschikbaar geweest op dekstations in Waddinxveen (1976 – 1978), Ootmarsum (1979), IJsselstein (1980), Nuenen (1981), Ootmarsum (1982) en Diever (1983).

Na zijn fokkerijcarrière is Obelisk als sportpaard verkocht naar de Verenigde Staten.

 

7.  Genet d’Or SF 25000159002288C

 

Genet d’Or SF (V. Bois Rouaud xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1950 in Frankrijk geboren.
De moeder van Genet d’Or is de merrie Venise SF (1943, V. Quebec SF) en tweede moeder is Roumanie SF (1939, V. Lingot d’Or SF).

Genet d’Or is van 1954 tot en met 1959 beschikbaar geweest voor de Franse fokkerij. Van hem zijn door het Selle Français stamboek achttien nakomelingen (15 merries en 3 hengsten) geregistreerd.

De zonen Numidor SF (1957) en Printanier SF (1959) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.
Van Printanier SF (MV. Enfin SF) zijn slechts vijf nakomelingen geregistreerd.
Numidor SF wordt hieronder in hoofdstuk 7.1. besproken.

 

7.1.  Numidor  SF 25000159001179H

 

Numidor  SF (V. Genet d’Or SF) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1958 in Frankrijk geboren.
Zijn moeder is de bruine merrie Bellone de Dun SF (1945, V. Enfin SF) en tweede moeder is Sybelle de Dun SF (1940, V. Potiphar xx).

Numidor is van 1961 tot en met 1972 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 67 nakomelingen geregistreerd.

Zijn zoon Villandry SF (1965) is goedgekeurd door het Selle Français stamboek en zijn zwarte dochter Tamise SF (1963, MV. Fatal SF) is de moeder van de hengst Mandaat SF (1971, V. Nikou x), die is goedgekeurd door het KWPN.

 

7.2.  Villandry SF  25000160003415W

 

Villandry SF (V. Numidor SF) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 14 april 1965 geboren en is gefokt door Baron Gerard du Joncheray uit  La Membrolle-sur-Longuenée, dat ten noorden van Angers in het Franse departement Maine-et-Loire ligt.
De moeder van Villandry is de vos merrie Kerlurette SF (1954, V. Fulminant SF) en tweede moeder is de vos Gerbière SF (1950, V. Beaumont Hague SF).

Villandry is van 1969 tot en met 1976 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 39 nakomelingen ( 32 Selle Français en 7 Cheval de Selle) geregistreerd.

 

8.  Eratosthenes xx  BB2056

 

Eratosthenes xx (V. Guersant xx) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is in 1957 in het Verenigd Koninkrijk geboren en is gefokt door P. Bull.
Moeder van Eratosthenes xx is de vos merrie Lady Electra xx (1939, V. Fairway xx) en tweede moeder is de bruine Eclair xx (1930, V. Ethnarch xx).

Eratosthenes xx is een paar jaar in Engeland uitgebracht in de rensport en is in 1961 verkocht naar Nederland.
In de herfst van 1963 is hij voor de fokkerij goedgekeurd door de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport en door het toenmalige VLN (voorloper KWPN), waarna hij vanaf het voorjaar van 1964 op het hengstenstation van Stef Metz in Emmeloord beschikbaar is gesteld voor de fokkerij.
Vanaf het voorjaar van 1966 is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest op het hengstenstation van Van Heyst in Nuenen.

Vanaf zijn goedkeuring als dekhengst in 1964 heeft Eratosthenes xx zijn sporen in de rijpaardfokkerij verdiend door het leveren van prestatiepaarden, waarvan verschillende, met name in de springsport, bijzondere resultaten hebben weten te behalen.

Tijdens het dekseizoen 1967 heeft Eratosthenes xx een klap gekregen van een te dekken merrie waarbij hij zijn voorknie heeft gebroken. Toen uit onderzoek in de Kliniek voor Heelkunde van de Faculteit voor Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit in Utrecht bleek dat herstel moest worden uitgesloten, is de beslissing genomen om Eratosthenes xx te euthanaseren.

Van Eratosthenes xx zijn 181 nakomelingen geregistreerd.

Vier dochters van Eratosthenes xx zijn moeder of tweede moeder van een door het KWPN goedgekeurde hengst geworden:

Gicara Sgldt keur preferent, 1965, MV. Vorst Oldbg, is de moeder van de hengsten Kalief KWPN (1969, V. Uppercut xx) en Monaco KWPN (1971, V. Le Faquin xx);

Ida KWPN ster, 1967, MV. Bonaparte Sgldt, is de tweede moeder van de hengst Weratosthenes KWPN (1980, V. Heidelberg Holst);

Jolanda KWPN keur preferent prestatie, 1968, vos, MV. Uron Sgldt, is de moeder van de hengst Wolfgang KWPN (1980, V. Farn Holst) en

Jolanda KWPN ster, 1968, MV. Dominant Sgrt, is de tweede moeder van de hengst Belmondo KWPN (1983, V. Omega KWPN).

Zijn zonen Grandseigneur Sprt (1965),  Hyperion Sprt (1966) en Eratosthenes Z (1968) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Van deze hengsten is Eratosthenes Z (MV. Selim Sgldt) in 1975 goedgekeurd door het BWP. Hij is twee jaar actief geweest in de fokkerij en van hem zijn vier nakomelingen geregistreerd.
Grandseigneur en Hyperion worden besproken in de hoofdstukken 8.1. en 8.2.

Diverse nakomelingen van Eratosthenes xx zijn uitgebracht in internationale springwedstrijden. Voorbeelden daarvan zijn:

Echo Sprt, ruin, MV. onbekend, is door Eva van Paesschen (BEL) internationale springconcoursen uitgebracht;

Cyrano D Sgldt, ruin, 1966, MV. onbekend, is in 1.40 m wedstrijden uitgebracht;

Hus KWPN, 1966, schimmel, MV. Vigo Sgldt, is onder de naam Diamant door François Mathy (BEL) in internationale springconcoursen uitgebracht;

Swiftness D NWP, ruin, 1966, MV. onbekend, is door Harry Wouters van den Oudenweijer (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht;

Isocrates S KWPN, ruin, 1967, MV. Helmar Sgldt is door Piet Raijmakers (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht. De combinatie heeft in 1980 deelgenomen aan de alternatieve Olympische Spelen in Rotterdam, waar met het Nederlandse team de negende plaats in de landenwedstrijd is behaald. Ook is de combinatie kampioen van Nederland geworden;

Iwan F KWPN, ruin, 1967, MV. Nestorianer Holst,  is door Ron Eras (NED) uitgebracht in internationale springconcoursen. De combinatie heeft deelgenomen aan de Olympische Spelen 1976 in Montreal, waar met het Nederlandse team de 12e plaats is behaald in de landenwedstrijd en individueel ex aequo de 30e plaats is behaald.

Eratosthenes Z Sprt, hengst, 1968, vos, MV. Selim Sgldt, is door Dick Wieken (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht.

Idora KWPN, merrie, 1967, vos, MV. Robijn Sgldt, is door Frans van Herten (NED) en Sven Harmsen (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht.

In het mooie tijdschrift Sport Horse Breeding, dat door Horse Genetics uit Heythuysen in de jaren 2007 – 2011 is uitgegeven, is in de uitgave van mei 2007 een zeer interessant artikel, geschreven door Jac Remijnse, over Eratosthenes xx en de oorsprong van zijn springkwaliteiten gepubliceerd.

8.1.  Grandseigneur  554 Sprt KWPN

Grandseigneur Sprt KWPN (V. Eratosthenes xx) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 26 maart 1965 geboren en is gefokt door C.P. Wiersema uit Emmeloord.
De moeder van Grandseigneur is de merrie Celkide Sgrt kroon (1961, V. Odin van Wittenstein Sgldt) en tweede moeder is de donkerbruine Elkide II Oldbg kroon model preferent (1944, V. Godin Oldbg).

Grandseigneur is een broer van de hengst Hyperion Sprt (1966, zie hfdst 8.1.) en Celkide is ook de moeder van de hengst Janmaat KWPN (1968, V. Uppercut xx), die is goedgekeurd door het KWPN.

Elkide II is ook de moeder van de hengsten Ferdinand Oldbg (1950, V. Feiner Kerl Oldbg), Radar NWP (1951, V. Rheinritter Oldbg) en Firmant NWP (1956, V. Formaat Oldbg).
Ferdinand en Firmant zijn goedgekeurd door het NWP en Radar door het NWP en het Oostfriese stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Grandseigneur een afstamming met 52,3 % Engels volbloed, 25 % Oldenburgs bloed en 15,6 % Selle Français bloed.

Grandseigneur is in februari 1968 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst is in 1969 in het kader van het verrichtingsonderzoek in opdracht van de eigenaar thuis getraind en heeft op 20 november 1969 in Voorst een eindbeoordeling afgelegd, nadat hij twee dagen van te voren in het onderzoekcentrum was aangeleverd om het stalgedrag en het karakter te kunnen beoordelen.
Voor zijn prestaties is Grandseigneur gewaardeerd met een negen voor de conditie, 7,57 punten voor de dressuurproef, acht punten voor het vrij springen 8, zeven punten voor het springen onder het zadel, acht punten voor de trekproef, vier punten voor de terreinrit, vijf punten voor de algemene indruk. Dat resulteerde in een totaalscore van 136,71 punten. In het juryprotocol dat over de afgelegde eindbeoordeling is opgemaakt staat dat de hengst slecht werd gereden. Wellicht is de toegekende waardering daardoor negatief beïnvloed.

Door de fusie van het NWP en het VLN in de loop van 1968 was het onderzoek in 1969 het eerste verrichtingsonderzoek van het (toen nog) WPN, waarbij onderzoeken zijn uitgevoerd in Deurne, Emmeloord, Sleen en Voorst. Ook zijn er nog negen hengsten, waaronder Grandseigneur, thuis getraind om vervolgens gedurende drie dagen in een onderzoekcentrum te verblijven voor het beoordelen van het stalgedrag en het karakter en om een eindbeoordeling af te leggen.
Door de verschillende onderzoekcentra en de thuis getrainde hengsten zijn de milieufactoren per hengst zeer verschillende en zijn de prestaties van de hengsten die in 1969 zijn onderzocht, niet met elkaar te vergelijken.

Grandseigneur is tot en met 1971 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Het KWPN heeft 143 nakomelingen van hem geregistreerd.

Twee dochters van Grandseigneur hebben een rol gespeeld in de fokkerij:

Mieke KWPN keur preferent prestatie, 1971, bruin, MV. Alex Sgldt, is de moeder van de hengst Pretorius Stb (1974, V. Le Faquin xx), die is goedgekeurd door het KWPN en

Miesje KWPN keur preferent, 1971, donkerbruin, MV.  Alex Sgldt, is de derde moeder van de hengst Der Senaat 111 BWP (2003, V. President KWPN), die is goedgekeurd door het BWP en het Anglo-Europese stamboek.

 

8.2.  Hyperion  1115 Sprt KWPN

 

Hyperion Sprt (V. Eratosthenes xx) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm.
Hij is in 1966 geboren en is gefokt door C.P. Wiersema uit Emmeloord.

De moeder van Hyperion is de merrie Celkide Sgrt kroon (1961, V. Odin van Wittenstein Sgldt) en tweede moeder is de donkerbruine Elkide II Oldbg kroon model preferent (1944, V. Godin Oldbg).

Hyperion is een broer van de hengst Grandseigneur Sprt (1965, zie hfdst 8.1.) en Celkide is ook de moeder van de hengst Janmaat KWPN (1968, V. Uppercut xx), die is goedgekeurd door het KWPN.

Elkide II is ook de moeder van de hengsten Ferdinand Oldbg (1950, V. Feiner Kerl Oldbg), Radar NWP (1951, V. Rheinritter Oldbg) en Firmant NWP (1956, V. Formaat Oldbg).

Ferdinand en Firmant zijn goedgekeurd door het NWP en Radar door het NWP en het Oostfriese stamboek.

Gerekend over acht generaties heeft Hyperion een afstamming met 52,3 % Engels volbloed, 25 % Oldenburgs bloed en 15,6 % Selle Français bloed.

Hyperion is in 1969 op de hengstkeuring van het KWPN goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is in 1969 beschikbaar geweest voor de fokkerij en is daarna om onbekende reden gedood.

Het KWPN heeft 95 nakomelingen van Hyperion  geregistreerd.

Back To Top