skip to Main Content

1974 (Le Faquin xx x Duc de Normandie SF)

 

 

Samenvatting

 

Pretendent KWPN (1974) is met afstand de meest invloedrijke zoon van de in Nederland veelgebruikte volbloedhengst Le Faquin xx (1954).
Pretendent heeft in 1977 in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, waar hij redelijk heeft gepresteerd maar waar zijn karakter als onvoldoende is beoordeeld.  Desondanks heeft het KWPN Pretendent goedgekeurd en is hij van 1977 tot juni 1992 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
De nakomelingen van Pretendent zijn over het algemeen betere dressuurpaarden dan springpaarden en hebben door elkaar genomen een goed karakter.

Pretendent heeft met Vanitas (1979) en Vincent (1979) twee zonen gebracht die succesvol zijn geweest in de dressuursport en in de fokkerij.
Vanitas en zijn zoon Caritas (1984) hebben beide het verrichtingsonderzoek, waaraan ze hebben deelgenomen, gewonnen.
Vincent heeft met zijn zoon Cabochon (1984) een hengst gebracht die zelf met drie goedgekeurde zonen en twee goedgekeurde kleinzonen de door Pretendent opgezette hengstenlijn verder heeft uitgebouwd.
 

Van de dochters van Pretendent zijn er 207 als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder één elitemerrie, 41 keurmerries en 53 stermerries.

Achttien dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en 23 dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Drie dochters van Pretendent zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden. 

Vanwege hun goede fokkerijprestaties heeft het KWPN in 1987 het keurpredicaat toegekend aan Pretendent en in 2000 aan zijn kleinzoon Cabochon.

 


Voorkomen en afstamming

Pretendent KWPN 213 Stb  is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 25 januari 1974 geboren en is gefokt door Gert-Willem van Norel uit Wapenveld, dat in het noorden van de provincie Gelderland ligt.

 

 

Vader

De vader van Pretendent is de vos hengst Le Faquin xx. Hij is in 1954 geboren en is gefokt door Ed Zurstrassen uit Heusy, dat bij Verviers in de Belgische provincie Luik ligt.
De vader van Le Faquin xx is Aldis Lamp xx (1943, V. Hyperion xx) en zijn moeder is de bruine merrie La Fagne xx (1948, V. Beasart xx).

Le Faquin xx heeft in België een lange rencarrière gehad, waarin hij 72 keer is gestart en 21 overwinningen heeft behaald.

In 1966 is Le Faquin xx naar Nederland verkocht, waar hij in het najaar is goedgekeurd door de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport en door het toenmalige VLN is geaccepteerd voor de warmbloedfokkerij.

Het KWPN heeft 872 nakomelingen van Le Faquin xx geregistreerd. Negen dochters van hem zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en elf zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Van de zonen heeft alleen Pretendent zich in de fokkerij bewezen. De andere zonen, wellicht met uitzodering van Jashin KWPN (1968), hebben weinig toegevoegd aan de fokkerij.

Het KWPN heeft in 1972 op grond van zijn fokkerijprestaties het keur predicaat toegekend aan Le Faquin xx. Een onderbouwing van dat besluit is niet gepubliceerd.

 

 

Moeder

 

De moeder van Pretendent is de bruine stermerrie Leronia KWPN (1970, V. Duc de Normandie SF) en tweede moeder is de bruine Eronia Sgldt kroon preferent prestatie (1963, V. Victor Sgldt).

Eronia is ingeteeld op de hengsten L’Invasion SF (1944, V. Pré Salé SF) en Graaf van Wittenstein Sgldt (1942, V. Baronet Sgldt).
Ze is ook de moeder van de hengst Niels KWPN (1972, V. Le Faquin xx) en ze is de tweede moeder van de hengst Ottomar KWPN (1973, V. Enfant de Normandie SF). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het KWPN.

Gerekend over acht generaties heeft Pretendent een afstamming met  64,8 % Engels volbloed, 14,8 % Selle Français bloed en 10,9 % Gelders bloed.

 

Fokkerijcarrière

 

Pretendent is in 1977 op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht voor één jaar goedgekeurd voor de fokkerij en aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Van de 32 goedgekeurde rijpaardhengsten is hij als zevende geplaatst.
Het KWPN heeft aangegeven dat Pretendent een goedsoortige hengst met veel klasse is. De bewegingen zijn ruim en de achterhand wordt goed ondergebracht.

In het najaar van 1977 heeft Pretendent in Sleen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 60 dagen.
Daarover is gerapporteerd dat Pretendent een lastig en onrustig karakter heeft. De hengst is lastig en moeilijk te rijden. Hij is druk en nerveus en toont soms veel verzet. Hij heeft voldoende bereidheid om te werken. Bij oefeningen toont hij af en toe verzet en hij doet onder het zadel wat onvriendelijk aan. Pretendent heeft een goede ruiter nodig.

Over de eindbeoordeling is het volgende gemeld:
Rijproef: goede rijproef, wat druk en eigenzinnig.
Springen onder het zadel: goed parcours met veel souplesse.
Vrij springen: beste springer met veel souplesse.
Aangespannen proef: best, eerlijk en betrouwbaar.
Terreinproef: goed terreinpaard, iets nerveus.
Pretendent heeft een goede aanleg als spring-, dressuur- en terreinpaard.
Het stalgedrag en het gedrag tijdens het voeren en verzorgen is normaal.

De prestaties van Pretendent zijn gewaardeerd met 6,7 punten voor de rijproef, 8,5 punten voor het vrij springen en acht punten voor het springen onder de zadel. De aangespannen proef is beloond met een negen en de terreinproef met een acht. Het karakter is gewaardeerd met een vier en het trainingsrapport met een zeven. Pretendent heeft in totaal 142,13 punten behaald.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1977 hebben 36 rijpaardhengsten deelgenomen. Vijf hengsten hebben wegens veterinaire problemen het onderzoek niet afgemaakt en zes andere hengsten hebben het onderzoek enige tijd onderbroken en op een later tijdstip een eindbeoordeling afgelegd.
Van de 31 hengsten die het onderzoek op enig moment hebben afgesloten is Pretendent als 19e geëindigd.

Tijdens de KWPN-hengstenkeuring 1978 in Utrecht is Pretendent opnieuw goedgekeurd voor de fokkerij en is hij ingeschreven in het stamboek. De rijpaardhengsten die in 1977 het verrichtingsonderzoek hebben afgelegd zijn in twee groepen beoordeeld en Pretendent is in de tweede groep als tweede geëindigd.
De vier die Pretendent in het verrichtingsonderzoek voor zijn karakter heeft gekregen was voor het KWPN kennelijk geen enkele belemmering voor goedkeuring en primering.

In 1986 heeft uw scribent  de organisatie, ontwikkelingen, inhoud en resultaten van de in de jaren 1966 – 1977 uitgevoerde verrichtingsonderzoeken onderzocht en de bevindingen van dat onderzoek gepubliceerd in het rapport Centraal Onderzoek 1966 – 1977.
Opvallende bevinding was dat de basisgangen van de hengsten wel werden gewaardeerd, maar de cijfers niet werden gepubliceerd. De cijfers werden meegenomen in de waardering voor de rijproef. Dat kon betekenen dat een vijf voor zowel de stap, de draf als de galop en een negen voor het halthouden resulteerde in een zes voor de rijproef.
Ook is naar voren gekomen dat in die periode het KWPN meer gewicht toekende aan het totaal puntenaantal dan aan de cijfers voor de verschillende onderdelen van het onderzoek.
Vanaf 1978 is de opzet, inhoud en uitvoering van het verrichtingsonderzoek veranderd, waarbij meer aandacht werd gegeven aan de afzonderlijke cijfers voor de verschillende onderdelen. Vanaf 1978 zijn hengsten waarvan het karakter werd gewaardeerd met een vijf of lager niet meer toegelaten tot de fokkerij.
Pretendent heeft dus geluk gehad dat hij in 1977 aan het verrichtingsonderzoek heeft deelgenomen en niet in 1978. Anderzijds moet worden vastgesteld dat Pretendent als fokhengst goed heeft gepresteerd en dat zijn nakomelingen over het algemeen een uitstekend karakter hebben, hoewel zijn zoon Amarillo KWPN (zie hfdst. 3.) bij zijn verrichtingsonderzoek in Ermelo zich kennelijk vergelijkbaar heeft gedragen als  Pretendent in Sleen. Gezien de fokkerijresultaten van Pretendent zou het jammer zijn geweest als Pretendent vanwege de vier voor zijn karakter zou zijn afgekeurd.

In augustus 1980 heeft het KWPN een groep nakomelingen (veulens, enters en twenters) beoordeeld. Daarover is meegedeeld dat Pretendent een uniforme groep lang gelijnde, edele veulens met goede hoofden en halzen en dito schouders heeft laten zien. In het oog springend waren de sterke bovenbouw en de sterke rompen. Over de stand en bouw van het beenwerk moet men minder positief zijn; een iets ingesnoerd voorbeen en een wat te sterk gebogen achterbeen werden nogal eens waargenomen. Ook de forsheid van het beenwerk liet te wensen over. Komen de nakomelingen van Pretendent in beweging, dan wordt dit minder goed gestelde beenwerk snel vergeten. De draf is ruim met veel schoudervrijheid, het achterbeen wordt goed gebruikt door het krachtig onder te brengen. De stap is ruim en soepel.

De enters vormden een uniforme groep harde paarden, die in type dezelfde goede kenmerken als de veulens hadden. De lange croupen en de gespierde achterhanden vielen op. De bemerkingen die bij de veulens zijn gemaakt ten aanzien van het beenwerk blijven gehandhaafd. Maar ook hier is sprake van een goede stap en een ruime, krachtige draf met veel schoudervrijheid en stuwing vanuit de achterhand.

Ook de tweejarigen kenmerken zich door hun sterk gesloten bovenbouw en de sterke bewegingen. De bemerkingen op het beenwerk blijven ook hier onverminderd van kracht. Zowel de één- als tweejarigen waren tijdens het opstellen nogal onrustig wat een pittig karakter doet vermoeden. Verwacht mag worden dat Pretendent sterke rijpaarden zal weten te produceren.

In 1982 heeft het KWPN Pretendent voor het eerst voor drie jaar goedgekeurd en in 1985 is de goedkeuringstermijn met drie jaar verlengd.

In 1987 heeft het KWPN het keurpredicaat toegekend aan Pretendent. Daarbij is aangegeven dat de keurverklaring is gebaseerd op zowel de sport- als fokkerijgegevens. Met een voldoende betrouwbaarheidscijfer scoren de nakomelingen van deze hengst hoog in met name de dressuur, terwijl ook het springen juist boven het gemiddelde ligt. Ook in de fokkerij speelt deze hengst een voorname rol met hooggeplaatste merries op zowel centrale als nationale keuringen. Ook de IBOP-resultaten geven een positieve indruk weer. Zijn beide goedgekeurde zonen Vanitas en Vincent munten uit in de sport.

Pretendent is op 29 juni 1992 tijdens het dekken van een merrie aan een hartstilstand overleden.

Pretendent heeft in de jaren 1977 tot en met 1992 936 merries gedekt en het KWPN heeft  632 veulens van hem geregistreerd.

 

Zonen

 

De zonen Vanitas KWPN (1979), Vincent KWPN (1979) en Amarillo KWPN (1982) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Zij worden besproken in de hoofdstukken 1. – 3.

De zoon Atleet KWPN (1982, MV. Enfant de Normandie SF) is in 1985 aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Hij heeft daarop in het voorjaar van 1995 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij de stap en de galop elk zijn gewaardeerd met een zeven en de draf en de rijproef met een zes. Voor  het springen onder de man is een zes gescoord en voor het vrij springen een zeven. De terreinproef heeft een 6,5 opgeleverd en voor zowel het karakter als voor het trainingsrapport is een zeven gegeven. Het stalgedrag is gewaardeerd met een negen.
Aan het verrichtingsonderzoek 1985 is deelgenomen door 33 rijpaardhengsten, waarvan er acht het onderzoek tussentijds hebben beëindigd. Van de 25 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen is Atleet als 22e geëindigd. Voor het KWPN was de verrichting van Atleet onvoldoende om hem toe te laten tot de fokkerij.

 

Dochters

 

Van de dochters van Pretendent zijn er 207 als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder één elitemerrie, 41 keurmerries en 53 stermerries.
Achttien dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en 23 dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Drie dochters van Pretendent zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Zolinda KWPN keur, 1981, vos, MV. Acer xx, is de moeder va de hengst J.Quest KWPN-NA (1991, V. Argus KWPN), die is goedgekeurd door het Internationale Sportpaarden stamboek Oldenburg Noord Amerika;

Carla KWPN keur prestatie sport, 1984, bruin, MV. Hilman Sgldt, is de moeder van de hengst Santo H KWPN (1999, V. Kennedy KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en

Jaccovita KWPN keur preferent prestatie sport, 1991, vos, MV. Sovereign Bill xx, is de moeder van de hengst Zanzibar KWPN (2004, V. Special D KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

Dochter Koraalfee KWPN keur preferent, 1992, vos, MV. Vanitas KWPN, fokker G.W. van Norel, is in 1996 U.T.V. -kampioen van de vierjarige merries geworden.

 

Nakomelingen in de sport

 

Volgens de database van Horsetelex zijn zeven nakomelingen van Pretendent uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden:

Vanitas KWPN, goedgekeurde hengst, 1979, vos, MV. Commandant Sgldt, fokker G.W. van Norel, ruiter Annemarie Sanders – Keizer (NED);

Vincent KWPN
, goedgekeurde hengst, 1979, bruin, MV. Duc de Normandie SF, fokker E. Fikse Bzn, ruiter Annemarie Sanders – Keizer (NED). De combinatie heeft in 1989 de Grand Prix tijdens Champion Arnhem gewonnen en is later in het jaar  kampioen van Nederland dressuur geworden;

 Bas KWPN, hengst, 1983, bruin, MV. Duc de Normandie SF;

(Countycar) Controversy KWPN, ruin, 1984, bruin, MV. Orkaan KWPN, fokker G.J. Michels, ruiter Mischa Koot (NED);

Ferdinant A.H. KWPN
, ruin, 1987, bruin, MV. Duc de Normandie SF;

Gigant KWPN, ruin, 1988, vos, MV. Uppercut xx en

Griffier KWPN, ruin, 1988, vos, MV. NN vb, ruiter Sander Marijnissen (NED).

 

Indexen en genetisch profiel

 

In 2020 heeft Pretendent een dressuurindex van 122 met een betrouwbaarheid van 92 % en een springindex van 97 met een betrouwbaarheid van 93 %.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel blijkt dat de nakomelingen van Pretendent vaker dan gemiddeld binnen de KWPN-populatie een strak verloop van rug en lendenen, een lang kruis en/of een bokbenige stand van het voorbeen hebben. De stap heeft vaak een (scheppende) beweging die voort komt vanuit een Franse stand. Bij het springen wordt bij de nakomelingen van Pretendent vaker dan normaal een holle rug en/of een vastgehouden achterhand gezien.

 

Diversen

 

In het KWPN-blad In de Strengen van 16 december 2016 is in de serie Stempelhengsten een artikel getiteld “Getalenteerde alleskunner” over Pretendent van de hand van Gemma Janssen gepubliceerd. Het artikel is via de website van het KWPN te downloaden.

De fokker van Pretendent, Gert-Willem van Norel, is in 2004 door het KWPN uitgeroepen tot Fokker van het Jaar en is in 2015 door koning Willem-Alexander onderscheiden met een benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

 


Zonen in de fokkerij

 

1.  Vanitas  KWPN 358 Stb

 

Vanitas KWPN (V. Pretendent KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 30 maart 1979 en is gefokt door Gert-Willem van Norel uit Wapenveld, dat op de Veluwe in het noorden van de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Vanitas is de vos merrie Gonnie Sgldt kroon preferent prestatie (1965, V. Commandant Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengst Cabochon KWPN (1984, V. Vincent KWPN, zie hfdst. 2.1.).
Volgens een KWPN-rapportage is Gonnie een vriendelijke merrie met een stokmaat van 166 cm, die op 17-jarige leeftijd nog in een prima conditie verkeerde. Het is een gave merrie uit een prima moederlijn. Haar hoofd is droog en goed van vorm met een mooi oog. De hals, met een mooie lange nek, is goed van bouw, maar zou iets gespierder kunnen zijn. De ontwikkeling van de schouder zou iets royaler en de ligging iets schuiner moeten zijn. Verder geeft de bovenbouw geen aanleiding voor bemerkingen, terwijl de mooie lange croupe opvalt. Het beenwerk is hard met een best ontwikkeld spronggewricht en beste voeten.
De stap is goed en de draf vlot en levendig met een prima stuwing vanuit de achterhand.

Tweede moeder van Vanitas is de bruine Bottie Sgldt kroon preferent (1960, V. Ulex Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Vanitas een afstamming met 32,0 % Engels volbloed, 27,3 % Selle Français bloed en 14,8 % Gelders bloed.

Vanitas is in 1982 op de KWPN-hengstenkeuring in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Opgemerkt is dat Vanitas een hengst met een mooi front, veel hengstuitdrukking en goede maat is. In de bovenlijn zou hij iets rijtypischer moeten zijn. Het achterbeen is even lang.

Vanitas heeft in het voorjaar van 1982 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Daarover is gerapporteerd dat Vanitas een intelligente, evenwichtige hengst is die alles goed bekijkt en graag loopt te pronken. Hij is vriendelijk, opgewekt, attent, eerlijk en zeer brutaal. Zijn humeur is altijd goed. Hij gaat graag zijn eigen gang en trekt zich, elke dag opnieuw, in het begin van het werk weinig aan van zijn ruiter. Pas als hij alles goed heeft bekeken is hij bereid zich naar zijn ruiter voegen. Eenmaal zover werkt hij zeer goed. Bij het begin van het onderzoek was hij nog groen. Zijn verrichting kenmerkt zich door allure en elasticiteit.

De stap is regelmatig en ontspannen. De draf heeft veel ruimte en is zeer regelmatig. Vanitas heeft een ruime, vloeiende galop. Hij springt gemakkelijk. Onder het zadel toont hij een goede techniek en veel vermogen. Ook bij vrij springen laat hij een goed vermogen zien. De hengst heeft een goed oog op de sprong en springt voorzichtig. In het terrein is hij op crosshindernissen beter dan op steeplehindernissen. Hij heeft een goede terreingalop. Vanitas trekt de slede erg gemakkelijk en heeft een goede trekhouding. Hij heeft een zeer levendig orenspel en plezier in het werk. Hij ervaart het werk als zeer licht en heeft ruim voldoende bereidheid om te werken.
Vanitas heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard en veel aanleg als spring- en terreinpaard. Op stal is hij zeer rustig en aanhankelijk.

Bij de eindbeoordeling zijn de volgende opmerkingen gemaakt:

Rijproef: mooie ruime bewegingen.

Springen ohz: mooie sprongen met veel regelmaat, weet zich goed te redden.

Vrij springen: toont vermogen.

Aangesp proef: trekt de onbelaste slede beter dan de belaste slede.

Terreinproef: zeer ruime galop, soms terughoudend.

De prestaties van Vanitas zijn gewaardeerd met een acht voor de stap, een negen voor de draf, een 8,5 voor de galop en een 8,5 voor de rijproef. Het springen onder het zadel heeft een negen opgeleverd en het vrij springen een 8,5. Vanitas heeft zowel voor de aangespannen proef als voor de terreinproef een acht gescoord.
Het karakter van de hengst is gewaardeerd met een negen, het stalgedrag met een negen en het trainingsrapport eveneens met een negen.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1982 is deelgenomen door 32 rijpaardhengsten, waarvan er acht het onderzoek tussentijds hebben beëindigd. Van de 24 hengsten die het gehele onderzoek hebben afgewerkt was Vanitas de hoogst gewaardeerde hengst.
Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Vanitas goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1984 heeft het KWPN een groep van 21 veulens van Vanitas beoordeeld. Daarover is gerapporteerd dat er onderscheid te maken is tussen de aangewezen en de uitgezochte veulens van deze hengst. In deze rapportage zal dan ook herhaalde malen worden gesproken van eerste groep (= aangewezen veulens) en tweede groep (= uitgezochte veulens). De ontwikkeling van de veulens in de eerste groep was in het algemeen voldoende, in de tweede groep was de ontwikkeling goed. De veulens in de eerste groep konden in het algemeen rijtypischer van bouw zijn: de veulens uit de tweede groep waren wél rijtypisch van bouw en beschikten over goede rompen.

De veulens uit de eerste groep hadden dikwijls een iets lang, minder sprekend hoofd, de tweede groep veulens beschikte over meer sprekende hoofden. De hals was bij praktisch alle veulens mooi van vorm en bespiering en werd goed gedragen, hetgeen zich met name in draf bijzonder manifesteerde. In de eerste groep kon de schoft geprononceerder zijn en meer lengte hebben; dat gold ook voor de tweede groep, zij het in iets mindere mate. De schouder zou in de eerste groep veulens wat schuiner hebben kunnen liggen; in de tweede groep was dat duidelijk beter, maar ook hier was wel eens een rechte schouder waarneembaar. De ruglijn was bij de veulens in de eerste groep meermalen gezonken, bij de tweede groep was dat beter. De lendenen waren over het algemeen voldoende gespierd en aangesloten. De croupe bleek in beide collecties veulens breed en gespierd te zijn, maar miste nog wel eens de lengte en kon dikwijls ook hellender, derhalve iets meer rijtypischer van bouw zijn. De staart was nogal eens hoog ingezet. Het voorbeen was vrij algemeen wat fijn van bouw en een enkele keer was er ook sprake van een steile stand; in de tweede groep was het voorbeen doorgaans beter ontwikkeld. Het achterbeen is dikwijls gebogen, voorzien van matig ontwikkelde spronggewrichten en herhaalde malen werd een ingestoken pijp waargenomen. Hoewel het achterbeen in de tweede groep over het algemeen beter gesteld was, blijven de opmerkingen met betrekking tot pijpinsteek en hoek in het spronggewricht van kracht.

De veulens in de eerste groep stapten voldoende, maar misten iets souplesse; de tweede groep stapte met voldoende ruimte en stuwing, eveneens met wat weinig souplesse. De draf was in doorsnee goed en ruim maar met wat weinig schoudervrijheid; dat geldt dan voor de eerste groep, want de veulens uit de tweede groep draafden beter, met goed gebruik van het achterbeen, gemakkelijk en met bravour, maar ook hier zou soms iets meer schoudervrijheid, gewenst zijn.

De veulens vergezelden in doorsnee goede merries.
Op basis van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten Vanitas te handhaven voor de fokkerij.

In 1987 heeft het KWPN besloten om naar aanleiding van de beoordeling van en rapportage over zijn 3-jarige nakomelingen Vanitas te handhaven voor de KWPN-fokkerij.

In 1988 is Vanitas niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

Vanitas is door Annemarie Sanders – Keizer (NED) uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden en door Wout Jan van der Schans (NED)  in Z springconcoursen.

In juni 1993 is Vanitas na een langdurige ziekte met verschijnselen van een vergiftiging, uiteindelijk gestorven aan darmproblemen (koliek).

Vanitas heeft in de jaren 1982 – 1987 322 merries gedekt en daaruit heeft het KWPN  218 veulens (105 hengsten en 113 merries) geregistreerd.

Zijn zonen Caritas KWPN (1984) en Facet KWPN (1987) zijn goedgekeurd voor de fokkerij. Zij worden besproken in de hoofdstukken 1.1. en 1.2.

Van de dochters zijn er 79 in het stamboek opgenomen als fokmerrie, waaronder 17 keurmerries en 22 stermerries. Elf dochters hebben het predicaat preferent ontvangen en acht het predicaat prestatie.

Dochter Finanta KWPN ster (1987) is de tweede moeder van de hengst Ziësto KWPN (2004, V. Lancet Hann) die is goedgekeurd door het KWPN.

Drie nakomelingen zijn in internationale wedstrijden uitgebracht:

Caritas KWPN, goedgekeurde hengst, 1984, vos, MV. Makelaar KWPN, fokker H. ten Hoor, is door Jennie en Albert Zoer (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht. Caritas heeft een winsom van € 23.438.

Ramar KWPN, ruin, 1985, vos, MV. Ivanhoe KWPN, fokker R. Kamphuis – van der Velden, is in de jaren 1996 – 1998 door Barbara von Grebel (SUI) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 1996 heeft de combinatie deelgenomen aan de Olympische Spelen in Atalanta GA, waar met het Zwitserse team de zesde plaats is behaald in de landenwedstrijd dressuur.

In 1997 is bij de Europese Kampioenschappen dressuur in Verden met het Zwitserse team de zevende plaats behaald in de landenwedstrijd en in 1998 is bij de World Equestrian Games in Rome met het Zwitserse team de vijfde plaats behaald.
Individueel is bij genoemde wedstrijden geen plaats bij de beste 40 combinaties behaald.

Facet KWPN, goedgekeurde hengst, 1987, vos, MV. Tolbert KWPN, fokker G.W. van Norel, is door Ellen Bontje (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.

In 2020 heeft Vanitas een dressuurindex van 139 met een betrouwbaarheid van 85 % en een springindex van 73 met een betrouwbaarheid van 74 %.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel blijkt dat veel nakomelingen van Vanitas een lang kruis hebben. Ook een recht kruis en een hol voorbeen komen vaker dan normaal voor bij de nakomelingen van Vanitas.
Een ruime, krachtige draf en een krachtige galop zijn vaak bij de nakomelingen van Vanitas te zien.

 

1.1.  Caritas KWPN 528003198400533 Stb

 

Caritas KWPN (V. Vantas KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 9 maart 1984 geboren en is gefokt door Henk ten Hoor uit Langendijke, dat net ten zuiden van Oosterwolde in het zuidoosten van de provincie Friesland ligt.
De moeder van Caritas is de bruine Resula keur preferent prestatie (1975, V. Makelaar KWPN). Zij is ook de moeder van de hengst Bredero KWPN (1983, V. Notaris KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

Volgens een KWPN-rapportage is zij een charmante verschijning met veel kwaliteit en hardheid die uit een beste merriestam komt. Het hoofd is fraai en sprekend. Van de goede bovenbouw vallen de hals en de croupe in gunstige zin op. De schouderligging is wat steil en in verband hiermee is de schoft niet te lang. Het beenwerk is hard en droog en goed gesteld. De merrie toont haar bewegingen makkelijk met een beste stuwing vanuit de achterhand en een mooie staartdracht. De schoudervrijheid zou iets royaler kunnen zijn.

Tweede moeder van Caritas is de vos Manuela KWPN keur preferent (1971, V. Exilio xx).
Gerekend over acht generaties heeft Caritas een afstamming met 40,6 % Engels volbloed, 18,0 % Gelders bloed, 17,2 % Selle Français bloed en 17,2 % Holsteins bloed,

Caritas is februari 1987 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.

Het KWPN heeft Caritas omschreven als een sterk gebouwde hengst met veel ras. Het front is wat beknopt en de schoft is nog matig ontwikkeld.

Caritas heeft in het voorjaar van 1987 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Caritas intelligent, vriendelijk, attent, blij, eerlijk en zeer brutaal is en een goed humeur heeft. Bij het begin van het onderzoek is Caritas nog groen. Hij laat zich tijdens de training goed bewerken. Caritas gaat van nature goed gesloten en is zeer atletisch.

De stap, draf en galop zijn ruim, krachtig en tactvol. Bij springen toont hij veel vermogen en een goede techniek. In het terrein heeft Caritas een opvallend goede galop en is hij met een krachtige afzet goed door op de sprong. Hij heeft veel bereidheid om te werken. Caritas heeft plezier in het werk, is looplustig en ervaart het  werk als licht. Hij heeft zeer veel aanleg als dressuur- en als springpaard en veel aanleg als terreinpaard.

Caritas gedraagt zich in de box zeer onrustig maar tijdens het verzorgen is hij erg rustig.

Zijn prestaties zijn gewaardeerd met een 9,5 voor zowel de stap, de draf als voor de galop en een negen voor de rijproef. Bij het springen onder het zadel en het vrij springen heeft Caritas twee keer een 9,5 gescoord en voor de terreinproef heeft hij een negen gekregen. Het karakter en het trainingsrapport zijn beide gewaardeerd met een negen en het stalgedrag met een zeven.

Aan het verrichtingsonderzoek 1987 hebben 44 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er tijdens het onderzoek elf zijn uitgevallen. Caritas was, net als zijn vader, van alle deelnemende hengsten de hoogst gewaardeerde hengst.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Caritas goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1989 heeft het KWPN een groep van veertien veulens van Caritas beoordeeld. Daarover is meegedeeld dat de getoonde veulens juist voldoende ontwikkeld, en voldoende rijtypisch waren gebouwd. De veulens hebben goede, diepe rompen.

Het hoofd is uitdrukkingsvol en goed gevormd. De hengst heeft zelf vrij royale aftekeningen aan het hoofd, maar bij de gepresenteerde veulens is dat niet vastgesteld. De hals heeft niet steeds de gewenste lengte, komt nog wel eens diep uit de borst, maar heeft een kenmerkend goede bovenlijn, terwijl deze steeds goed wordt gedragen. De schoft heeft wel voldoende lengte, maar is nog wat weinig ontwikkeld; de uitgezochte veulens waren op dat onderdeel overigens beter. De schouder heeft voldoende lengte, maar ligt er vrijwel steeds tamelijk recht in. De rug is goed gespierd en gaat over in een best gespierde lendenpartij. De rug is echter nog wel eens aan de lange kant en soms iets gezonken. De croupe is steeds best van vorm en sterk gespierd. Het voorbeen is goed gesteld. Het achterbeen is correct gebouwd, goed gesteld met een goed ontwikkeld spronggewricht. In het algemeen is het fundament fors, met behoud van kwaliteit.

De stap is best, met tact en ruimte en een best gebruik van het achterbeen. De draf is uniform sterk, vertoont draagkracht, balans, een effectief achterbeengebruik en een goed zweefmoment; de veulens bleken de passen bovendien moeiteloos te kunnen verruimen.

De veterinaire bevindingen hebben betrekking op de voeten, die nog wel eens verschillend zijn wat betreft de hoogte van de hoef, mogelijk veroorzaakt door een slechte hoefverzorging.

In januari 1993 heeft het KWPN naar aanleiding van de beoordeling van en rapportages over zijn driejarige nakomelingen besloten om Caritas te handhaven voor de KWPN-fokkerij en in januari 1998 is eenzelfde besluit genomen op basis van de beoordelingen van en rapportages over de zevenjarige nakomelingen van Caritas.

In het najaar van 1999 is Caritas geëxporteerd naar het Verenigd Koninkrijk, maar in februari 2000 was hij terug in Nederland en weer beschikbaar voor de fokkerij. Caritas is in het voorjaar van 2000 overleden.

In februari 2001 heeft het KWPN Caritas postuum definitief goedgekeurd voor de fokkerij.

Caritas is door Jenny en Albert Zoer (NED) in internationale springconcoursen uitgebracht en heeft een winsom van € 23.438.

Caritas heeft in de periode 1987 – 2001 744 merries gedekt en het KWPN heeft 283 hengstveulens en 254 merrieveulens van hem geregistreerd.

Van de dochters zijn er 111 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Van hen hebben 8 dochters het elitepredicaat ontvangen, zestien zijn keurmerrie geworden en 31 dochters zijn stermerrie geworden.
Negen merries hebben het preferentschap behaald en elf merries hebben het predicaat prestatie ontvangen.

Drie dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Herginia KWPN keur preferent prestatie, 1989, bruin, MV. Ariban xx, is de moeder van de hengst Cocktail Time KWPN (1994, V. Cocktail KWPN), die is goedgekeurd door het ZfdP;

Nadottie KWPN, 1995, bruin, MV. Ramiro Z Holst, is de moeder van de hengst Hamiro KWPN (2012, V. Uphill KWPN), die is goedgekeurd door het Internationale Zware Warmbloed paardenstamboek en

Pirginia KWPN  keur prestatie, 1997, vos, MV. Flemmingh KWPN, is de moeder van de hengst Blue Hors Zo Special KWPN (2004, V. Special D KWPN), die is goedgekeurd door het Deense stamboek.

Nakomelingen van Caritas die internationaal zijn uitgekomen zijn:

Nalando KWPN, ruin, 1995, bruin, MV. Apollonios xx, fokker R. Prins, is van 2007 tot en met 2012 door Luis Reteguiz Denizar (PUR) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2010 is de tweede plaats behaald in een GP Special in Wayne IL en in 2011 is een tweede plaats behaald in een GP Special in Raleigh NC;

Success, (stamboeknaam Ocaris KWPN), ruin, 1996, vos, MV. Tolbert KWPN, fokker A, Veenhof Azn, is door Michael Walton (USA) uitgebracht in internationale springwedstrijden en

Rocco KWPN, ruin, 1998, vos, MV. Zirkoon KWPN, fokker W. Warmelts, is in de jaren 2015 – 2017 door Christiane Schauerte (BIH) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.

In 2020 heeft Caritas een dressuurindex van 108 met een betrouwbaarheid van 88 % en een springindex van 99 met een betrouwbaarheid van 88 %.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel komt naar voren dat nakomelingen van Caritas relatief vaak een korte hals en/of een lang kruis hebben. De draf is over het algemeen ruim en krachtig.

 

1.2.  Facet KWPN 528003198705359 Stb.

 

Facet KWPN (V. Vanitas KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is geboren op 1987 en hij is gefokt door Gert-Willem van Norel uit Wapenveld, dat in het noordoosten van de Veluwe in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Facet is de donkerbruine Adriana KWPN keur preferent prestatie (1982, V. Tolbert KWPN) en tweede  moeder is de vos Pretty KWPN (1974, V. Courville xx).
Gerekend over acht generaties heeft Facet een afstamming met 40,6 % Engels volbloed, 15,6 % Holsteins bloed, 14,1 % Selle Français bloed en 14, 1 % Gelders bloed.

Facet is op de hengstenkeuring van het KWPN in februari 1990 in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen en uitgeroepen tot kampioen van zijn jaargang. Het KWPN heeft daarbij gemeld dat Facet een fraaie, edele hengst is, die in het middenstuk iets lang aandoet.
In het voorjaar van 1990 heeft hij in Ermelo deelgenomen aan een  verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Facet opgewekt, vriendelijk, gehoorzaam, eerlijk en attent is en een goed humeur heeft. Aan het begin van het onderzoek was hij zadelmak. Facet is in het werk erg ongecompliceerd en zijn verrichtingen zijn in de loop van het onderzoek aanzienlijk verbeterd. Hij is gemakkelijk te rijden en geeft zijn ruiter vooral in dressuurwerk een goed gevoel.

De hengst heeft een goede stap. De draf is veerkrachtig, ruim en regelmatig. Facet blijft in draf mooi gesloten. De galop is ruim maar zou achter krachtiger mogen zijn. Bij het springen toont hij veel inzet. Zijn springtechniek is ruim voldoende. Hij heeft een matige terreingalop en is in het terrein op de sprong tamelijk terughoudend. Facet heeft veel bereidheid om te werken en ervaart het werk als licht. Als dressuurpaard heeft hij veel aanleg en als springpaard heeft hij ruim voldoende aanleg.

Op stal is hij vooral in de eerste helft van het onderzoek zeer onrustig en heeft hij perioden waarin hij van de ene hoek van zijn box naar de andere hoek van zijn box loopt. Nadat hij in een andere box is geplaatst is hij rustiger geworden. In de tweede helft van het onderzoek is het onrustige gedrag minder waargenomen.

De prestaties van Facet zijn gewaardeerd met een 7,5 voor de stap, een acht voor de draf en een zeven voor de galop. Voor de rijproef heeft hij een acht gekregen. Het springen onder het zadel heeft een zeven opgeleverd en het vrij springen een zes.  De terreinproef is gewaardeerd met een 6,5, het karakter met een negen, het stalgedrag met een zeven en het trainingsrapport met een negen.

Aan het verrichtingsonderzoek 1990 hebben 52 rijpaardhengsten deelgenomen waarvan er 22 het onderzoek voortijdig hebben beëindigd. Van de 30 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben meegedaan is Facet ex aequo als negende geëindigd.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Facet goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1992 heeft het KWPN een groep van 18 veulens van Facet beoordeeld. Daarover is meegedeeld dat de gepresenteerde veulens voldoende ontwikkeld waren. Ze zijn voldoende rijtypisch gebouwd en beschikken over ras en kwaliteit.

Het hoofd is sprekend, de hals is goed gevormd, heeft een goede lengte en wordt goed gedragen. De schoft heeft een goede lengte, maar moet zich nog wat meer ontwikkelen. De schouder ligt er vaak wat recht in, maar heeft wel een goede lengte. De rug is veelal iets gezonken. De lendenpartij is goed. De croupe is gespierd, heeft voldoende lengte en is voldoende van vorm. Het voorbeen is goed gesteld, maar dikwijls wat licht uitgevallen, met name is dat geconstateerd bij de uitgezochte veulens. Bij de uitgezochte veulens was het achterbeen goed gesteld, bij de aangewezen veulens was het achterbeen soms wat lang en week gekoot.

De stap bleek bij de aangewezen veulens voldoende te zijn, bij de uitgezochte was deze wat vlug en kort. In draf maken de veulens front, is er sprake van een goed en sterk achterbeengebruik en een goede draagkracht.

Het merendeel van de vergezellende merries was van matige kwaliteit; enkele goede merries zijn ook gesignaleerd.

In december 1995 heeft het KWPN naar aanleiding van de beoordeling van en rapportage over zijn driejarige nakomelingen besloten om Facet te handhaven voor de KWPN-fokkerij.

In 1996 is besloten Facet volledig in te zetten voor de dressuursport en is hij niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
In 1999 is Facet verkocht naar Duitsland en later is hij naar de Verenigde Staten gegaan, waar het Internationale Sportpaardenstamboek Oldenburg-Noord Amerika en het Rijnland-Palts-Saar International stamboek Facet hebben goedgekeurd.

In januari 2000 heeft het KWPN op basis van de gegevens van zijn zevenjarige nakomelingen besloten Facet voor de fokkerij te handhaven.

Facet is niet heel veel gebruikt door de Nederlandse fokkers. In de jaren 1990 – 1995 heeft hij 185 merries gedekt. Het KWPN heeft van hem 71 hengstveulens en 79 merrieveulens geregistreerd.

Eén zoon (1992, MV. Maykel KWPN) is aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Hij heeft in 1995 in Ermelo aan het verrichtingsonderzoek deelgenomen, maar is enkele dagen voor de tussenbeoordeling door zijn eigenaar teruggetrokken uit het onderzoek.

Achtendertig dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder tien stermerries en drie keurmerries. Drie dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Lerna  KWPN keur, 1993, vos, MV. Tolbert KWPN, is de moeder van de hengst Raffaël for Ever KWPN (1998, V. Flemmingh KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek;

Manuel KWPN, 1994, vos, MV. Satelliet KWPN, is de moeder van de hengst L. Elvis van de Catshoeve IHW (2009, V. Laurentz KWPN), die is goedgekeurd door het Internationale Zware Warmbloed Paardenstamboek.

Nakomelingen van Facet die internationaal zijn uitgebracht zijn:

(Goubergh’s) Kasper KWPN, ruin, 1992, vos, MV. Superieur SF, fokker J.J.H. Heutinck, is in 2007 door  Suzanne Densby -Phelps (USA) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht en in 2009 en 2010 door Reese Koffler-Stanfield (USA). Densby heeft een GP Special wedstrijd in Wellington FL gewonnen en  Koffler heeft in 2009 overwinningen geboekt in een GP Special in West Palm Beach CA en in een Grand Prix en een Kür in Wayne IL;

Litmanen KWPN, ruin, 1993, vos, MV. Zaïre KWPN, fokker G.W. van Norel, is in 2007 en 2008 door Jessica Costello (CAN) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft tweede plaatsen behaald in 2007 in een GP Special in Cincinnati OH en in 2008 in een Grand Prix en een GP Special in Toronto ON en

Marinko KWPN, hengst, 1994, bruin, MV. Kibrahim SF, is uitgebracht in 1,50 m. springconcoursen.

In 2020 heeft Facet een dressuurindex van 134 met een betrouwbaarheid van 79 % en een springindex van 71 met een betrouwbaarheid van 64 %.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Facet blijkt dat een week verloop van de rug, een hol voorbeen en hard beenwerk relatief vaak worden gezien bij nakomelingen van Facet. Ze springen vaak met een vastgehouden achterhand en tonen een matige souplesse en een matig vermogen.

 

2.  Vincent KWPN 362 Stb

 

Vincent KWPN (V. Pretendent KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 11 april 1979 en is gefokt door E. Fikse Bzn uit Oldebroek, dat in het noordwesten van de Veluwe in het noorden van de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Vincent is de vos merrie Oleprinses KWPN keur preferent prestatie (1973, V. Duc de Normandie SF). Volgens een KWPN-rapportage is Oleprinses een best gebouwde, harde merrie uit een doorgefokte merriestam. Het hoofd is edel en afgezien van een iets steile schouderligging is de bovenlijn goed met een prima bespierde croupe. De kwaliteit van het beenwerk is hard en de standen zijn correct. Vooral in draf toonde de merrie veel kracht en ruimte.

Tweede moeder is Kroonprinses KWPN keur preferent (1969, V. Enfant de Normandie SF).
Omdat de moeder van Pretendent een dochter van de hengst Duc de Normandie SF is, is Vincent ingeteeld op Duc de Normandie SF (1962, V. Monceaux xx).
Gerekend over acht generaties heeft Vincent een afstamming met 53.9 % Engels volbloed, 21,1 % Selle Français bloed en 14,1 % Gelders bloed.

Vincent is op de KWPN-hengstenkeuring 1982 in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen. Het KWPN heeft meegedeeld dat Vincent een sterk gebouwde hengst is met veel ras. De hals komt iets diep uit de borst en het voorbeen is ingesnoerd.

Vincent heeft in het voorjaar van 1982 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gemeld dat Vincent een vriendelijke, eerlijke hengst is, die voor veel dingen bang is en zich daarbij heel erg spant. Hij heeft een gelijkmatig karakter en een goed humeur. Vincent heeft zeer veel respect voor zijn ruiter en is naarmate het onderzoek vorderde opgewekter van aard geworden. Aan het begin van het onderzoek is hij nog groen. Vincent heeft een moeilijke halsaanzetting maar desondanks toch een goed halsgebruik.
De stap heeft voldoende ruimte en souplesse en is zeer regelmatig. De hengst heeft een mooie, regelmatige, lichtvoetige draf met een goed zweefmoment. De galop is zeer goed gedragen en regelmatig. Bij het springen onder het zadel toont hij een matig vermogen en gaat hij aarzelend naar de hindernis toe. Bij het vrij springen is hij  handig op de sprong en heeft hij een goede kijk op de sprong. Ook bij het vrij springen toont hij een beperkt vermogen. In het terrein laat hij een voldoende terreingalop zien maar overtuigt hij niet geheel op de hindernissen. Voor de slede heeft hij een ruime, vlotte stap en goede trekhouding. Vincent is behoorlijk looplustig en heeft ruim voldoende bereidheid om te werken. Hij ervaart het werk als licht.
Vincent heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard, ruim voldoende aanleg als terreinpaard en matig tot voldoende aanleg als springpaard. Zijn stalgedrag is rustig.

Bij de eindbeoordeling is het volgende opgemerkt:
Rijproef: goede en gedragen galop, mooie gedragen draf met goed zweefmoment, regelmatige stap.
Springen onder het zadel: onhandig op de sprong.
Vrij springen: matig vermogen.
Aangespannen proef: braaf, zou voor de belaste slede nog meer kunnen doortreden.
Terreinproef: goede galop, matig op de sprong.

De prestaties van Vincent tijdens het onderzoek zijn gewaardeerd met een 8.5 voor zowel de stap als de draf, een negen voor de galop en een 8,5 voor de rijproef.
Voor het vrij springen heeft Vincent een zeven gescoord en voor het springen onder het zadel een zes. De aangespannen proef heeft een 8,5 opgeleverd en de terreinproef een 7,5. Het karakter van Vincent is gewaardeerd met een zeven en het stalgedrag  en het trainingsrapport zijn beide gewaardeerd met een negen.

Aan het verrichtingsonderzoek in 1982 is deelgenomen door 32 rijpaardhengsten, waarvan er acht het onderzoek tussentijds hebben beëindigd. Van de 24 hengsten die het gehele onderzoek hebben afgewerkt is Vincent op een door de verrichtingsjury gehanteerde ranglijst als negende geëindigd.

Na afloop van het onderzoek heef het KWPN Vincent goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1984 heeft het KWPN tien veulens van Vincent beoordeeld. Daarover is gerapporteerd  dat het een uniforme groep best ontwikkelde, ruim gelijnde veulens met veel rompdiepte was. Het betroffen soortige veulens die voldoende rijtypisch zijn gebouwd en kwaliteit hebben.
De hoofden zijn mooi gevormd; de hoofd/halsaanzetting kan dikwijls fijner zijn uitgesneden, maar de lange nek compenseert dat weer. De halzen waren steeds best gevormd en werden goed gedragen. De schoft is goed ontwikkeld en loopt voldoende door. De schouders zijn best ontwikkeld, goed van lengte en ligging. De rug/lendenpartij is goed gespierd en aangesloten. De croupe is breed en gespierd, maar zou soms iets langer en hellender kunnen zijn. Het voorbeen bleek vrij algemeen fijn te zijn, soms iets ingesnoerd onder de voorknie. De voorknie heeft voldoende breedte, maar zou dieper kunnen zijn. Het achterbeen is steeds goed gesteld. De spronggewrichten konden nog wel eens royaler gebouwd zijn; meermalen kwam een ingestoken pijp voor en een enkel spronggewricht zou ook wat beter gevormd kunnen zijn. Een enkel achterbeen is enigszins lang.
De stap is ruim voldoende, gemakkelijk en met voldoende onderbrenging en souplesse. De draf is ruim, gemakkelijk, met een goed ondertredende, efficiënt werkende achterhand. De schoudervrijheid zou nog wel eens royaler kunnen zijn.
Op basis van de bevindingen is besloten Vincent te handhaven voor de fokkerij.

Vincent is na 1984 tijdelijk niet meer beschikbaar gesteld voor de fokkerij en ingezet in de dressuursport. De hengst is door Annemarie Sanders – Keizer (NED) tot op Grand Prix niveau uitgebracht in de dressuursport. De combinatie heeft in 1989 de Grand Prix tijdens Champion Arnhem gewonnen en is later in het jaar kampioen van Nederland dressuur geworden.

In 1992 is Vincent opnieuw beschikbaar gesteld voor de fokkerij en in april 1998 is hij aan koliek overleden.

Vincent heeft in zijn fokkerijcarrière 307 merries gedekt en het KWPN heeft van hem 107 hengstveulen en 127 merrieveulens geregistreerd.

Van de zonen is Cabochon KWPN (1984) goedgekeurd voor de fokkerij. Hij wordt besproken in hoofdstuk 2.1.

Van de dochters zijn er 87 als stamboekmerrie ingeschreven in het stamboek en daarvan hebben er drie het elitepredicaat behaald, vijftien het keurpredicaat en 31 het sterpredicaat.
Veertien merries zijn preferent geworden en zestien zijn prestatiemerrie geworden.

Zes  dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Lingranta KWPN ster preferent, 1993, vos, MV. Roemer Westf, is de moeder van de hengst Jive KWPN (2003, V. Jazz KWPN), die is goedgekeurd door het NRPS en het Anglo-Europese stamboek;

Melody KWPN keur preferent sport, 1994, bruin, MV. Apollonios xx, is de moeder van de hengst Expression KWPN (2009, V. Vivaldi KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en het Oldenburgse stamboek;

Mistral KWPN ster, 1994, vos, MV. El Corona KWPN, is de moeder van de hengst Thatcher KWPN-NA (2000, V. Welt Hit II Oldbg), die is goedgekeurd door het KWPN Noord Amerika;

Rarina KWPN, 1998, bruin, MV. Rubinstein I Westf, is de moeder van de hengst Wonderfull van ’t Zwaanenheike KWPN (2003, V. Rhodium KWPN), die is goedgekeurd door het Schotse Sportpaarden stamboek;

Ronnevanck KWPN ster preferent prestatie sport, 1998, vos, MV. Donnerhall Oldbg, is de moeder van de hengst Gunner KS KWPN (2011, V. Belissimo M Rhein), die is goedgekeurd door het KWPN en het Oldenburgse stamboek en

Rose of Vincent KWPN ster preferent prestatie, 1998, donkerbruin, MV.  Zebulon KWPN, is de moeder van de hengst Carlton Hill KWPN (2007, V. Uphill KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en het Zweedse stamboek.

Drie dochters van Vincent zijn de tweede moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Denise KWPN ster preferent prestatie (1985, MV, Pretendent KWPN) is de tweede moeder van de hengst Son de Niro KWPN (1999, V. De Niro Hann), die is goedgekeurd door het KWPN;

Murona KWPN elite preferent prestatie (1994, MV. Zaïre KWPN) is de tweede moeder van de hengst High Five U.S. KWPN (2012, V. Charmeur KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN en het Mecklenburgse stamboek en

Pamaris KWPN ster preferent (1997, MV. Purioso Oldbg) is de tweede moeder van de hengst Imagine KWPN (2013, V. Chippendal KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

Nakomelingen van Vincent die internationaal in Grand Prix dressuurwedstrijden zijn uitgebracht zijn:

Cibufa KWPN keur sport, merrie, 1984, donkere vos, MV. Formateur Sgldt, fokker mevr.Y.M. Okker – Breen, ruiter Sander Marijnissen (NED);

Dakota KWPN, ruin, 1985, bruin, MV. Komeet KWPN, ruiter Sander Marijnissen (NED). De combinatie in de klasse ZZ en in de lichte toer kampioen van Nederland geweest;

Normandie JB KWPN, ruin, 1995, vos, MV. Amethist KWPN, fokker J. Bekman, ruiter Anette Christensson (SWE). De combinatie  heeft van 2008 tot en met 2013 deelgenomen aan internationale Grand Prix dressuurwedstrijden. In 2010 is een Kür gewonnen in Norrkøping. Tweede plaatsen zijn behaald in 2009 in Vestfold (Kür), Oslo (Grand Prix en Kür) en in 2010 in Braunschweig (Kür) en

Roemer KWPN, ruin, 1998, vos, MV. Roemer Westf, ruiter Jacqueline van Grunsven (NED). De combinatie is in 2011 uitgekomen in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden.

In 2020 heeft Vincent een dressuurindex van 143 met een betrouwbaarheid van 88 % en een springindex van 53 met een betrouwbaarheid van 72 %.

Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Vincent blijkt dat een strak verloop van de rug en de lendenen, een lang kruis en vooral hard beenwerk relatief vaak worden gezien bij nakomelingen van Vincent. De stap en draf zijn vaak ruim en bij het springen komt onvoorzichtigheid op de sprong relatief vaak voor.

 

2.1.   Cabochon  KWPN 528003198406431

 

Cabochon KWPN (V. Vincent KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op11 juni 1984 geboren en is gefokt door Gert-Willem van Norel uit Wapenveld, dat in het noordoosten van de Veluwe in het noorden van de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Cabochon is de vos merrie Gonnie Sgldt kroon preferent prestatie (1965, V. Commandant Sgldt). Zij is ook de moeder van de hengst Vanitas KWPN (1979, V. Pretendent KWPN, zie hfdst. 1.).
Gonnie is volgens een KWPN-rapportage een vriendelijke merrie met een stokmaat van 166 cm, die op 17-jarige leeftijd nog in een prima conditie verkeerde. Het is een gave merrie uit een prima moederlijn. Haar hoofd is droog en goed van vorm met een mooi oog. De hals met een mooie lange nek is goed van bouw, maar zou iets gespierder kunnen zijn. De ontwikkeling van de schouder zou iets royaler en de ligging iets schuiner moeten zijn. Verder geeft de bovenbouw geen aanleiding voor bemerkingen, terwijl de mooie lange croupe opvalt.  Het beenwerk is hard met een best ontwikkeld spronggewricht en beste voeten.
De stap is goed en de draf vlot en levendig met een prima stuwing vanuit de achterhand.

 

Tweede moeder is de bruine Bottie Sgldt kroon preferent (1960, V. Ulex Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Cabochon een afstamming met 32,9 % Selle Français bloed, 25,8 % Engels volbloed en 25 % Gelders bloed.

Cabochon is in 1987 op de hengstenkeuring in Utrecht door het KWPN aangewezen om deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek. Op de keuring is hij uitgeroepen tot kampioen van de driejarige rijpaardhengsten en tevens gekozen als hengst met de beste draf.
Gemeld is dat Cabochon een hengst is met een goed model, correct beenwerk en sterke verbindingen. De voorhand is wat beknopt. De hals is breed aangezet en de nek zou langer kunnen zijn.

Cabochon heeft in het voorjaar van 1987 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. Daarover is gerapporteerd dat Cabochon
vriendelijk, gehoorzaam, attent, blij, eerlijk en tamelijk lui is. Hij heeft een uitstekend humeur. Bij het begin van het onderzoek is Cabochon nog groen. Hij loopt elke dag in het begin van het werk met veel bravoure, maar als die periode voorbij is wordt hij terughoudend. Hij laat zich goed sluiten en geeft zijn ruiter een plezierig gevoel. Zijn bewegingen zijn ruim en lichtvoetig.

De stap is vlijtig maar zou krachtiger kunnen zijn. De draf is mooi, ruim en uitgemeten en de galop is goed gedragen en tactvol. De hengst toont bij het springen een matig vermogen en weinig souplesse. Hij springt weinig vanuit de rug. De terreinverrichtingen zijn niet erg aansprekend. Cabochon heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als licht. Hij heeft zeer veel aanleg als dressuurpaard, matig tot voldoende aanleg als terreinpaard en een matige aanleg als springpaard. Zijn stalgedrag is rustig.

De prestaties zijn gewaardeerd met een 7,5 voor de stap, achten voor de draf en de galop en een 7,5 voor de rijproef. Het vrij springen heeft een 4,5 opgeleverd, het springen onder het zadel een vijf  en de terreinproef een 5,5.
Het karakter is gewaardeerd met een acht, het stalgedrag met een negen en het trainingsrapport met een zeven.

Aan het verrichtingsonderzoek 1987 is door 44 hengsten deelgenomen, waarvan er elf tijdens het onderzoek zijn afgevallen. Volgens een door de verrichtingsjury gehanteerde ranglijst heeft Cabochon van de 33 hengsten die de eindbeoordeling hebben afgewerkt, het onderzoek als 17e afgesloten.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Cabochon goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1989 heeft het KWPN tien veulens van Cabochon beoordeeld. Daarover is gepubliceerd dat de veulens voldoende waren ontwikkeld.

De groep aangewezen veulens bleek gevarieerd te zijn wat het type betreft, van matig rijtypisch tot voldoende. De groep uitgezochte veulens was voldoende rijtypisch van bouw. De uitgezochte veulens vormden overigens ook een meer uniforme groep dan de aangewezen veulens.

Het hoofd is goed gevormd en vertoont expressie. De halsaanzet bleek bij de aangewezen veulens niet ideaal te zijn. De hals bleek meermalen diep uit de borst te komen, terwijl voor de schoft een knik werd waargenomen. De uitgezochte veulens waren in halsaanzet beduidend beter. De schoft is goed ontwikkeld en loopt lang door. De schouder bleek bij de aangewezen veulens nog wel eens iets kort te zijn en recht gelegen; bij de uitgezochte veulens behoefde geen bemerking te worden gemaakt wat betreft lengte en ligging van de schouder. Rug- en lendenpartij zijn goed gespierd en gevormd. De croupe is goed van vorm en lengte, hoewel bij de aangewezen veulens nog wel eens een iets platte croupe is vastgesteld. Het voorbeen is weliswaar goed gesteld, maar zou meer zwaarte kunnen hebben, terwijl meermalen een insnoering onder de voorknie is waargenomen. Het achterbeen is goed gesteld. Bij de aangewezen veulens werd nog wel eens een ingestoken pijp in het spronggewricht waargenomen. Het spronggewricht is niet steeds ideaal gebouwd en bleek meermalen wat grof op de chardonplaats te zijn. De uitgezochte veulens kregen die bemerking niet mee.

De stap is zonder meer goed met goede ruimte, kracht en regelmaat. De draf bleek in beide groepen goed te zijn, met veel balans, tact en regelmaat bij een goede oprichting.

Kort samengevat: voldoende ontwikkelde veulens die rijtypischer zouden kunnen zijn, doch over een sterk bewegingsmechanisme beschikken.

In januari 1993 heeft het KWPN naar aanleiding van de beoordeling van en rapportage over de driejarige nakomelingen besloten dat Cabochon voor de KWPN-fokkerij gehandhaafd blijft.

In januari 1998 heeft het KWPN naar aanleiding van de (uitgestelde) beoordeling van en rapportage over zijn zevenjarige nakomelingen besloten om Cabochon te handhaven voor de KWPN-fokkerij.

In januari 2000 heeft het KWPN het keurpredicaat toegekend aan Cabochon. Daarover is meegedeeld dat Cabochon zijn keurpredicaat dankt aan zijn bijzondere verervingskwaliteiten, die hun bevestiging vinden in de recente dressuur- en exterieurindexen. Hengstenmoeder Gonnie, een telg uit de beroemde Ottie-lijn, toonde al eerder uit het goede hout te zijn gesneden met haar Grand Prix-dressuurzoon en goedgekeurde hengst Vanitas. Met een dressuurindex van 161 (77%) mag Cabochon zich meten met de besten. Het is Cabochon gelukt deze kwaliteiten door te geven aan zijn nakomelingen, waarbij natuurlijk de invloed van zijn vader, Vincent, die eveneens op Grand Prix-niveau actief was, niet onvermeld mag blijven. In de fokkerij is Cabochon tot op heden uitsluitend vertegenwoordigd door zijn zoon Kimberley. Opvallend groot is het aantal nakomelingen dat op M- en Z-niveau wordt uitgebracht in de basissport. Op Lichte Tour-niveau zijn Habanera, Jabbazelma, Keizer-Tettie, Kafna en Labochon tot aansprekende resultaten gekomen. Nog helder voor de geest staan de successen van de laatste editie van de CK Gelderland waar Cabochon met nakomelingen als Ocironia, Osteria, Ofleur en No Excuse, winnaar van de Pavo-Cup, goed voor de dag kwam. Met 112 voor zijn exterieurindex en 118 voor zijn bewegingsindex scoort Cabochon opvallend sterk, getuige ook het aantal van 64 stermerries en 14 keurmerries uit een totaal van 95 aangeboden merries.

In januari  2001 heeft het KWPN Cabochon definitief goedgekeurd.

Op 4 mei 2004 is Cabochon overleden aan de gevolgen van een verstoring van de hormoonhuishouding door tumorgroei in de hypofyse (ziekte van Cushing).

In de jaren 1987 – 2003 heeft Cabochon 1257 merries gedekt.

Het KWPN heeft 522 hengstveulens en 459 merrieveulens geregistreerd.

Van de zonen zijn Kimberley KWPN (1992), Talent KWPN (2000), Turbo Magic KWPN (2000) en Upperville KWPN (2001) goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Talent KWPN (MV. Apollonios xx) is goedgekeurd geweest door het Anglo Europese stamboek. Het AES heeft in 2004 twee nakomelingen van Talent geregistreerd en het KWPN één.

De zonen Kimberley, Turbo Magic en Upperville worden besproken in de hoofdstukken 2.1.1. – 2.1.3.

Twaalf zonen van Cabochon zijn aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen, zonder dat dat heeft geleid tot een goedkeuring voor de fokkerij.
Het betreft de hengsten H KWPN (1989, MV. Pretendent KWPN), Jabo KWPN (1991, MV. Amor Holst), Justice KWPN (1991, MV. Doruto Trak), No Excuse KWPN (1995, MV. Saros xx), O’Neill U KWPN (1996, MV. Erik KWPN), Panache M KWPN (1997, MV. Zep KWPN), T KWPN (2000, MV. Kaiserstern xx), Troy KWPN (2000, MV. Apollonios xx), Uniek KWPN (2001, MV. Ferro KWPN), Uvaroviet KWPN (2001, MV. Zeoliet KWPN), Woodstock KWPN (2003, MV. Apollonios xx) en Zen KWPN (2004, MV. Apollonios xx).

Van de dochters van Cabochon zijn er 257 door het KWPN als fokmerrie ingeschreven in het stamboek. Hiervan hebben 21 dochters het elitepredicaat behaald, 49 het keurpredicaat en 80 het sterpredicaat.

Vierentwintig dochters zijn preferent geworden en 24 dochters zijn prestatiemerrie geworden.

Zes dochters zijn de moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Maduna KWPN elite sport, 1994, vos, MV. Pantheon xx, is de moeder van de hengst Hitmaker KWPN (2012, V. Wynton KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Metha KWPN keur preferent prestatie, 1994, vos, MV. Heemraad Sgldt, is de moeder van de hengst Wilson KWPN (2003, V. Koss KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Panakeia KWPN keur prestatie sport, 1997, vos, MV. Vosmaer KWPN, is de moeder van de hengst Zethar KWPN (2004, V. Parcival KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Rosita KWPN keur preferent sport, 1998, vos, MV. Goudsmd Sgldt, is de moeder van de hengsten Ibsen B KWPN (2013, V. Wynton KWPN) en Kas KWPN (2015, V. Alexandro P KWPN). Ibsen B is goedgekeurd door het KWPN en Kas door het ZfdP;

Utraginia van Kairos KWPN elite preferent, 2001, donkerbruin, MV. Caritas KWPN, is de moeder van de hengst Fallatijn KWPN (2010, V. Vivaldi KWPN), die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek en

Zamanda KWPN ster, voorl. keur, 2004, vos, MV. Zep KWPN, is de moeder van de hengst Hey Henkie KWPN (2016, V. Hermes KWPN), die is goedgekeurd door het ZfdP.

Drie dochters van Cabochon zijn de tweede moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Odjena KWPN, 1996, donkerbruin, MV. Duc de Normandie SF, is de tweede moeder van de hengst Indian Rock KWPN (2013, V. Apache KWPM), die is goedgekeurd door het KWPN en het Oldenburgse stamboek;

Ozelma KWPN ster, 1996, vos, MV. Pretendent KWPN, is de tweede moeder van de hengst Fashion Hill KWPN (2010, V. Uphill KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Urbania KWPN ster preferent, 2001, vos, MV. Balzflug Trak, is de tweede moeder van de hengst Lewis KWPN (2016, V. Kastel’s Grand Galaxy Win KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

Volgens de database van Horsetelex zijn acht nakomelingen van Cabochon uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden:

Luzelma Slottie KWPN keur sport, merrie, 1993, vos, MV. Apollonios xx, fokker W. Daalen – Slot, is door Christa Laarakkers – Larmoyeur (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2002 is de combinatie kampioen van Nederland Lichte Tour geworden, In 2009 is de merrie verkocht aan de familie Schleining in de Verenigde Staten. Lara Schleining-Powers (USA) heeft de merrie uitgebracht in Grand Prix wedstrijden voor junioren.

Ogami KWPN ster, ruin, 1996, vos, MV. Zaïre KWPN, fokker Gert-Willem van Norel, is van 2007 tot en met 2010 door Patrick van der Meer (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2008 is de combinatie derde geworden in een GP Special in Saumur.

Ovation KWPN, ruin, 1996, bruin, MV. Apollonios xx, fokker G. Pelgrum Aerdt, is van 2006 tot 2014 door Christa Laarakkers – Larmoyeur (NED) in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.
De combinatie heeft in 2008 de Grand Prix in Addington, de Grand Prix en de Kür in Brno en de Kür in Mierzecin gewonnen. In 2009 zijn tweede plaatsen behaald in de Grand Prix en de Kür in Addington en in 2010 zijn overwinningen behaald in de Grand Prix en de Kür in Wroclaw.

Pays-Bas NL KWPN, ruin, 1997, zwart, MV. Zeoliet KWPN, fokker Gert-Willem van Norel, heeft met Christa Laarakkers – Larmoyeur (NED) de finale gehaald tijdens het Wereldkampioenschap jonge dressuurpaarden in Verden en is daarna in Prix St,-Georges wedstrijden uitgebracht. Later is de ruin van 2012 tot en met 2015 door Michelle de Jong (NED) in internationale dressuurwedstrijden voor junioren en young riders uitgebracht.

Sjonny Boy KWPN, ruin, 1999, vos, MV. Lector KWPN, is door Danny Hermsen (NED) en Kimberley van der Werff (NED) in dressuurwedstrijden uitgebracht.

Sundral KWPN, ruin, 1999, vos, MV. Zeoliet KWPN.

Upperville KWPN, goedgekeurde hengst, 2001, vos, MV. Creool KWPN, fokker J. van Kooten B.V., is van 2013 tot en met 2016 door Tatiana Dorofeeva (RUS) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft in 2014 bij het CDI*** in Minsk de Grand Prix en de Kür gewonnen. In augustus 2014 is deelgenomen aan de World Equestrian Games in Caen, waar de 90e plaats is behaald in het Wereldkampioenschap dressuur.
In 2015 zijn in een voorronde van de Wereldbeker dressuur in Nizhniy Novgorod tweede plaatsen behaald in de Grand Prix en de Kür en zijn ook in Moskou en Minsk tweede plaatsen behaald in een Kür.
In 2016 heeft de combinatie deelgenomen aan de World Cup finale in Göteborg, waar de 17e plaats is behaald in de Kür.

In 2017 is Marjan Hooge (NED) met de hengst uitgekomen in dressuurwedstrijden voor young riders.

Egistar KWPN, hengst, 2003, bruin, MV. Kaiserstern xx, fokker Gert-Willem van Norel, is van 2015 tot en met 2020 door Kiïchi Harada (JPN) in internationale Grand Prix wedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft in 2015 de Grand Prix en de GP Special in Miki gewonnen en in 2020 zijn in Wellington FL twee Grand Prix’s en een Kür gewonnen.

In 2020 heeft Cabochon een dressuurindex van 132 met een betrouwbaarheid van 95 % en een springindex van 57 met een betrouwbaarheid van 82.
Uit het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel van Cabochon komt naar voren dat de meeste nakomelingen goed in het rechthoekmodel staan. Een zware hoofd/halsverbinding, een strak verloop van rug en lendenen en een lang kruis en hard beenwerk worden relatief vaak gezien bij de nakomelingen.
Bij de meeste nakomelingen is de stap ruim en is de draf ruim, krachtig en dragend. Bij het springen presteren de nakomelingen vaak matig.

De World Breeding Federation for Sport Horses (WBFSH) publiceert sinds 2010 jaarlijks ranglijsten van de beste 100 fokhengsten voor de disciplines dressuur, springen en eventing.

Op de ranglijst van de meest succesvolle dressuurhengsten nam Cabochon in 2010 de 47e plaats in en in 2011 was hij 63e op die ranglijst.

 

2.1.1.  Kimberley KWPN 528003199211184 Stb.

 

Kimberley KWPN (V. Cabochon KWPN) is een grote, vos hengst met een stokmaat van 178 cm. Hij is geboren op 30 juni 1992 en

hij is gefokt door H. Pot uit Wittelte, dat halverwege Assen en Meppel in het westen van de provincie Drenthe ligt.
De moeder van Kimberley is de vos merrie Berania KWPN ster preferent prestatie (1983, V. Nabuur KWPN). Zij is ook de moeder van de hengsten Luron KWPN (1993, V. Guidam SF) en Oscar KWPN (1996, V. Wolfgang KWPN). Loron is goedgekeurd door het Poolse Sportpaarden stamboek en Oscar door het KWPN.

Volgens een KWPN-rapportage is Berania een iets beknopte, voldoende ontwikkelde- en voldoende rijtypische merrie met een goed gevormd hoofd. De nek zou meer lengte moeten hebben, de hals is voldoende lang en laat een mooi bespierde bovenlijn zien. De goed ontwikkeld schoft zou even langer moeten doorlopen. De schouder is wat kort en zou schuiner moeten liggen. De croupe is iets rond maar is wel rijtypisch en heeft voldoende lengte. De broekspier is even kort. Het voorbeen is goed gesteld behoudens een licht toontredende stand rechts. Het achterbeen is ook correct gesteld. Het beenwerk heeft voldoende kwaliteit. De stap is voldoende ruim en de draf is kort en matig krachtig, maar de merrie werd hoogdrachtig gepresenteerd.

Tweede  moeder van Kimberley is de vos Merania KWPN keur preferent (1971, V. Courville xx). Zij heeft in de jaren 1984 – 2003 negentien veulens gebracht, waaronder de hengsten Interadel Z KWPN (1990, V. Landadel Holst) en Revel O BWP (1994, V. Quidam de Revel SF). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Zangersheide stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Kimberley een afstamming  met 37,5 % Engels volbloed, 15,6 % Gelders bloed, 15,6 % Selle Français bloed, 12,5 % NWP (GrPS, FPS en DPS) bloed en 12.5 % Oldenburgs bloed.

Kimberley is op de KWPN hengstenkeuring 1995 is ’s-Hertogenbosch aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Van de aangewezen rijpaardhengsten is Kimberley als achtste geplaatst en het KWPN heeft hem omschreven als een royaal ontwikkelde, rijtypische hengst met voldoende ras en kwaliteit in de benen. De rug is iets aan de lange kant.

Kimberley heeft in het voorjaar van 1995 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Over zijn verrichtingen is gepubliceerd dat hij een eerlijke, betrouwbare, evenwichtige hengst is, die veel bereidheid heeft om te werken en zich goed laat bewerken.

De stap en draf zijn voldoende ruim en krachtig maar zouden meer souplesse moeten hebben. De galop is krachtig en goed gedragen. Kimberley laat zich in de dressuur goed rijden. Hij heeft veel zelfhouding maar zou iets meer souplesse moeten hebben. Als dressuurpaard heeft hij ruim voldoende tot veel aanleg en hij geeft zijn ruiter een goed gevoel.

Bij het springen zou hij meer afdruk, bascule en vermogen moeten tonen en komt daarbij souplesse te kort. Als springpaard heeft hij voldoende aanleg maar hij geeft zijn ruiter een matig gevoel.

Het stalgedrag en zijn gedrag in de omgang is normaal.

De prestaties van Kimberley zijn gewaardeerd met een zeven voor de stap, een 7,5 voor de draf en een acht voor de galop. Voor de rijproef heeft de hengst een 7,5 gekregen. Het springen onder het zadel en het vrij springen zijn beide gewaardeerd met een zes. Voor zijn karakter heeft Kimberley een negen gekregen, voor het trainingsrapport een acht en voor het stalgedrag eveneens een acht.

Aan het verrichtingsonderzoek 1995 hebben 49 rijpaardhengsten deelgenomen en daarvan hebben er 22 het onderzoek voortijdig afgebroken. Van de 22 hengsten die aan de eindbeoordeling hebben deelgenomen is Kimberley in punten als 16e geëindigd.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Kimberley goedgekeurd voor de fokkerij  en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1996 heeft het KWPN een groep van vijftien veulens van Kimberley beoordeeld. Het waren vrijwel alle veulens die in 1996 van Kimberley zijn geboren uit 20 dekkingen.
Over de beoordeling is gemeld dat een uniforme collectie goed ontwikkelde veulens is getoond. Ze staan in het rechthoekmodel, maar ze zijn weinig rijtypisch en ze doen tamelijk klassiek aan.

Het hoofd is lang. De nek is overwegend kort. De halsrichting is verticaal en in beweging wordt de hals te hoog gedragen. De halsvorm is wisselend. Een aantal veulens heeft voldoende lengte en bespiering in de hals. Bij anderen is de bespiering matig en komt de hals diep weg. De schoft is kort. De steile schouder heeft ruim voldoende lengte. Bij enkele veulens is de rug wat diep. De lendenen zijn goed gespierd. De croupe heeft een klassieke vorm en voldoende lengte. De broekspier moet verder doorlopen. Het voorbeen is tamelijk ingesnoerd. De koten zijn lang en vaak week. Het achterbeen is lang, de schenkel is arm gespierd en het spronggewricht zou royaler ontwikkeld moeten zijn.

De stap is voldoende soepel en weinig krachtig. De draf is wisselend. Enkele veulens draven met een goed gebruik van het voorbeen en met een goede schoudervrijheid, maar het achterbeen wordt traag gebruikt en de veulens komen moeilijk tot dragen. Nogal wat veulens houden zich vast in de bovenlijn en maken achter een schommelende beweging. De kwaliteit van de moeders varieert van matig tot voldoende.

In januari 2001 heeft het KWPN, naar aanleiding van de (uitgestelde) beoordeling van en rapportage over zijn drie- en vierjarige nakomelingen besloten om Kimberly voor de KWPN-fokkerij te handhaven.

In januari 2004 is op basis van de beoordeling van en rapportages over de nakomelingen van  Kimberley door het KWPN besloten Kimberley te handhaven voor de fokkerij.

Van Kimberley zijn 30 kinderen actief in de dressuursport. Zijn index van 147 is ruim boven het gemiddelde. Opvallend is de score voor het rechthoeksmodel van zijn gescoorde kinderen.
In januari 2008 is Kimberley definitief goedgekeurd.

Kimberley is tot en met 2014 actief geweest in de fokkerij. Het KWPN heeft 185 hengstveulens en 151 merrieveulens van hem geregistreerd.

Vierenzestig dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder vier elite merries, zes keurmerries en acht stermerries.

Dochter Simba KWPN, 1999, vos, MV. Derrick KWPN, is de moeder van de hengst Wymand W KWPN (2003, V. Houdton KWPN) die is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.

Twee nakomelingen van Kimberley zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden:

Stern BCN KWPN, ruin, 1999, vos, MV. Kaiserstern xx, fokker P. Michiels, is in de jaren 2012 – 2015 door Annabella Collins (BER) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft in 2012 in Toledo de vierde plaats behaald in de Kür en

Winston KWPN, ruin, 2003, vos, MV. Amethist KWPN, fokker D.M. Loos, is door Lauren Eckardt (USA) in Grand Prix dressuurwedstrijden in de Verenigde Staten uitgebracht.

Kimberley heeft in 2020 een dressuurindex van 106 met een betrouwbaarheid van 86 % en een springindex van 67 met een betrouwbaarheid van 77 %.

Volgens het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel staat het merendeel van de nakomelingen van Kimberley in het rechthoekmodel. Bij zijn nakomelingen wordt relatief vaak een Franse stand geconstateerd.

 

2.1.2.  Turbo Magic  KWPN 528003200001606 Stb.

 

Turbo Magic KWPN (V. Cabochon KWPN) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 8 april 2000 en is gefokt door P.G. Bijvelds uit Veghel, dat ruim tien km ten zuidoosten van ’s-Hertogenbosch in de provincie Noord-Brabant ligt.
De moeder van Turbo Magic is de bruine merrie Korenda B KWPN ster prestatie (1992, V. Cocktail KWPN). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Go on Top MP KWPN (2011, V. Danone I Hann) en Sonnentanz Westf (2012, V. Sorento Oldbg). Go on Top MP is goedgekeurd door het BWP en het Anglo-Europese stamboek en Sonnentanz door het Westfaalse stamboek.

Volgens een KWPN-rapport is Korenda B een ruim voldoende ontwikkelde- en ruim voldoende rijtypische merrie, die voldoende in het rechthoekmodel staat. Haar hoofd is sprekend. De nek en hals zijn ruim voldoende van lengte en vorm. Er is sprake van ruim voldoende bespiering. De schoft is goed ontwikkeld en loopt ruim voldoende ver door. De schouder is voldoende van lengte en ligging. De rug is iets gezonken. De lendenen zijn goed gevormd, breed aangesloten en goed bespierd. De broekspier loopt ruim voldoende ver door. Zowel voor- als achterbeen zijn correct gesteld. De voeten en de verzenen zijn normaal ontwikkeld. Het beenwerk is iets fijn van omvang en straalt kwaliteit uit. De stap is zuiver en goed van ruimte. De draf heeft veel ruimte. Er is sprake van veel houding, souplesse en afdruk.

Tweede moeder van Turbo Magic is de bruine Enda KWPN preferent prestatie sport (1986, V. Kaiserstern xx).  De moederlijn loopt terug naar 1953 maar de afstamming is verder zeer waarschijnlijk Gelders.
Gerekend over acht generaties heeft Turbo Magic een afstamming met 36,7 % Engels volbloed, 21,9 – 28,2 % Gelders bloed en 20,3 % Selle Français bloed.

Turbo Magic is in februari 2003 op de hengstenkeuring in ’s-Hertogenbosch door het KWPN aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Het KWPN heeft de hengst omschreven als een zeer edele, hoogbenige hengst die voldoende in het rechthoekmodel staat. De voorhand is goed gevormd. De croupe zou meer lengte moeten hebben. Het achterbeen is lang en zou meer bespiering moeten hebben. Het fundament heeft veel kwaliteit.
Na de keuring is Turbo Magic in de KWPN Select Sale verkocht voor € 65.000 en een bonus van € 50.000.

Turbo Magic heeft in het voorjaar van 2003 in Ermelo aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen deelgenomen.
Over zijn prestaties tijdens het onderzoek is gemeld dat Turbo Magic een eerlijke, betrouwbare hengst is die veel bereidheid heeft om te werken en zich goed laat bewerken.

De stap is ruim en zuiver. De stap heeft voldoende kracht en is goed van souplesse. De draf heeft ruim voldoende ruimte met een mooi voorbeengebruik. De hengst toont in draf ruim voldoende houding, maar mist kracht. De galop is ruim voldoende van ruimte en afdruk en de hengst kan daarin goed schakelen.

Turbo Magic heeft ruim voldoende tot veel aanleg als dressuurpaard en geeft zijn ruiter een goed gevoel.

Hij springt met voldoende afdruk, maar springt wat weinig terug. De beentechniek is voldoende, maar hij zou meer moeten basculeren en houdt zich achter vast. Zijn vermogen is beperkt. De hengst heeft een matige aanleg als springpaard en geeft zijn ruiter een matig gevoel.

De hengst gedraagt zich op stal en in de omgang normaal.

De prestaties van Turbo Magic zijn gewaardeerd met achten voor de stap en de galop, een zeven voor de draf en een 7,5 voor de aanleg als dressuurpaard. Bij het springen heeft de hengst zessen gescoord voor de afdruk, de techniek, het vermogen en voor de aanleg als springpaard.

Bij het verrichtingsonderzoek 2003 hebben dertien hengsten deelgenomen aan de eindbeoordeling. Turbo Magic is daarbij in punten als zesde geëindigd.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Turbo Magic goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

Turbo Magic heeft in 2005 in Verden deelgenomen aan het Wereldkampioenschap vijfjarige dressuurpaarden, waar in de finale de achtste plaats is behaald.

In september 2004 heeft het KWPN dertien veulens van Turbo Magic beoordeeld.

Daarover is gerapporteerd dat de ontwikkeling van de veulens van onvoldoende tot voldoende varieerde.. Ze zijn beknopt van type. Het hoofd is sprekend. De nek is voldoende van lengte. De hals is voldoende van lengte, voldoende van vorm maar komt vaak diep uit de borst. De schoft is voldoende ontwikkeld. De schouder is voldoende van ligging en lengte. De rug is vaak gezonken. De lendenen zijn goed bespierd, een enkele maal wat strak. De croupe is zowel qua lengte als ligging wisselend. De broekspier moet verder doorlopen. Het voorbeen is voldoende van lengte en vaak ingesnoerd. De stand van het achterbeen is overwegend lang en klein gehoekt. De kootstand varieert van steil tot week. Het fundament is teer en zou in een aantal gevallen correcter afgewerkt moeten zijn.

De stap is zuiver, matig van ruimte en souplesse. In draf bewegen de veulens met te weinig zelfhouding en lichaamsgebruik. De veulens van Turbo Magic galopperen moeilijk aan en hebben daarin weinig balans.

De kwaliteit van de moeders was doorgaans matig.

Naar aanleiding van de afstammelingenrapportage (veulens) heeft het KWPN besloten om Turbo Magic op wacht te zetten.

De hengst lijkt qua ontwikkeling, beweging en model niet te verbeteren bij doorgaans matige merries. Om deze reden acht de commissie het gewenst de hengst op wacht te zetten en de verdere ontwikkeling van de hengst en zijn nakomelingen af te wachten.

In januari 2008 heeft het KWPN naar aanleiding van de beoordeling van en rapportage over zijn driejarige nakomelingen besloten dat Turbo-Magic wachthengst blijft.

Het KWPN heeft 72 hengstveulens en 64 merrieveulens van Turbo Magic geregistreerd.
Van de dochters zijn er 21 als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder twee elitemerries en vijf stermerries.

Dochter Arina KWPN elite, 2005, donkerbruin, MV. Flemmingh Holst, is de moeder van de hengst Blue Hors Kingston KWPN (2015, V. Glock’s Toto Jr Hann), die is goedgekeurd door het KWPN, het Oldenburgse-, Hannoveraanse-, Deense- en Zweedse stamboek.

Vier nakomelingen van Turbo Magic zijn uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden:

Zanyo KWPN, ruin, 2004, donkerbruin, MV. Zirkoon KWPN, fokker Petronella Vogels – van Leuken, is in 2016 door Stephanie de Frel (NED) in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. De combinatie heeft in ’s-Hertogenbosch een zesde en een zevende plaats behaald.

Ziovanny KWPN elite sport, merrie, 2004, vos, MV. Jetset-D KWPN, fokker H.S. Faber, is door Maarten van der Heide (NED) in Nederland in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.

Air Miles PB KWPN, ruin, 2005, vos, MV. OO Seven KWPN, fokker P.G. en A.S.M. Bijvelds, is in de jaren 2015 – 2018 door Sanne Kielenstyn (BEL) in internationale dressuurwedstrijden voor young riders uitgebracht.
In 2015 is in Vidauban deelgenomen aan het Europees kampioenschap dressuur voor young riders, waar de 19e plaats is behaald. Later in 2015 zijn drie tweede plaatsen (individuele proef, kür en landenwedstrijd) behaald bij het CDIY in Lier. In 2016 is een tweede plaats behaald in een CDIY wedstrijd in Compiègne.

Asterix KWPN, ruin, 2005, vos, MV. Zeoliet KWPN,  is volgens de database van Horsetelex in Grand Prix wedstrijden uitgekomen.

Turbo Magic heeft in 2020 een dressuurindex van 144 met een betrouwbaarheid van 77 % en een springindex van 68 met een betrouwbaarheid van 53 %.

Volgens het door het KWPN gepubliceerde genetisch profiel komen een hol voorbeen, hoge verzenen en een ruime stap vaker dan gemiddeld voor bij nakomelingen van Turbo Magic.

 

2.1.3.   Upperville KWPN 528003200102885 Stb.

 

Upperville KWPN (V. Cabochon KWPN) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 12 april 2001 geboren en is gefokt door J. van Kooten B,V. in Montfoort, dat circa vijf km ten zuiden van Woerden in het zuidwesten van de provincie Utrecht ligt.
De moeder van Upperville is de bruine merrie Gecari KWPN elite preferent prestatie sport (1988, V. Creool KWPN). Zij is ook de moeder van de hengst Mister Mastwijk KWPN (1994, V. Davignon I Hann), die zich kwalificeerde voor het wereldkampioenschap voor jonge dressuurpaarden en is goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.

Gecari is volgens een KWPN-rapport een zeer aansprekende, goed ontwikkelde rijtypische merrie die goed in het rechthoekmodel staat. Ze beschikt over veel uitstraling en heeft zich zeer goed bewaard.
Het hoofd is ruim voldoende gevormd en sprekend. De nek heeft ruim voldoende lengte, is goed gevormd en de keeluitsnijding is licht. De hals is goed van lengte, vorm en bespiering en de hals staat er goed op. De schoft is goed ontwikkeld. De schouder is lang en zou schuiner gelegen meten zijn. De rug en lendenen zijn goed gevormd en goed bespierd. De croupe is ruim voldoende hellend en heeft ruim voldoende lengte. De bespiering loopt goed door. De staartinplant is hoog. Het voorbeen is correct van bouw en onderstandig, Het achterbeen is correct gesteld. De voeten zijn breed en de verzenen zijn voldoende hoog, Het beenwerk is voldoende ontwikkeld en heeft kwaliteit. De stap is zuiver, correct met een goede afdruk, souplesse en heeft ruim voldoende ruimte. De draf is goed van ruimte met veel afdruk en souplesse. De galop heeft ruim voldoende ruimte, veel afdruk en houding. Gecari komt in draf en galop goed tot dragen en kan daarbij zeer goed schakelen.
Gecari was in 1992 reserve-kampioene op de UTV bij de rijpaardkeurmerries en is ZZ-zwaar geklasseerd in de dressuursport.

Tweede moeder van Upperville is de vos Recari KWPN keur preferent prestatie (1975, V. Formateur Sgldt).
Gerekend over acht generaties heeft Upperville een afstamming met 22,7 % Gelders bloed, 21,9 % Engels volbloed, 21,9 % Selle Français bloed en 10,9 % Holsteins bloed.

Upperville is in februari 2005 op de hengstenkeuring van het KWPN in ’s-Hertogenbosch aangewezen voor het verrichtingsonderzoek voor Gelderse hengsten. Bij de kampioenskeuring voor de Gelderse hengsten is hij als tweede geplaatst.
Het KWPN heeft Upperville omschreven als een ruim voldoende ontwikkelde, voldoende in het Gelders type staande hengst, die goed in het rechthoekmodel staat. Het hoofd is sprekend. De hals is horizontaal aangezet. De lendenen zijn arm bespierd. Het achterbeen is lang. Het voorbeen is correct gesteld. Het fundament is hard en straalt kwaliteit uit.

Upperville heeft in het voorjaar van 2005 in Ermelo deelgenomen aan een 70 dagen durend verrichtingsonderzoek voor Gelderse hengsten. Over zijn verrichtingen is gerapporteerd dat hij een eerlijke en betrouwbare hengst is, die ruim voldoende bereidheid tot werken heeft en zich ruim voldoende laat bewerken.

De stap is zuiver, ruim voldoende van ruimte met ruim voldoende souplesse. De draf is voldoende van ruimte met voldoende souplesse. De galop is ruim voldoende van ruimte en soepel. De hengst zou in alle gangen het achterbeen krachtiger moeten onderbrengen.

Upperville heeft als Gelders paard ruim voldoende aanleg voor dressuur en geeft zijn ruiter een voldoende gevoel.

Upperville springt met een matige afdruk. Het voorbeen wordt goed gevouwen. De hengst zou beter moeten basculeren. De achterhand wordt matig geopend. Upperville lijkt voorzichtig te zijn en toont voldoende vermogen te hebben.

Als springpaard heeft Upperville voldoende aanleg en geeft zijn ruiter een voldoende gevoel.

In het aangespannen werk beschikt Upperville over ruim voldoende bereidheid tot werken. Hij heeft een evenwichtig en betrouwbaar karakter met voldoende looplust. De stap is zuiver en ruim. De draf is goed van ruimte met ruim voldoende houding. In galop beschikt hij over een goede ruimte en veel afdruk. Upperville heeft ruim voldoende houding en is goed wendbaar. Het algehele beeld als aangespannen paard is goed.

Op stal gedraagt de hengst zich rustig en verder is hij makkelijk in de omgang.

Als rijpaard zijn de prestaties van Upperville gewaardeerd met zevens voor de stap, de draf, de galop en voor zijn aanleg als dressuurpaard. Bij het springen heeft hij een vijf gescoord voor de afdruk en zessen voor de techniek, het vermogen en voor de aanleg als springpaard.
Als aangespannen paard heeft hij voor alle te waarderen onderdelen (stap, draf, galop, houding, werkwilligheid, wendbaarheid en het algehele beeld) een acht gekregen.

Aan het verrichtingsonderzoek 2005 hebben drie Gelderse hengsten deelgenomen. Van hen heeft Upperville het onderzoek als rijpaard als derde afgesloten en als aangespannen paard als eerste.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Upperville goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.

Daarbij is aangegeven dat Upperville geschikt lijkt voor klassiek gebouwde merries die weinig lengte in het lichaam hebben. De hengst kan bijdragen aan de veredeling van Gelderse merries die teveel naar het tuigtype neigen. Merries moeten wel veel front en zelfhouding hebben.

In augustus 2006 heeft het KWPN tien veulens van Upperville beoordeeld. Gemeld is dat een weinig uniforme collectie voldoende ontwikkelde veulens, die voldoende in het Gelders type staan, is getoond. De veulens zouden doorgaans meer uitstraling moeten hebben.

Het hoofd is voldoende van vorm en lengte. De nek is kort. De hals zou meer lengte in de bovenlijn moeten hebben en komt meermalen diep uit de borst. De schoft is goed ontwikkeld. De schouder is voldoende van lengte en ligging. De rug is meermalen gezonken. De lendenen zijn goed bespierd. De croupe is goed van lengte en ligging. De broekspier zou langer moeten doorlopen. Het voorbeen is meermalen Frans gesteld met steile koten. Het achterbeen is overwegend steil en staat achter de massa. Het fundament heeft goed ontwikkelde gewrichten en heeft voldoende kwaliteit.

De stap heeft voldoende ruimte. De draf is voldoende van ruimte met voldoende houding. Het gebruik van het voorbeen is vlak. Het achterbeen zou meer moeten ondertreden. De galop is kort. Over het algemeen zouden de veulens in beweging meer souplesse moeten hebben. Enkele veulens toonden wél goede bewegingen.

Upperville lijkt geschikt voor Gelderse merries die goed zijn ontwikkeld en een goede bovenbouw en een goede halslengte hebben.

Upperville is voor de fokkerij beschikbaar geweest van 2005 tot en met 2008 en van 2014 tot en met 2016.

In 2008 is Upperville verkocht aan stoeterij Kartsevo in Rusland. Kartsevo ligt in het Istra-district, circa 90 km ten noordwesten van Moskou.

Upperville is van 2013 tot en met 2016 onder de naam Kartsevo Upperville door Tatiana Dorofeeva (RUS) in internationale dressuurwedstrijden uitgebracht

De combinatie heeft in 2014 bij het CDI*** in Minsk de Grand Prix en de Kür gewonnen. In augustus 2014 is deelgenomen aan de World Equestrian Games in Caen, waar de 90e plaats is behaald in het Wereldkampioenschap dressuur.
In 2015 zijn in een voorronde van de Wereldbeker dressuur in Nizhniy Novgorod tweede plaatsen behaald in de Grand Prix en de Kür en zijn ook in Moskou en Minsk tweede plaatsen behaald in een Kür.
In 2016 heeft de combinatie deelgenomen aan de World Cup finale in Göteborg, waar de 17e plaats is behaald in de Kür.
In 2017 is Upperville terug gekomen in Nederland en is Marjan Hooge (NED) met de hengst uitgekomen in nationale dressuurwedstrijden voor young riders.

Het KWPN heeft 42 hengstveulens en 44 merrieveulens van Upperville geregistreerd.
Van zijn zonen zijn Chablis KWPN (2007) en Edmundo KWPN (2009) goedgekeurd voor de fokkerij, Zij worden in de hoofdstukken 2.1.3.1. en 2.1.3.2. besproken.

Eénentwintig dochters van Upperville zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek, waaronder twee elitemerries, drie keurmerries en elf stermerries.

Dochter Beaujamanda KWPN ster, voorl. keur, 2006, vos, MV. Zep KWPN, is de moeder van de hengst Henkie KWPN (2012, V. Alexandro P KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.

Van de nakomelingen van Upperville is Chippendale HW KWPN, ruin, 2007, vos, MV. Landeur KWPN, fokkers Hans Wever en Sharon Holman, uitgebracht in Prix St. Georges dressuurwedstrijden.

In 2020 heeft Upperville een dressuurindex van 134 met een betrouwbaarheid van 67 % en een springindex van 87 met een betrouwbaarheid van 62 %.

In “In de Strengen” van 14 maart 2014 is een artikel over Upperville, geschreven door  Gemma Jansen, gepubliceerd.

 

2.1.3.1.  Chablis  KWPN 528003200709626 Stb.

Chablis KWPN (V. Upperville KWPN) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm.  Hij is 25 juni 2007 geboren en is  gefokt door Ria Ph. Hekkert te Wijhe, dat halverwege Zwolle en Deventer op de oostelijke oever van de IJssel lig.
De moeder van Chablis is de bruine merrie Minetty KWPN ster preferent prestatie (1994, V. Zep KWPN) en tweede moeder is de bruine Gozinetty KWPN ster (1988, V. Amor Holst).
Gerekend over acht generaties heeft Chablis een afstamming met 19,5 % Gelders bloed, 18,8 % Holsteins bloed, 14,8 % Selle Français bloed, 13,3 % Engels volbloed en 12,5 % Trakehner bloed.

Chablis is in februari 2010 op de hengstenkeuring in ‘s – Hertogenbosch door het KWPN aangewezen om als Gelderse hengst aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.

Het KWPN heeft Chablis omschreven als een goed ontwikkelde hengst die voldoende in het Gelderse type staat. Het hoofd is sprekend en de nek is ruim voldoende van lengte. De hals is goed van vorm en lengte en is goed bespierd. De schoft is voldoende ontwikkeld en goed van lengte. De schouder is goed van lengte en ligging. De rug is goed van lengte en ruim voldoende van bespiering, de lendenen zijn goed aangesloten. De croupe is voldoende van lengte en bespiering en is licht hellend. De broekspier is lang en goed van bespiering. Het voorbeen is goed van lengte en is correct gesteld. Het achterbeen is correct gesteld. Het fundament is voldoende van ontwikkeling en goed van kwaliteit. De voeten zijn voldoende ontwikkeld. De verzenen zijn laag.

Chablis heeft in het najaar van 2010 in Stegeren deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 50 dagen. Over zijn verrichtingen in het onderzoek is gerapporteerd dat hij een eerlijke, snel afgeleide, betrouwbare en voldoende werklustige hengst is. Chablis heeft een goede bereidheid tot werken en laat zich goed bewerken.
In de dressuur is de stap zuiver en ruim voldoende tot goed van ruimte. De draf is voldoende krachtig en goed van ruimte met een goed gebruik van het voorbeen en een ruim voldoende lichaamshouding. De galop is actief, voldoende gedragen en heeft voldoende ruimte en een goede balans. De hengst is gedurende het onderzoek verbeterd wat betreft de kracht vanuit het achterbeen. Chablis heeft als Gelders paard ruim voldoende tot veel aanleg voor dressuur en geeft zijn ruiter een goed gevoel.

Bij het springen toont Chablis zeer goede reflexen en een ruim voldoende tot goede techniek. Hij lijkt voorzichtig en toont veel vermogen. Chablis heeft als Gelders paard veel aanleg voor springen en geeft zijn ruiter een goed gevoel.
In het aangespannen werk beschikt Chablis over een ruim voldoende bereidheid tot werken. Hij heeft een evenwichtig en betrouwbaar karakter met voldoende looplust. De stap is zuiver, ruim voldoende actief en ruim voldoende van ruimte en souplesse. De draf is ruim voldoende van ruimte en voldoende krachtig. De galop is ruim voldoende tot goed van ruimte en ruim voldoende krachtig. De hengst is ruim voldoende tot goed wendbaar met een ruim voldoende tot goede houding. Het algehele beeld als aangespannen paard is ruim voldoende tot goed.

Chablis is eerlijke betrouwbare hengst, die makkelijk is in de omgang en rustig is op stal.

De prestaties van Chablis als rijpaard zijn gewaardeerd met achten voor de stap en de galop, een 7,5 voor de draf en een 7,5 voor de aanleg als dressuurpaard.

Voor de springonderdelen heeft hij een 8,5 gescoord voor de reflexen, een 7,5 voor de techniek en achten voor het vermogen en voor de aanleg als springpaard.
Aan aangespannen paard heeft hij zevens gekregen voor de stap en de draf, een 7,5 voor de galop, een 7,5 voor de houding, een zeven voor de werkwilligheid, inzet en looplust en een 7,5 voor de wendbaarheid en voor het algehele beeld als aangespannen paard.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Chablis goedgekeurd voor de fokkerij en ingeschreven in het stamboek.
Het KWPN verwacht dat Chablis naast het model ook de beweging en de springkwaliteit kan verbeteren in de Gelderse fokkerij. Hij lijkt het beste te passen op merries die goed in het Gelders type staan en een voldoende krachtig achterbeen hebben. De merries dienen goed ontwikkelde voeten te hebben.

Chablis in na het dekseizoen 2014 gecastreerd omdat zijn eigenaresse prioriteit wilde geven aan zijn sportcarrière.
In de jaren daarna zijn nog enkele merries bevrucht met diepvriessperma.

Het KWPN heeft negentien hengstveulens en elf merrieveulens van Chablis geregistreerd. Van de elf dochters zijn er vier als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder één stermerrie.

 

2.1.3.2.  Edmundo KWPN 528003200904271 Stb.


Edmundo KWPN (V. Upperville KWPN) is een palomino hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 6 mei 2009 en is gefokt door Hendrik Schrieven uit Toldijk, dat circa 10 km ten zuiden van Zuthpen in de provincie Gelderland ligt.
De moeder van Edmundo is de palomino merrie Satricia KWPN ster (1999, V. Modern KWPN).

Satricia is een ruim voldoende ontwikkelde merrie die ruim voldoende in het rechthoekmodel staat en ruim voldoende in het Gelders type. Het hoofd is sprekend met een groot oog. De nek is goed van lengte met een lichte hoofd-halsverbinding. De hals is goed van lengte en staat er goed op. De hals komt diep uit de borst en zou meer bespiering aan de bovenzijde mogen hebben. De schoft is goed ontwikkeld. De schouder is goed van lengte en ligging. De rug is licht gezonken. De lendenen zijn voldoende aangesloten. De croupe is voldoende van lengte en de ligging is voldoende hellend. De staartinplant is hoog. De broekspier loopt ruim voldoende ver door. Het voorbeen is hol. Het achterbeen is steil. De koten zijn normaal. De hoeven zijn smal en de verzenen zijn hoog.  Het fundament is passend qua omvang en goed van kwaliteit. De stap is actief, zuiver en voldoende van ruimte. De draf is ruim voldoende van ruimte, ruim voldoende krachtig en met een goede houding. De galop is voldoende van ruimte en zou meer door het lichaam mogen zijn.

Tweede moeder van Edmundo is de vos Jatricia KWPN keur (1991, V. Exponent KWPN).

De palomino kleur is in de KWPN-fokkerij geïntroduceerd met de import en goedkering voor de fokkerij van de American Saddlebred hengst Holland’s Golden Boy AM (1986), die de vader is van de hengst Modern KWPN (1994).
Gerekend over acht generaties heeft Edmundo een afstamming met 46,9 % Gelders- en KWPN bloed, 12,5 % American Saddlebred bloed en 10,9 % Engels volbloed.

Edmundo is op de KWPN hengstenkeuring 2015 is ’s-Hertogenbosch als zesjarige hengst aangewezen om als Gelderse hengst deel te nemen aan het verrichtingsonderzoek.

Het KWPN heeft Edmundo omschreven als een hengst die ruim voldoende in het Gelders type staat en ook ruim voldoende in het rechthoekmodel. Hij is goed ontwikkeld. Het hoofd is voldoende sprekend. De nek is voldoende van lengte en de keeluitsnijding is zwaar. De hals is ruim voldoende van lengte en bespiering en is verticaal gesteld. De hals komt diep uit de borst. De schoft is goed ontwikkeld en loopt voldoende ver door. De schouder is goed van lengte en de ligging is steil. De rug is goed van ligging en bespiering. De lendenen zijn goed aangesloten en goed bespierd. De croupe is voldoende van lengte en voldoende hellend. De broekspier loopt voldoende ver door en zou meer bespierd mogen zijn. De stand van het voorbeen is correct en iets onderstandig.  De stand van het achterbeen correct. De koten zijn goed van lengte en week. De voeten zijn breed en de verzenen zijn voldoende ontwikkeld. De kwaliteit van het fundament is hard en de omvang is passend.

Edmundo heeft in het voorjaar van 2015 in Ermelo deelgenomen aan een 70 dagen durend verrichtingsonderzoek voor Gelderse hengsten.
Over zijn prestaties tijdens het onderzoek is gemeld dat Edmundo een eerlijke betrouwbare hengst is met een goede instelling. Hij heeft veel bereidheid tot werken en laat zich goed bewerken.

In de dressuur is de stap zuiver, actief en ruim voldoende van ruimte. De draf heeft ruim voldoende ruimte, is voldoende gedragen en zou krachtiger kunnen zijn. De galop is voldoende van ruimte met een goede balans. Edmundo beweegt met voldoende souplesse. Hij heeft als Gelders paard ruim voldoende aanleg voor dressuur en geeft zijn ruiter een ruim voldoende tot goed gevoel.

Edmundo springt met ruim voldoende reflexen, ruim voldoende techniek en maakt achter de sprong voldoende af. Hij lijkt ruim voldoende voorzichtig en toont voldoende vermogen en een ruim voldoende inzet. Edmundo heeft als Gelders paard ruim voldoende aanleg voor springen en geeft zijn ruiter een ruim voldoende gevoel.

In het aangespannen werk beschikt Edmundo over zeer veel bereidheid tot werken. Hij heeft een evenwichtig en betrouwbaar karakter en een zeer goede looplust. De stap is zuiver, actief en ruim voldoende van ruimte. De draf is ruim voldoende van ruimte en ruim voldoende krachtig met een goede beentechniek. De galop is ruim voldoende tot goed van ruimte, kracht en balans. De hengst is zeer goed wendbaar en heeft een goede houding. Het algeheel beeld als aangespannen paard is goed tot zeer goed.

De prestaties van Edmundo zijn als rijpaard gewaardeerd met een 7,5 voor de stap, een zeven voor de draf en een 7,5 voor zowel de galop als voor de houding. Voor zijn aanleg als dressuurpaard heeft Edmundo een zeven gekregen.
Voor de springonderdelen heeft hij een 7.5 voor de reflexen gescoord en zevens voor de techniek, voor het vermogen en voor de aanleg als springpaard.
Als aangespannen paard zijn de stap en de galop gewaardeerd met een acht, de draf met een 7,5. Voor zijn houding heeft hij een acht gekregen en voor de werkwilligheid/inzet/looplust een negen. De wendbaarheid is gewaardeerd met een 8,5 en de aangespannen proef met een acht.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN Edmundo goedgekeurd voor de fokkerij en opgenomen in het stamboek.

Het KWPN verwacht dat Edmundo de instelling kan verbeteren, menkwaliteit kan inbrengen en genetische diversiteit kan toevoegen aan de Gelders paard populatie.

In augustus 2018 heeft het KWPN een groep nakomelingen van Edmundo beoordeeld. Daarover is meegedeeld dat Edmundo een uniforme collectie ruim voldoende tot goed ontwikkelde Gelderse veulens met voldoende uitstraling heeft getoond. De veulens staan ruim voldoende tot goed in het rechthoekmodel. De draf is ruim met een goede schoudervrijheid en wordt met ruim voldoende houding, souplesse en balans getoond. De veulens galopperen doorgaans makkelijk aan. De galop is voldoende krachtig en ruim voldoende  van ruimte en souplesse.
Op basis van het resultaat van de veulenbeoordeling heeft het KWPN besloten om Edmundo te handhaven voor de fokkerij.
Edmundo lijkt het beste te passen bij merries met een voldoende krachtig achterbeen.

Tot en met 2020 heeft het KWPN 50 hengstveulens en 33 merrieveulens van Edmundo geregistreerd.

Van de zonen is Marquis KWPN (2017, MV. Vitens KWPN) aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen, Marquis heeft in het najaar van 2020 in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek maar heeft  dat onderzoek na enkele weken voortijdig beëindigd.

Acht merries zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder twee keurmerries en twee stermerries.

 

3.  Amarillo KWPN 528003198201228 Stb.

 

Amarillo KWPN (V. Pretendent KWPN) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 10 april 1982 geboren en is gefokt door L. van Heeswijk uit Best, dat 10 km ten noorden van Eindhoven in de provincie Noord-Brabant ligt.
De moeder van Amarillo is de donkerbruine merrie Triomf KWPN keur preferent (1977, V. Onyx KWPN). Zij is ook de moeder van de hengst Zevenaar KWPN (1981, V. Naturel KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder is de vos Lydia KWPN ster preferent (1970, V. Enfant de Normandie SF).
Gerekend over acht generaties heeft Amarillo een afstamming met 48,4 % Engels volbloed, 31,3 % Selle Français bloed en 13,3 % Gelders bloed.

Amarillo is in 1985 op de KWPN-hengstenkeuring in Utrecht aangewezen om aan het verrichtingsonderzoek deel te nemen.
Hij is door het KWPN omschreven als een hengst met extra type, veel ras en kwaliteit. De schoft moet zich nog meer ontwikkelen en het fundament kon royaler.

In het voorjaar van 1985 heeft Amarillo in Ermelo deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. In de zesde week van het onderzoek is Amarillo bij het werken in het terrein gevallen, waarbij hij geblesseerd is geraakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat Amarillo rechtsvoor het topje van het hoefbeen heeft gebroken. Het onderzoek is daarop enkele maanden onderbroken, waarna de hengst in oktober 1985 een uitgestelde eindbeoordeling heeft afgelegd.
Over zijn verrichtingen tijdens het onderzoek is gerapporteerd dat Amarillo een drukke, eerlijke hengst is met goed humeur. Hij gedraagt zich tijdens het werk graag vervelend en moet dikwijls tot de orde worden geroepen. Aan het begin van het  onderzoek is Amarillo nog groen. Hij is zeer snel afgeleid en moeilijk aan het werk te houden. Zijn ruiter moet veel werk verzetten om hem in balans te houden.
De stap is voldoende ruim. De draf is regelmatig maar spreekt niet erg aan. De galop is regelmatig en voldoende ruim. Bij het springen onder het zadel presteert hij eerst slecht. Hoewel hij zich later wel heeft verbeterd maakt zijn springen niet veel indruk. Bij het vrij springen laat hij een matig vermogen zien en is hij behoorlijk handig. In het terrein pakt hij behoorlijk aan. Amarillo heeft voldoende bereidheid om te werken en ervaart het werk als normaal. Hij heeft voldoende aanleg als spring-, dressuur- en terreinpaard.

De prestaties van Amarillo zijn gewaardeerd met zevens voor de stap, de draf en de galop en een 7,1 voor de rijproef. Voor het springen onder het zadel heeft hij een 6,5 gescoord en voor het vrij springen een zeven. De terreinproef is met een 6,5 gewaardeerd, het karakter met een zeven, het stalgedrag met een negen en het trainingsrapport met een zes.
Aan het verrichtingsonderzoek 1985 hebben 33 rijpaardhengsten deelgenomen, waarvan er 25 het volledige onderzoek hebben afgewerkt.
Volgens een door de verrichtingsjury gehanteerde ranglijst heeft Amarillo het onderzoek als negentiende afgesloten.

Na afloop van het onderzoek heeft het KWPN  Amarillo goedgekeurd en ingeschreven in het stamboek.

In augustus 1988 heeft het KWPN zeven veulens, die zijn geboren uit twaalf dekkingen, beoordeeld.
Daarover is gemeld dat de gepresenteerde veulens amper voldoende ontwikkeld bleken te zijn. Het type is wisselend, maar over het algemeen weinig rijtypisch. De hengst heeft niet getoond het hem aangeboden merriemateriaal te kunnen verbeteren.
De hoofden bleken goed gevormd en sprekend te zijn. De hals komt veelal diep uit de borst, soms in combinatie met een onderhals, en staat er dikwijls bovenop. De nek is voldoende. De schoft is weinig ontwikkeld en loopt ook nauwelijks door; bij enkele veulens was dat wel goed. De schouder is uniform te kort en te recht. De rug is veelal gezonken; de lendenen zijn goed gevormd en gespierd. Bouw en stand van het voorbeen zijn goed. Wat betreft bouw en stand van het achterbeen bleek de groep zeer wisselend te zijn, van recht tot sterk gebogen.
De stap deed stug aan bij overigens voldoende ruimte. In draf gingen de veulens stug met te weinig schoudervrijheid en veelal stuiterig, als gevolg van het feit dat ze zich niet loslieten in de rug. Daarbij is het voorbeen veelal te vlak.
Kort samengevat: de veulens van de hengst Amarillo bleken tekort te schieten op drie criteria, die de commissie te beoordelen heeft, te weten type, ontwikkeling en beweging.

Naar aanleiding van de veulenrapportage heeft het KWPN Amarillo afgekeurd voor de fokkerij.
De eigenaar van Amarillo heeft daarop een herkeuring aangevraagd. Toen die hetzelfde negatieve resultaat opleverde is bij het Ministerie van Landbouw  en Visserij een keuring in beroep aangevraagd, maar ook bij die keuring was het oordeel identiek.

Het KWPN heeft van Amarillo vier hengstveulens en drie merrieveulens geregistreerd. Twee dochters zijn als fokmerrie ingeschreven in het stamboek.

 

 

 

Afgesloten op 23 december 2020.

Back To Top