skip to Main Content

1927 (Dampfross Trak x Tempelhüter Trak)

Pferd Pythagoras (Trakehner, 1927, von Dampfross)


Samenvatting

Pythagoras is een donkerbruine Trakehner hengst die in 1926 op het Hauptgestüt Trakehnen is geboren.

Hij is een zoon van de hengst Dampfross Trak (1916, V. Dingo Trak), die met zijn 40  goedgekeurde zonen een enorm stempel heeft gedrukt op de Trakehner fokkerij. Van de Dampfross zonen hebben Hyperion, Pythagoras en Semper Idem de meeste invloed op de fokkerij gehad.

Pythagoras was een zeer correct gebouwde, nerveuze hengst met veel uitdrukking. Hij heeft een klein hoofd, een helder oog en een mooie hals en bovenlijn. Hij had iets meer “persoon” moeten zijn. Zijn bewegingen zijn regelmatig en zeer energiek.

Pythagoras heeft eerst twee jaar gedekt op het Landgestüt Braunsberg (Braniewo)  en is daarna van 1934 tot september 1944 als belangrijke fokhengst ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen. In september 1944 is Pythagoras, in verband met het naderende Russische leger, geëvacueerd naar het Hauptgestüt Graditz, dat in het noorden van Saksen ligt. Daar is Pythagoras in beslag genomen door het Russische leger. Wat er verder met Pythagoras is gebeurd is niet bekend.

Van Pythagoras zijn 56 zonen toegelaten tot de fokkerij, waarvan er 22 tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog of direct daarna verloren zijn gegaan.

Tien zonen, waaronder de zeer invloedrijke Piligrim Trak, zijn in beslag genomen door het Russische leger en overgebracht naar de Kirow-stoeterij, die 125 km ten zuiden van Rostov aan de Don in Rusland ligt.

Negen zonen zijn tijdens of direct na de oorlog in Duitsland verkocht, afgevoerd als fokhengst of zijn overleden wegens koliek en zeven zonen zijn na de oorlog in Polen of Oost-Duitsland actief geweest in de fokkerij. De resterende acht zonen hebben het latere West-Duitsland bereikt, waarvan alleen de hengsten Sporn Trak, Totilas Trak, SuomarTrak en Keith Trak van belang zijn geweest voor de fokkerij. Over de fokkerij van Totilas Trak is eerder al een pagina gepubliceerd op deze website.

Voor de West-Europese fokkerij is het ook van belang geweest dat de Pythagoras – kleinzonen GoldregenTrak  (V. Creon Trak) en Gigant Trak (V. Guido Trak) aan het einde van de oorlog in het westen van Duitsland waren.

Goldregen is de vader van de hengst Komet Trak. die een grote bijdrage heeft geleverd aan de na-oorlogse Trakehner fokkerij in Duitsland en de vader is van de hengsten Hessenstein Trak en Gunnar Trak. Over Komet, Hessenstein en Gunnar zijn eerder al afzonderlijke pagina’s gepubliceerd op deze website.

Gigant bracht de hengst Gabriël Trak, die de vader is van belangrijke fokhengsten als Boris Trak, Halali Trak en Garamond Trak. Van hen is Halali de vader van de hengst Marduc Trak, waarover ook reeds een eigen pagina is gepubliceerd op deze website.

De Pythagoraszoon Markwart Trak is de vader de hengst Ralf Trak, waarvan diverse zonen actief zijn geweest in voormalig Oost-Duitsland.

Tenslotte moet de Pythagoras zoon Piligrim Trak worden genoemd. Hij was jarenlang de belangrijkste fokhengst op de Russische Kirow stoeterij en heeft diverse goede hengsten gebracht.
Bovenal is Piligrim de vader van de hengst Pepel Rustr, die met amazone Jelena Petuschkowa (RUS) in 1970 in Aken wereldkampioen dressuur is geworden en de individuele zilveren medaille heeft gewonnen bij de Olympische Spelen 1972 in München. Met het Russische team is de landenwedstrijd bij de Spelen in München gewonnen, terwijl vier jaar eerder al de zilveren medaille was gewonnen in Mexico City.
Pepel is na zijn sportcarrière een succesvolle fokhengst geworden.

 

 

Voorkomen en afstamming

 

Pythagoras Trak (V. Dampfross Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren in 1927 en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.

Gerekend over acht generaties heeft Pythagoras een afstamming met 57,0 % Engels volbloed, 29,7 % Trakehner bloed en 3,1 % Oost Pruisisch bloed. Van de afstamming is in de achtste generatie 10,2 % onbekend.

 


Vader

 

De vader van Pythagoras is de vos hengst Dampfross Trak (1916, V. Dingo Trak).

De moeder van Dampfross is de donkerbruine Laura Trak (1905, V.  Passvan Trak) en tweede moeder is een dochter van de hengst Petricola Trak.

In de jaren 1920 – 1922 heeft Dampfross gedekt op het Pruisische Landgestüt in Georgenburg (het tegenwoordige Chern’achovsk) en in 1923 is Dampfross  gekocht door het Hauptgestüt Trakehnen. Hij is daar tot 1933  op de stoeterij ingezet voor de fokkerij. In 1937 is Dampfross gedood.

 

 

Moeder

 

De moeder van Pythagoras is de bruine merrie Pechmarie Trak (1917, V. Tempelhüter Trak) en tweede moeder is de bruine Panik Trak (1909, V. Red Prince II xx).  Panik is ook de moeder van de hengst Pategoniër Trak (1923, V. Tempelhüter Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Pechmarie was een hoog in het bloed staande merrie met twee Engelse volbloedhengsten (Perfectionist xx (1899) en Red Prince II xx (1889)) als grootvader.

 

 

Fokkerijcarrière

Pythagoras is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Vastgelegd is dat Pythagoras een zeer correct gebouwde, nerveuze hengst is met veel uitdrukking. Hij heeft een klein hoofd, een helder oog en een mooie hals en bovenlijn. Hij had iets meer “persoon” moeten zijn. Zijn bewegingen zijn regelmatig en zeer energiek.

In de jaren 1932 en 1933 heeft Pythagoras gedekt op het Landgestüt Braunsberg. Braunsberg heet tegenwoordig Braniewo, en ligt in Polen aan de Oostzee, vlak aan de grens met de Russische oblast Kaliningrad.
Van 1934 tot september 1944 is hij als belangrijke fokhengst ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen. In september 1944 is Pythagoras, in verband met het naderende Russische leger, geëvacueerd naar het Hauptgestüt Graditz, dat in het noorden van Saksen ligt. Daar is Pythagoras in beslag genomen door het Russische leger. Wat er verder met Pythagoras is gebeurd is niet bekend.

De All Breed database bevat 159 nakomelingen van Pythagoras.

 

 

Dochters

Twee dochters van Pythagoras zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Sportfreude Trak, 1938, MV, Ararad Trak, is de moeder van de hengsten Ostrjak Trak (1955, V. Ossian Trak) en Herson Trak (1956, V. Hagor (ex Hügel)), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Beroline Trak
, 1942, MV.  Pilger Trak, is de moeder van de hengst Hobot Trak (1949, V. Hassgesang Trak), die voor de fokkerij is ingezet in Rusland en Oekraïne.

 

 

Tragiek van Pythagoras

Van Pythagoras zijn 56 zonen ingezet voor de fokkerij. De tragiek van Pythagoras als succesvolle fokhengst is dat het einde van de Tweede Wereldoorlog grote gevolgen heeft gehad voor Pythagoras en veel van zijn zonen.
Pythagoras heeft zelf de oorlog niet overleefd en ook 22 zonen van hem, die actief waren in de fokkerij zijn, vaak spoorloos, verdwenen. Daarbij is het onbekend of de hengsten door oorlogsgeweld om het leven zijn gekomen of opzettelijk zijn gedood en al dan niet zijn geslacht.
Tien zonen, waaronder de zeer invloedrijke Piligrim, zijn in beslag genomen door het Russische leger en overgebracht naar de Kirow-stoeterij, die 125 km ten zuiden van Rostov aan de Don in Rusland ligt.
Negen zonen zijn tijdens of direct na de oorlog in Duitsland afgevoerd als fokhengst of zijn overleden wegens koliek en zeven zonen zijn na de oorlog in Polen of Oost-Duitsland actief geweest in de fokkerij. De resterende acht zonen hebben het latere West-Duitsland bereikt, waarvan alleen de hengsten Sporn, Totilas, Suomar en Keith van belang zijn geweest voor de fokkerij.
Voor de West-Europese fokkerij is het ook van belang geweest dat de Pythagoras – kleinzonen Goldregen (V. Creon Trak) en Gigant (V. Guido Trak) aan het einde van de oorlog in het westen van Duitsland waren en daar succesvol in de fokkerij zijn geweest terwijl de ene vader (Creon) is omgekomen en de andere (Guido) naar Rusland is overgebracht.

 

 

In de fokkerij actieve zonen

 

Van Pythagoras zijn 56 zonen actief geweest in de fokkerij:
Fatalist Trak (1934), Prometheus Trak (1934), Taborit Trak (1934), Amoroso Trak (1935), Pantoffelheld Trak (1935), Tagesheld Trak (1935), Tristan Trak (1935), Zeitgeist Trak (1935), Albergo Trak (1936), Haudegen Trak (1936), Neusilber Trak (1936), Sporn Trak (1936), Thebaner Trak (1936), Cerberus Trak (1937), Creon Trak (1937), Guido Trak (1937), Manteuffel Trak (1937), Markwart Trak (1937), Pandurenfürst Trak (1937), Suleiman Trak (1937), Sumpfvogel Trak (1937), Tamerlan Trak (1937), Alsterpreis Trak (1938), Briefbote Trak (1938), Hanstein Trak (1938), Insgeheim Trak (1938), Miro Trak (1938), Pantalon Trak (1938), Panzerkreuzer Trak (1938), Rendant Trak (1938), Totilas Trak (1938), Amfortas Trak (1939), Arnulf Trak (1939), Eifel Trak (1939), Eurotas Trak (1939), Hansabund Trak (1939), Muskat Trak (1939), Perserkrieg Trak (1939), Samos Trak (1939), Almansor Trak (1940), Crassus Trak (1940), Hufnagel Trak (1940), Kalender Trak (1940), Panzerkrieg Trak (1940), Perkal Trak (1940), Suomar Trak (1940), Tanzer Trak (1940), Aldewin Trak (1941), Arion Trak (1941), Per Saldo Trak (1941), Tarso Trak (1941), Keith Trak (1942), Schwertbruder Trak (1943), Tartar Trak (1943), Piligrim Trak (1944) en Prutik Trak (1944).

In de All Breed Pedigree zijn van veel Pythagoras zonen enkele exterieur gegevens vermeld en wordt aangegeven wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog met de hengsten is gebeurd. Die gegevens zijn onderstaand gebruikt.

Van de 56 hengsten hebben er veertien tenminste vijftien geregistreerde nakomelingen gebracht of zijn anderszins van belang geweest  voor de fokkerij. Deze veertien hengsten worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

De overige 42 hengsten worden onderstaand kort aangestipt.

 

 

Hengsten die niet of nauwelijks hebben bijgedragen aan de fokkerij

De hengst Fatalist Trak (1934, MV. Aladin O.Pr) heeft in de jaren 1938 – 1944 op het Landgestüt Rastenburg gedekt. Rastenburg heeft tegenwoordig Kętrzyn en ligt in het noordoosten van Polen. In 1944 is hij geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz, dat bij Halle in Saksen-Anhalt lag. Het Landgestüt heeft Fatalist op een dekstation in Lissa, dat ruim vijftien km en oosten van Halle ligt, gestationeerd. Daar is de hengst in beslag genomen door het Russische leger en naar Rusland vervoerd.
Van Fatalist zijn vier nakomelingen bekend die zijn geregistreerd door het Oost-Pruisische stamboek.

De hengst Prometheus Trak (1934, MV. Jagdheld Trak) heeft in 1936/1937 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. De stap en draf zijn voortreffelijk genoemd en de galop zeer goed. Hij heeft een goed temperament. Prometheus is in de jaren 1938 – 1944 voor de fokkerij ingezet op het Landgestüt Braunsberg (heet tegenwoordig Braniewo en ligt in Polen aan de Oostzee). Eind 1944 is de hengst uit de fokkerij genomen en verkocht.

De hengst Taborit Trak (1934, MV. Vergleich Trak) heeft in 1936.1937 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. De stap en draf zijn als goed beoordeeld en de galop als tamelijk goed. Taborit is een opgewekte hengst met een goed temperament. Hij heeft in 1938 gedekt op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk) en is daarna als werkpaard ingezet op het boerenbedrijf van de stoeterij.

De hengst Amoroso Trak (1935, MV. Flandern O. Pr.) is van 1939 tot en met 1944 gestationeerd geweest op het Landgestüt Marienwerder. De plaats heet tegenwoordig Kwidzyn en ligt circa 70 km ten zuiden van Gdansk in het noorden van Polen. Wat er aan het einde van de Tweede Wereldoorlog met Amoroso is gebeurd, is niet bekend.
Van Amoroso zijn geen nakomelingen bekend

De hengst Pantoffelheld Trak (1935, MV. Jagdheld Trak) heeft van 1939 – 1944 gedekt op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn, dat in het noordoosten van Polen ligt). Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz bij Halle. Hij is in 1945 door de Russen naar de Kirov stoeterij bij Rostov aan de Don gebracht. De Russische Trakehner database kent geen nakomelingen van hem.

De hengst Tagesheld Trak (1935, MV. Thronhüter Trak) is de broer van de hengst Tamerlan Trak (1938, zie hfdst. 5.). Tagesheld heeft in 1937/1938 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Vermeld is dat de stap van de hengst goed was en de draf en galop zeer goed waren. Ook zijn temperament was goed.
De hengst heeft van 1939 – 1944 gedekt op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk) en is eind 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Moritzburg, dat ten noorden van Dresden in Saksen ligt. Wat er daarna met hem is gebeurd is onbekend.

De hengst Tristan Trak (1935, MV. Waldjunker O.Pr.) heeft in 1937/1938 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Daar is vastgelegd dat de stap van de hengst tamelijk goed is, de draf goed is en de galop zeer goed is. Het temperament is goed, maar hij gedraagt zich als een “echte” hengst. Tristan heeft van 1939 tot en met 1944 in het Landgestüt Braunsberg (tegenwoordig Braniewo) gestaan en is in 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Redefin in Mecklenburg-Voorpommeren. Zijn verdere lot is onbekend.

De hengst Zeitgeist Trak (1935, MV. Flieder Trak) heeft in 1937/1938 Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek, waarbij de stap als voortreffelijk, de draf als zeer goed en de galop als goed zijn gewaardeerd. Het temperament is als zeer goed gekwalificeerd. Zeitgeist heeft in de jaren 1939 -1944 op het Landgestüt Braunsberg (tegenwoordig Braniewo) ter dekking gestaan. Tijdens de vlucht van het Trakehner paardenbestand naar het westen in de winter van 1944/1945 is Zeitgeist in het Landgestüt Redefin  in Mecklenburg-Voorpommeren achtergebleven. Wat er verder met hem is gebeurd is niet bekend.

De hengst Albergo Trak (1936, MV. Vergleich Trak) heeft van 1940 tot en met 1944 gedekt op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn, dat in het noordoosten van Polen ligt). In 1944 is Albergo geëvacueerd naar het Landgestüt Kreus bij Halle in Saksen. In augustus 1945 is de hengst naar de Kirov stoeterij bij Rostov aan de Don gegaan. Daar is Albergo tot 1951 voor de fokkerij ingezet. In 1952 is hij overleden.
Volgens de Rus Trakehner database zijn van Albergo 21 zonen en 15 dochters geregistreerd.

De hengst Haudegen Trak (1936, MV. Flieder Trak) heeft van 1939 tot en met 1947 op het Landgestüt Wickrath bij Mönchengladbach gedekt. In de jaren 1948 – 1952 is hij in Kassel als privéhengst beschikbaar gesteld voor de fokkerij en van 1953 – 1956 heeft hij weer in Wickrath gestaan. In 1957 is hij als privéhengst beschikbaar geweest in Scheda en is dat jaar overleden. De All Breed database vermeldt tien nakomelingen van Haudegen.

De hengst Neusilber Trak (1936, MV. Tempelhüter Trak) heeft in 1938/1939 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. Vastgelegd is dat de hengst een tamelijk goede stap had en een goede draf en galop. Zijn temperament was goed, maar in het terrein pleegde hij verzet. Neusilber is van 1940 tot en met 1943 beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk). In augustus 1943 is hij overgeplaatst naar het Hauptgestüt Graditz. In 1945 is hij naar Rusland afgevoerd, maar het is niet bekend wat er verder met hem is gebeurd.

De hengst Thebaner Trak (1936, V. Cancara Trak) heeft in 1938/1939 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek. De stap en draf van de hengst zijn daarbij als goed beoordeeld en de galop als zeer goed. Ook zijn temperament is als goed beoordeeld. Thebaner was een tamelijk zware en brede hengst. Hij had voor een scheve voet. Van 1940 tot 1944 heeft Thebaner gedekt op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk). Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het  Landgestüt in Neustad-Dosse in Brandenburg. In januari 1945 is hij geslacht.

De hengst Cerberus Trak (1937, MV. Coronel Trak) is in 1940 en 1941 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn, dat in het noordoosten van Polen ligt). Daarna is Cerberus ingezet voor het boerenwerk op het Hauptgestüt Trakehnen.

De hengst Manteuffel Trak (1937, MV. Vergleich Trak) was volgens mededelingen van Landstallmeister dr. Heling  van het Hauptgestüt Trakehnen een middelgrote hengst met vier goede benen. Zijn bewegingen waren voldoende krachtig maar enigszins breed.
Manteuffel stond van 1940 tot 1944 op het Landgestüt Braunsberg (tegenwoordig Braniewo, dat aan de Poolse kust ligt bij de grens met de Russische oblast Kaliningrad). In januari 1945 stond hij op het dekstation Reichertswalde, dat tegenwoordig Markowo heet en circa tien km ten noorden van Morag in het noorden van Polen ligt.
Het lot van Manteuffel is onbekend.

De hengst Pandurenfürst Trak (1937, MV. Tauentzien Trak) is volgens verschillende bronnen voor de fokkerij goedgekeurd door het Trakehner stamboek, c.q, het Hauptgestüt Trakehnen. Van de hengst zijn geen nakomelingen bekend.

De hengst Suleiman Trak (1937, MV. Pilger Trak) heeft in de jaren 1940 – 1944 op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk) gedekt. Eind oktober 1944 is hij geëvacueerd naar het Saksische Landgestüt in Neustadt/Dosse en van 15 – 18 mei 1945 is hij, samen met de hengsten Totilas (zie hfdst. 7.), Suomar (zie hfdst. 9) en Per Saldo lopend naar het 200 km westelijker gelegen Landgestüt in Celle gebracht. (Op 25 april 1945 hebben de Amerikaanse en Russische troepen elkaar ontmoet bij Torgau, dat 200 km ten zuiden van Neustadt/Dosse ligt.) In oktober 1945 is Suleiman naar het Rijnlandse Landgestüt in Wickrath bij Mönchengladbach gebracht. Wat er verder met Suleiman is gebeurd is onbekend. Volgens de leiding van het Landgestüt Georgenburg was Suleiman een goed ontwikkelde hengst met mooie lijnen die in alle onderdeken correct was gebouwd. Hij had voortreffelijke mooie en ruime bewegingen, maar had weinig persoonlijkheid.
Over zijn fokkerijprestaties is op internet geen informatie beschikbaar.

De hengst Sumpfvogel Trak (1937, MV. Islam O.Pr.) miste de linker testikel. Hij heeft in de jaren 1940 – 1944 gedekt op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn, dat in het noordoosten van Polen ligt) en is daar gebleven toen Rastenburg door de Russen werd bezet. Wat er met Sumpfvogel is gebeurd is onbekend.

De hengst Alsterpreis Trak (1938, MV. Ararad Trak) is een indrukwekkende hengst met grote lijnen, De spronggewrichten en kogels zouden meer uitdrukking moeten hebben. De bewegingen van de hengst zijn goed. Alsterpreis is van 1941 tot en met 1944 op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Mazurië, Polen) beschikbaar geweest voor de fokkerij. Hij is geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz bij Halle in Saksen-Anhalt. In augustus 1945 is Alsterpreis naar Rusland overgebracht. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Briefbote Trak (1938, MV. Pirat O.Pr.) is een indrukwekkende hengst met veel kracht en diepte. De spronggewrichten zijn enigszins rond. Briefbote is van 1941 tot en met 1944 op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Mazurië, Polen) beschikbaar geweest voor de fokkerij. Hij is geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz bij Halle in Saksen-Anhalt en in augustus 1945 is hij naar Rusland overgebracht. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Hanstein Trak (1938, MV. Ararad Trak) heeft van 1941 tot en met 1944 ter dekking gestaan op het Landgestüt Marienwerder (tegenwoordig Kwidzyn, dat circa 60 km ten zuiden van Gdansk, in Pommeren in Polen ligt). Wat er daarna met de hengst is gebeurd, is onbekend.

De hengst Miro Trak (1938, MV. Markeur O. Pr.) was een hengst met een hoge schoft en een zeer goede voorhand. Hij had weinig aansprekende spronggewrichten, matige bewegingen en een moeilijk karakter. De hengst is van 1941 tot januari 1945 voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Braunsberg (tegenwoordig Braniewo, dat vlak bij de grens met de Russische oblast Kaliningrad aan de Poolse Oostzeekust ligt). In januari 1945 stond hij op een hengstenstation in de omgeving van Mohrungen (tegenwoordig Morag, dat circa 40 km ten noordwesten van Olsztyn in Mazurië in Polen ligt). Wat er met Miro verder is gebeurd is niet bekend.

De hengst Pantalon Trak (1938, MV. Tauentzien Trak) was een zware donkerbruine hengst met veel diepte. Hij had een weke rug en was voor week gekoot. Zijn bewegingen waren energiek en zuiver. Hij heeft in de jaren 1941 -1944 op het Landgestüt Braunsberg (tegenwoordig Braniewo aan de Oostzeekust bij de grens met de oblast Kaliningrad) ter dekking gestaan. In de winter van 1944/1945 is hij met de “grote trek” te voet naar het westen getrokken. Eind maart 1945 is hij in het Landgestüt Redefin overgedragen aan het Duitse leger. Zijn verdere geschiedenis is onbekend.
Over de fokkerijprestaties van Pantalon is geen informatie bekend.

De hengst Panzerkreuzer Trak (1938, MV. Tauentzien Trak) was een aansprekende, correct gebouwde hengst met zeer goede bewegingen. Links achter had hij vaak last van hanentred. In de jaren 1941 – 1944 is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Mazurië, Polen). Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt. In augustus 1945 is Panzerkreuzer door de Russische autoriteiten overgebracht naar de Kirov stoeterij in Voronovo, dat 125 km ten zuidoosten van Rostov aan de Don in Rusland ligt.
In 1956 is de hengst afgevoerd. Over zijn fokkerijprestaties is geen informatie beschikbaar.

De hengst Rendant Trak (MV. Tempelhüter Trak) is van 1941 tot en met 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Marienwerder (tegenwoordig Kwidzyn, dat circa 60 km ten zuiden van Gdansk, in Pommeren in Polen ligt). Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt. Daar is Rendant tot en met 1957 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Zijn zonen Renatus SA (1951, MV. onbekend) en Referent Trak (1953, MV. Eichendorf Trak) zijn goedgekeurd voor de fokkerij, maar hebben weinig invloed gehad.

De hengst Amfortas Trak (MV. Flandern O.Pr) was een krachtige, stoere hengst met goede bewegingen. Hij heeft in de jaren 1942 – 1944 op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Mazurië, Polen) gestaan en is eind 1944 naar het Landgestüt Kreuz-Halle in Saksen-Anhalt geëvacueerd. In augustus 1945 is hij door de Russen overgebracht naar de Kirov-stoeterij in Voronovo, waar hij in 1946 en 1947 als fokhengst is gebruikt. Van hem zijn zeven hengstveulens en 11 merrieveulens geregistreerd. In april 1948 is Amfortas verkocht aan de Yulowskij stoeterij, waar hij is gebruikt voor de Budjonny-fokkerij.

De hengst Arnulf Trak (MV. Ararad Trak) was een hengst met veel diepte en een goed bespierde achterhand. Hij is in de jaren 1942 – 1944 op het Hauptgestüt Trakehnen ingezet voor de fokkerij en is in februari 1945, samen met de hengsten Pilger Trak (1926) en Hyperion Trak (1926), geëvacueerd naar Berbisdorf (tegenwoordig Dziwiszów in Neder-Silezië in Polen). Wat er verder met de genoemde hengsten is gebeurd is niet bekend.
Zijn zoon Arfist Trak (1944, MV. Polarstern Trak) is van 1946 – 1953 op de Kirov-stoeterij in Rusland gebruikt voor de fokkerij. Van hem zijn 16 hengstveulens en 23 merrieveulens geregistreerd.

De hengst Eifel Trak (MV. Pilger Trak) was een krachtige, correct gebouwde hengst met grote lijnen die op het Hauptgestüt Trakehnen is geboren. Hij is in oktober 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Labes (tegenwoordig Lobez in het noordwesten van Polen). In december 1944 is hij naar Perlin, bij Schwerin in Voorpommeren gebracht, waar hij in februari 1945 aan koliek is overleden.

De hengst Eurotas Trak (MV. Tauentzien Trak) heeft in de jaren 1942 – 1944 gedekt op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk). In maart 1945 is hij via het Landgestüt Neustadt/Dosse naar het Landgestüt Celle geëvacueerd. Daar is hij in oktober 1945 aan koliek overleden.

De hengst Hansabund Trak (MV. Ararad Trak) heeft in de jaren 1942 – 1944 op het Landgestüt Lonch (tegenwoordig Lack in het oosten van Polen) gestaan. Wat er daarna met de hengst is gebeurd is onbekend.

De hengst Muskat Trak (MV. Vergleich Trak) was een niet te grote, krachtige hengst met goede bewegingen die gallen aan beide voorbenen had. In 1943 en 1944 heeft hij op het Landgestüt Zirke (thans Sieraków, dat 70 km ten noordwesten van Poznan in Polen ligt) gestaan. Wat er aan het einde van de Tweede Wereldoorlog met de hengst is gebeurd is onbekend.

De hengst Perserfürst Trak (MV. Astor O.Pr.) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Stargard (tegenwoordig Szczecin in Polen) gestaan. In de “trek” naar het westen in de winter van 1944/1945 is Perserfürst zoek geraakt. Wat er met hem is gebeurd is niet bekend.

De hengst Samos Trak (MV. Thronhüter Trak) is van 1942 tot en met 1953 voor de fokkerij beschikbaar geweest op de stoeterij in Flyinge in het zuiden van Zweden.
Van de hengst zijn slechts twee nakomelingen bekend.

De hengst Crassus Trak (MV. Ararad Trak) was een sterke, zware fokhengst met diepte, breedte en een goede bespiering. Hij had een best fundament met goede gewrichten. In 1943 en 1944 heeft hij op het Landgestüt in Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk) gestaan, waar hij in augustus 1944 aan koliek is overleden.

De hengst Hufnagel Trak (MV. Astor O.Pr.) is in 1943 en 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestút Marienwerder (tegenwoordig Kwidzyn, dat circa 60 km ten zuiden van Gdansk, in Pommeren in Polen ligt). Wat er aan het einde van de Tweede Wereldoorlog met Hufnagel is gebeurd, is niet bekend.

De hengst Kalender Trak (MV. Astor O.Pr.) was een edele, wat stoere, maar correct gebouwde hengst met een oud litteken aan het rechter spronggewricht. Hij heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Rastenburg (tegenwoordig Kętrzyn in Polen) gestaan en is eind 1944 naar het westen geëvacueerd. Bij aankomst op het Landgestüt Redefin in Brandenburg is hij naar een veterinaire kliniek gebracht. Daarna is niets meer over de hengst bekend.

De hengst Panzerkrieg Trak (MV. Tauentzien Trak) was volgens de overlevering een beeldschone middelgrote hengst met een best type en zeer harmonieus gebouwd. Het fundament was tamelijk licht.
Hij heeft in 1943 en 1944 gedekt op het Landgestüt Georgenburg (nu Chern’achovsk) en is tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog geëvacueerd naar het Landgetsüt Neustadt/Dosse in Saksen-Anhalt.  In april 1944 is hij over gebracht naar het Landgestüt in Celle. In juni 1945 is hij door het Britse leger in beslag genomen.

De hengst Perkal Trak (MV. Astor O.Pr.) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Braunsberg (thans Braniewo in Polen aan de Oostzeekust). In januari 1945 stond Perkal op het dekstation in Prökelwitz bij Mohrungen (thans Morag in het noorden van Polen) en daarna is niets meer van de hengst vernomen.

De hengst Tänzer Trak (MV. Pilger Trak) heeft in 1943 en 1944 op het Landgestüt Braunsberg (Braniewo) gestaan. Van daar uit stond hij in 1944 op een dekstation in Weidehnen, dat ten noorden van Königsberg (Kaliningrad) ligt. Daar is Tänzer bij de komst van het Russische leger achtergelaten. Zijn verdere lot is onbekend.

De hengst Arion Trak (MV. Ararad Trak) is vanaf 1944 actief geweest in de fokkerij, maar informatie daarover ontbreekt.

De hengst Per Saldo Trak (MV. Ararad Trak) was een indrukwekkende, sterke hengst met vlakke bewegingen. Hij heeft in 1944 op het Landgestüt Georgenburg (thans Chern’achovsk) gestaan en is op 29 oktober 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Neustadt/Dosse in Saksen-Anhalt.
Van 15 tot en met 18 mei 1945 is hij, samen met de hengsten Suleiman, Suomar en Totilas, lopend vanuit Neustadt naar het 200 km westelijker gelegen Landgestüt in Celle gebracht. (Op 25 april 1945 hebben de Amerikaanse en Russische troepen elkaar ontmoet bij Torgau, dat 200 km ten zuiden van Neustadt/Dosse ligt.).
In 1946 en 1947 is Per Saldo voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Celle. In de zomer van 1947 is hij aan koliek overleden.
Van Per Saldo zijn zeven nakomelingen bekend.

De hengst Tarso Trak (MV. Gauss Trak) was een hengst met weinig schoft, een redelijke voorhand en goede, nogal vlakke bewegingen. Tegen het ei nde van de Tweede Wereldoorlog stond hij op een hengstenstation in Gnesen, dat tegenwoordig Gniezno heet en circa 60 km ten noordoosten van Poznan in Polen ligt. Wat er aan het einde van de oorlog met Tarso is gebeurd is onbekend.

De hengst Prutik Trak (MV. Pilger Trak) is als veulen Regenbogen genoemd, Samen met enkele andere hengsten is hij in augustus 1944 geëvacueerd van het Hauptgestüt naar het Landgestüt Labes (dat tegenwoordig Lobez heeft en in het noordwesten van Polen ligt). In december 1944 is hij naar Perlin, bij Schwerin in Voorpommeren gebracht. Daar is hij door het Russische leger in beslag genomen en in augustus 1045 naar de Kirow stoeterij in Voronovo overgebracht. In de jaren 1947 – 1949 is hij onder de naam Prutik ingezet voor de fokkerij. Na het dekseizoen 1949 is de hengst verkocht, Van Prutik zijn vijf hengsten en een merrie geregistreerd,

 

 

Hengsten die van belang zijn geweest voor de fokkerij

 

1. Sporn Trak  DE309090020736

Sporn Trak (V. Pythagoras Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 157 cm. Hij is in 1936 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Zijn moeder is de zwarte merrie Sportliebe Trak (1932, V. Ararad Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Sportgeist Trak ( 1941, V. Creon Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Opit Trak (1955, V. Ossian Trak), Ostrjak Trak (1955, V. Ossian Trak), Herson Trak (1956, V. Hagor ex Hügel Trak), Pepel Trak (1956, V. Pliligrim Trak, zie hfdst. 14.) en Prospekt Trak (1961, V. Piligrim Trak).Opit is goedgekeurd in Oekraïne, Ostrjak, Herson en Prospekt door het Trakehner stamboel en Pepel is ingezet in Rusland.
Tweede moeder van Sporn is Sportwelt Trak (1918, V. Schwimmer Trak). Zij is ook de moeder van de tweelingbroers Ansbach en Saturn Trak (1924, V. Waldjunker Trak), die beiden door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Sporn een afstamming met 57,0 % Engels- en Arabisch volbloed en 32,8 % Trakehner bloed.Volgens All Breed Pedigrees was Sporn een kleine, zeer correct en harmonisch gebouwde hengst met de gewenste diepte en breedte. Hij had veel hengstuitdrukking en mooie, makkelijke bewegingen die voor een beetje Frans waren en achter zeer goed.

Sporn heeft van 1940 tot en met 1942 op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk) gestaan en in 1944 op het Landgestüt Perlin, dat circa 20 km ten westen van Schwerin in het westen van Mecklenburg-Voorpommeren ligt. In juni 1945 is hij naar het 40 km verder naar het westen liggende Ratzeburg gebracht. In de jaren 1946 – 1951 is Sporn beschikbaar geweest op het Holsteinse Landgestüt Traventhal. In de periode 1952 – 1957 dekte hij bij het Landgestut Celle, waarbij hij op dekstations in Drochtersen, dat ten noorden van Stade ligt, en Rotenburg, dat 25 km ten noorden van Verden ligt, heeft gestaan.
In 1957 is Sporn verkocht aan de heer Hoffmann uit Wittlich en in 1959 is Sporn eigendom geworden de heer Meyer uit Braunsfeld. Vanwege ouderdomsverschijnselen is Sporn in 1963 op 27-jarige leeftijd gedood.

Diverse databases noemen 22 – 24 nakomelingen van Sporn, maar de All Breed Database noemt 36 nakomelingen van Sporn.

Vier dochters van Sporn zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Goldmark Trak, 1947, zwart, MV. Polarstern Trak, is de moeder van de hengsten Geysir Trak (1956, V. Altan Trak), Georgenhorst Trak (1959, V. Hansakapitän Trak) en Goldgraf Trak (1961, V. Maigraf xx), die alle drie zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Kassandra Trak, 1947, vos, MV. Harun al Rashid ox, is de moeder van de broers Kapitän Trak (1960, V. Impuls Trak), Karneol Trak (1967) en Kassius Trak (1970). Kapitän en Karneol zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Kassius is goedgekeurd door het Trakehner- en het Beierse stamboek;

Hymne Trak, 1948, donkerbruin, MV. Hannibal Trak, is de moeder van de hengst Hydros Trak (1960, V. Impuls Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Petra Trak, 1952,  bruin, MV. Wind ox, is de moeder van de hengst Postmeister Trak (1966, V. Major Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Vier zonen van Sporn zijn goedgekeurd voor de fokkerij: Gondolier Trak (1943), Centurio Trak (1946), Handschlag Trak (1948) en Spatz Hann (1953).

De hengst Gondolier wordt verderop in de tekst in een apart hoofdstuk besproken.

De hengst Centurio Trak (1946, MV. Masaniello xx) is geboren in Duitsland en is in 1948 verkocht naar Zweden. Hij is goedgekeurd door het Zweedse stamboek, maar dat heeft geen nakomelingen van hem geregistreerd. In 1949 is hij teruggegaan naar Duitsland. Daar is hij goedgekeurd door het Trakehner stamboek en zijn tenminste vijf nakomelingen van hem geregistreerd. In 1953 is Centurio verkocht naar Columbia.

De hengst Handschlag Trak (1948, MV. Hirtensang Trak) is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Van de hengst is één nakomeling bekend. Volgens Sporthorsedata is Handschlag verkocht naar Columbia.

De hengst Spatz Hann (1953, MV. Alljeder Hann) is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek. Van de hengst zijn twee nakomelingen bekend.

 

1.1.  Gondolier Trak DE309090007243

 

Gondolier Trak (V. Sporn Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is op 6 januari 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Gondolier is de zwarte merrie Gondellied Trak (1939, V. Polarstern Trak).
Zij is ingeteeld op de hengst Waldjunker Trak (1913, V. Vasco Trak).
Tweede moeder is de zwarte Gondel Trak (1928, V. Waldjunker Trak), die ook de tweede moeder is van de hengsten Goldregen Trak (1943, V. Creon Trak) en Golddollar Trak (1955, V.  Hansakapitän Trak), die beiden door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd.
Gerekend over acht generaties heeft Gondolier een afstamming met 52,3 % Trakehner bloed en 39,1 % Engels- en Arabisch volbloed.

In 1944 is Gondolier geëvacueerd naar de stoeterij in Hunnesrück in het zuidoosten van Nedersaksen. Hij is vanaf 1946 voor de fokkerij  beschikbaar gesteld op het Holstensie Landgestüt in Traventhal. Na het sluiten van het Landgestüt in 1960 is Gondolier als privéhengst beschikbaar gesteld voor de fokkerij. In 1963 is Gondolier afgevoerd.

De database Sporthorsedata noemt 37 nakomelingen van Gondolier.

Vijf dochters van Gondolier zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Rosa Holst, 1957, donkerbruin, MV. Monarch Holst, is de moeder van de hengsten Roland Holst (1964, V. Raimond Holst) en Rinaldo Holst (1970, V. Ramiro Z Holst). Roland is in Rusland iingezet voor de fokkerij en Rinaldo is goedgekeurd door het Holsteinse stamboek;

Halali II Trak, 1958, zwart, MV. Goldregen Trak, is de moeder van de hengst   Lombarde Trak (1963, V. Loretto Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Schwadron Trak, 1958, zwartbruin, MV. Totilas Trak, is de moeder van de hengsten Schöngeist Trak (1963, V. Traumgeist xx) en Schwarzer Prinz Trak (1968, V. Dollarprinz xx), die beide zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Xanten Trak, 1958, zwart, MV. Erhabener Trak, is de moeder van de hengsten Xaver Trak (1965, V.  Isländer Trak) en Vivaldi Trak (1969, V. Valentin Trak), die beide zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Jodlerin Trak, 1963, MV. Perserfürst Trak, is de moeder van de hengst Lohengrin Trak (1968, V. Lothar Trak), die is goedgekeurd door het Baden-Württembergse  stamboek;

Zijn zoon Gotthard Holst (1960, V. Fanatiker Holst) is in de herfst van 1962 goedgekeurd door het Holsteinse stamboek. Van hem zijn in 1964 een aantal nakomelingen geregistreerd,  waarvan er tien zijn geregistreerd als wedstrijdpaard.

 

 

2.  Creon Trak DE399990180837

 

Creon Trak (V. Pythagoras Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is in 1937 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.

Creon is een broer van de hengst Crassus Trak (1940).
De moeder van beide hengsten  is de donkerbruine merrie Cemona Trak (1932, V. Ararad Trak) en tweede moeder is de bruine Creta Trak (1925, V. Elsässer Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Creon een afstamming met 60,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 32,8 % Trakehner bloed.Creon was een zware hengst met grote lijnen, die aanzienlijk groter was dan zijn vader.

Hij is van 1940 – 1944 voor de fokkerij ingezet op het Hauptgestüt Trakehnen. In september 1944 is hij geëvacueerd naar het Hauptgestüt Graditz, in het noorden van Saksen. Wat er daarna met hem is gebeurd is onbekend, maar het totale paardenbestand van het Hauptgestüt Graditz is aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.

De database van All Breed Pedigrees bevat 46 nakomelingen van Creon.

Twee dochters van Creon zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Polyn Trak, 1943, zwart, MV. Ararad Trak, is de moeder van de hengsten Opit Trak (1955, V. Ossian Trak) en Pepel Trak (1956, V. Pologrim Trak). Opit is goedgekeurd in Oekraïne en Pepel is in Rusland ingezet voor de fokkerij en

Spravka Trak
, 1945, donkerbruin, MV. Ararad Trak, is de moeder van de hengst Prospekt Trak (1961, V. Piligrim Trak, zie hfdst. 14.), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij.

Van Creon zijn de zonen Sportgeist Trak (1941), Goldregen Trak (1943), Orfeusz Trak (1943), Topaz Trak (1943) en Kokas Trak (1944) goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Sportgeist Trak (1941, MV. Ararad Trak) is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.  Hij heeft in 1944 in Georgenburg 27 merries gedekt en is daarna gecastreerd.

De hengsten Goldregen Trak  en Topaz Trak worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

De hengst Orfeusz Trak (1943, MV. Sudan Trak) is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen. De hengst heette oorspronkelijk Ostgold en is in 1944 geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück in zuidoosten van Nedersaksen. De hengst is omstreeks 1948 verkocht naar Polen en daar is de naam gewijzigd in Orfeusz. In Polen zijn in de jaren 1950 – 1955 twaalf nakomelingen van hem geregistreerd. Orfeusz is in december 1956 afgevoerd.

De hengst Kokas Trak (1944, MV. Pilger Trak) is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen en is als veulen geëvacueerd naar Labes (tegenwoordig Lobez), dat 100 km ten oosten van Szczecin in Polen ligt. Daarna is Kokas naar het 400 km westelijker gelegen Perlin in het westen van Mecklenburg-Vorpommeren gebracht. Daar is Kokas na de oorlog door de Russische autoriteiten in beslag genomen en overgebracht naar de Kirov stoeterij die 125 km ten zuidoosten van Rostov aan de Don in Rusland ligt. In de jaren 1946 – 1950 is Kokas op de stoeterij ingezet voor de fokkerij en daarna is hij verkocht. Van Kokas zijn 15 nakomelingen geregistreerd.

 

 

2.1.  Goldregen Trak DE309090007043

 

Goldregen Trak (V. Creon Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 158 cm. Hij is op 5 mei 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Zijn moeder is de zwarte merrie Goldelse Trak (1938, V. Polarstern Trak). Zij is ingeteeld op de hengst WaldjonkerTrak (1913, V. Vasco Trak).  Goldelse is ook de moeder van de hengst Golddollar Trak (1955, V. Hansakapitän Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Gobelin Trak (1954, V. Stern xx), Georgenhorst Trak (1959, V. Hansakapitän Trak) en Goldgraf Trak (1961, V. Maigraf xx). Alle vier hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Goldregen is de zwarte Gondel Trak (1928, V. Waldjunker Trak).  Zij is ook de tweede moeder van de hengst Gondolier Trak (1943, V. Sporn Trak, zie hfdst. 1.1.).
Gerekend over acht generaties heeft Goldregen een afstamming met 50 % Trakehner bloed en 42,2 % Engels- en Arabisch volbloed.

Goldregen is in 1944 naar de stoeterij Hunnesrück in het zuidoosten van Nedersaksen geëvacueerd. Hij is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1946 tot en met 1949 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Holsteinse Landgestüt in Traventhal. Van 1950 – 1955 is hij als privéhengst in Sleeswijk-Holstein beschikbaar geweest. In 1956 is Goldregen aan de gevolgen van koliek overleden.

De All Breed database noemt 27 nakomelingen van Goldregen en de database van Sporthorse data noemt er 30.

Zijn dochter Hallo Trak, 1952, MV. Polarstern Trak) is de moeder van de hengst Habicht Trak (1967, V. Burnus x), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Van de zonen van Goldregen zijn de broers Kobalt Trak (1951) en Komet Trak (1952)  ingezet in de fokkerij.

 

 

2.1.1.  Kobalt Trak  DE309090012951

 

Kobalt Trak (V. Goldregen Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 5 april 1951 geboren en is gefokt door het Trakehner stamboek op de stoeterij Schmoel/Panker in Panker, dat 20 km ten oosten van Kiel in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
Kobalt is een broer van de hengst Komet Trak (1952, zie hfdst. 2.1.2.)
De moeder van beide hengsten is de bruine merrie Kokette Trak (1938, V. Cancara Trak). Daarnaast is ze ook de moeder van de hengsten Neuland Trak (1948, V. Neuling Trak) en Kornett Trak (1949, V.  Wilder Jäger Trak), die zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Kobalt is de zwarte Kokarde Trak (1929, V. Ararad Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Kobalt een afstamming met 53,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 43,0 % Trakehner bloed.

Kobalt is in het najaar van 1953 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1958 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In de jaren 1959 – 1962 is Kobalt uitgebracht in de sport en daarna is hij van 1963 – 1972 weer actief geweest in de fokkerij. Na het dekseizoen 1972 is hij afgevoerd.
Sporthorse data noemt 39 in Duitsland geboren nakomelingen van Kobalt.

Zijn  dochter Caterina Trak, 1956, bruin, MV. Abendruf xx, is de moeder van de hengsten Catarakt Trak (1975, V. Hortus Trak) en Carino Trak (1976, V.  Liguster Trak), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Zijn zoon Antares Trak (1955) is goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

2.1.1.1.   Antares  Trak DE309090000155

 

Antares Trak (V. Kobalt Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 8 maart 1955 geboren en is gefokt door Abtshagen uit Bremen.
De moeder van Antares is de donkerbruine merrie Antilope Trak (1950, V. Wilder Jäger Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Idool Trak (1967, V. Malachit Trak), die is goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Antares is de vos Anta Trak (1937, V. Artus Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Antares een afstamming met 52,3 % Trakehner bloed, 28,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 13,3 % (Oost) Pruisisch bloed.

Antares is in het najaar van 1957 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is daarna door Gerda Friedrichs uit Keswick ON, Canada gekocht en geïmporteerd in Canada. Antares is tot en met 1971 voor de fokkerij beschikbaar geweest bij Friedrichs en heeft daarna tot zijn dood in 1976  op het bedrijf van de familie Schmockers in Lyndon ON gestaan.
De All Breed database noemt achttien nakomelingen van Antares.

 

 

2.1.2.  Komet  Trak  DE309090013052

 

Komet Trak (V. Goldregen Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 1 april 1952 geboren en is gefokt door de Panker stoeterij in Panker, dat 20 km ten oosten van Kiel in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
Komet is een broer van de hengst Kobalt Trak (1951, zie hfdst. 2.1.).
De moeder van beide hengsten is de bruine merrie Kokette Trak (1938, V. Cancara Trak). Daarnaast is ze ook de moeder van de hengsten Neuland Trak (1948, V. Neuling Trak) en Kornett Trak (1949, V. Wilder Jäger Trak), die zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Komet is de zwarte Kokarde Trak (1929, V. Ararad Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Komet een afstamming met 53,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 43,0 % Trakehner bloed.

Komet is in het najaar van 1954 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is zes jaar als fokhengst ingezet op de stoeterij Panker, waarmee het Trakehner stamboek een overeenkomst had om de Trakehner fokkerij na de Tweede Wereldoorlog in West Duitsland verder uit te bouwen. Vanaf 1962 heeft Komet op het Beierse Landgestüt Achselschwang ter dekking gestaan.
Hij is tot en met 1975 actief geweest in de fokkerij.

Volgens de Trakehnerstoeterij Hämelschenburg was Komet één van de weinige staatshengsten die in de private Trakehner fokkerij in Duitsland een grote invloed behielden. Hij bekoorde door zijn charme, zijn harmonische bouw en de rust die hij uitstraalde. Zijn bewegingen waren zeer regelmatig, krachtig en elastisch.
De nakomelingen van Komet gaan door als mooie, harde en gezonde paarden.

Komet is in 1955 en 1968 als hengst  onderscheiden op de DLG-tentoonstelling.
Hij wordt als één van de belangrijkste hengsten beschouwd die hebben bijgedragen aan de na-oorlogse Trakehner fokkerij.

De Sporthorse database noemt 112 nakomelingen van Komet.

Komet’s dochter Herbstblüte Trak, 1959, zwart, MV. Bussard Trak, is de moeder van de hengst Herbstmorgen Trak (1972, V. Index Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Acht zonen van Komet zijn goedgekeurd voor de fokkerij:
Hessenstein Trak (1958), Kongo Trak (1958), Gunnar Trak (1960), Herbstglanz Trak (1961), Doruto Trak (1962), Herbststurm Trak (1962), Konsul / Karaat Trak (1962) en Cordial Trak (1966).

De Duitse Hippische Sportbond heeft 95 nakomelingen van Komet geregistreerd als wedstrijdpaard.

Voor informatie over de nakomelingen van Komet Trak wordt verwezen naar de pagina Komet Trak op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

2.2.  Topaz WLKP 1198

 

Topaz Trak (V. Creon Trak) is een vos hengst met een stokmaat van maar 155 cm.
Hij is op 27 maart 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen. In 1944 is Topaz vanaf het Hauptgestüt Trakehnen geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück in het zuidoosten van Nedersaksen.
In het voorjaar van 1947 is de hengst verkocht naar Polen, waar hij tot en met 1955 op een hengstenstation in Posadów, dat ruim 100 km ten zuidoosten van Lublin in het oosten van Polen ligt, heeft gestaan.
Van hem zijn in Polen 88 nakomelingen  geregistreerd.

 

 

3.   Guido Trak DE 304047118837 / Rustrak N 13

 

Guido Trak (V. Pythagoras Trak) is een vos hengst met een stokmaat va 168 cm. Hij is op 4 april 1937 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen, dat in de Kreis Ebenrode in Oost Pruisen lag.
De moeder van Guido is de zwarte merrie Gudrun Trak (1925, V. Tempelhüter Trak) en tweede moeder is de bruine Heidrun Trak (1913, V. Monsieur Gabriel xx).
Gerekend over acht generaties heeft Guido een afstamming met 63,3 % Engels- en Arabisch volbloed en 31,3 % Trakehner bloed.

Guido heeft in 1939 in Zwion deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek en is daarna voor de fokkerij op het Landgestüt in Rastenburg geplaatst. Rastenburg heet tegenwoordig Ketrzyn en ligt circa 60 km ten noordoosten van Olsztyn in het noordoosten van Polen. In 1944 is Guido geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz bij Halle in Saksen-Anhalt. In augustus 1945 is Guido naar Rusland overgeplaatst. Van 1946 tot en met 1954 is hij de belangrijkste hengst op de Trakehner Kirow stoeterij in Voronova bij Tselina geweest. Daarna is hij verkocht.

De Rus Trakehner database noemt 35 zonen en 31 dochters van Guido.
Voor de fokkerij goedgekeurde zonen zijn Gigant (Cygant) Trak (1942), Gluchar Rustrak (1951), Quoniam (Gavor) Rustrak (1954) en Gavrij Rustrak (1955).

De hengst Gigant wordt besproken in hoofdstuk 3.1.

De hengst Gluchar Trak (MV. Hassgesang Trak) is in de Kirov stoeterij ingezet voor de fokkerij. Zijn zoon Hog Rustrak (1965) is in de fokkerij gebruikt en vijftien dochters zijn als fokmerrie gebruikt.
In 1959  is Gluchar als eerste geplaatst op de nationale Russische Economische Tentoonstelling. In 1964 is hij verkocht aan de Starozhilovo stoeterij in Ryazan, dat circa 300 km ten zuidoosten van Moskou ligt.

De hengst Quoniam Rustrak (MV. onbekend) is ingezet op de Albertovec stoeterij in Jakubčovice, dat 50 km ten westen van Ostrava in het noordoosten van Tsjechië ligt. Quoniam is van weinig betekenis geweest voor de fokkerij.

De hengst Gavrij Rustrak (MV. Wagram xx) is voor de fokkerij gebruikt door de Dovator stoeterij in Wit-Rusland. Van hem zijn één hengst en vijf merries geregistreerd.

 

 

3.1.  Gigant Trak DE309090006642

 

Gigant Trak is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is in 1942 geboren en is gefokt door A. Dorra. Bij zijn geboorte is de hengst Cygant genoemd, maar later is dat gewijzigd in Gigant.
De moeder van Gigant is de vos merrie Gemse Pruis (1935, V. Bicotin Trak) en tweede moeder is de vos Gerlinde Trak (1929, V. Depeschenbote Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Gigant een afstamming met 43,8 % Engels volbloed en 39,1 % Trakehner bloed.

Gigant is tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog op onduidelijke wijze in het westen van Duitsland terecht gekomen, waar hij van 1948 tot en met 1956 actief is geweest in de Trakehner fokkerij.
Zijn zoon Gabriel Trak (1950) is goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

3.1.1.  Gabriel Trak DE309090005950

 

Gabriel Trak (V. Gigant Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm.
Hij is in 1950 in West-Duitsland geboren en is gefokt door Bruno Schalwaller.
De moeder van Gabriel is de zwarte merrie Erbin Trak (193, V. Hanno Trak) en tweede moeder is Erdkunde O.Pr. (1927, V. Sonnenkreis O.Pr.).
Gerekend over acht generaties heeft Gabriel een afstamming met 43,8 % Trakehner bloed en 36,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Gabriel is in 1952 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1963 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij. In 1964 en 1965 is hij in Denemarken actief geweest in de fokkerij en daarna is hij afgevoerd.

Volgens de Horsetelex database zijn in Duitsland 46 nakomelingen van Gabriel geregistreerd en in Denemarken twee.

Acht dochters van Gabriel zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Arwa Trak, 1959, zwart, MV. Intermezzo Trak, is de moeder van de hengst Athlet Trak (1969, V. Donauwind Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner staboek;

Flocke IV Trak, 1959, MV. Go Go xx, is de moeder van de hengsten Mahdi Trak (1964, V. Maharadscha Trak) en zijn broer Flaneur Trak (1965), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Hasel Trak, 1960, vos, MV. Altan Trak, is de moeder van de hengsten Hagen Trak (1966, V. Carajan Trak) en Hanseat Trak (1967, V. Prince Rouge xx), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Germania Trak, 1961, vos, MV. Major Holst, is de moeder van de hengst Walb AWÖ (1977, V. Wind Hann), die is goedgekeurd door het Oostenrijkse stamboek;

Berga Trak, 1962, zwart, MV. Totilas Trak, is de moeder van de hengst Benito Trak (1974, V. Herbststurm Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Tatarin Trak
, 1962, zwart, MV. Komet Trak, is de moeder van de hengst Tarino Trak (1976, V. Elfenspuk Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Klientin Trak, 1963, zwart, V. Famulus Trak, is de moeder van de hengst Klient Trak (1967, V. Gunnar Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Florinna DWB, 1966,  zwartbruin, MV. Florentiner II Hann, is de moeder van de hengst Kilof Mcohl AWHA (1973, V. Kilof WLKP), die is goedgekeurd door het Australische stamboek;

Van de zonen van Gabriel zijn Boris Trak (1956), Halali Trak (1960) en Garamond Trak (1963) goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 23 nakomelingen van Gabriel geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 56 gewonnen.

 

 

3.1.1.1. Boris Trak DE309090002956

 

Boris Trak (V. Gabriel Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 3 maart 1956 en is gefokt door W. Nottebohm uit Immichenhain, dat tussen Marburg en Bad Hersfeld in de deelstaat Hessen ligt.
De moeder van Boris is de zwarte merrie Bea Trak (1940, V. Indra Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Benjamin Trak (1965, Impuls Trak) en Hexenmeister Trak (1970, V. Prusso Trak), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Boris is de zwarte Beate Trak (1936, V. Polarstern Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Boris een afstamming met tenminste 49,2 % Trakehner bloed en tenminste 32,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Boris is in het najaar van 1958 in Neumünster door het Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij.
Van 1959 tot en met 1963 is hij als Landbeschäler voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Celle en daarna heeft hij als privéhengst op dekstations in Laboe (1964 – 1968), Grubehagen (1970 – 1974) en Pleckhauser Mühle (1975 – 1978) gestaan. Boris is in 1978 overleden.

Het Trakehner stamboek heeft 38 fokmerries van Boris geregistreerd en zijn zonen Kompass Trak (1960), Peleus Trak (1961), Borusse Trak (1962), Pellegrini Trak (1962), Pelikan Trak (1963) en Bergmann Trak (1965) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Bergmann Trak (MV. Totilas Trak) is verkocht naar Frankrijk. Van hem zijn geen nakomelingen geregistreerd.
De overige goedgekeurde zonen van Boris worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

In Duitsland zijn 34 nakomelingen van Boris geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 6.356 gewonnen.

 

 

3.1.1.1.1.   Kompass Trak DE 309090013160

 

Kompass is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1960 geboren en is gefokt door Alexander Fürst zu Dohna uit Lörrach, dat in het zuidwesten van Baden-Württemberg op enkele kilometers van Basel ligt.
De moeder van Kompass is de bruine merrie Kolibri Trak (1954, V. Suomar Trak, zie hfdst. 9.). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Konrad Trak (1977, V. Siegbert Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Kompass is de zwarte Kobra Trak (1949, V. Hansakapitän Trak), die ook de tweede moeder is van de door het Trakehner stamboek goedgekeurde hengst Kopernikus Trak (1968, V. Tornado I Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Kompass een afstamming met tenminste 60,9 % Trakehner bloed en tenminste 22,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Kompass is in het najaar van 1962 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1987 beschikbaar geweest voor de fokkerij. In de jaren 1964 tot en met 1969 heeft hij op een dekstation in Querenstede gestaan en van 1982 tot zijn dood in 1987 is hij beschikbaar geweest bij Meiss in Neukirchen-Vuyn, dat net ten noorden van Krefeld in Noordrijn-Westfalen ligt.

De database van Sporthorse data noemt 59 nakomelingen van Kompass.

Zijn dochter Heidekrone Trak, 1980, bruin, MV. Postmeister Trak, is de moeder van de hengst Rock König Rhein (2004, V. Rocket Star Holst), die is goedgekeurd door het ZfdP.

Zijn zonen Karat Trak (1964), Escorial Trak (1965), Karat Oldbg (1967) en King Oldbg (1970) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengst Karat Oldbg (MV. Löwe Oldbg) is in 1969 goedgekeurd door het Oldenburgse stamboek en is slechts enkele jaren actief geweest in de fokkerij. Van de hengst zijn zeven nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.

De overige zonen van Kompass worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

In Duitsland zijn 104 nakomelingen van Kompass geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 38.533 gewonnen.

 

 

3.1.1.1.1.1.  Karat Trak DE 309090012664

 

Karat Trak (V. Kompass Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 10 mei 1964 geboren en is gefokt door H. Well uit Neukirchen-Alsfeld, dat tussen Marburg en Bad Hersfeld in Hessen ligt.
De moeder van Karat is de donkerbruine merrie Kitty Trak (1959, V. Gobelin Trak) en tweede moeder is de vos elite merrie Kastanie Trak ( 1941, V. Grenzsoldat O.Pr.).
Gerekend over acht generaties heeft Karat een afstamming met tenminste 57,8 % Trakehner bloed en 24,2 % Engels- en Arabisch volbloed.

Karat is in het najaar van 1966 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is vervolgens als “Landbeschäler” door het Landgestüt in Marbach beschikbaar gesteld voor de fokkerij.

De database van Sporthorse data bevat 23 nakomelingen van Karat, waarvan er dertien door het Trakehner stamboek zijn geregistreerd en tien door het Baden-Württembergse stamboek

Twee dochters van Karat zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Zarenkrone Trak, 1980, donkerbruin, MV. Prusso Trak, is de moeder van de hengst Zulu MV Trak, die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Zarenkind Trak, 1986, donkerbruin, MV. Sedan Trak, is de moeder van de hengst Zeus MV Trak (1991, V. Herzzauber Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

In Duitsland zijn 145 nakomelingen van Karat geregistreerd als wedstrijdpaard, Zij hebben samen een winsom van € 105.231.

 

 

3.1.1.1.1.2.  Escorial  Trak  DE 309090025965  

 

Escorial Trak (V. Kompass Trak) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 18 januari 1965 geboren en is gefokt door Friedrich Wilhelm Dürre uit Westerstede, dat twintig km ten noordwesten van Oldenburg in het noordwesten van Nedersaksen ligt.
De moeder van Escorial is de bruine Eranthis Trak (1959, V. Humboldt Trak) en tweede moeder is de vos Elite Trak (1951, V. Einsiedler Trak). De moederlijn van Escorial is terug te leiden tot 1930.
Gerekend over acht generaties heeft Escorial een afstamming met, voor zover bekend, tenminste  49,2 % Trakehner bloed en 29,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Escorial is in het najaar van 1967 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1968 tot en met 1976 actief geweest in de fokkerij.

In Duitsland zijn 35 nakomelingen van Escorial geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 4.490.

 

 

3.1.1.1.1.3.  King  Oldbg DE 333330442070 

 

King Oldbg (V. Kompass Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is in 1960 geboren en is gefokt door H. Lange.
De moeder van King is de donkerbruine staatspremiemerrie Waldhexe Oldbg (1958, V. Leander Oldbg). Zij is ook de moeder van de hengst Cantor Oldbg (1962, V. Cyrano Oldbg) en de tweede moeder van de hengst Karat Oldbg (1967, V. Kompass Trak). Zowel Cantor als Karat zijn goedgekeurd door het Oldenburgse stamboek.
Tweede moeder van King is Waldeba Oldbg (1952, V. Feldherr Oldbg).
Gerekend over acht generaties heeft King een afstamming met 46,9 % Oldenburgs bloed, 35,9 % Trakehner bloed en 9,4 % Engels volbloed.

King is in het najaar van 1972 goedgekeurd door het Oldenburgse stamboek. In 1973 heeft hij met goed gevolg deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen. In 1977 is King geëxporteerd naar Australië, waar hij is uitgebracht in M-dressuurwedstrijden en enkele jaren is ingezet in de fokkerij.

In Duitsland zijn twaalf Oldenburgse nakomelingen van King geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 4.027.

Volgens All Beed Pedigrees heeft King in Australië verschillende goed sportpaarden gebracht. In de database van Sporthorse data staan acht nakomelingen van King die in Australië zijn geboren.

 

 

3.1.1.1.2.  Peleus Trak DE309090017861

 

Peleus Trak (V. Boris Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is op 15 april 1961 geboren en is gefokt door het Trakehner stamboek op de stoeterij in Hunnesrück.
De moeder van Peleus is de schimmel merrie Pelargonie Trak (1942, V. Lowelas ox). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Pelion Trak (1956, V.  Altan Trak), Pellegrini Trak (1962, V. Boris Trak, zie hfdst. 3.1.1.1.4.) en zijn broer Pelikan Trak (1963. zie hfdst. 3.1.1.1.5.), Perlenkönig Trak (1967, V. Auftakt Trak), Perlenglanz Trak (1969, V. Morgenglanz Trak), Perserfürst II Trak (1970, V. Lothar Trak) en Peer Gynt Trak (1972, V. Postmeister Trak). Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Pelion is ook goedgekeurd door het NWP.

Tweede moeder van Peleus is de schimmel Perina Trak (1938, V. Fetysz ox).
Gerekend over acht generaties heeft Peleus een afstamming met 57,0 % Engels- en Arabisch volbloed en 33,6 % Trakehner bloed.

Peleus is in het najaar van 1964 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1965 tot en met 1978 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Zijn dochter Wolgamöwe Hess (1966, MV. Wotan Hann) is de moeder van de hengst Loriot Hess (1973, V. Lotse Hess), die is goedgekeurd door het Hessische stamboek.

In Duitsland zijn 70 nakomelingen van Peleus geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 25.923.

 

 

3.1.1.1.3.  Borusse Trak DE309090003062

 

De hengst Borusse Trak (V. Boris Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 12 maart 1962 geboren en is gefokt door S.  Jonkheer von Schrötter uit Aegidiënberg, dat tot de plaats Bad Honnef behoort en circa vijftien km ten zuidoosten van Bonn in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Borusse is de zwarte merrie Insternacht Trak (1953, V. Hansakapitän Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Idealist Trak (1971, V. Lothar Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Inselkönig Trak (1966, V. Kapitän Trak) en Insterruf Trak  (1972, V. Schwalbenflug Trak). Alle drie hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moede van Borusse is de schimmel Insterburg Trak (1935, V. Alba Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Intermezzo Trak (1943, V. Oxyd Trak)  en ze is de tweede moeder van de hengst Insterfeuer Trak (1967, V. Pelion Trak).
Intermezzo en Insterfeuer zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek. De hengst Insterfeuer is onder de naam Intermezzo ook goedgekeurd door het KWPN.

Borusse is in het najaar van 1964 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Ook het Rijnlandse stamboek en het Rijnland-Palts-Saar stamboek hebben Borusse goedgekeurd voor de fokkerij.

Borusse heeft in 1965 in Warendorf deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen.
Van 1965 tot en met 1973 is hij door het Landgestüt in Warendorf beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Van 1974 tot en met 1979 is hij door het Baden-Württembergse Landgestüt in Marbach aangeboden voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 198 nakomelingen van Borusse geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 77.270 gewonnen.

 

 

3.1.1.1.4.  Pellegrini  Trak  DE309090018162

 

Pellegrini Trak (V. Boris Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 28 mei 1962 geboren en is op de stoeterij in Hunnesrück gefokt door het Trakehner stamboek. Pellegrini is een broer van de hengst Pelikan Trak (1963)
De moeder van beide hengsten is de vos elite merrie Pellerine Trak ( 1950, V. Hansakapitän Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Pelion Trak (1956, V.  Altan Trak), Perlenkönig Trak (1967, V. Auftakt Trak), Perlenglanz Trak (1969, V. Morgenglanz Trak) en Peer Gynt Trak (1972, V. Postmeister Trak). Bovendien is ze de tweede moeder van de hengsten Page Trak (1966, V. Carajan Trak), Pikör Trak (1975, V. Donauwind Trak) en Pascal Trak (1979, V. Matador Trak).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Pelion is ook goedgekeurd door het NWP.
Tweede moeder van Pellerini is de schimmel Pelargonie Trak (1942, V. Lowelas ox). Zij is ook de moeder van de hengst Peleus Trak (1961, V,  Boris Trak, zie hfdst. 3.1.1.1.2.).
Gerekend over acht generaties heeft Pellerini een afstamming met 50 % Trakehner bloed en 39,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Pellegrini is  in het najaar van 1964 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is tot 1984 actief geweest als fokhengst.

In Duitsland zijn 161 nakomelingen van Pellegrini geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben gezamenlijk een winsom van € 38.251.

 

 

3.1.1.1.5.  Pelikan  Trak   DE309090017963

 

Pelikan Trak (V. Boris Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 22 mei 1963 en is op de stoeterij in Hunnesrück gefokt door het Trakehner stamboek.
Pelikan is een broer van de hengst Pellegrini Trak (1962, zie hfdst. 3.1.1.1.4.).

De moeder van beide hengsten is de vos elite merrie Pellerine Trak (1950, V. Hansakapitän Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Pelion Trak (1956, V.  Altan Trak), Perlenkönig Trak (1967, V. Auftakt Trak), Perlenglanz Trak (1969, V. Morgenglanz Trak) en Peer Gynt Trak (1972, V. Postmeister Trak). Bovendien is ze de tweede moeder van de hengsten Page Trak (1966, V. Carajan Trak), Pikör Trak (1975, V. Donauwind Trak) en Pascal Trak (1979, V. Matador Trak). Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Pelion is ook goedgekeurd door het NWP.

Tweede moeder van Pelikan is de schimmel Pelargonie Trak (1942, V. Lowelas ox). Zij is ook de moeder van de hengst Peleus Trak (1961, V,  Boris Trak, zie hfdst. 3.1.1.1.2.).

Pelikan is in het najaar van 1965 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1966 tot en met 1969 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Als gehuurde hengst heeft hij in 1966 in Bremen en in 1967 in Hammetweil gestaan.
In 1968 en 1969 is hij voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Marbach.
In 1970 is Pelikan verkocht en niet meer voor de fokkerij ingezet.

In Duitsland zijn 19 nakomelingen van Pelikan geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 1.883.

 

 

3.1.1.2.  Halali Trak  DE309090007660

 

Halali Trak (V. Gabriel Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 15 februari 1960 geboren en is op de stoeterij Birkhausen bij Zweibrücken gefokt door het Trakehner stamboek.
De moeder van Halali is de vos merrie Historia Trak (1955, V. Herbstwind Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Hymne Trak (1948, V. Sporn Trak).
Hymne is ook de moeder van de hengst Hydros Trak (1960, V. Impuls Trak) en ze is de tweede moeder van de hengst Hyalit Trak (1980, V. Herzbube Trak). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Halali een afstamming met  60,2% Trakehner bloed en 26,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Halali is in het najaar van 1962 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is van 1963 tot en met 1973 als “Landbeschäler” beschikbaar geweest op het Landgestüt in Zweibrücken en daarna heeft hij als privéhengst op een dekstation in Gielert gestaan. Halali is tot en met 1980 actief geweest in de fokkerij.

Twee dochters van Halali zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Roxy Trak, 1967, zwart, MV. Absalon Trak, is de moeder van de hengst Roland Trak (1972, V. Herbststurm Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Atlantik II Trak, 1976, vos, MV. Hartung Trak, is de moeder van de hengst Imigrante BH (1980, V. Leonardo Trak), die is goedgekeurd door het Braziliaanse stamboek.

Van Halali zijn  vier zonen goedgekeurd voor de fokkerij: Mango Zw (1972), Hyllos Trak (1975), Marduc Trak (1977) en Atoll Trak (1980).

In Duitsland zijn 129 nakomelingen van Halali geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 116.344.

Succesvolle nakomelingen van Halali zijn:

Kleopatra V Trak, merrie, 1968, zwartbruin, MV. Boris Trak, fokker Liselott Theisen.
Kleopatra V is door George Theodorescu (GER) van 1976 tot en met 1983 in internationale Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht.
In 1979 is een Grand Prix wedstrijd n Brasschaat gewonnen en in 1980 is een overwinning behaald in Bremen; in 1981 in Wiesbaden en in 1982 in Rotterdam.
Kleopatra V heeft een winsom van € 29.973 en

Brenner I Trak, ruin, 1981, vos, MV. Harnisch Trak, fokker Ursula Mittermayer. De ruin is van 1990 tot en met 1996 door Karl Mittermayer (GER) in circa 85 S-springconcoursen in Duitsland uitgebracht. Brenner I heeft een winsom van € 20.686.

 

 

3.1.1.2.1.  Mango Zw  DE 351510011972

 

Mango Zw (V. Halali Trak) is een bruine hengst. Hij is geboren in 1972 en is gefokt door Richard Beilstein uit Auel, dat circa 30 km ten zuiden van Koblenz in Rijnland-Palts ligt.
De moeder van Mango is de merrie Manuela Holst (1960, V.  Garant Holst) en tweede moeder is Filippa Holst (1947, V. Lothario Holst).
Gerekend over acht generaties heeft Mango een afstamming met tenminste 39,8 % Trakehner bloed, tenminste 39,8 % Holsteins bloed en slechts 3,2 % Engels volbloed.

Mango is eind 1974 of begin 1975 goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek en is van 1975 tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In Duitsland zijn vijftien nakomelingen van Mango geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 2.954.

 

 

3.1.1.2.2.  Hyllos Trak DE309090073875  Elite

 

Hyllos Tral (V. Halali Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 9 februari 1975 geboren en is gefokt door Friedrich Motzenbäcker uit Ruppertsberg, dat tien km ten noorden van Neustadt an der Weinstraβe in Rijnland-Palts ligt.
De moeder van Hyllos is de maar 156 cm grote vos merrie Hanna Trak (1955, V. Agamemnon xx) en tweede moeder is de vos Haselnuss Trak (1949, V. Absalon Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Hyllos een afstamming met 56,3 % Trakehner bloed en 32,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Hyllos is in het najaar van 1977 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is tot en met 1996 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Voor zijn goede fokprestaties heeft het Trakehner stamboek het elitepredicaat toegekend aan Hyllos.
Zijn zoon Tannenhof’s Solero TSF Trak (1993) is goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 166 nakomelingen van Hyllos geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 282.966 gewonnen.

Succesvolle nakomelingen van Hyllos zijn

Habana Rhein, merrie, 1988, vos, MV. Johanniter SWB, fokker Franziska von Kintzel. De merrie is in 1996 en 1997 door Jean Bemelmans (BEL) in Duitsland in Grand Prix dressuurwedstrijden uitgebracht. In 2000 en 2001 is de merrie in internationale dressuurwedstrijden gereden door Dieter Laugks (GER), waarbij in 2000 de Grand Prix en de GP Special zijn gewonnen tijdens het CDI Saumur. In 2001 is een overwinning behaald in de GP Special tijdens het CDIY Münster.
In de jaren 2002 – 2005 is Fiona Bigwood (GBR) met Habana gestart in nationale Grand Prix dressuurwedstrijden in Duitsland. Habana heeft een winsom van € 34.625.

Tannenhof’s Solero TSF Trak, 1993, hengst, donkerbruin, MV. Polargeist Trak, fokker Rittergut Burg Sievernich. Voor informatie over de sportresultaten wordt verwezen naar het volgende hoofdstuk.

 

 

3.1.1.2.2.1. (Tannenhof’s) Solero TSF Trak DE309090524593 

 

Tannenhof’s Solero TSF Trak (V. Hyllis Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 171 cm. Hij is op 30 maart 1993 geboren en is gefokt door Rittergut Burg Sievernich in Vettweiβ-Sievernich, dat tussen Düren en Euskirchen in het zuidwesten van Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van de hengst is de zwarte merrie Siri Arabella Trak (1983, V. Polargeist Trak) en tweede moeder is de zwarte Gothewind Trak (1975, V. Coktail Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Tannenhof’s Solero TSF een afstamming met 63,3 % Trakehner bloed en 33,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Tannenhof’s Solero TSF is in het najaar van 1995 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner- en het Holsteinse stamboek.

In het najaar van 1997 heeft de hengst in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij 131,47 punten (2e plaats) voor de dressuur heeft ontvangen, 109,82 punten (7e plaats) voor het springen en 127,27 punten (2e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 20 hengsten deelgenomen.
In december 1997 hebben het Rijnlandse- en het Rijnland-Palts-Saar stamboek de hengst tijdens een keuring in Aken goedgekeurd en later is hij ook goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en hebben het Hessische- en het Oldenburgse stamboek Tannenhof’s Solero TSF erkend.
Door zijn goede fokkerijprestaties heeft het Trakehner stamboek het predicaat elite aan de hengst toegekend.

Tannenhof’s Solero TSF is tot en met 2008 actief geweest in de fokkerij

In Duitsland zijn 40 dochters als fokmerrie opgenomen in een stamboek, waarbij zeven dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Serafine Hess, 2003 donkerbruin, MV. Florestan I Rhein, is de moeder van de hengst Dancier Black Diamond Hann (2010, V. Dancier Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en

Seniorita Oldbg, 2005, zwart, MV. Hohenstein I Trak, is de moeder van de hengst Faberge Hann (2010, V. Fabregas Hann), die is goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.

De zonen Maxwell Trak (2004), Sol Marq Hann (2005) en Freischütz Trak (2009) zijn goedgekeurd voor de fokkerij, maar zijn voor de fokkerij niet van belang geweest.

De hengst Maxwell Trak (MV. Caprimond Trak) is in oktober 2006 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Vlak daarna heeft hij een ongeluk gekregen waardoor hij geëuthanaseerd moest worden.

De hengst Sol Marq Hann (MV. Longchamp Hann) heeft in de zomer van 2008 in Schlieckau deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Daarbij heeft hij 101,78 punten (10e plaats) behaald voor de dressuur, 108,39 punten (9e plaats) voor het springen en 106,69 punten (8e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 25 hengsten deelgenomen.
In januari 2009 is Sol Marq in Vechta goedgekeurd door  het Oldenburgse stamboek en in maart 2009 is hij in Rostock erkend door het Mecklenburgse stamboek. Hij is alleen in 2009 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Twee nakomelingen van hem zijn in Duitsland geregistreerd als wedstrijdpaard.

De hengst Freischütz Trak (MV. Giorgio Armani Trak) is in oktober 2011 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek, maar van de hengst zijn geen fokmerries of wedstrijdpaarden geregistreerd.

Tannenhof’s Solero TSG is vanaf 2001 door Anja Plönzke (GER) in internationale dressuurwedstrijden uitgebracht. Vanaf 2003 is in Grand Prix wedstrijden uitgekomen, waarbij in 2003 de Grand Prix tijdens het CDI Fritzens-Wattens en de Grand Prix en de Kür tijdens het CDI Saumur zijn gewonnen. In 2005 zijn de Kür tijdens het CHIO Aken en de GP Special tijdens het CDI Frankfurt gewonnen en is in Verden de derde plaats behaald in het Duits kampioenschap dressuur. In 2006 is de Kür bij het CDI Wenen gewonnen. In 2008 zijn in mei de Grand Prix en de Kür bij het CDI München-Riem en de Grand Prix bij het CDI Wiesbaden gewonnen en zijn in december overwinningen behaald inde Grand Prix en de Kür bij het CDI München.
Tannenhof’s Solero TSF heeft een winsom van € 151.747.

In 2020 heeft Tannenhof’s Solero TSF een dressuurindex van 152 met een betrouwbaarheid van 82 %.

 

 

3.1.1.2.3.  Marduc Trak  DE309090097477 Elite

Marduc Trak (V. Halali Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 28 februari 1977 en is gefokt door Guido Petry uit Saarburg, dat in het westen van Rijnland-Palts, op 25 km afstand van de stad Luxemburg, ligt.
De moeder van Marduc is de schimmel merrie Madeira II Trak (1974, V. Ferlin Trak) en tweede moeder is de schimmel Malvenblüte Trak (1956, V. Hansakapitän Trak).
Malvenblüte is ook de moeder van de hengst Magnet Trak (1964, V. Pregel Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Märchenstein Trak (1968, V. Hessenstein Trak), Marlo Trak (1971, V. Lothar Trak) en Merkur Trak (1975, V. Schwalbenflug Trak), die allen zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Marlo is ook goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Marduc een afstamming met 73,4 % Trakehner bloed en 14,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Op de uitsluitend in 2012 actieve website https://deckhengste.wordpress.com staat een portret van Marduc. Onderstaande gegevens zijn deels aan die website ontleend.

In oktober 1979 is Marduc in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek en uitgeroepen tot reserve kampioen van de keuring. Hij overtuigde door zijn enorme souplesse in zijn bewegingen en door de combinatie van adel met een sterke lichaamsbouw.
In 1980 heeft hij in Adelheidsdorf deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, dat hij met 132,88 punten als tweede heeft afgesloten.

Marduc is in 1980 en 1981 als privéhengst beschikbaar geweest op hengstenstations in Westfalen en Hessen en is in de jaren 1982 – 1984 gehuurd door het Hessische Landgestüt Dillenburg. Van 1985 tot en met 1993 is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Wörme, dat 30 km ten zuiden van Hamburg in Nedersaksen ligt, en in 1984 en 1995 heeft hij op de Terra Nova stoeterij van Klaus-Dieter Marggraf in Crivitz, dat bij Schwerin in Mecklenburg-Voorpommeren ligt, gestaan. Daar is Marduc in 1995 aan koliek overleden.

Marduc heeft jarenlang de hoogste dressuurindex van alle Trakehner hengsten gehad. Circa 50 nakomelingen zijn uitgebracht in M- en Z- dressuurwedstrijden
De Trakehner stamboek heeft wegens zijn goede fokkerijresultaten het predicaat elite toegekend aan Marduc.

Van Marduc zijn 116 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek en daarmee is Marduc één van de belangrijkste Trakehner hengsten van de jaren ’80 en ’90 van de 20e eeuw.

Drie dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en elf zonen zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Voor nadere informatie over Marduc en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Marduc Trak op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

3.1.1.2.4.   Atoll  Trak DE 309090176980

 

Atoll Trak (V. Halali Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 168 cm.  Hij is op 1 mei 1980 geboren en is gefokt door Guido Petry uit Saarburg, dat in het westen van Rijnland-Palts, op 25 km afstand van de stad Luxemburg, ligt.
De moeder van Atoll is de vos merrie Amanda Trak (159 cm, V.  Hartung Trak). Zij is ook de tweede moeder van de door het Braziliaanse stamboek goedgekeurde hengst Imigrante BH (1980, V. Leonardo Trak).
Tweede moeder van Atoll is de vos Asunta Trak (1963, V. Burnus x).
Gerekend over acht generaties heeft Atoll een afstamming met 72,7 % Trakehner bloed en 17,2 % Engels- en Arabisch volbloed,

Atoll is in oktober 1982 in Neumünster goedgekeurd door het Trakehner stamboek. In het najaar van 1983 heeft Atoll in Medingen deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waar hij 82,87 punten heeft behaald en als 24e het onderzoek heeft afgesloten.
In april 1996 heeft het Rijnland-Palts-Saar stamboek in Standenbühl Atoll ook goedgekeurd. Ook het ZfdP stamboek heef Atoll toegelaten tot zijn fokkerij.

Atoll is tot en met 2000 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van hem zijn 57 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek, waarbij drie dochters het predicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen.

In Duitsland zijn 83 nakomelingen van Atoll geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 28.403 gewonnen.

In 2020 heeft Atoll een dressuurindex van 99 met een betrouwbaarheid van 71 %.

 

 

3.1.1.3.   Garamond Trak  DE 309090006064

 

Garamond Trak (V. Gabriel Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 26 oktober 1963 geboren en is gefokt door Karl-Andreas Voss van stoeterij Höhenschmark  uit Grebin, dat ten noordoosten van Plön in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Garamond is de vos merrie Livia Trak (1958, V. Pindar xx). Zij is ook de moeder van de hengst Liberius Trak (1969, V. Donauwind Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Garamond is de vos Lisette Trak (1954, V. Totilas Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Garamond een afstamming met tenminste 41,4 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste 40,6 % Trakehner bloed.

Garamond is in het najaar van 1966 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1979 actief geweest in de fokkerij, waarbij hij gedurende een periode door het Landgestüt in Warendorf als “Landbeschäler” beschikbaar is gesteld.
Behalve Trakehner merries heeft Garamond veel Rijnlandse merries gedekt.

Twee dochters van Garamond zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Gazona Rhein, 1973, zwart, MV. Abt West, is de moeder van de hengst Diamondo B Rhein (1991, V. Donnerschlag Oldnbg), die is goedgekeurd door het ZfdP en

Grandiose Rhein, 1975, zwart, MV. Ortelsburg Trak, is de moeder van de hengst Alcazar Hann (1984, V. Aristokrat Hann), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Garamond’s bekendste dochter is wellicht de bruine merrie Gode Rhein (1971, MV. Gong Hann), die de tweede moeder is van de bekende Westfaalse hengst  en dressuurvererver Florestan I Rhein (1986, V. Fidelio Hann).

Van Garamond zijn de zonen Siegbert Trak (1968), Gardist Rhein (1973) en Gasparon Rhein (1973) goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 186 nakomelingen van Garamond geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 132.633 gewonnen.

 

 

3.1.1.3.1.  Siegbert Trak  DE309090040768  

 

Siegbert Trak (V. Garamond Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1968 geboren en is gefokt door Elise Voss uit Grebin, dat

ten noordoosten van Plön in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Siegbert is de bruine merrie Siegburg Trak (1953, V. Fol Ami xx). Zij is ook de moeder van de hengst Siegel Trak (1961, V. Handelsherr Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Siegbert is de vos Sylva Trak (1943, V. Martini Trak), die ook de tweede moeder is van de door het Trakehner stamboek goedgekeurde hengst Sigurd Trak (1971, V. Pergamos Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Siegbert een afstamming met 42,2 % Engels volbloed, 36,7 % Trakehner bloed en 10,2 % Oost-Pruisisch bloed, terwijl 10,9 % onbekend is.

Siegbert is in het najaar van 1970 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1988 actief geweest in de fokkerij.

Drie  dochters va Siegbert zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Libella V Trak, 1973, donkere vos, MV. Isländer Trak, is de moeder van de hengst Leonidas Trak (1988, V. Condus Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Oldenburgse stamboek;

Fiona V Trak, 1977, zwart, MV. Flugsand Trak, is de moeder van de hengst Fahnenträger II Trak (1982, V. Grandezzo Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Oldenburgse stamboek;

Inkaperle Trak staatspremiemerrie, 1989, bruin, MV. Tannenberg Trak, is de moeder van de hengst  Ippon Trak (2002, Buddenbrock Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Zijn zonen Orpheus Trak (1972), Konrad Trak (1977) en Tutanchamun Trak (1978) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Orpheus (MV. Horyzont Trak) en Konrad (MV. Frohsinn Trak) hebben in de fokkerij geen rol gespeeld. Konrad is als sportpaard verkocht naar Zwitserland. Tutanchamun wordt verderop in de tekst besproken.

In Duitsland zijn 52 nakomelingen van Siegbert geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 28.053.

 

 

3.1.1.3.1.1.  Tutanchamun Trak  DE309090003678

 

Tutanchamun Trak (V. Siegbert Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 31 december 1977 geboren en is gefokt door Elise Voss uit Grebin, dat ten noordoosten van Plön in het noordoosten van Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Tutanchamun is de bruine Toscana IV Trak (1964, V. Anteil Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Toga Trak (1948, V. Totilas Trak).
Toga is ook de moeder van de hengsten Thor Trak (1959, V. Humboldt), zijn broer Heros Trak (1960), Tornado I Trak (1963, V. Anteil Trak) en zijn broer Tornado II Trak (1966), die alle vier zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Tutanchamun een afstamming met tenminste 44,5 % Trakehner bloed en tenminste 37,5 % Engels- en Arabisch volbloed.

Tutanchamun is op latere leeftijd goedgekeurd door het Trakehner- en het Beierse stamboek.
Zijn oudste nakomelingen zijn in 1989 geboren en de jongste in 1997.
In Duitsland zijn achttien nakomelingen van Tutanchamun geregistreerd als wedstrijdpaard. Ze hebben samen € 3.446 gewonnen.

 

 

3.1.1.3.2.  Gardist  Rhein  DE343430035073

 

Gardist Rhein (V.  Garamond Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 6 februari 1973 geboren en is gefokt door Eberhard Schulte – Böcker uit Geilenkirchen, dat in Noordrijn-Westfalen ligt op circa tien km van het Nederlandse Heerlen.
De moeder van Gardist is de bruine staatspremiemerrie Glocke Rhein (1964, V. Gong Hann). Zij is ook de moeder van de hengst Pollignac Rhein (1979, V. Pasternak Rhein), die is goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek.
Tweede moeder is de bruine Erlenkette Hann (1958, V. Erfolg Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Gardist een afstamming met 46,1 % Hannoveraans  bloed, 24,2 % Trakehner bloed en 15,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Gardist is in het najaar van 1975 goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek. Hij is van 1976 tot en met 1983 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Zijn dochter Grazia Rhein, 1977, donkerbruin, MV. Bernstein Trak, is de moeder van de hengst Paterno Rhein (1983, V. Pasternak Rhein), die is goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek.

In Duitsland zijn 89 nakomelingen van Gardist geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben gezamenlijk een winsom van € 72.354.

De meest succesvolle nakomeling is de bruine ruin Gatsby Rhein, 1979, MV. Lombarde Trak, fokker Josef Pottbäcker, die door Harry Kappel (GER) tot op S-niveau in nationale Duitse springconcoursen is uitgebracht en een winsom heeft van  € 31.404.

 

 

3.1.1.3.3.  Gasparon Rhein DE 343430110773

 

Gasparon Rhein (V. Garamond Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is in 1973 geboren en is gefokt door Eberhard Schulte – Böcker uit Geilenkirchen, dat in Noordrijn-Westfalen ligt op circa tien km van Heerlen in Nederland.
De moeder van Gasparon is de bruine merrie Dille Rhein (1965, V. Durban Hann). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Prinz Muthagen Rhein (1983, V. Pasternak Rhein) en Rigaud Rhein (1985, V. Rythmus Rhein). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek en Rigaud ook door het Westfaalse stamboek.
De tweede moeder van Gasparon is de bruine staatspremiemerrie Festnelke Hann (1956, V. Ferdinand Hann).
Gerekend over acht generaties heeft Gasparon een afstamming met 46,9 % Hannoveraans bloed, 25,0 % Trakehner bloed en 15,6 % Engels- en Arabisch volbloed.

Gasparon is in het najaar van 1975 goedgekeurd door het Rijnlandse stamboek en is van 1976 tot en met 1978 actief geweest in de fokkerij.

In Duitsland zijn negentien nakomelingen van hem geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 8.996 gewonnen.

Gasparon is uitgebracht in M-springconcoursen en heeft een winsom van  € 3.727. Volgens de database van Horsetelex is de hengst uitgebracht in 1.30 m springconcoursen en Z- dressuurwedstrijden.

 

 

 

4.  Markwart Trak  DE309090091637

 

Markwart Trak (V. Pythagoras Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 21 januari 1937 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Zijn moeder is de donkerbruine merrie Bebra Trak (1933, V. Pilger Trak), die ook de moeder is van de hengst Berengar Trak (1940, V. Eispalast Trak).
Tweede moeder van Markwart is de zwarte Bekassine Trak (1928, V. Astor Trak.)
Gerekend over acht generaties heeft Markwart een afstamming met 52,2 % Engels- en Arabisch volbloed en 37,5 % Trakehner bloed.

De hengst is onder zijn oorspronkelijke naam Begas in de jaren 1940 -1944 als “Landbeschäler” ingezet op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk). In de loop van 1944 is hij naar het Saksische Landgestüt Moritzburg (ten noorden van Dresden) geëvacueerd, waar hij in 1945 beschikbaar is geweest voor de fokkerij. In 1945 en 1947 heeft hij op een hengstenstation gestaan in Bautzen, dat 70 km ten oosten van Dresden ligt. In de jaren 1948 – 1957 is hij als privéhengst beschikbaar geweest in Strölla, dat halverwege Dresden en Leipzig ligt.
In 1958 is de hengst aan niervergiftiging overleden.

Volgens een mededeling in de All Breed Pedigree database was Markwart een kortbenige hengst met veel diepte en een sterk fundament. Hij had een tamelijk weke rug, weinig opvallende spronggewrichten en goede bewegingen.

De Sporthorse database meldt veertien nakomelingen van Markwart. Zijn zoon Ralf Trak (1953) is goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

4.1.  Ralf Trak  DE309090108753

 

Ralf Trak (V. Markwart Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 158 cm. Hij is in 1953 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Cavertitz in Naundorf, dat in het noorden van de deelstaat Saksen ligt.
De moeder van Ralf is de zwarte merrie Rally Trak (1945, V. Löwenherz Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Ramses Trak (1971, V. Polarkreis Trak) en Ramon II Trak ( 1972, V. Neujahr Trak). Ramses is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek en Ramon II door het Trakehener- en het DDR-stamboek.
Tweede moeder van Ralf is de zwarte Ramona Trak (1933, V. Plutokrat O.Pr.). De verdere moederlijn is voor een deel onbekend.
Gerekend over acht generaties heeft Ralf een afstamming met tenminste 43,0 % Trakehner bloed en tenminste 36,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Ralf is pas op twaalfjarige leeftijd ingezet voor de fokkerij en heeft gedekt tot 1981. In 1982 is hij overleden.
De Sporthorse database noemt 85 nakomelingen van Ralf.

Volgens mededelingen in de All Breed Pedigree database zijn van Ralf  83 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek.

Zeven dochters van Ralf zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Idee Sachs, 1966, MV. Nomos Berl-Brand, is de moeder van de hengst Golf Sachs (1963, V, Granat Trak), die is goedgekeurd door het Saksische stamboek;

Grotte Trak staatspremiemerrie, 1970,  bruin, MV. Klingsor Trak, is de moeder van de hengst Grossist Trak (1979, V. Blaubart xx), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Saksische stamboek;

Altea Trak,
1971, vos, MV. Klingsor Trak, is de moeder van de hengsten Altan II Trak (1977, V. Vers I Trak) en Altgold II Trak (1982, V. Opal Trak), die beiden door het Trakehner stamboek zijn goedgekeurd;

Osterwunder Trak staatspremiemerrie, 1972, vos, MV. Almanach Trak, is de moeder van de hengsten Osterbote Trak (1984, V. Blaubart xx), die is goedgekeurd door het Trakehner-, Saksische- en het Rijnlandse stamboek;

Rally SA, 1974, MV. Ipikur Berl-Brand, is de moeder van de hengst Justizrat SA (1980, V. Jupiter II SA), die is goedgekeurd door het Saksische stamboek;

Perla Trak, 1975, MV. Polarkreis Trak, is de moeder van de hengst Duellano II SVKWB (1981, V. Duellano II – A CZRWB), die is goedgekeurd door het Slowaakse stamboek en

Osterfahrt staatspremiemerrie Trak, 1981, vos, MV. Karneol Trak, is de moeder van de hengst Ovis Trak (1985, V. Atreus Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner-, het Rijnlandse- en het Mecklenburgse stamboek.

Zijn zonen Rasant SA (1966), Rondus SA (1966), Ramses Berl-Brand (1969), Rebell DDR (1970), Freisinn Trak (1972), Humor Trak (1973), Rendant Berl-Brand (1975), Nerv Trak (1976) en Fabulist Trak (1981) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

Van de goedgekeurde zonen hebben Rebell en Fabulist weinig bijgedragen aan de fokkerij. Zij worden hierna kort aangestipt. De overige zonen worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

De hengst Rebell DDR (MV. Jumbo xx) is als zware warmbloedhengst goedgekeurd door het Saksen-Thüringse stamboek. Rebell is maar enkele jaren beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van de hengst zijn zes nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.

De hengst Fabulist Trak (MV. Polarkreis Trak) is in september 1984 in Neustadt/Dosse goedgekeurd door het Brandenburgse- en het Mecklenburgse stamboek. Aansluitend heeft hij in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 100 dagen, waarbij hij 126,39 punten heeft behaald.
In januari 1990 heeft het Trakehner stamboek Fabulist erkend. Van Fabulist zijn vier dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en veertien nakomelingen zijn geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 24.700.

 

 

4.1.1.  Rasant  SA DE305050126066

 

Rasant SA (V. Ralf Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is op 1 april 1966 geboren en is gefokt door VEG Calau. Calau ligt in het zuidoosten van Brandenburg.
De moeder van Rasant is de merrie Operette SA (1958, V. Duell I Hann) en tweede moeder is Jutta SA (V. Fasching Berl-Brand).
Gerekend over acht generaties heeft Rasant een afstamming met 30,5 % Trakehner bloed, 28,9 % Hannoveraans bloed en 10,9 % Engels volbloed; 14 % van afstamming is onbekend.

Rasant is goedgekeurd door de stamboeken van Saksen-Anhalt en Saksen en is van 1969 tot en met 1987 actief geweest in de fokkerij.

Zijn zonen Rubin DDR (1976) en Radon Sachs (1978) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 111 nakomelingen van Rasant geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 65.060.

 

 

4.1.1.1.  Rubin  DDR DE305050137576

 

Rubin DDR (V. Rasant SA) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 19 mei 1976 geboren en is gefokt door LPG Nöbeln. Nöbeln ligt circa 15 km ten noorden van Chemnitz in het westen van Saksen.
De moeder van Rubin is de merrie Odessa DDR (1968, V. Diktus Berl-Brand) en tweede moeder is Odette DDR (1958, V. onbekend).
Gerekend over acht generaties heeft Rubin een afstamming met 35,9 % Hannoveraans bloed, 20,3 % Trakehner bloed en slechts 2,3 % Engels volbloed. Van de afstamming is 32 % onbekend.

Rubin is van 1980 tot en met 1985 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 50 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen €  59.095 gewonnen.

 

 

4.1.1.2.  Radon  Sachs DE 305050139278

 

Radon Sachs (V. Rasant SA) is een donkerbruine hengst die in 1978 is geboren.
Zijn moeder is de merrie Aïda DDR (1972, V. Dirk xx) en tweede moeder is Asta IV Sachs (1961, V. Piruet Trak). De verdere moederlijn is voornamelijk Pools met veel Trakehner invloeden.

Radon is van 1982 tot en met 1987 in het voormalige Oost-Duitsland ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn volgens de Duitse overkoepelende paardenfokkerij en -sportorganisatie 30 wedstrijdpaarden geregistreerd en die hebben samen een winsom van € 14.418.

 

 

4.1.2.  Rondus SA DE 305050126166

 

Rondus SA (V. Ralf Trak) is een schimmel hengst die in 1966 is geboren.
Zijn moeder is de merrie Iris Berl-Brand (1953, V. Wallon Meckl) en tweede moeder is Zarah Berl-Brand (1944, V. Mangred Berl-Brand).
In de afstamming van Rondus domineert het Hannoveraanse bloed, maar is ook het Trakehner bloed goed vertegenwoordigd. Over de moederlijn ontbreekt echter veel informatie.

Rondus is in de jaren 1969 – 1985 gebruikt voor de fokkerij. Zijn zoon Romeo Sachs (1970) is goedgekeurd voor de fokkerij.

Van Rondus zijn in Duitsland 64 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 27.870.

 

 

4.1.2.1.  Romeo Sachs DE305050131270

 

Romeo Sachs (V. Rondus SA) is een vos hengst die in 1970 is geboren.
Zijn moeder is de merrie Donara (1964, V. Daban xx) en tweede moeder is Flugheldin DDR (1963, V. Flugpreis Meckl).
Gerekend over acht generaties heeft Romeo een afstamming met 27,3 % Engels volbloed, 18,8 % Trakehner bloed en 14,1 % Hannoveraans bloed. Van de afstamming is 32, 0 % onbekend.

Romeo is van 1973 tot en met 1992 actief geweest in de Oost-Duitse fokkerij.
Volgens gegevens van de Duitse overkoepelende organisatie voor de paardenfokkerij en de paardensport zijn 79 nakomelingen van Romeo geregistreerd als wedstrijdpaard.
Zij hebben samen een winsom van € 43.834.

 

 

4.1.3.  Ramses  Berl-Brand DE 305059260169

 

Ramses Berl-Brand (V. Ralf Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 22 maart 1969 en is gefokt door VEG Spreewald in Lübben, dat circa 85 km ten zuiden van Berlijn in de deelstaat Brandenburg ligt.
De moeder van Ramses is de merrie Valeria Berl-Brand (1965, V. Doboj Hann) en tweede moeder is Hilde Meckl (1952, V. Neuland Berl-Brand).
Gerekend over acht generaties heeft Ramses een afstamming met 36,7 % Hannoveraans bloed, 31,3 % Trakehner bloed en 10,9 % Engels volbloed.

Ramses is van 1973 tot en met 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van Ramses zijn 28 nakomelingen in Duitsland geregistreerd als wedstrijdpaard. Hun gezamenlijke winsom bedraagt € 20.381.

 

 

4.1.4.   Freisinn Trak DE 309090133472

Freisinn Trak (V. Ralf Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is in 1972 geboren en is gefokt door VEG Tierzucht Kölsa in Kölsa, dat vijftien km ten noorden van Leipzig in Saksen-Anhalt ligt.
De moeder van Freisinn is de vos elitemerrie Freifahrt Trak (1965, V, Polarkreis Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Freier Trak (1970, V. Neujahr Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het DDR-stamboek.
Tweede moeder is de donkerbruine staatspremiemerrie Freya Trak (1951, V. Vegetarier Trak), die ook de tweede moeder is van de hengst Fasan Trak (1962, V. Altgesell Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Freisinn een afstamming met 60,2 % Trakehner bloed en 16,4 % Engels volbloed.

Freisinn is van 1975 tot en met 1983 actief geweest in de fokkerij. In Duitsland zijn 38 nakomelingen van hem geregistreerd. Zij hebben samen € 12.837 gewonnen.

 

 

4.1.5.  Humor Trak DE 309090135073

 

Humor Trak (V. Ralf Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is in 1973 geboren en is gefokt door Otto Wilhelm Blatz uit Bruchkobel, dat 20 km ten noordoosten van Frankfurt am Main in Hessen ligt.
De moeder van Humor is de vos elite merrie Husarin Trak (1958, V. Ingwer Trak) en tweede moeder is de vos elite merrie Albatrose Trak (1949, V. Albatros Trak)
Albatrose is ook de moeder van de hengst Humbert Trak (1968, V. Altgesell Trak) en ze is de tweede moeder van de hengst Hassan Trak (1966, V. Altgesell Trak). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Hassan ook door het Saksen-Anhalt stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Humor een afstamming met 57,8 % Trakehner bloed en 23,4 % Engels volbloed.

Humor is van 1977 tot en met 1992 actief geweest in de fokkerij. Van hem zijn 46 nakomelingen in Duitsland geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van €  30.160.

Onder de naam Petaxus is de hengst in B- dressuur- en springwedstrijden uitgebracht.

 

 

4.1.6.  Rendant Berl-Brand DE 305050136575

 

Rendant Berl-Brand (V. Ralf Trak) is een bruine hengst die op 12 maart 1975 is geboren.De moeder van Rendant is merrie Minerva Berl-Brand en tweede moeder is Mission Berl-Brand.
Gerekend over acht generaties heeft Rendant een afstamming met tenminste 34,4 % Hannoveraans bloed, 30,5 % Trakehner bloed en 10,9 % Engels volbloed.

Rendant is van 1978  tot en met 1989 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 47 nakomelingen van Rendant geregistreerd als wedstrijdpaard.
Hun gezamenlijke winsom bedraagt € 29.394.

 

 

4.1.7.  Nerv Trak DE309090137076

 

Nerv Trak (V. Ralf Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is in 1976 geboren en is gefokt door het Saksische Landgestüt Moritzburg.
De moeder van Nerv is de bruine merrie Newa Trak (1971, V. Neujahr Trak) en tweede moeder is de zwarte Nelke Trak (1956, V. Markwart Trak).
Omdat de hengst Ralf een zoon van Markwart is, heeft die een inbreng van 37,5 % in de erfelijke eigenschappen van Nerv.
Gerekend over acht generaties heeft Nerv een afstamming met 57,0 % Trakehner bloed en 21,9 % Engels volbloed.

Nerv is van 1980 tot en met 2000 actief geweest in de fokkerij.

Zijn zonen Nero DDR (1982), Nobel Rox Brand (1995), Noblissimo Sachs (1997), Limit Trak (1998), Lichtblick Trak (2000) en Niro Brand (2001) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De hengsten Nero, Noblissimo en Lichtblick worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.  De hengsten Nobel Rox, Limit en Niro hebben weinig toegevoegd aan de fokkerij en worden hieronder kort aangestipt.

De hengst Nobel Rox Brand (MV. Semit DDR) is goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek, maar van de hengst is slechts één nakomeling bekend.

De hengst Limit Trak (MV. Sixtus Trak) is een broer van de hengst Lichtblick Trak (2000, zie hfdst. 4.1.7.3.) en is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. In het voorjaar van 2002 heeft hij in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een aanlegtest van 30 dagen. Daarbij heeft hij matig gepresteerd en is hij gewaardeerd met 6,62 punten voor de dressuur, 6.88 punten voor het springen en 6,88 punten voor zijn totale prestatie.
Van Limit zijn geen fokmerries of wedstrijdpaarden geregistreerd.
Limit is door Thomas Steinke (GER) tot op M-niveau uitgebracht in de springsport en heeft een winsom van € 2.383.

De hengst Niro Berl-Brand (MV. Taifun Sachs) heeft in februari en maart 2004 in Redefin deelgenomen aan een aanlegtest van 30 dagen. Daarbij heeft hij 7,02 punten behaald voor de dressuur, 7,91 punten voor het springen en 7.71  punten voor zijn totale prestatie. In april 2004 is Niro in Paatz goedgekeurd door het Mecklenburgse stamboek.
In de zomer van 2006 heeft hij in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen, waarbij hij 105,57 punten (12e plaats) heeft gescoord voor de dressuur, 123,69 punten (4e plaats) voor het springen en 114,27 punten (7e plaats) voor zijn totale prestatie.
Van Niro zijn alleen vijf in 2005 geboren nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.

In Duitsland zijn 207 nakomelingen van Nerv geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 340.973.

Zijn meest succesvolle nakomeling is de vos merrie Allenstein Trak, 1993, MV. Egoïst Trak, fokker Landesgut Stockhausen.
De merrie is vanaf 1998 door Jenny Zimpel (GER) uitgebracht in de springsport. In april 2002 is voor het eerst deelgenomen aan een klasse S springconcours. Van oktober 2002 tot juli 2007 heeft Dirk Wellmann (GER) de merrie gereden en is ook aan internationale wedstrijden deelgenomen. Vanaf januari 2008 tot augustus 2009 is Hans Baumgartl (GER) met Allenstein gestart en in augustus en september 2009 is de merrie weer uitgebracht door Zimpel. Allenstein heeft  21 overwinningen behaald in klasse S springconcoursen in Duitsland en heeft een winsom van € 50.745.

In 2020 heeft Nerv een dressuurindex van 69 met een betrouwbaarheid van 86 % en een springindex van 90 met een betrouwbaarheid van 94 %.

 

 

4.1.7.1.  Nero DDR DE305050144282

 

Nero DDR (V. Nerv Trak) is een bruine hengst die in 1982 in voormalig Oost-Duitsland is geboren en is gefokt door Tierzucht GmbH.
De moeder van Nero is Annelotte DDR (V. Anilin I Meckl) en tweede moeder is Almdolly DDR (1971, V. Almanach Trak).
Een deel van de moederlijn is onbekend.
Voor zover bekend heeft Nero een afstamming met tenminste 43,7 % Trakehner bloed, 19,5 Hannoveraans bloed en 5,5 % Engels volbloed.

Nero is van 1986 tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 39 nakomelingen als wedstrijdpaard geregistreerd. Zij hebben samen een winsom van € 13.361.

 

 

4.1.7.2Sachs DE 387870050197

 

Noblissimo Sachs (V. Nerv Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 30 april 1997 geboren en is gefokt door Jens Schreiber uit Cavertitz, dat in het oosten van Saksen-Anhalt ligt.
De moeder van Noblissimo is de bruine merrie Rocksana Sachs (1989, V. Dom Sachs) en tweede moeder is Ricarda SA (V. Blaubart xx).
Gerekend over acht generaties heeft Noblissimo een afstamming met 42,2 % Trakehner bloed, 17,2 % Engels volbloed en 15,6 % Hannoveraans bloed.

Noblissimo is in januari 2000 in Moritzburg goedgekeurd door het Saksische- en het Saksen-Thüringse stamboek.
In het najaar van 2001 heeft Noblissimo in Redefin deelgenomen aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen. Daarbij heeft hij 93,63 punten (13e plaats) behaald voor de dressuur, 128,08 punten (2e plaats) voor het springen en 106,76 punten (6e plaats) voor zijn totale prestatie.

Noblissimo is in 2020 nog beschikbaar voor de fokkerij.
Tot eind 2020 zijn vier dochters van Noblissimo als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek en zijn 21 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. De nakomelingen hebben samen € 9.185 gewonnen.

 

 

4.1.7.3.  Lichtblick Trak DE 409090169100

 

Lichtblick Trak (V. Nerv Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm.
Hij is op 15 mei 2000 geboren en is gefokt door dr. Manfred Klötzer uit Neukirchen, dat vijf km ten zuiden van Chemnitz in Saksen-Anhalt ligt.
Lichtblick is een broer van de door het Trakehner stamboek goedgekeurde hengst Limit Trak (1998, zie hfdst. 6.4.1.7.), die voor de fokkerij niet van belang is geweest.
De moeder van Lichtblick is de vos merrie Lissett Trak (1994, V. Sixtus Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Libell II Trak (1990, V. Belmont Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Lichtblick een afstamming met 73,4 % Trakehner bloed en 14,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Lichtblick heeft in het najaar van 2003 in Neustadt/Dosse deelgenomen aan een aanlegtest van 30 dagen. Daarbij heeft hij 7,06 punten gekregen voor de dressuur, 7,23 punten voor het springen en 7,37 punten voor zijn totale prestatie.
In februari 2004 is Lichtblick in Gera goedgekeurd door de stamboeken Saksen, Saksen-Thüringen en Thüringen. In april 2004 is hij in Kerken erkend door het Trakehner stamboek.
In het najaar van 2004 heeft hij in Neustadt/Dosse meegedaan aan een verrichtingsonderzoek van 70 dagen, waarbij hij gewaardeerd is met 107,09 punten (17e plaats) voor de dressuur, 105,32 punten (18e plaats) voor het springen en 107,91 punten (16e plaats) voor zijn totale prestatie. Aan het onderzoek hebben 48 hengsten deelgenomen.

Lichtblick is in 2020 nog beschikbaar voor de fokkerij.
Tot eind 2020 zijn 34 dochters als fokmerrie ingeschreven in een Duits stamboek, waarbij één merrie het predicaat staatspremiemerrie heeft ontvangen.

In Duitsland zijn tot eind 2020 54 nakomelingen van Lichtblick geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 39.316.

In 2020 heeft Lichtblick een springindex van 98 met een betrouwbaarheid van 83 %.

Lichtblick is in 2008 en 2009 door Marco Kuring (GER) tot op S-niveau uitgebracht in de springsport. Van april 2010 tot juli 2011 is Philip Schober (GER) met de hengst in de klasse S uitgekomen, waarbij ook aan internationale springconcoursen is deelgenomen. Van maart 2013 tot februari 2015 is Laura Schoechert (GER) in M- en S- wedstrijden in Duitsland gestart. Lichtblick heeft een winsom van  € 13.609.

 

 

5.   Tamerlan Trak / 1195 POL

Tamerlan Trak (V. Pythagoras Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 160 cm.
Hij is op 29 oktober 1937 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Tamerlan is een broer van de hengst Tagesheld Trak (1935), die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op het Landgestüt Moritzburg stond, maar waarvan onbekend is wat er daarna met hem is gebeurd.
De moeder van beide hengsten is de zwarte merrie Taglioni Trak (1928, V. Thronhüter Trak) en tweede moeder is Tapioca Trak (1917, V. Master Magpie xx).
Tagesheld en Tamerlan zijn ingeteeld op de hengst Tempelhüter Trak (1904, V. Perfectionsit xx), die zowel aan vaders- als aan moederszijde als overgrootvader in hn pedigree staat en daarmee een inbreng van 25 % heeft op hun erfelijke eigenschappen.
Gerekend over acht generaties heeft  Tamerlan een afstamming met 64,8 % Engels volbloed en 29,7 % Trakehner bloed.

Tamerlan was door een ongeluk blind geraakt aan zijn rechteroog. Hij heeft in de jaren 1941 – 1944 op het Landgestüt Stargard (tegenwoordig Szczecin in Polen) gedekt en is in de winter van 1944/1945 met de massale evacuatie van de Trakehners te voet naar het Landgestüt Traventhal in Sleeswijk-Holstein gebracht.
In mei 1945 is de hengst teruggegeven aan Polen en van 1946 tot 1958 is hij op verschillende hengstenstations in Polen (Liski, Rzeczna, Nowa Karczma en Kadyny) beschikbaar geweest voor de fokkerij. In de jaren 1949 – 1958 zijn in Polen 63 nakomelingen van Tamerlan geregistreerd.

Zijn zonen Don Cornelius Trak (1950), Parvus WLKP (1951) en Awantaz Trak (1954) zijn goedgekeurd voor de fokkerij.

De bonte hengst Don Cornelius Trak (MV. Cornelius Trak) is gefokt door de Poolse staatsstoeterij Liski, dat bij Pisz in Mazurië, in het noordoosten van Polen ligt. De hengst  is van 1961 tot en met 1970 op diverse hengstenstations in Polen beschikbaar geweest. De Poolse database bazakoni.pl noemt drie nakomelingen van de hengst.

De hengst Parvus WLKP (MV. Hirtensang Trak) is ook gefokt foor de Poolse staatsstoeterij Liski. Hij is van 1958 tot en met 1960 actief geweest in de fokkerij. In Polen zijn veertien nakomelingen geregistreerd door het Wielkopolska stamboek.

De hengst Awantaz wordt besproken in hoofdstuk 5.1.

 

 

5.1.  Awantaz Trak 764071 Pol

 

Awantaz Trak (V. Tamerlan Trak) is een zwarte hengst die in 1954 is geboren. Hij is gefokt door de Poolse staatsstoeterij Rzeczna, dat circa 10 km ten zuidoosten van Elblag in het noordwesten van Mazurië ligt.
De moeder van Awantaz is de bruine Awantura Pruis (1939, V. onbekend). De verdere moederlijn van Awantaz is niet bekend.
Awantaz is in het voorjaar van 1958 goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek. Hij is van 1958 tot en met 1962 actief geweest in de Poolse fokkerij.
Het Wielkopolska stamboek heeft 35 nakomelingen van Awantaz geregistreerd.

 

 

6.  Insgeheim Trak DE309090051938

 

Insgeheim Trak (V. Pythagoras Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 11 april 1938 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Insgeheim is de schimmel merrie Inschrift Trak ( 1923, V. Cancara Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Iwan Trak (1945, V. Insgeheim Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Insgeheim is de vos Iringa Trak (1912, V. Red Prince II xx). Zij is ook de moeder van de hengsten Italiener Trak (1927, V. Parsival Trak), Illion Trak (1928, V. Dampfross Trak) en Intervall Trak (1929, V. Parsival Trak). Bovendien is ze de tweede moeder van de hengst Ingwer Trak (1935, V. Kupferhammer Trak). Italiener, Illion en Intervall zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Ingwer is goedgekeurd door het Trakehner-, Mecklenburgse- en Berl.-Brandenburgse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Insgeheim een afstamming met 70,3 % Engels- en Arabisch volbloed en 24,2 % Trakehner bloed.

Insgeheim is van 1941 tot en met 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Marienwerder (tegenwoordig Kwidzyn, dat circa 60 km ten zuiden van Gdansk, in Pommeren in Polen ligt). In 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Landgestüt Kreuz – Halle in Saksen-Anhalt, waar hij van 1946 tot en met 1956 beschikbaar is geweest voor de fokkerij. Van 1957 tot en met 1959 is hij beschikbaar geweest op het Brandenburgse Landgestüt in Neustadt/Dosse.
Na het dekseizoen 1959 is Insgeheim afgevoerd.

De Sporthorse database noemt vijftien nakomelingen van Insgeheim. Zijn zonen Iwan Trak (1945) en Ingo DDR (1955) zijn goedgekeurd voor de fokkerij, maar hebben in de fokkerij geen grote rol gespeeld.

 

 

7.  Totilas Trak DE309090022438

 

Totilas Trak (V. Pythagoras Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is op 30 januari 1938 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Totilas is een broer van de hengst Eifel Trak (1939), die op jonge leeftijd aan koliek is overleden en van weinig betekenis voor de fokkerij is geweest.
De moeder van beide hengsten is de bruine merrie Tontaube Trak (1934, V. Pilger Trak) en tweede moeder is de bruine Tonart Trak (1927, V. Löwenjäger Trak).
Tonart is ook de tweede moeder van de hengsten Topas Trak (1943, V. Creon Trak) en Imperator Trak (1951, V. Immer Voran Trak). Topas is goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek en Imperator door het Trakehner- en het Zweedse stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Totilas een afstamming met 48,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 39,8 % Trakehner bloed.

Volgens de leiding van het Landgestüt Georgenburg was Totilas een zeer goede hengst met een opvallend aansprekend hoofd met een goede hals en schouder. Hij had diepte en breedte. Achter de schoft viel de rug iets weg. Totilas had tamelijk korte benen die correct waren gebouwd. Zijn bewegingen waren goed.

Totilas is in de jaren 1941 – 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (tegenwoordig Chern’achovsk).
Eind 1944 is de hengst geëvacueerd naar het Brandenburgse Landgestüt Neustadt/Dosse. Van 15 tot en met 18 mei 1945 is hij, samen met zijn halfbroers Suleiman, Suomar en Per Saldo, lopend vanuit Neustadt naar het 200 km westelijker gelegen Landgestüt in Celle gebracht. (Op 25 april 1945 hebben de Amerikaanse en Russische troepen elkaar ontmoet bij Torgau, dat 200 km ten zuiden van Neustadt/Dosse ligt.)
Van 1946 tot en met 1948 is Totilas als “Landbeschäler” op het toenmalige Landgestüt Osnabrück beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
Daarna is Totilas aangekocht door het Trakehner stamboek en heeft hij van 1949 tot zijn dood in 1965 op het hengstenstation in Rantzau in Sleeswijk-Holstein ter dekking gestaan.

De database van Sporthorsedata bevat 151 nakomelingen van Totilas en de database van All Breed Pedigrees 149.

Tweeëntwintig dochters van Totilas zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden en van zijn zonen zijn Tambour Trak (1950), Polarfürst Trak (1955), Polarkreis Trak (1955), Prusso Trak (1955) en Handelsherr Trak (1957) goedgekeurd voor de fokkerij.

Volgens gegevens van de Duitse Hippische Sportbond zijn 51 nakomelingen van Totilas geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 4.715.

Voor uitgebreide informatie over de fokkerij van Totilas en zijn nakomelingen wordt verwezen naar de pagina Totilas Trak op deze website www.stempelhengsten.eu.

 

 

8.  Almansor Trak  DE309090075040

 

Almansor Trak (V. Pythagoras Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 157 cm. Hij is op 2 februari 1940 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Almansor is een broer van de hengsten Albergo Trak (1936) en Aldewin Trak (1941). Albergo is op de Kirov-stoeterij in Rusland ingezet voor de fokkerij en Aldewin wordt besproken in hoofdstuk 10.
De moeder van deze hengsten is de bruine merrie Algebra Trak (1932, V. Vergleich Trak) en tweede moeder is de zwartbruine Alge Trak (1920, V. Degen Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Almansor een afstamming met 61,7 % Engels volbloed en 30,5 % Trakehner bloed.
Almansor was een hengst met veel diepte, veel rib en goede benen en gewrichten. Zijn bewegingen zouden sprekender kunnen zijn.

In 1943 en 1944 heeft hij op het Landgestüt in Janow Podlaski, tegenwoordig in het oosten van Polen, gestaan. Na de Tweede Wereldoorlog is hij terecht gekomen op het hengstenstation in Sieraków, ten noordwesten van Poznan. In 1948 en 1949 heeft hij op de Poolse staatstoeterij in Debno, 50 km ten oosten van Kraków, gestaan. In de jaren 1951 – 1955 is hij beschikbaar geweest op de staatsstoeterij Posadowo, halverwege Poznan en Wroclaw, en daarna tot en met 1958 op de staatsstoeterij in Oporowo, die vlak bij Posadowo ligt.
De Poolse database Bazakoni vermeldt van Almansor 35 nakomelingen die in de jaren 1952 – 1958 zijn geboren. Over de fokkerijresultaten in de jaren voor 1952 is geen informatie beschikbaar.

 

 

9.  Suomar Trak  DE309090020840

 

Suomar Trak (V. Pythagoras Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is geboren op 10 maart 1940 en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Suomar is een broer van de hengst Suleiman Trak (1937), die voor de fokkerij niet van groot belang is geweest.
De moeder van beide hengsten is de bruine merrie Suleika Trak (1932, V. Pilger Trak) en tweede moeder is de bruine Sultanine Zwion Trak (1911, V. Metellus xx).
Sultanine Zwion is ook de moeder van de hengst Sultan Trak (1931, V. Pilger Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Semmering Trak (1932, V. Dampfross Trak) en zijn broer Semper Idem Trak (1934). Beide hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner- en het Hannoveraanse stamboek. Semper Idem is van grote betekenis geweest voor de fokkerij en grondlegger van de Hannoveraanse S-lijn met hengsten als Sender Hann (1955) en Sesam I Hann (1955).
Gerekend over acht generaties heeft Suomar een afstamming met 55,5 % Engels- en Arabisch volbloed en 32,0 % Trakehner bloed.

Volgens informatie van de database All Breed Pedigrees was Suomar een middelgrote hengst met een uitstekend model. Hij had veel diepte en breedte en een correct fundament. Suomar was zeer goed bespierd  en had goede bewegingen.

Suomar is in 1943 en 1944 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het Landgestüt Georgenburg (thans Chern’achovsk) en is op 29 oktober 1944 geëvacueerd naar het Landgestüt Neustadt/Dosse in Saksen-Anhalt.
Van 15 tot en met 18 mei 1945 is hij, samen met zijn broer Suleiman en halfbroers Totilas en Per Saldo, lopend vanuit Neustadt naar het 200 km westelijker gelegen Landgestüt in Celle gebracht. (Op 25 april 1945 hebben de Amerikaanse en Russische troepen elkaar ontmoet bij Torgau, dat 200 km ten zuiden van Neustadt/Dosse ligt.).

Na de oorlog is Suomar tot en met 1954 voor de fokkerij beschikbaar gesteld door het Landgestüt Celle. In 1955 en 1956 heeft hij op het Haupt- en Landgestüt in Marbach gestaan. Daarna is hij wegens onvruchtbaarheid afgevoerd.

De Horsetelex database noemt 17 nakomelingen van Suomar.
De databases van Sporthorse data en All Breed Pedigrees noemen beiden 24 nakomelingen.

Vier dochters van Suomar zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Treue Trak, 1948, bruin, MV. Alarmbereit Trak, is de moeder van de hengst Traumulus Trak (1956, V. Hansakapitän Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Annemarie Trak, 1951, bruin, MV. Burgfrieden Trak, is de moeder van de hengst Anwalt Trak (1958, V. Altan Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Feine Trak, 1952, schimmel, MV. Canio O.Pr, is de moeder van de hengst Didelio Trak (1961, V. Reichsfürst Zw), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek en

Kolibri Trak, 1954, bruin, MV. Hansakapitän Trak, is de moeder van de hengst Kompass Trak (1960, V. Boris Trak, zie hfdst. 3.1.1.1.1.), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Daarnaast zijn de zonen Fez Trak (1949) en Reichsfürst Zw (1951) goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

9.1.   Fez Trak  DE 309090005449

 

Fez Trak (V. Suomar Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 27 april 1949 geboren en is gefokt door H. Mack uit Hiltrup, dat bij Münster in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Fez is de schimmel merrie Feodora Trak (1942, V. Canino Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Fedor Trak (V. Reichsfürst Zw, zie hfdst. 9.2.1.) en tweede moeder van de hengsten Fidelio Trak (1961, V. Reichfürst Zw), Frohsinn Trak (1961, V. Reichsfürst Zw), Ferlin Trak (1966, V. Maharadscha Trak), Faharadscha Trak (1970, V. Maharadscha Trak) en Ferlino Trak (1970, V. Herbststurm Trak).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek; Fedor is ook goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek, Fidelio door het Mecklenburgse stamboek en Faharadscha door het Tsjechische stamboek.
Tweede moeder van Fez is de schimmel Fee Trak (1930, V. Nordwest Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Fez een afstamming met 51,6 % Engels- en Arabisch volbloed en 32,8 % Trakehner bloed.

Fez is tot en met 1960 uitgebracht in de sport en is van 1961 tot en met 1970 actief geweest in de fokkerij. Hij is goedgekeurd door het Trakehner stamboek maar heeft ook in de Rijnlandse fokkerij enkele goede nakomelingen gebracht.

Zijn schimmel dochter Topeka Trak (1963, MV. Gigant Trak) is de moeder van de hengst Tobias Trak (1971, V. Hessenstein Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

In Duitsland zijn 45 nakomelingen van Fez geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 1.874.

 

 

9.2. Reichsfurst  Zw  DE309090019651  

 

Reichsfürst Zw (V. Suomar Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is op 26 mei 1951 geboren en is gefokt door dr. H. Stahl uit Schwartenbek, dat een paar kilometer ten noordwesten van Kiel in Sleeswijk-Holstein ligt.
De moeder van Reichsfürst is de zwarte Reichsdame Trak (1936, V. Bussard Trak) en tweede moeder is de vos Reichskrone Trak (1923, V. Gaumen Trak).

Gerekend over acht generaties heeft Reichskrone een afstamming met  41,4 % Engels-en Arabisch volbloed en 39,8 % Trakehner bloed. In de achtste generatie is 12,5 % van de afstamming onbekend.

Reichsfürst is in het najaar van 1953 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en heeft in de jaren 1954 – 1959 als “Landbeschäler” op het Landgestüt Zweibrücken in Rijnland-Palts gestaan. In 1960 heeft hij op de stoeterij van het Trakehner stamboek in Birkhausen bij Zweibrücken gestaan. Van 1961 tot en met 1966 is hij beschikbaar geweest op een dekstation in Enzen en vanaf 1967 heeft hij op het Landgestüt Dillenburg in Hessen gestaan. Reichsfürst is in 1982 afgevoerd.

Volgens gegevens van Sporthorsedata heeft het Trakehner stamboek 37 fokmerries van Reichsfürst geregistreerd.

Twee dochters zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Fabiola Trak, 1961, schimmel, MV. Canino O.Pr. is de moeder van de hengst Faharadscha Trak (1970, V. Maharadscha Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner- en het Tsjechische stamboek en

Tanja VI Trak, 1966, vos, MV. Intermezzo Trak, is de moeder van de hengst Tamino Trak (1980, V. Harnisch Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Van Reichsfürst zijn vijf zonen goedgekeurd: Festival Zw (1954), Fedor Trak (1960), Fidelio Trak (1961), Frohsinn Trak (1961) en Schwalbenfürst Trak (1961).

De hengst Festival Zw (MV. Intermezzo Trak) is goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek, maar heeft weinig invloed gehad op de fokkerij.

De hengst Fidelio Tak (MV. Suomar (!)) was ingeteeld op grootvader Somar Trak. Hij is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek. De Horsetelex database noemt één nakomeling van hem.

In Duitsland zijn 111 nakomelingen van Reichsfürst geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 11.796 gewonnen.

 

 

9.2.1.  Fedor  Trak  DE 309090005360

 

Fedor Trak (V. Reichsfürst Zw) is een schimmel hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 25 januari 1960 geboren en is gefokt door H. Mack uit Hiltrup, dat vlak bij Münster in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Fedor is de hoog in het bloed staande, maar slechts 155 cm grote schimmel merrie Feodora Trak (1942, V. Canino Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Fez Trak (V. Suomar Trak zie hfdst. 6.9.1) en tweede moeder van de hengsten Fidelio Trak (1961, V. Reichfürst Zw), Frohsinn Trak (1961, V. Reichsfürst Zw), Ferlin Trak (1966, V. Maharadscha Trak), Faharadscha Trak (1970, V. Maharadscha Trak), en Ferlino Trak (1970, V. Herbststurm Trak).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek; Fedor is ook goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek, Fidelio door het Mecklenburgse stamboek en Faharadscha door het Tsjechische stamboek.
Tweede moeder van Fedor is de schimmel Fee Trak (1930, V. Nordwest Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Fedor een afstamming met 43,8 % Engels- en Arabisch bloed en 35,2 % Trakehner bloed.

Fedor is goedgekeurd door het Trakehner- en het Rijnland-Palts-Saar stamboek en is van 1963 tot en met 1978 actief geweest in de fokkerij.
Het aantal dochters van Fedor dat geregistreerd is als fokmerrie is niet gepubliceerd.
Zijn zoon Kolorado Trak (1968) is goedgekeurd voor de fokkerij

In Duitsland zijn 162 nakomelingen van Fedor geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 37.867.

 

 

9.2.1.1.  Kolorado Trak DE309090028968

 

Kolorado Trak (V. Fedor Trak) is een schimmel hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 4 februari 1968 geboren en is gefokt door Lorenz Summa uit Saarwellingen, dat bij Saarlouis in Rijnland-Palts ligt.
De moeder van Kolorado is de bruine merrie Kolomea Trak (1962, V. Boris Trak) en tweede moeder is de bruine Kolombine Trak (1958, V. Stern xx).
Gerekend over acht generaties heeft Kolorado een afstamming met 49.2 % Trakehner bloed, 34,4 % Engels- en Arabisch volbloed en 11,7 % Oostpruisisch bloed.

Kolorado is in het najaar van 1970 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1971 tot en met 1981 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 27 nakomelingen van Kolorado geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 18.206.

 

 

9.2.2.  Frohsinn Trak  DE 309090005861

 

Frohsinn Trak (V. Reichsfürst Zw) is een schimmel hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 24 februari 1961 en is gefokt door  H. Mack uit Hiltrup, dat vlak bij Münster in Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Frohsinn is de schimmel merrie Feh Trak (1956, V. Altan Trak). Zij is ook de moeder van de door het Takehner stamboek goedgekeurde hengsten Ferlin Trak (1966, V. Maharadscha Trak) en Ferlino Trak (1970, V. Herbststurm Trak).
Tweede moeder van Frohsinn is de schimmel Feodora Trak (1942, V. Canino Trak).
Zij is ook de moeder van de hengsten Fez Trak (V. Suomar Trak zie hfdst. 9.1.) en Fedor Trak (1960, V. Reichsfürst Zw, zie hfdst. 9.2.1.) en ze is de tweede moeder van de hengsten Fidelio Trak (1961, V. Reichsfürst Zw) en Faharadscha Trak (1970, V. Maharadscha Trak). Fidelio is goedgekeurd door het Trakehner- en het Mecklenburgse stamboek en Faharadscha door het Trakehner- en het Tsjechische stamboek.
Gerekend over acht generaties heeft Frohsinn een afstamming met 50 % Trakehner bloed en 36,7 % Engels- en Arabisch volbloed.

Frohsinn is in de herfst van 1963 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1964 tot en met 1977 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Het aantal ingeschreven fokmerries van Frohsinn is niet gepubliceerd

Drie dochters van Frohsinn zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Kokette III Trak, 1969, zwart, MV. Totilas Trak, is de moeder van de hengsten Kohinoor Trak (1975, V. Amateur I Trak) en Königsruf Trak (1977, V. Insterruf Trak). Kohinoor is goedgekeurd door het Trakehner- en het ZfdP stamboek en Königsruf door het Trakehner stamboek;

Kornea Trak, 1969, schimmel, MV. Stern xx, is de moeder van hengst Kartusch Trak (1973, V. Insterfeuer Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Falka Zw, 1973, MV. Uron Sgldt, is de moeder van de hengst Paddyngton Zw (1987, V. Palisandergrund Westf), die is goedgekeurd door het Westfaalse- en het Rijnlandse stamboek.

In Duitsland zijn 149 nakomelingen van Frohsinn geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 28.158.

 

 

9.2.3. Schwalbenfürst Trak  DE 309090021361 / DH 219

 

Schwalbenfürst Trak ( V. Reichsfürst Zw) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 20 mei 1961 geboren en is op de stamboekstoeterij in Rantzau gefokt door het Trakehner stamboek.
De moeder van Schwalbenfürst is de zwartbruine staatspremiemerrie Schwalbe Trak (1952, V. Torilas Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Schwarm Trak ( 1066, V. Traumgeist xx) en Schwärmer Trak (1970, V. Maharadscha Trak). Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Schöngeist Trak (1963, V. Traumgeist xx), Schwarzer Prinz Trak (1968, V. Dollarprinz xx), Schwalbenflug Trak (1968, V. Impuls Trak) en zijn broers Schwalbenzug Trak (1972) en Schwalbenfreund Trak (1973).
Tweede moeder van Schwalbenfürst is de zwarte Saaleck Trak (1940, V. Erhabener Trak).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Daarnaast is Schwärmer ook goedgekeurd door het Deense stamboek.

Schwalbenfürst is in het najaar van 1963 door het Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. Hij is van 1964 tot en met 1972 in Duitsland actief geweest in de fokkerij.
In het voorjaar van 1973 heeft het Deense stamboek de hengst voor één jaar goedgekeurd en in 1974 is dat opnieuw gebeurd. In 1975 heeft het Deense stamboek op een keuring in Næstved Schwalbenfürst ingeschreven in het Deense stamboek.
De Finse database Sukuposti meldt 27 nakomelingen van Schwalbenfürst die in de jaren 1974 – 1986 in Denemarken zijn geregistreerd.

In Duitsland zijn in de periode 1967 – 1973 43 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 6.785.

 

 

10.  Aldewin  Trak / Pol 647

 

Aldewin Trak (V. Pythagoras Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 157 cm. Hij is op 1 april 1941  geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Aldewin is en broer van de hengsten Albergo Trak (1936), die op de Kirov-stoeterij in Rusland is ingezet voor de fokkerij, en Almansor Trak (1940, zie hfdst, 8.).
De moeder van deze hengsten is de bruine merrie Algebra Trak (1932, V. Vergleich Trak) en tweede moeder is de zwartbruine Alge Trak (1920, V. Degen Trak).
De hengst Perfectionist xx (1899, V. Persimmon xx) komt drie keer als betovergrootvader voor in de afstamming van Aldewin en heeft een inbreng van 18,75 % in zijn genen.
Gerekend over acht generaties heeft Aldewin een afstamming met 61,7 % Engels volbloed en 30,5 % Trakehner bloed.

Aldewin Trak was een krachtige hengst die in zijn totaliteit iets tekort kwam. Zijn bewegingen waren goed. Vanaf oktober 1943 heeft hij op het Landgestüt Zirke gestaan. Zirke heet tegenwoordig Sierakow en ligt circa 50 km ten noordwesten van Poznan in Polen. Later is Aldewin naar het Landgestüt in Braniewo gegaan en in 1958 is hij afgevoerd.

De Poolse database bazakoni.pl  noemt 21 nakomelingen van Aldewin die in de jaren 1950 – 1956 zijn geboren. Over de fokkerijprestaties van Aldewin in de jaren 1944 – 1949 is geen informatie beschikbaar.

 

 

11. Keith Trak DE309090012842

 

Keith Trak (V. Pythagoras Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 20 december 1941 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Keith is de zwarte merrie Ketzerin Trak (1934, V. Ararad Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Hrust Trak (1956, V. Hrisolit Trak) en  Ciecieruk Trak (1963, V. Blyszcz WLKP).
Tweede moeder van Keith is de zwarte Kette Trak (1926, V. Thronhüter Trak) en zij is de moeder van de hengst Kettenpanzer Trak (1931, V. Saturn Trak).
Hrust is goedgekeurd door het Trakehner- en het Oekraïense stamboek en Ciecieruk en Kettenanzer door het Trakehner stamboek.
De hengsten Tempelhüter Trak (1904, V. Perfectionist xx) en Jagdheld Trak (1906, V. Perfectionist xx) komen ieder twee keer voor in de afstamming van Keith Trak en hebben beiden een inbreng van 18,75 % in de erfelijke aanleg van Keith.
Gerekend over acht generaties heeft Keith een afstamming met 57,0 % Engels- en Aabisch volbloed en 37,5 % Trakehner bloed.

Keith is met de “grote trek” in de winter van 1944 – 1945 vanuit Trakehnen naar het westen van Duitsland geëvacueerd. Volgens All Breed Pedigrees heeft Keith in de jaren 1946 – 1965 op de Landgestüte Harzberg en Celle gestaan, waarna hij is verkocht naar Denemarken. In de Duitse periode heeft Keith ook veel Hannoveraanse merries gedekt, terwijl hij in Denemarken uitsluitend Trakehner merries heeft bediend.
Na 1972 is Keith teruggekeerd naar Duitsland en niet meer ingezet in de fokkerij. De laatste jaren van zijn leven was hij het laatste nog levende paard dat op het Hauptgestüt Trakehnen is geboren.
Keith is op 10 november 1976 op het bedrijf van Hans Steinbrück in Gilde bij Gifhorn in Nedersaksen overleden.

De database van Sporthorsedata vermeldt 56 nakomelingen van Keith, die allemaal in Duitsland zouden zijn geboren. Horsetelex en All Breed Pedigrees noemen respectievelijk 44 en 49 nakomelingen en Rimondo 51.

Vier dochters van Keith zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Gitarre Trak, 1949, vos, MV. Alarich Trak, is de moeder van de hengst Gibertus Trak (1966, v. Anwalt Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Kennerin Trak, 1964, vos, MV. Jurafreund Trak, is de moeder van de hengsten Goldlack I Westf (1968, V. Goldfalk Hann) en zijn broer Goldlack II Rhein (1969).
Goldlack I is goedgekeurd door het Westfaalse stamboek en Goldlack II door het Rijnland-Palts-Saar stamboek;

Kornelia Hann, 1964, bruin, MV. Firnus Hann, is de moeder van de hengst  Macon Hann (1981, V. Mahagoni Trak), die is goedgekeurd door het Oldenburgse stamboek en

Taube II Trak, 1971, vos, MV. Poet xx, is de moeder van de hengst Tauber Trak (1976, V. Peer Gynt Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.

Van de zonen van Keith zijn Schönberg Trak (1967), Tausendsassa Trak (1967) en Schwarzwälder Trak (1971) goedgekeurd voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 41 nakomelingen van Keith geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben een gezamenlijke winsom van € 9.344.

 

 

11.1.  Schönberg  Trak  DE 309090035167  

 

Schönberg Trak (V. Keith Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 16 mei 1967 geboren en is gefokt door Hans Steinbrück uit Gilde, dat circa vijf km ten westen van Gifhorn in het oosten van Nedersaksen ligt.
De moeder van Schönberg is de zwarte merrie Schönbrunn Trak (1951, V. Bento Trak), Zij is ook de moeder van de hengsten Schöner Abend Trak (1958, V. Abendstern Trak) en  Schönherr Trak (1963, V. Marcio xx).
Tweede moeder van Schönberg  is de vos Dankeschön III Trak (1944, V. Löwenritt Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Tausendsassa Trak (1967, V, Keith Trak, zie hfdst 11.2.).
Gerekend over acht generaties heeft Schönberg een afstamming met  ten minste 53,9 % Trakehner bloed en 30,5 % Engels volbloed.

Schönberg is in het najaar van 1969 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en vervolgens verkocht naar België. Daar is hij begin 1970 goedgekeurd door het BWP.
In 1976 is Schönberg teruggekeerd naar Duitsland, waar hij tot 1991 beschikbaar is geweest voor de fokkerij, maar de laatste jaren nauwelijks nog is gebruikt. In 1991 is Schönberg afgevoerd.

Het BWP heeft  83 nakomelingen van Schönberg geregistreerd en in Duitsland zijn 47 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 12.525 gewonnen.

Drie dochters van Schönberg zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Margot Tra, 1974, vos, MV. Alarm Trak, is de moeder van de hengst Markzauber Trak (1979, V. Zauberklang Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Perugina Trak, 1975, zwart, MV. Märzhase I Trak, is de moeder van de hengst Panko Trak (1979, V. Waldzauber Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Baroness Trak staatspremiemerrie, 1977, vos, MV. Gobelin Trak, is de moeder van de hengst Brentano Trak (1987, v. Arogno Trak), die is goedgekeurd door het Oostenrijkse stamboek.

 

 

11.2.  Tausendsassa Trak  DE309090032967

 

Tausendsassa Trak (V. Keith Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 23 maart 1967 geboren en is gefokt door Hans Steinbrück uit Gilde, dat circa vijf km ten westen van Gifhorn in het oosten van Nedersaksen ligt.
De moeder van Tausendsassa is de vos merrie Tausendschön Trak (1950, V. Absinth Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Tannenberg Trak (1966, V. Sterndeuter Trak), Tannenfels Trak (1968, V. Rosenberg Trak), Tannensee Trak (1969, V. Donauwind Trak) en Tannengruns Trak (1972, V. Index Trak).
Tweede moeder van Tausendsassa is de vos Dankeschön III Trak (1944, V. Löwenritt Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Schöner Abend Trak (1958, V. Abendstern Trak), Schönherr Trak (1963, V. Marcio xx) en Schönberg Trak (1967, V. Keith Trak, zie hfdst. 11.1.).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek, waarbij Tannensee ook is goedgekeurd door het Baden-Württembergse stamboek en Schönberg ook door het BWP.
Gerekend over acht generaties heeft Tausendsassa een afstamming met 57,8 % Trakehner bloed en 28,9 % Engels volbloed.

Tausendsassa is in het najaar van 1969 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1975 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In februari 1976 is Tausendsassa in Næstved goedgekeurd door het Deense stamboek. Hij is tot en met 1988 ingezet in de Deense fokkerij.

In Duitsland zijn 64 nakomelingen van Tausendsassa geregistreerd als wedstrijdpaard. Het merendeel van deze nakomelingen is geregistreerd door het Rijnlandse stamboek. De Duitse nakomelingen hebben samen een winsom van € 13.539.

De Finse database Sukuposti noemt 28 nakomelingen van Tausendsassa die in Denemarken zijn geregistreerd.

 

 

11.3.  Schwarzwälder Trak DE 309090044071

 

Schwarzwälder Trak (V. Keith Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 166 cm.
Hij is geboren op 12 maart 1971 en is gefokt door Lore Niewald uit Berlijn.
De moeder van Schwarzwälder is de zwarte merrie Schwarzgold Trak (1959, V. Ortelsburg Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Schwarzdorn Trak (1975, V. Impuls Trak).

Tweede moeder van Schwarzwälder is de zwarte merrie Schönbrunn Trak (1951, V. Bento Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Schöner Abend Trak (1958, V. Abendstern Trak), Schönherr Trak (1963, V. Marcio xx) en Schönberg Trak (1967, V. Keith Trak, zie hfdst. 11.1.).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Schönberg is ook door het BWP goedgekeurd.

Schwarzwälder is in het najaar van 1973 door het Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. Het is onduidelijk tot wanneer hij lijfelijk actief is geweest in de fokkerij, gezien het feit dat in de jaren 1978 tot en met 1983 geen nakomelingen van hem zijn  geregistreerd. Daarna zijn nakomelingen van hen geregistreerd in 1984, 1995 en 1998.

De database van Sporthorse data noemt negentien nakomelingen van Schwarzwälder.

In Duitsland zijn achttien nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 2.223.

Zijn zoon Tamino Trak (1984, MV. Kant Trak) is goedgekeurd door het Trakehner- en het Oldenburgse stamboek. Van Tamino is met de rijponyhengst Tups (1988) één nakomeling bekend.

 

 

12.  Schwertbruder Trak DE 304980002143

 

Schwertbruder Trak (V. Pythagoras Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 159 cm. Hij is geboren op 15 april 1943 en is gefokt door het  Hauptgestüt Trakehnen.
De moeder van Schwertbruder is de bruine merrie Schwertweihe Trak (1933, V. Ararad Trak) en tweede moeder is de bruine Schwertjungfrau Trak (1916, V. Parsee xx).
Gerekend over acht generaties heeft Schwertbruder een afstamming met 64,1 % Engels- en Arabisch volbloed en 30,5 % Trakehner bloed.

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verbleef Schwertbruder als tweejarige in het Landgestüt Braunsberg (Branewo, dat aan de Oostzeekust ligt aan de grens met de Russische oblast Kaliningrad).
Na de oorlog is hij in de jaren 1947 – 1952 voor de fokkerij beschikbaar geweest op
een stoeterij in Oleśnica, dat circa 25 km ten oosten van Wroclaw in Polen ligt.
Van 1953 tot en met 1961 heeft hij gedekt op een staatsbedrijf in Warniki, dat circa 30 km ten noorden van Frankfurt an der Oder aan de Pools-Duits grens ligt. In 1962 en 1963 heeft Schwertbruder op een staatsbedrijf in Kraplewo, bij Poznan gestaan.
De Poolse database Bazakoni noemt 123 nakomelingen van Schwertbruder, die allemaal als Wielkopolska zijn geregistreerd.

Tenminste twee dochters van Schwertbruder zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Kaszubka Trak, 1954, bruin, MV. Constabler O.Pr. is de moeder van de hengst Kostur WLKP (1966, V. Hulajpol WLKP), die is goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek en

Malsza WLKP, 1958, bruin, MV. Jamajka O.Pr. is de moeder van de hengst Mapnik WLKP (1979, V. Bard WLKP), die is goedgekeurd door het Wielkopolska stamboek.

Van de zonen van Schwertbruder is de hengst Nadir WLKP (1955) goedgekeurd.

 

 

12.1.  Nadir WLKP 839

 

Nadir WLKP (V. Schwertbruder Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is op 10 december 1955 geboren en is gefokt door de Poolse staatstoeterij Warniki, dat circa 25 km ten noorden van Frankfurt an der Oder aan de Pools-Duitse grens ligt.
De moeder van Nadir is de merrie Nanuma Trak (1951, V. Jamajka O.Pr.) en tweede moeder is Nida Trak (1944, V. onbekend).

De Poolse database Bazakoni noemt negentien nakomelingen van Nadir.

 

 

13.  Tartar Trak  DE309090022143

Tartar Trak (V. Pythagoras Trak) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 2 maart 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen.
Tartar is een broer van de hengst Tarso Trak (1941), die voor de fokkerij niet van belang is geweest en waarvan het niet bekend is wat met hem tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog is gebeurd.
De moeder van beide hengsten is de zwartbruine merrie Tarantella Trak (1934, V. Gauss Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Tarantell Trak (1930, V. Astor Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Tartar een afstamming met 57,0 % Engels- en Arabisch volbloed en 35,2 % Trakehner bloed.

Tartar was een zeer goed gebouwde hengst met een uitstekend fundament. Hij had een aansprekend hoofd en een tamelijk zware onderkaak, een lange goed gedragen hals, een mooi bovenlijn en een goed bespierde croupe. Zijn bewegingen hadden voldoende kracht.
Als jaarling is Tartar vanuit Trakehnen geëvacueerd naar de stoeterij Hunnesrück bij Einbeck in Nedersaksen. Eind 1946 is hij goedgekeurd door het Trakehner stamboek en vanaf 1947 is hij beschikbaar geweest voor de fokkerij. Daarbij heeft hij eerst op het toenmalige Landgestüt in Bad Harzburg in Nedersaksen gestaan en later op verschillende privé hengstenstations. In 1964 is Tartar gedood wegens hardnekkige problemen door “Einschuss” (lymfangitis/bacteriële ontsteking van het bindweefsel en de lymfevaten).

De Sporthorse database noemt 34 nakomelingen van Tartar.

Drie dochters van Tartar zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Annette Trak, 1950, bruin, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Juchart Trak (1958, V. Julmond Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Vespa Trak, 1954, zwartbruin, MV. Häscher Trak, is de moeder van de hengst Vespucci Trak (1979, V. Condus Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Tora Trak, 1960, MV. Alexander Westf, is de moeder van de hengst Carrera Westf (1971, V. Cardinal xx), die is goedgekeurd door het Westfaalse-, Rijnlandse-, Oldenburgse- en Hannoveraanse stamboek.

Van de zonen van Tartar zijn Tarzan Zw (1959) en Inkarnat Trak (1960) goedgekeurd voor de fokkerij.

Tarzan (MV. Norfolk Zw) is goedgekeurd door het Rijnland-Palts-Saar stamboek. Van de hengst zijn zeven nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.
Inkarnat wordt hierna in een afzonderlijk hoofdstuk besproken.

Van Tartar zijn in Duitsland 26 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 1.761 gewonnen.

 

 

13.1. Inkarnat  Trak  DE309090011560

 

Inkarnat Trak (V. Tartar Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 25 juli 1960 geboren en is gefokt door Ernst Schlegel uit Detmold, dat in het noordoosten van Noordrijn-Westfalen ligt.
De moeder van Inkarnat is de bruine merrie Inka Trak (1954, V. Humboldt Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Irian Trak (1962, V. Carajan Trak), Imposant Trak (1964, V. Flugsand Trak) en zijn broer Ingbert Trak (1965). Ook is Inka de tweede moeder van de hengsten Idol/Jagermeester Trak (1968, V, Herbststurm Trak) en Inox Trak (1972, V. Amagun Trak).
Alle genoemde hengsten zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en Jagermeester is ook goedgekeurd door het KWPN.
Tweede moeder van Inkarnat is de bruine Ilona Trak (1940, V. Hirtensang Trak). De verdere moederlijn is onbekend.
Gerekend over acht generaties heeft Inkarnat een afstamming met 46,9 % Engels volbloed en 35,9 % Trakehner bloed. Van de afstamming is 12.5 % onbekend.

Inkarnat is in het najaar van1962 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is tot en met 1968 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
In Duitsland zijn 37 nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 8.138.

Zijn zoon Korund Trak (1968) is goedgekeurd voor de fokkerij.

 

 

13.1.1.  Korund Trak DE 3090900029368

 

Korund Trak (V. Inkarnat Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 29 februari 1968 geboren en is gefokt door P.

Krämer uit Bad Honnef, dat 10 km ten zuiden van Bonn op de oostelijke oever van de Rijn ligt.
De moeder van Korund is de donkerbruine merrie Katalomia Trak (1964, V. Paladin Trak) en tweede moeder is de zwartbruine Katle Trak (1959, V. Korsar Trak),
Gerekend over acht generaties heeft Korund een afstamming met 60,9 % Trakehner bloed en 23,4 % Engels- en Arabisch volbloed.

Korund is in het najaar van 1970 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en is van 1971 tot en met 1986 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In Duitsland zijn 57 nakomelingen van Korund geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen een winsom van € 21.084.

 

 

14.  Piligrim Trak DE 30909000144 / Rus Trak N 33

 

Piligrim Trak (V. Pythagoras Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 23 november 1943 geboren en is gefokt door het Hauptgestüt Trakehnen. Bij zijn geboorte heeft hij de naam Alpenjäger gekregen.
Zijn moeder is de zwarte merrie Alster I Trak (1928, V. Ararad Trak) en tweede moeder is Aline Trak (1921, V. Haselhorst Trak).
Aline is ook de moeder van de hengst Alboin Trak (1936, V. Ararad Trak) en ze is de tweede moeder van de hengsten Arnulf Trak (1939, V. Pythagoras Trak) en zijn broer Arion Trak (1941). Alboin is goedgekeurd door het Brandenburgse stamboek. Arnulf en Arion zijn in de oorlog verloren gegaan.
Gerekend over acht generaties heeft Piligrim een afstamming met 58,6 % Engels- en Arabisch volbloed en 34,4 % Trakehner bloed.

Alpenjäger is in 1944 als veulen naar Perlin, bij Schwerin in Voorpommeren geëvacueerd. In augustus 1945 hebben de Russen hem naar de Kirow- stoeterij in Voronovo in Rusland gebracht waar hij de naam Piligrim heeft gekregen.

Piligrim is op de Kirow stoeterij in de periode 1948 – 1963 één van de belangrijkste fokhengsten geweest. In het stamboek van de Russische Trakehner fokkerij staan 89 zonen en 85 dochters van hem geregistreerd. Aan Piligrim is in verband met zijn fokkerijprestatie het predicaat elite toegekend,
Piligrim is in 1964 overleden.

Tien dochters van Piligrim zijn moeder van een goedgekeurde hengst geworden:

Poprawka I Rustr, 1950, zwart, MV. Polarstern Trak, is de moeder van  de hengsten Praporszczyk Trak (1958, V. Belgorod xx) en Poprad Trak (1961, V. Traum O.Pr.), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek terwijl Poprad ook door het Wielkopolska stamboek is goedgekeurd;

Pastoral Rustr, 1951, zwart, MV. Masaniello xx, is de moeder van de hengst Pastoral Trak (1960,V. Celsius Trak), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij;

Prjaschka Rustr, 1951, zwart, MV. Javaner Trak, is de moeder van de hengst Ekipasch Trak (1965, V. Ekspromt Trak), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij.

Poima Rustr, 1955, bruin, MV. onbekend, is de moeder van de hengst Plombir Trak (1965, V. Mikado Trak), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij;

Perepjolka Rustr elite, 1956, bruin, MV. Marabou xx, is de moeder van de hengst Prival Rustr (1968, V. Welt Trak), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij;

Pogremuschka Rustr, 1957, bruin, MV. Sporn Trak, is de moeder van de hengst Poplavok Trak (1962, V. Welt Trak), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij;

Petunija Rustr, 1960, bruin, MV. Termit Trak, is de moeder van de hengsten Poputschik Trak (1975, V. Paket Trak) en zijn broer Prizep Trak (1976), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek;

Piramida Rustr
, 1960, zwart, MV. Diabasz xx, is de moeder van de hengst Pritok Trak elite (1978, V. Topki Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek

Pedal Rustr, 1961, bruin, MV. Dirigent O.Pr, is de moeder van de hengsten Proton Trak (1972, V. Oplot Trak) en Patent Trak (1974, V. Epigraf Trak), die beiden zijn goedgekeurd door het Trakehner stamboek en

Patagonija Hann, 1962, zwart, MV. Griff I Hann, is de moeder van de hengst Galopas Hann (1971, V. Günther Meckl), die is goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek.

Piligrim’s zonen Pepel Rustr (1956), Pompej Rustr (1956), Pamir Rustr (1958), Pevez Rustr (1960), Predmet Rustr (1960), Podarok Rustr (1961), Prospekt Rustr (1961), Podvig Rustr (1963) en Privet Rustr (1963) zijn ingezet voor de fokkerij.

De 173 cm grote, zwarte hengst Predmet Rustr (MV. Markasit O.Pr.) is gefokt door de Kirow stoeterij en in 1962 verkocht aan de Spartak wedstrijdstal in Moskou. In 1964 is hij op een internationale veiling in Moskou verkocht naar Duitsland, waar hij is goedgekeurd door het Trakehner stamboek. In Duitsland zijn vijf nakomelingen van hem geregistreerd. In 1969 is Predmet verkocht naar Nederland, waar het VLN de hengst heeft goedgekeurd en heeft ingeschreven in het Sportregister. De hengst bleek slecht te bevruchten. In Nederland zijn geen nakomelingen van Predmet geregistreerd.

 

 

14.1.  Pepel  Rustr N 94

 

Pepel Rustr (V. Piligrim Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 21 maart 1956 en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo in Rusland.
De moeder van Pepel is de zwarte Polyn Trak (1943, V. Creon Trak), die ook de moeder is van de in Oekraïene goedgekeurde hengst Opit Rustr (1955, V. Ossian Trak).
Tweede moeder van Pepel is de zwarte Sportliebe Trak (1932, V. Ararad Trak). Zij is ook de moeder van de hengsten Sporn Trak (1936, V. Pythagoras Trak, zie hfdst. 1.) en de van weinig belang zijnde Sportgeist Trak (1941, V. Creon Trak).
Sportliebe is ook de tweede moeder van de hengsten Ostrjak Trak (1955, V. Ossian Trak), Herson Trak (1956, V. Hagor Trak)  en Prospekt Trak (1961, V. Piligirim Trak, zie hfdst. 14.6.).
Gerekend over acht generaties heeft Pepel een afstamming met 47,7 % Trakehner bloed en 43,0 % Engels- en Arabisch volbloed.

Pepel heeft van 1965 tot en met 1975 deelgenomen aan internationale dressuurwedstrijden. Op de internetpagina second wiki is over de hengst een artikel opgenomen dat, vertaald naar het nederlands, onderstaand deels wordt overgenomen.

“Pepel werd beschouwd als een moeilijk, nauwelijks berijdbaar paard. De toenmalige nationale Sovjet trainer Grigori Anastasjew selecteerde Jelena Petuschkowa als ruiter voor de gevoelige, maar ook koppige hengst. Het duurde lang voordat Pepel gewend was aan zijn amazone; Jelena bleef Pepels enige ruiter tot het einde van zijn carrière. Pepel was lichtvoetig en had natuurlijke bewegingen. Correcties werden door hem alleen met permanente weerstand geaccepteerd. In de dressuurarena waren zijn bewegingen onder het zadel nauwelijks te onderscheiden van zijn bewegingen als hij in de paddock liep.
Pepels ruiter Jelena Petuschkowa kreeg de bijnaam “Frau Pepel”. Het paar nam in 1965 voor het eerst internationaal deel aan de Europese kampioenschappen dressuur in Kopenhagen en reed in de daaropvolgende tien jaar naar tal van successen.

Het grootste succes van de combinatie was de overwinning met het Russische team in de landenwedstrijd op de Olympische Spelen 1972 in München, waarbij de combinatie Pepel / Petuschkowa zich ook verzekerde van de zilveren medaille in de individuele wedstrijd. Ze hadden met het Russische team ook al een zilveren medaille gewonnen in de landenwedstrijd tijdens de Olympische Spelen 1968 in Mexico, waar ze individueel de zesde plaats behaalden. Andere belangrijke successen waren het winnen van de gouden medaille, zowel individueel als met het Russische team, bij het Wereldkampioenschap 1970 in Aken. Op het WK van 1966 was Pepel onder zijn ruiter al als derde geëindigd en in 1974 werd hij zowel individueel als in de landenwedstrijd tweede. Op de Europese kampioenschappen werd de combinatie Pepel/Petuschkowa vier keer tweede met het team (1967, 1971, 1973, 1975) en twee keer derde (1965, 1969). De enige individuele medaille op een Europees kampioenschap is in 1973 gewonnen toen ze tweede werden.

De combinatie nam in 1977 bij de nationale Sovjetkampioenschappen voor het laatst deel aan een wedstrijd, waar In totaal dertien keer succes is geboekt.

Na de wedstrijd is Pepel naar de Kirow-stoeterij gegaan en is hij een succesvolle fokhengst geworden”.

Van Pepel zijn 12 hengstveulens en elf merrieveulens geregistreerd.

Van de zonen zijn er vier gebruikt in de fokkerij: Gipjur Trak (1978), Vipas Trak (1979). Sapros Trak (1980) en Vopros Trak (1980).

De hengst Vopros Rustr (MV. Singapur xx) is in Charkov (UKR) in de sport uitgebracht en is daarna verkocht naar Estland, waar hij is gebruikt voor de fokkerij. Zijn zoon (ruin)  Libervil Trak (2007) is van 2014 tot en met 2021 in internationale dressuurwedstrijden uitgebracht.

De hengsten Gipjur, Vipas en Sapros worden verderop in de tekst in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

Jelena Petuschkowa werd na haar sportieve carrière een gerespecteerd jurylid, lid van het bestuur van de Federation Equestre Internationale (FEI) en onvermoeibare promotor van de dressuursport in de Sovjet Unie. Ze is op 8 januari 2007 na een langdurig ziekbed op 66-jarige leeftijd overleden en begraven op de Trojekurovo begraafplaats in Moskou. Op de begraafplaats staat een standbeeld van de combinatie Pepel / Petuschkowa.

Op de website www.eurodressage.com/2009/10/20/pepel-true-legend-russian-dressage is een uitvoerig portret van Pepel te lezen.

 

 

14.1.1.  Gipjur  Rustr N 361

 

Gipjur Rustr (V. Pepel Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is  op 2 maart 1978 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Gipjur is de bruine merrie Georgina Rustr (1964, V. Ostrjak Rustr), Zij is ook de moeder van de hengst Gigant Trak (1987, V. Tarino Trak), die is goedgekeurd door het Trakehner stamboek.
Tweede moeder van Gipjur is de vos Garmonia Rustr ( 1958, V. Gluchar Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Gipjur een afstamming met 58,6 % Trakehner bloed en 25,8 % Engels- en Arabisch volbloed.

Gipjur is in Rusland door Jelena Petuschkowa in de dressuursport uitgebracht, maar door een liesbreuk heeft die sportcarrière maar kort geduurd. De hengst is daarop verkocht aan de Dnepropetrowsk stoeterij in Vishnjovoe in het Pokrovskiy district, dat circa 80 km ten zuidoosten van Dnepropetrowsk in het zuidoosten van Oekraïne ligt. Daar is hij vanaf 1986 tot 1998 voor de fokkerij ingezet. In de jaren 1999 en 2000 is Gipjur voor de fokkerij gebruikt op de Zevs stoeterij.

Van Gipjur zijn dertien hengsten, zeven merries en een ruin bekend.
Zijn zonen Apogey Ukr (1989), Hang Ukr (1989), Agat Ukr (1991), Angarsk Ukr (1989). Arkhipelag Ukr (1992), Ostrog Ukr (1994) en Vagner Ukr (2000) zijn ingezet n de fokkerij. Van hen heeft alleen Ostrog meer dan vijftien nakomelingen gebracht.

Gipjur is op 12 september 2004 overleden

 

 

14.1.1.1.  Ostrog  Ukr WB IV

Ostrog Ukr (V. Gipjur Rustr) is een zwarte hengst, die op 10 april 1994 is geboren. Hij is gefokt op de Dnepropetrowsk stoeterij in Vishnjovoe in Oekraïne, dat sinds 24 augustus 1991 een onafhankelijk land is.
De moeder van Ostrog is de zwartbruine merrie Optika Ukr (1981, V. Priz xx) en tweede moeder is de donkerbruine Orbita Ukr (1975, V. Bezbrezhny Ukr).

Ostrog is gekocht door de Russische stoeterij Suslov, Kuznetsovy and K Stud in Belev, dat circa 300 km ten zuiden van Moskou ligt.

Van Ostrog zijn negen zonen en negen dochters geregistreerd.

 

 

14.1.2.  Vipas Rustr N 112

 

Vipas Rustr (V. Pepel Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 11 januari 1979 en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Vipas is de vos merrie Vesjolaja Pora Rustr (1973, V. Pomeranets ox) en tweede moeder is Visovka Rustr (1967, V. Ostrjak Rustr).

Vipas heeft in Rostov aan de Don deelgenomen aan negen rennen, waarvan hij er één won.
Van 1982 – 1993 is Vipas op de Kirow stoeterij ingezet voor de fokkerij.
Van hem zijn 45 zonen en 41 dochters geregistreerd. Van de zonen Ejvon Rustr (1988) en Pevez Rustr (1988) zijn meer dan vijftien nakomelingen geregistreerd.

Vipas is in 2001 overleden.

 

 

14.1.2.1.  Ejvon  Rustr  N 125

 

Ejvon Rustr (V. Vipas Rustr) is een vos hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 6 april 1988 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Ejvon is de zwarte merrie Estakada Rustr (1981, V. Ekipasch Rustr) en tweede moeder is de vos Estafeta Rustr (1969, V. Topol ox).
Ejvon is op de Shasherin stoeterij in Krasnyj Voskhod, dat 30 km ten westen van Perm aan de bovenloop van de Wolga ligt, ingezet voor de fokkerij. Van de hengst zijn acht hengsten, dertien merries en twee ruinen geregistreerd.

Ejvon is op 2 juni 2007 overleden.

 

 

14.1.2.2.  Pevez Rustr 093 (0014)

 

Pevez Rustr (V. Vipas Rustr) is een vos hengst die op 23 april 1988 op de Kirow stoeterij in Voronovo is geboren.
Zijn moeder is de donkerbruine merrie Pavlinka Rustr (1975, V. Vimpel Rustr). Zij is ook de moeder van de hengst Pavitsch Rustr (1984, V. Vek Rustr).
Tweede moeder van Pevez is de donkerbruine Prima Rustr (1966, V. Achmad Trak).

Pevez is aangekocht door de Chuvashija stoeterij in Yadrin, dat halverwege Niznij Novgorod en Kazan en ruim 600 km ten oosten van Moskou ligt.
Van Pevez zijn 11 zonen en tien dochters geregistreerd.
Na het dekseizoen 1995 is Pevez afgevoerd wegens een besmetting met trypanosomiasis (dourine).

 

 

14.1.3.  Sapros Rustr N 187 / DE304046251380

 

Sapros Rustr (V. Pepel Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 28 april 1980 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Sapros is de zwarte merrie Saponka Rustr (1971, V. Plafon xx). Zij is ook de moeder van de hengsten Sapad Rustr (1981, V. Prospekt Trak) en Sorkij Rustr (1988, V. Hockey II Rustr), die beide in Rusland zijn ingezet voor de fokkerij.
Tweede moeder van Sapros is de donkerbruine Soluschka Rustr (1966, V. Ostrjak Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Sapros een afstamming met 46,9 % Trakehner bloed en 42,2 % Engels volbloed.

Sapros is vanaf 1991 op de Kirow stoeterij ingezet in de fokkerij.

In 1997 is Sapros vierde geworden bij de Russische Gold Cup tentoonstelling en daarna is hij aangekocht door Gottfried Hoogen uit Kevelaer, dat ter hoogte van Venraij vijf km van de Nederlands-Duitse grens in Noordrijn-Westfalen ligt.
In januari 1998 is Sapros in Alsfeld goedgekeurd door het Trakehner stamboek en in maart 1999 is Sapros in Aken door het Rijnlandse stamboek goedgekeurd. Ook het Westfaalse stamboek heeft Sapros toegelaten tot de fokkerij.
In de jaren dat Sapros in Duitsland verbleef hebben diverse Russische stoeterijen gebruik gemaakt van zijn sperma.

Sapros is tot 2010 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

Van Sapros zijn in Rusland 42 zonen, 43 dochters en een ruin geregistreerd  en in Duitsland zijn 61 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek. Drie dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.

In Rusland zijn de zonen Haus Rustr (1992), Sevs Rustr (1993), Oasis Rustr (1995), Harold Rustr (1995), Oson Rustr (1996), Orsoj Rustr (1998), Rasdan Rustr (1998), Beresnjak Rustr (1998), Vsljot Rustr (1998), Disnej Rustr (1999) en Polones Oginskogo Rustr (2004) goedgekeurd voor de fokkerij. Van hen hebben Haus, Sevs en Vsljot vijftien of meer geregistreerde nakomelingen.

In Duitsland is de zoon Marcato Trak (2002) goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Van hem is één dochter als fokmerrie ingeschreven in een stamboek en zijn drie nakomelingen geregistreerd als wedstrijdpaard.

In Duitsland zijn 96 nakomelingen van Sapros geregistreerd als wedstrijdpaard. Zij hebben samen € 17.866 gewonnen.

Sapros heeft in Duitsland een dressuurindex van 74 met een betrouwbaarheid van 77 %.

 

 

14.1.3.1. Haus Rustr N 442

 

Haus Rustr (V. Sapros Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 157 cm.
Hij is op 12 januari 1992 geboren en is gefokt door de Kuban stoeterij in Krasnodar, dat in het zuiden van Rusland ligt.
De moeder van Haus is de vos merrie Horda Rustr (1988, V. Otscherk Rust) en tweede moeder is de bruine Haribda Rustr (1979, V. Brezent xx).

Haus is op de Dejrra stoeterij in Igino, dat circa 70 km ten noorden van Kursk in het westen van Rusland ligt, ingezet voor de fokkerij.
Van Haus zijn zeventien hengstveulens en zestien merrieveulens geregistreerd.

 

 

14.1.3.2.  Sevs Rustr N 374

 

Sevs Rustr (V. Sapros Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 6 april 1993 en is gefokt door de Olimp Kubani stoeterij in Krasnodar, dat in het zuiden van Rusland ligt.
De moeder van Sevs is de zwarte merrie Epocha Rustr (1978, V. Ef xx) en tweede moeder is de zwarte Hronika I Rustr (1971, V. Nargil Rustr).

Sevs is in de jaren 1999 – 2011 op de Olimp Kubani ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn zestien hengstveulens en negentien merrieveulens geregistreerd.

 

 

14.1.3.3.  Vsljot Rustr  N 344

 

Vsljot Rustr (V. Sapros Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 16 mei 1998 en is gefokt door de Kavkaz stoeterij in Kurganinsk, dat halverwege Krasnodar en Stavropol in het zuiden van Rusland ligt.
De moeder van Vsljot is de bruine merrie Vecha Rustr (1993, V. Herson Rustr) en tweede moeder is de vos Vakchanka Rustr (1986, V. Hockey Rustr).

Vsljot is in (internationale) spring- en eventingwedstrijden uitgebracht.

Vsljot is door de Vsljot stoeterij in Rybolovo, dat circa 50 km ten zuidoosten van Moskou ligt, in de jaren 2002 – 2016 in gezet in de fokkerij. Van Vsljot zijn zeven zonen en tien dochters geregistreerd.

 

 

14.2.  Pompej Rustr N 36

 

Pompej Rustr (V. Pilligrim Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is geboren op 19 mei 1956 en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Pompej is de zwarte merrie Plastik Trak (1942, V. Kornut Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Bespechny Ukr (1953, V. Buket Russ), die in Rusland en Oekraïne is goedgekeurd.
Tweede moeder van Pompej is de bruine Platina Trak (1928, V. Friedensfürst xx).
Pompej is ingeteeld op de hengst Ararad Trak (1921, V. Jagdheld Trak), die twee keer als overgrootvader in de afstamming van Pompej voorkomt en daarmee een inbreng van 25 % heeft in zijn erfelijke eigenschappen.
Gerekend over acht generaties heeft Pompej een afstamming met 54,7 % Engels- en Arabisch volbloed en 40,6 % Trakehner bloed.

Pompej is aangekocht door de Starozhilovo stoeterij  in Starozhilovo, dat circa 50 km ten zuiden van Rjazan en 200 km ten zuidoosten van Moskou ligt.

Pompej is daar van 1964 tot en met 1968  gebruikt voor de fokkerij.
Van hem zijn 28 hengsten en 38 merries geregistreerd. De zonen Galop Rustr (1967),  Kipr Rustr (1967) en Diapason Rustr (1969) zijn ingezet voor de fokkerij.

De hengst Kipr heeft weinig nakomelingen gebracht. De hengsten Galop en Diapason worden hierna in afzonderlijke hoofdstukken besproken.

 

 

14.2.1.  Galop Rustr N 117

Galop Rustr (V. Pompej Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is in 1967 geboren en is gefokt door de Starozhilovo stoeterij in Starzhilovo, dat bij Rjazan circa 200 km ten zuidoosten van Moskou in Rusland ligt.
De moeder van Galop is de vos merrie Gretschicha Rustr (1955, V. Guido Trak (zie hfdst. 3.). Zij is ook de moeder van de hengst Gret Rustr (1971, V. Etjud Rustr) en ze is de tweede moeder van de hengst Gipnos Rustr (1971, V. Pastoral Rustr). Zowel Gret als Gipnos zijn in Rusland ingezet voor de fokkerij.
Tweede moeder van Galop is de vos Chvoja Rustr (1947, V. Hassgesang Trak), die ook de moeder is van de hengst Gluchar Rustr (1951, V. Guido Trak).
Galop is ingeteeld op de hengst Pythagoras Trak, die in zijn afstamming twee keer voorkomt als overgrootvader en daarmee een inbreng van 25 % heeft in zijn erfelijke aanleg.

Galop is van 1979 tot en met 1987 voor de fokkerij gebruikt op de Dovator stoeterij in Ratomka, dat enkele kilometers ten noordwesten van Minsk in Wit-Rusland ligt,

Van Galop zijn 37 hengsten, 34 merries en een ruin geregistreerd.
Van de hengsten zijn Dragun Rustr (1991), Intrigan Rustr (1981), Polog Rustr (1983), Pengo Rustr (1983), Horog Rustr (1984), Petscheneg Rustr (1984), Roling Rustr (1985) en Domingo Rustr (1985) goedgekeurd voor de fokkerij, maar alleen Dragun, Polog en Horog hebben meer dan vijftien geregistreerde nakomelingen.

 

 

14.2.1.1.  Dragun Rustr  N 147

 

Dragun Rustr (V. Galop Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is op 17 januari 1981 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Dragun is de bruine Dosada Rustr (1976, V. Ostrjak Rustr) en tweede moeder is de vos Dioptrija Rustr (1972, V. Profil ox).

Dragun is van 1988 tot en met 2000 op de Dovator stoeterij ingezet voor de fokkerij.
Van hem zijn 45 hengsten, 49 merries en zes ruinen geregistreerd.

De merrie Hojda Rustr (1989, MV. Ripon xx) is de moeder van de hengst Ischor Trak LTV (1993, V. Igrek Rustr), die is goedgekeurd door het Letlandse stamboek.

Acht zonen van Dragun zijn ingezet voor de fokkerij: Palladium Rustr (1989), Pindar Rustr (1995), Gordon Rustr (1996), Sadko Rustr (1996), Podium-RDI Rustr (1998), Orden Rustr (1999), Luidor Rustr (2000) en Gdan’sk Rustr (2001).
De hengsten Pindar, Podium-RDI, Orden en Luidor hebben slechts enkele nakomelingen gebracht en zijn van weinig belang geweest voor de fokkerij.

Dragun is in 2001 overleden.

 

 

14.2.1.1.1.  Palladium Rustr N 199

 

Palladium Rustr (V. Dragun Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 20 februari 1989 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Palladium is de vos Pelena Rustr (1973, V. Epigraf Rustr). Zij is ook de moeder van de hengsten Palasch Rustr (1979, V. Proton Rustr) en Plutarch Rustr (1983, V. Hog Rustr) en de tweede moeder van de hengsten Petsejs LWB (1989, V. Priliv Rustr) en Punch Rustr (1990, V. Priliv Rustr).
Tweede moeder van Palladium is de vos Privoljana Rustr (1967, V. Welt Trak).

Palladium is in 1997 via een veiling verkocht aan de Nitra Vazalemma stoeterij in Niitvдlja, dat circa 30 km ten zuidwesten van Tallinn in Estland ligt. Later is Palladium in het bezit gekomen van de Heimtali stoeterij in Viljandi in Estland, waar hij van 1992 tot en met 2006 is ingezet voor de fokkerij.
Van Palladium zijn 27 hengsten, 29 merries en 5 ruinen  geregistreerd.

Zijn zonen Papillon Rustr (1996), Eagle Pass Rustr (1998), Flase Pass EWB (1998) en Peron EWB (2006) zijn ingezet voor de fokkerij, maar hebben maar een marginale bijdrage aan de fokkerij geleverd.

In de jaren 2003 tot en met 2005 is Palladium in de internationale springsport uitgebracht, waarbij hij aan diverse World Cup wedstrijden heeft deelgenomen.

 

 

14.2.1.1.2. Gordon Rustr N 364

 

Gordon Rustr (V. Dragun Rustr) is een schimmel hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is in 1996 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Gordon is de schimmel Grachora Rustr (1989, V. Halif Rustr) en tweede moeder is de bruine Grosa Rustr (19985, V. Oreal Rustr).

Gordon is in de jaren 2000 – 2004 op de Dovator stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn veertien zonen en elf dochters geregistreerd.
De zonen Mangust Rustr (2002), Gardemarin Rustr (2005) en Signal Rustr (2005) zijn als fokhengst gebruikt, maar hebben niet veel invloed gehad.

 

 

14.2.1.1.3. Sadko Rustr N 421

 

Sadko Rustr (V.  Dragun Rustr) is een vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is op 31 januari 1996 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Sadko is de vos merrie Soja Rustr (1986, V. Oreol Rustr) en tweede moeder is de vos Strada Rustr (1978, V. Diapason Rustr).

Sadko is in de jaren 2000 – 2015 voor de fokkerij gebruikt door de Antares stoeterij in Khomyakovo, dat 20 km ten noorden van Tula en 165 km en zuiden van Moskou ligt.

Van Sadko zijn tien zonen en zeven dochters geregistreerd.

In 2009 is Sadko kampioen geworden op de Trakehner keuring tijdens de Ekviros tentoonstelling in Moskou.

 

 

14.2.1.1.4.  Gdan’sk  Rustr N 502

 

Gdan’sk Rustr (V. Dragun Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 174 cm. Hij is op 15 maart 2001 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Gdan’sk is de zwarte merrie Gesperida Rustr (1992, V. Palasch Rustr) en tweede moeder is de bruine Golibika Rustr (1982, V. Oreaol Rustr).

Gdan’sk is in de jaren 2004 – 2009 voor de fokkerij gebruikt op de Troschino stoeterij in Smolensk. Smolensk ligt in het westen van Rusland op circa 50 km van de grens met Wit-Rusland.
Van Gdan’sk zijn twaalf zonen en negen dochters geregistreerd.
In 2009 is Gdan’sk verkocht.

Zijn zoon Paganini Rustr, hengst,  2010, zwart, MV. Tesis Rustr, is in de jaren  2018 – 2021 door Yana Kudryashova (RUS) uitgebracht in acht internationale eventingwedstrijden. De combinatie heeft in 2021 de CCI***wedstrijd in Dubrava gewonnen en heeft in 2019 derde plaatsen behaald in twee CCI**-wedstrijden in Dubrava. In 2021 zijn derde plaatsen behaald in de CCI*** wedstrijden in Konakovo en Dubrava.

 

 

14.2.1.2.  Polog Rustr N 279

 

Polog Rustr (V. Galop Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 163 cm. Hij is geboren op 7 januari 1983 en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Polog is de bruine merrie Plejada Rustr (1979, V. Diaf xx) en tweede moeder is de donkerbruine Premija Rustr (1967, V. Mikado Trak).
De derde moeder is een dochter van de hengst Pilligrim, die ook de grootvader is van Polog.

Polog is verkocht aan het Eifel hippisch centrum in  Magnity, dat circa 70 km ten noorden van Kursk in het westen van Rusland ligt, maar hij is ook gebruikt door het K.i.-bedrijf Investcomservice in Sovetsk, dat ten noorden van Krasnodar uit het zuiden van Rusland ligt.
Van Polog zijn zeven zonen en elf dochters geregistreerd.

 

 

14.2.1.3.  Horog Rustr  N 215


Horog Rustr (V. Galop Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 11 januari 1984 geboren en is gefokt door de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit-Rusland.
De moeder van Horog is de lichtbruine merrie Hna Rustr (1977, V. Nargil Trak). Zij is een zuster van de hengst Hersin Rustr (1973).
Tweede moeder van Horog is de bruine Hamadea Trak (1961, V. Traum O.Pr.).

Horog is op de Dovator stoeterij gebruikt voor de fokkerij. Van hem zijn 17 hengsten en elf merries geregistreerd.
Vijf van de hengsten zijn actief geweest in de fokkerij, maar veel nakomelingen hebben zij niet gekregen.

 

 

14.2.2.  Diapason Rustr N 90

 

Diapason Rustr (V. Pompej Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is is 1969 geboren en is gefokt door de Starozhilovo stoeterij in Starozhilovo.
De moeder van Diapason is de zwartbruine merrie Dewotka Trak (1960, V. Belizar O.Pr) en tweede moeder is de in Polen geboren zwarte Dogitta Trak (1990, V. KönigsaarTrak).

Diapason is op de Starozhilovo stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn 22 hengsten en veertien merries geregistreerd.
Zijn zoon Gid Rustr (1978) is verkocht aan de Dovator stoeterij in Ratomka in Wit Rusland en heeft daar zeven nakomelingen gebracht en zijn zoon Dal Nimer Rustr (1980) is naar Canada verkocht en is daar ingezet voor de fokkerij.

 

 

14.3.  Pamir Rustr N 29

Pamir Rustr (V, Piligrim Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 163 cm.
Hij is op 9 mei 1958 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
Pamir is een broer van de hengst Predmet Rustr (1960), die in Nederland door het VLN is goedgekeurd, maar slecht bevruchtte.
De moeder van beide hengsten is de vos merrie Mechanika Trak (1947, V. Markasit O.Pr.). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Tantal Rustr (1967, V. Topol ox).
Tweede moeder van Pamir is de schimmel Heidelerche Trak (1938, V. Cancara Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Pamir een afstamming met tenminste 45,3 % Engels- en Arabisch volbloed en tenminste  43,8% Trakehner bloed.

Pamir is van 1966 tot en met 1977 op de Kirow stoeterij gebruikt voor de fokkerij. Daarna is hij verkocht aan de Urozhay sportstal in Krasnodar.

Van Pamir zijn 65 zonen en 50 dochters geregistreerd.
Van zijn zonen zijn Papirus Rustr (1968) en Espadron Rustr (1971) actief geweest in de fokkerij.

 

 

14.3.1.  Papirus Rustr N 77

 

Papirus Rustr (V. Pamir Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm.
Hij is op 2 april 1968 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Papirus is de vos merrie Pochvalnaja Rustr (1963, V. Parisch Trak) en tweede moeder is de vos Hrisantema Rustr (1956, V. Hrsolit Rustr).

Papirus is in de periode 1971 – 1978 als fokhengst ingezet op de Kirow stoeterij en daarna heeft hij in 1979 en 1980 op de Ryazan stoeterij in Glebkovo gedekt.

Van Papirus zijn 38 hengsten en 42 merries geregistreerd.
De hengst Pompej II Rustr (1977) is ingezet voor de fokkerij.

De door de Ryazan stoeterij gefokte hengst Salb Rustr, 1980, bruin, MV. Zakaznik xx,  heeft in Rostov aan de Don deelgenomen aan hordenrennen en steeplechases. Ook heeft hij deelgenomen aan een steeplechase in Pardubice in Tsjechië, waar hij de vierde plaats heeft behaald.

 

 

14.3.1.1.  Pompej II Rustr  N115

 

Pompej II Rustr (V. Papirus Rustr) is een zwartbruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 24 januari 1977 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Pompej II is de bruine merrie Proposizija Rustr (1967, V. Plafon xx). Zij is ook de tweede moeder van de hengst Sapjor Rustr (1986, V. Erot xx), die in Rusland is ingezet voor de fokkerij.
Tweede moeder van Pompej II is de zwarte Piramida Rustr (1960, V. Piligrim Trak).
Piligrim is daarmee twee keer de overgrootvader van Pompej II en heeft een inbreng van 25 % in zijn erfelijke aanleg.

Pompej II is door de Kirow stoeterij in 1980 ingezet voor de fokkerij en is daarna verkocht aan de Sovetskij stoeterij, die in de omgeving van Stavropol in het zuiden van Rusland ligt.

Van Pompej II zijn zes hengsten en vijftien merries geregistreerd.

 

 

14.4.  Pevez Rustr N 04

Pevez Rustr (V. Piligrim Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 168 cm. Hij is op 18 april 1960 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Pevez is de donkerbruine merrie Elba I Rustr (1947, V. Eifel Rustr) en tweede moeder is de zwarte Artemis Rustr (1936, V. Ataman O.Pr,).
Gerekend over acht generaties heeft Pevez een afstamming met tenminste 45,3 % Trakehner bloed en 41,4 % Engels- en Arabisch volbloed.
In de moederlijn komt de hengst Mailand Berl-Brand (1910, V. Maikäfer Berl-Brand) voor en het is de vraag in hoeverre die voldoet aan de afstammingseisen voor Trakehners.

Pevez is door de Kirow stoeterij in de jaren 1963 tot en met 1966 ingezet voor de fokkerij. Van de hengst zijn zeven hengsten en dertien merries geregistreerd.

Pevez is op 28 november 1975 overleden.

 

 

14.5.  Podarok Rustr  N 95

 

Podarok Rustr (V, Piligrim Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 3 mei 1961 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Podarok is de vos merrie Druzschba Rustr (1951, V. Diabaz xx) en tweede moeder is Handra Rustr (1947, V. Hegemeister Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Podarok een afstamming met 55,5 % Engels- en Arabisch volbloed en 28,9 % Trakehner bloed. Van de afstamming is 12,5 % onbekend.

Podarok is in de jaren 1976 -1981 door de Kirow stoeterij ingezet in de fokkerij. Van hem zijn 31 hengsten, 43 merries en een ruin geregistreerd.

Van de zonen zijn er vijf in de fokkerij actief geweest, maar alleen de hengst Press heeft meer dan tien nakomelingen gekregen.

 

 

14.5.1.  Press Rustr N 283

 

Press Rustr (V. Podarok Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 161 cm. Hij is op 1 februari 1980 geboren en is gefokt door stoeterij Georgenburg in Maevka, dat een paar kilometers ten noorden van Chern’akhovsk (voorheen Insterburg) in de Russische oblast Kaliningrad ligt. De stoeterij ligt circa tien km van de plek waar destijds het Hauptgestüt Trakehnen was gevestigd.

De naam Georgenburg was de Duitse naam voor een deel van de plaats Insterburg , waar voor 1945 een voor toenmalig Oost Pruisen belangrijk Landgestüt was gevestigd en waar het verrichtingsonderzoek van de hengsten van het Hauptgestüt werd uitgevoerd.

De moeder van Press is de zwarte merrie Esmeralda Rustr (1968, V. Mikado Trak) en tweede moeder is de bruine Eola Rustr (1056, V. Eifel Trak).

Press is van 1983 tot en met 1993 op de stoeterij Georgenburg ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn negen hengsten en negen merries geregistreerd.

 

 

14.6.  Prospekt Rustr N 97

 

Prospekt Rustr (V. Piligrim Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 160 cm. Hij is op 9 februari 1961 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder is de donkerbruine merrie Spravka Rustr (1945, V. Creon Trak) en tweede moeder is de zwarte Sportliebe Trak (1932, V. Ararad Trak).
Sportliebe is ook de moeder van de hengsten Sporn Trak (1936, V. Pythagoras Trak, zie hfdst. 1.) en de van weinig betekenis geweest zijnde Sportgeist Trak (1941, V. Creon Trak, zie hfdst. 2.). Ook is ze de tweede moeder van de hengsten Opit Trak (1955, V. Ossian Trak), Ostrjak Trak (1955, V. Ossian Trak), Herson Trak (1956, V. Hagor ex Hügel Trak) en Pepel Trak (1956, V. Pliligrim Trak, zie hfdst. 14.1.).
Opit is goedgekeurd in Oekraïne, Ostrjak en Herson zijn door het Trakehner stamboel goedgekeurd en Pepel is ingezet in Rusland.

De hengst Pythagoras Trak (1927, V. Dampfross Trak) komt als grootvader en als overgrootvader voor in de afstamming van Prospekt en heeft daarmee een inbreng van 37,5 % in zijn erfelijke aanleg. De hengst Ararad Trak (1921, V. Jagdheld Trak) komt wee keer als overgrootvader en een keer als betovergrootvader voor in de afstamming, waardoor hij een inbreng heeft van 31,25 % in de erfelijke aanleg van Prospekt.

Gerekend over acht generaties heeft Prospekt een afstamming met 49,2 % Trakehner bloed en 43,0 % Engels- en Arabisch volbloed.

Prospekt is uitgebracht in dressuurwedstrijden, Met zijn amazone Irina Sloeva (RUS) maakte hij in 1975 deel uit van het nationale Russische jeugdteam.

Na zijn sportcarrière is Prospekt in de jaren 1978 – 1981 op de Kirow stoeterij gebruikt  voor de fokkerij. Van hem zijn zeventien hengsten en elf merries geregistreerd.
Zijn zonen Vaterpass Rustr (1981) en Sapad Rustr (1981) zijn actief geweest als fokhengst.

 

 

14.6.1.  Vaterpass Rustr N 144

 

Vaterpass Rustr (V. Prospekt Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 2 april 1981 geboren en is gefokt foor de Kirow stoeterij in Voronovo.
Zijn moeder is de zwarte merrie Versija Rustrak (1973, V. Singapur xx). Zij is ook de moeder van de hengsten Veterok Rustr (1978, V. Topki Rustr), Vopros Rustr (1980, V, Pepel Rustr) , Vodevil Trak (1984, V. Vek Rustr) en Novator Trak (1985, V. Eron xx).
Tweede moeder van Vaterpass is de zwarte Vestotschka Rustr (1961, V. Wel Trak).

Vaterpass is gekocht door de Nitra Vazalemma stoeterij in Niitvдlja, dat circa 30 km ten zuidwesten van Tallinn in Estland ligt, en is van 1987 tot en met 1992 gebruikt voor de fokkerij.
Volgens de Finse database Sukuposti zijn van Vaterpass 11 nakomelingen geregistreerd in Rusland en vijftien in Estland.

In Estland is Vaterpass uitgebracht in 1.30 m springconcoursen. De hengst is in 1994 overleden.

 

 

14.6.2.  Sapad Rustr N 372

 

Sapad Rustr (V, Prospekt Rustr) is een zwarte hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 1 mei 1981 en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Sapad is de zwarte merrie Saponka Rustr (1072, V. Plafon xx). Zij is ook de moeder van de hengsten Sapros Rustr (1980, V. Pepel Rustr, zie hfdst. 14.1.3.) en Sorkij Rustr (1988, V. Hockey II Rustr).
Tweede moeder van Sapad is de donkerbruine Soluschka Rustr (1966, V. Ostrjak Rustr).

Sapad is uitgebracht in M-springconcoursen.

Sapad is verkocht aan de stoeterij Fridland in Kaliningrad, dat aan de Oostzee ligt. Hij is van 1998 tot en met 2006 gebruikt voor de fokkerij.

Van Sapad zijn 17 hengsten en 17 merries geregistreerd. Hij is in 2006 overleden.

 

 

14.7. Podvig Rustr N 79

 

Podvig Rust (V, Piligrim Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 162 cm. Hij is op 3 maart 1963 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Podvig is de vos merrie Data Rustr (1952, V. Diabaz xx). Zij is ook de moeder van de hengst Vodopad Rustr (1971, V. Wielki Wezyr Trak).
Tweede moeder van Podvig is de vos Tachta Rustr (1947, V. Termit Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Bariton Rustr (1958, V. Belgorot xx) en ze is de tweede moeder van de hengst Topki Rustr (1972, V. Ostrjak Rustr).
Gerekend over acht generaties heeft Podvig een afstamming met 54,7 % Engels- en Arabisch volbloed en 38,3 % Trakehner bloed.

Podvig is van 1971 tot en met 1983 op de Kirow stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn 41 hengsten en 48 merries geregistreerd.

Na zijn fokkerijcarrière is Podvig verkocht aan een manege in Moskou.

 

 

14.8.  Privet Rustr N 82

 

Privet Rustr (V, Piligrim Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 165 cm. Hij is op 1 mei 1963 geboren en is gefokt door de Kirow stoeterij in Voronovo.
De moeder van Privet is de bruine merrie Epocha Rustr (1949. V. Eifel Rustr) en tweede moeder is Pikett Trak (1942, V. Hirtensang Trak).
Gerekend over acht generaties heeft Privet een afstamming met 50 % Trakehner bloed en 41,4 % Engels- en Arabisch volbloed.

Privet is verkocht aan de Nemono stoeterij in Silgali in het noordwesten van Litouwen. Daar is Privet van 1971 tot en met 84 ingezet voor de fokkerij.
Van Privet zijn 54 hengsten en 60 merries geregistreerd. Zijn zonen Homeras (1978), Hop  (1979) en Protonas (1979) zijn goedgekeurd voor de fokkerij en hebben meer dan vijftien geregistreerde nakomelingen gekregen.

Zijn zoon Despotas LTU, hengst, 1973, bruin MV. Gracioso PUZN, is in de jaren 1985 – 1987 door Edmund Klimovas (LIT) uitgebracht in de internationale springsport. De combinatie heeft onder andere in 1985 deelgenomen aan het Europees kampioenschap in Dinard, waar een 37e plaats is behaald.

 

 

14.8.1.  Homeras Rustr N 120

 

Homeras Rustr (V. Privet Rustr) is een vos hengst met een stokmaat van 171 cm. Hij is op 19 januari 1978 geboren en is gefokt door de  Nemono stoeterij in Silgali, Litouwen.
De moeder van Homeras is de vos merrie Chunta Rustr (1970, V. Topol ox) en tweede moeder is de vos Hosjaika Trak (1963, V. Hochot Trak).

Homeras is van 1982 tot en met 1988 op de Nemono stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van hem zijn 38 hengsten en 43 merries geregistreerd. Elf zonen zijn actief geweest in de fokkerij. Van hen hebben Vikingas (1985), Epigraf (1987), Kornetas (1988) en Korsas (1988) vijftien of meer geregistreerde nakomelingen.

 

 

14.8.1.1. Vikingas Rustr 233

 

Vikingas Rustr (V. Homeras Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 29 oktober 1985 geboren en is gefokt door de Nemuno stoeterij in Silgali in Litouwen.
De moeder van Vikingas is de donkerbruine merrie Vospitanniza Rustr (1965, V. Welt Trak) en tweede moeder is de bruine Prelest Rustr (1960, V. Parisch Trak).

Vikingas is van 1991 tot en met 2003 voor de fokkerij ingezet op de Vologodskaja Vivat stoeterij in Purshevo, dat circa tien km ten oosten van Moskou ligt.

Van Vikingas zijn zeven hengsten en acht merries geregistreerd.

 

 

14.8.1.2.  Epigraf Rustr N 219

 

Epigraf Rustr (V. Homeras Rustr) is een vos hengst met een stokmaat van 171 cm. Hij is geboren op 25 januari 1987 en is gefokt door de Georgenburg stoeterij in Maevka in de Russische oblast Kaliningrad.

De moeder van Epigraf is de donkerbruine merrie Epopeja Rustr (1978, V. Ef xx) en tweede moeder is de zwarte Pema Rustr (1966, V. Nargil Trak).

Epigraf is tot 2002 voor de fokkerij gebruikt door de Georgenburg stoeterij en is toen verkocht aan de Fridland Trakehner stoeterij in Kaliningrad. Daar is hij tot en met 2007 voor de fokkerij ingezet.

Van Epigraf zijn zestien hengsten, 22 merries en twee ruinen geregistreerd.

 

 

14.8.1.3.  Kornetas Rustr N 326

 

Kornetas Rustr (V. Homeras Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 177 cm. Hij is op 7 januari 1988 geboren en is gefokt door de Nemuno stoeterij in Silgali in Litouwen.

De moeder van Kornetas is de bruine Kalorija Rustr (1976, V. Hromogen Rustr) en tweede moeder is de donkerbruine Komedija Rustr (1970, V. Step Trak).

Kornetas is van 1991 tot en met 1999 door de Nemuno stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van de hengst zijn twaalf hengsten, vijftien merries en een ruin geregistreerd.

 

 

14.8.1.4.  Korsas Rustr N 251 / DE304989414188

 

Korsas Rustr (V. Homeras Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is op 31 mei 1988 geboren en is gefokt door de Nemuno stoeterij in Silgali in Litouwen.

De moeder van Korsas is de donkerbruine Komedija Rustr (1970, V. Step Trak). Zij is ook de tweede moeder van de hengsten Kornetas Rustr (1988, V. Homeras Rustr, zie hfdst. 14.8.1.3.) en Krach Rustr (1992, V. Horeograf Rustr).
Tweede moeder van Korsas is de donkerbruine Kova Rustr ( 1965, V. Epigonas xx).

Korsas is van 1994 tot en met 2006 actief geweest in de fokkerij.

Zijn zoon Monarch Rustr (1995) is een succesvolle fokhengst geworden.

De zoon Prikup Rustr (1999, MV. Vnutschek Rustr) is op de Russische tentoonstelling Ekviros 2002 Kampioen van de Russische Trakehners geworden.

De zoon Perfekt Rustr (2002, MV. Podvig Rustr) is in de jaren 2007 – 2009  uitgebracht in internationale eventing wedstrijden en was volgens gegevens van de World Breeding Federation of Sport Horses in 2009 de best presterende Trakehner in de eventingsport.

 

 

14.8.1.4.1.  Monarch Rustr N 378

Monarch Rustr (V. Korsas Rustr) is een vos hengst met een stokmaat van 164 cm. Hij is op 12 mei 1995 geboren en is gefokt door de Kuban stoeterij in Elizavtinskaja, dat curca tien km ten westen van Krasnodar in het zuiden van Rusland ligt.
De moeder van Monarch is de bruine volbloedmerrie Malaga xx (1988, V. Aviles xx) en tweede moeder is de vos Missury xx (1978, V. Min’On xx).

Monarch is van 1999 tot en met 2011 door de Kuban stoeterij ingezet voor de fokkerij. Van Monarch zijn twaalf hengsten en elf merries geregistreerd.

 

 

14.8.2. Protonas Rustr N 286

 

Protonas Rustr (V. Privet Rustr) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is op 9 mei 1979 geboren en is gefokt door de Nemuno stoeterij in Silgali in Litouwen.

De moeder van Protonas is de bruine merrie Prejla Rustr (1975, V. Hromogen Rustr) en tweede moeder is de vos Premia Rustr (1963, V. Witez Trak).

Protomas is van 1983 tot en met 1986 voor de fokkerij ingezet op de Zvezdochka GPKZ stoeterij in Moermansk en is van 1987 tot en met 1999 als fokhengst actief geweest op de Pushkin stoeterij in Sint Petersburg.

Van Protonas zijn zes hengsten, tien merries en een ruin geregistreerd.

 

 

Afgesloten op 6 november 2021

Back To Top