skip to Main Content

Samenvatting:

De geschiedenis van de Lippizaner fokkerij wordt kort beschreven. Siglavy ox is één van de Arabische hengsten binnen de Lippizaner fokkerij en zijn zoon Lapis ShA heeft een bijzondere levensverhaal dat zich voor een belangrijk deel heeft afgespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog in Rusland.
Lapis is de vader van de Anglo-arabisch hengst Burnus x en die is de vader van de hengst Habicht Trak.
Habicht heeft 16 goedgekeurde hengsten gebracht. Daarvan zijn vooral Balzflug Trak (1986), Sixtus Trak (1989) voor de fokkerij van belang zijn geweest en is Windfall Trak (1992) vooral door zijn prestaties in de samengestede wedstrijdsport, met onder andere deelname aan de Olympische Spelen 2004 in Athene, opgevallen.

Lippizaner fokkerij

De geschiedenis van de Lipizzaners gaat terug naar het midden van de 16e eeuw. Het ras is meer dan 450 jaar oud en daarmee is het één van de oudste paardenrassen van de wereld. Nog oudere rassen zijn het Arabische- en het Andalusische paard, waaruit de Lipizzaner is voortgekomen.

Lipizza
Toen de Habsburgers in de 16e eeuw zowel in Spanje als in Oostenrijk regeerden was er in midden Europa een toenemende behoefte aan een paard dat in het leger zou kunnen worden gebruikt, maar dat ook gebruikt kon worden in de moderne rijscholen die populair waren bij de adel. Omdat het vuurwapen was ontwikkeld en het harnas daar geen bescherming tegen bood en daardoor overbodig was geworden, had het leger behoefte aan een lichter paard dan tot dusver gebruikt werd. Tegen die achtergrond haalde keizer Maximiliaan II van Oostenrijk (1527 – 1576) omstreeks 1562 Spaans-Andalusische paarden naar Oostenrijk en stichtte de koninklijke stoeterij in Kladrub. Kladrub ligt in het huidige Tsjechië, ongeveer 80 km ten oosten van Praag en 20 km ten westen van Pardubice.
In navolging daarvan kocht Maximiliaans broer aartshertog Karl II van Binnen Oostenrijk (1540 – 1590) in 1580 het zomerverblijf van de aartsbisschop van Triëst in het dorp Lipizza en een gebied daar om heen en stichtte daar in 1586 na de koop van negen hengsten en 24 fokmerries uit Spanje een stoeterij. Lipizza heet tegenwoordig Lipica en ligt in het huidige Slovenië, ongeveer 10 km ten oosten van Triëst (Italië).

Dat beide broers enthousiast waren over Spaanse paarden kwam wellicht omdat hun familie op de Spaanse troon zat, maar waarschijnlijk ook omdat hun vader, keizer Ferdinand I (1503 – 1564), keizer van het Heilige Roomse Rijk en aartshertog van Oostenrijk, Spaanse ouders had en zijn opvoeding in Spanje had gekregen.

Karl II was de jongste zoon van keizer Ferdinand I en Anna van Bohemen. Hij werd na het overlijden van zijn vader in 1564 aartshertog van Binnen Oostenrijk (Stiermarken, Krain, Karinthië en enkele gebieden langs de Adriatische kust) en trouwde met Maria Anna van Beieren. Samen kregen ze 15 kinderen.

Lipizza ligt in een karstgebied. Het gebied wordt gekenmerkt door een kalkbodem, veel grotten, kloven en onderaardse rivieren. Gevoegd bij het milde klimaat is het een prima gebied om paarden op te fokken. Bij de fokkerij in Lipizza is ook veel gebruik gemaakt van inlandse paarden die bekend stonden door hun snelheid, veelzijdigheid en goede hoeven.
Waar in Kladrub vooral een zwaar koetspaard werd gefokt, werden in Lipizza lichte rijpaarden gefokt die uitsluitend bestemd waren voor de Habsburgse koninklijke familie. De stoeterijen in Kladrub en Lipizza onderhielden echter nauwe contacten en soms werd fokmateriaal uitgewisseld.

De Lipizzaner is een klein compact paard met een stokmaat van 155 – 158 cm. Veel Lipizzaners zijn stevig gebouwd maar sommige tonen de verfijning van de Arabische en Engels volbloedinvloeden.

In de 18e eeuw had Lipizza ongeveer 150 fokmerries die voortkwamen uit twintig klassieke merrielijnen. Om de kwaliteit van de paarden te verbeteren zijn in de 18e en 19e eeuw verschillende hengsten aangekocht uit andere fokkerijen. Zo werd in 1765 van de Koninklijke Deense stoeterij de Spaans gefokte Pluto aangekocht. Uit Italië kwamen Conversano (1767) en Neapolitano (1790) en uit Kladrub kwamen Maestoso (1773) en Favory (1779). De Arabische hengst Siglavy ox kwam omstreeks 1810 naar Lipizza. Deze zes hengsten hebben allemaal een eigen lijn gecreëerd in de Lipizzaner fokkerij en ook nu nog zijn er mannelijke nakomelingen van hen in de Lipizzaner fokkerij actief.
Later werden uit Hongarije nog de hengst Incitato en uit Kroatië de hengst Tulipan aangetrokken.

Daarmee is de Lipizzanerfokkerij beperkt tot de acht hengstenlijnen Conversano, Favory, Incitato, Maestoso, Neapolitano, Pluto, Siglavy ox en Tulipan. De twintig merrielijnen zijn Africa, Almerina, Argentina, Deflorata, Djebrin, Eglanderia, Europa, Famosa, Gidrana, Khell il Massaid, Mercurio, Mersuha, Presciana, Radautzerin, Rebecca, Rosza, Sardinia, Spadiglia, Stornella en Theodorosta.
De Habsburgse keizerlijke familie had in 1572 in Wenen een binnenmanege gebouwd waar paarden werden getraind in de klassieke rijkunst. Na het verdrijven van de Turken in 1683 is in het kader van de wederopbouw van Wenen in 1735 een nieuwe rijhal gebouwd in het keizerlijk paleis in Wenen. Vanaf dat moment zijn elk jaar de beste hengsten van de stoeterij in Lipizza naar de keizerlijke rijschool, die de Spaanse rijschool werd genoemd, gezonden.
Gedurende de vier eeuwen Lipizzaner fokkerij hebben oorlogen invloed gehad op de verspreiding van het Lipizzaner ras omdat bij een dreigende bezetting van Lipizza het belangrijkste fokmateriaal werd geëvacueerd, waarbij sommige dieren elders voor nakomelingen zorgden. Zo werd vanwege de dreigende komst van de Napoleontische legers het totale fokbestand van Lipizza in 1796 geëvacueerd naar Hongarije. Tijdens de zes weken durende tocht werden 16 veulens geboren, die een jaar later allemaal de stoeterij in Lipizza weer bereikten. In verband met een nieuwe Franse bedreiging zijn van 1805 tot 1807 alle paarden uit Lipizza naar Dakovo, ongeveer 350 km ten oosten van Lipizza, gebracht. Twee jaar later, toen het gebied rondom Lipizza toeviel aan Frankrijk, zijn 289 paarden vanuit Lipizza overgebracht naar Petska, 50 km ten zuidwesten van Boedapest in Hongarije. De Lipizzaners bleven zes jaar in Petska maar konden daar, vermoedelijk door het klimaatverschil met Lipizza, niet aarden.
Na 1815 brak een periode met weinig oorlogsgeweld aan en toen is in Lipizza geëxperimenteerd met de inbreng van Arabisch volbloed, Engels volbloed en bloed van andere rassen. In de jaren daarna bleek al snel dat veel van het nieuwe bloed niet leidde tot betere Lipizzaners en is weer gestopt met de experimenten. Met de inbreng van nieuw Arabisch bloed is in 1885 gestopt. Wel is in die tijd veel samenwerking tot stand gekomen tussen de verschillende stoeterijen binnen het Oostenrijks-Hongaarse rijk waarbij Lipizzaner hengsten ook elders zijn ingezet. In dezelfde periode zijn in Lipizza de hengstenlijnen van Siglavy ox, Incitato en Tulipan geïntroduceerd.
In 1915 stond de wereld weer in vuur en vlam en moesten de Lipizzaners weer uit Lipica worden geëvacueerd. De fokmerries en hengsten gingen naar Laxenburg bij Wenen en de jongere paarden werden naar Kladrub in Bohemen (Tsjechië) gebracht.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog verloor Oostenrijk de gebieden op de Balkan, met inbegrip van Lipizza, dat in Italiaanse handen kwam. Na lange onderhandelingen heeft Oostenrijk 97 paarden van het fokmateriaal dat in Laxenburg aanwezig was, mogen behouden en overgebracht naar de stoeterij in Piber. Italië (de stoeterij in Lipizza/Lipica) kreeg 107 paarden toegewezen en Hongarije kreeg de rest van het fokmateriaal. De paarden die werden toegewezen aan Hongarije zijn gekocht door graaf Esterhazy. De jonge paarden die naar Kladrub waren gebracht zijn daar eerst gebleven en hebben later de basis gevormd voor de fokkerij van de stoeterij in Topolcianky (Slowakije).
De regering van Joegoslavië begon een stoeterij in Stancic (Kroatië) en verkreeg enkele van de originele Lipizzaner paarden. Het einde van de Eerste Wereldoorlog betekende na 339 jaren ook het einde van de Keizerlijke en Koninklijke Staatsstoeterij Lipizza.
In 1930 telde Lipica nog ongeveer 30 merries en werden twee hengsten uit Stancic overgebracht naar Lipica om de fokkerij weer op gang te brengen. Dat resulteerde er in dat in 1940 het aantal merries was toegenomen tot 52.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Lipizzaners van de stoeterijen in Demir Kapja (Macedonië), Stancic, Lipica en Piber in 1942 overgebracht naar Hostau, een plaats in de gemeente Bischoftenitz, in het westen van Tsjechië en een kilometer of vijftien van de grens met Duitsland. Tegen het einde van de oorlog werden in Hostau 15 hengsten, 150 fokmerries en 200 veulens, enters en twenters gehouden. Met uitzondering van bestanden in Babòlna (Hongarije), Topolcianky en Fogaras (Roemenië) bevonden alle Lipizzaners ter wereld zich omstreeks 1945 in Hostau.
Toen tegen het einde van de oorlog in 1945 het oorlogsfront Hostau naderde besloot luitenant-kolonel Hubert Rodofsky, de leider van de stoeterij, contact op te nemen met de Amerikanen om te voorkomen dat Hostau, de stoeterij en de Lipizzaners door de naderende Russen zouden worden vernietigd. Op 15 mei 1945 zijn vervolgens alle Lipizzaner- en Arabische paarden die in Hostau werden gehouden, door de Amerikanen in veiligheid gebracht.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn de Lipizzaners uit Hostau verdeeld over verschillende stoeterijen in Slovenië, Oostenrijk en Italië. Omstreeks 1960 had de stoeterij in Lipica weer 180 paarden. De stoeterij van Lipica heeft daarna hengsten aangekocht in Piber en bij andere stoeterijen om te proberen het originele type Lipizzaner terug te fokken. Rond 1980 waren de Lipizzaners uit Lipica in de dressuursport zeer succesvol en is onder andere deelgenomen aan de Olympische Spelen in Los Angeles.
Lipizzanerfokkerij buiten Lipizza
Tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn op verschillende plaatsen in het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk Lipizzaner stoeterijen ontstaan. In het voormalige Joegoslavië werden Lipizzaners gefokt in Vucijak (Bosnië Herzegowina), Dakovo, Kutjevo, Lipik en Stancic, (allen in Kroatië), Demir Kapija (Macedonië) en Karadordevo (Servië). Ten aanzien van de stoeterij in Lipik moet daarbij worden vermeld dat deze stoeterij in oktober 1991 in de Joegoslavische burgeroorlog is gebombardeerd waarbij diverse paarden de dood vonden en 80 paarden zijn meegenomen naar Servië. In oktober 2007 heeft Servië 60 paarden teruggegeven aan het Kroatische Lipik.

In Oostenrijk is de staatstoeterij in Piber belangrijk voor het voortbestaan van het ras. In Hongarije vindt de fokkerij met Lipizzaner tegenwoordig plaats in Szilvasvarad en in Roemenië is de stoeterij in Fogaras van belang. In Topolcianky (Slowakije) wordt een zwaarder type Lipizzaner gefokt dat vooral geschikt is voor het boerenwerk.
In Italië worden Lipizzaner gefokt in Monterotondo, in de omgeving van Rome. Daar worden ook alle oorspronkelijke fokkerijgegevens en stamboeken uit Lipica bewaard.
Lipizzaner in de sport
In de sport hebben Lipizzaners veel succes geboekt in het vierspanrijden. Vooral de Hongaarse teams maken daarbij gebruik van de Lipizzaner. Het Hongaarse team werd vier keer wereldkampioen vierspannen: in 1976 in Apeldoorn (koetsiers Abonyi, Bardos, Fülop), in 1978 in Kecskemet (Bardos, Fülop en Papp), in 1984 in Szilvasvarad (Juhasz, Bardos en Fülop) en in 2004 in Kecskemet (Lázár, Kecskemeti en Dobrovitz) terwijl een Hongaars vierspan zes keer individueel wereldkampioen werd: 1974 Fülop (Frauenfeld), 1976 Abonyi (Apeldoorn), 1978 Bardos (Kecskemet), 1980 Bardos (Windsor), 1984 Juhasz (Szilvasvarad) en 2004 Lázár (Kecskemet). In 2010 is ook Ysbrand Chardon gestart met een vierspan Lipizzaners.

In de dressuur heeft de Lipizzaner vooral bekendheid gekregen door de prestaties van de Spaanse Rijschool in Wenen. Sporadisch hebben ruiters van de Spaanse rijschool ook met Lipizzaner deelgenomen aan internationale dressuurwedstrijden. Tenslotte hebben sommige nakomelingen uit de Siglavy x hengstenlijn succes geboekt bij internationale endurancewedstrijden.
Hedendaagse rijpaardfokkerij
De invloed van de Lipizzaner op de hedendaagse rijpaardfokkerij is vrij gering. In feite heeft alleen Siglavy x enige invloed en dan vrijwel alleen via de hengst Lapis ShA en zijn zoon Burnus x.
1. Lapis ShA 41023.38
De schimmel Lapis ShA is in 1938 in Joegoslavië geboren en had een stokmaat van 147 cm. Zijn vader 561 Siglavy II-22 ShA (1926, V. 21 Siglavy II ShA) gaat via de vaderlijn terug naar de Arabische hengst Siglavy ox (1819), die vanuit het Midden Oosten is geïmporteerd om in Bábolná voor de fokkerij te worden gebruikt.
Zijn moeder is de Arabische schimmelmerrie 16 Phaenomen ShA, die via haar vader 6 Mudir ox (1915, V. Siglavy Bagdadi ox) ook voortkomt uit de Siglavy-stam. Van de moederlijn van Phaenomen ox is niet veel met zekerheid bekend. Wel gaan er verhalen dat haar moederlijn afstamt van Hamdani El Samra ox, die ook de grootvader is van de stempelhengst Denousté ox.
In 1941 stond Lapis op de nationale Hongaarse stoeterij in Bábolná toen hij werd gevorderd door het Duitse leger en werd overgebracht naar het paardentrainingscentrum van het Duitse leger in Krampnitz bij Potsdam. Daar raakte luitenant Schmidt-Salzmann onder de indruk van de hengst en nam hem mee toen zijn cavalerieregiment naar Rusland werd verplaatst. Toen het Duitse leger door de Russen was verslagen is Schmidt-Salzmann in de winter op Lapis uit Centraal Rusland door vijandige linies heen 6.000 km terug gereden naar West Europa, waar hij en Lapis door het Britse leger krijgsgevangene zijn gemaakt. Enige tijd later kreeg Schmidt-Salzmann toestemming om met Lapis naar zijn woonplaats Salach bij Stuttgart te gaan. Vandaar heeft hij de staf van de naar Duitsland geëvacueerde stoeterij Bábolná geholpen met de terugkeer naar Hongarije. Als dank voor zijn hulp mocht Schmidt-Salzmann als cadeau een fokmerrie uitkiezen. Hij koos een vosmerrie van Fenek x uit een Anglo-Arabische moederlijn die op de stoeterij in Kisber was geboren en liet die merrie in 1947 door Lapis dekken. Het resultaat van die paring was Burnus x.
1.1. Burnus x 34006.48 Trak
Burnus x was een donkerbruine hengst met een stokmaat van 161 cm (andere bronnen zeggen 159 cm) , die in de periode 1950 – 1970 één van de belangrijkste hengsten van de Trakehner fokkerij is geworden. Hij is gefokt door Walter Schmidt-Salzmann uit Salach, dat bij Göppingen in Baden-Württemberg ligt.
Burnus x wordt gekenschetst als een zeer intelligente hengst met een uitstekend karakter. Voordat Burnus x aan zijn fokkerijcarrière begon won Reiner Klimke met hem het Duitse kampioenschap military. Toen de hengst een blessure opliep en niet meer in wedstrijden kon uitkomen, schonk zijn fokker hem aan het Trakehner Stamboek.
Van 1956 tot 1958 stond Burnus x op de stoeterij Rantzau, dat 40 kilometer ten oosten van Kiel in Holstein ligt, maar de Holsteinse fokkers waren nog niet rijp voor een Arabische halfbloed en kozen liever voor hengsten van het traditionele type.
Van 1962 tot 1965 stond Burnus x op stoeterij Vogelsanghof van Gottfried Hoogen in Kevelaer, dat in Nordrhein Westfalen, vlak aan de Nederlandse grens ter hoogte van Venray, ligt. Hoogen vond Burnus x een grote persoonlijkheid die veel plezier in het werk en uitstekende rijpaardeigenschappen had. Bij Vogelsanghof stonden de fokkers ook niet in de rij om hun merrie door Burnus x te laten dekken. Volgens Hoogen kwam dat door de geringe stokmaat van de hengst. In 1966 ging Burnus x naar de Hessische Hauptstiftung in Schmoel in Schleswig-Holstein, waar de grootste Trakehner merries van Duitsland werden gehouden en dat mondde in 1967 uit in de geboorte van de hengst Habicht en de fokmerries Tugend en Blinklicht.
Uiteindelijk kwam Burnus x terecht bij Peek in Halver – Bärendahl in het Sauerland, waar hij nog diverse merries dekte en op 7 maart 1980, op een leeftijd van 32 jaar, overleed. Als fokhengst heeft hij 420 merries gedekt.

Van de nakomelingen zijn er in Duitsland 118 uitgebracht in de sport en daarvan zijn er vier in de klasse Z dressuur uitgebracht en één in de klasse Z springen.
Van zijn nakomelingen hebben Orkan Trak (1971) en Kim Trak (1972) goed gepresteerd in samengestelde wedstrijden. Kim maakte met Karl Siemens-Fischer deel uit van het Duitse team dat deelnam aan het wereldkampioenschap military 1982.
Heidi Boldt heeft in de dressuursport succes geboekt met Bariton Trak. De combinatie won
€ 19.085.
De zwarte ruin Schwalberich Trak (1957) schitterde in de zware Derby van Hamburg, waar hij een foutloze ronde noteerde onder de met slechts één hand rijdende Bernd Bagusat (GER).

Van de zonen van Burnus x zijn Suez (1958), Alarm (1963), Marke’s Letzter (1963) en Habicht (1967) door het Trakehner stamboek als hengst goedgekeurd.

Burnus x is geëerd met de medaille van de Deutsche Landwirtschafts Gesellschaft (DLG) en de gouden medaille van de Duitse Hippische Sportbond.

1.1.1. Suez Trak (1958)

Suez Trak (V. Burnus x) is een in 1958 geboren bruine Trakehner hengst. Zijn moeder is Suska Trak (1941), die voortkwam uit een paring van Hellespont Trak (1935, V. Marduck xx) met de merrie Susanne Trak (1931, V. Praetor Trak). Suez is op jonge leeftijd verkocht naar Libië. Over zijn prestaties in Libië is geen informatie beschikbaar.

1.1.2. Alarm DE 309090034263 Trak

De in 1963 geboren Alarm Trak (V. Burnus x) is een zoon van de merrie Anita Trak (1957) die de Trakehner hengst Lieber Freund (1940. V. Poseidon Trak) als vader heeft. Ze komt uit een moederlijn die gevormd is door de Trakehner hengsten Wilder Jäger, Hohenstein, Artus en Helm.
Alarm heeft in Duitsland vier sportpaarden gebracht. Samen hebben die € 417 gewonnen.

1.1.3. Markes Letzter Trak DE 309090030063

De vos hengst Markes Letzter Trak (V. Burnus x) is in 1963 geboren uit de vosmerrie Marke (1941). Haar vader is de hengst Marktvogt Trak (1936, V. Marke Trak).
Markes Letzter’s tweede moeder is de zwarte Trakehnermerrie J. Feldrose (1934, V. Hexenschuss Trak).
De hengst is gefokt door Gottfried Hoogen uit Kevelaer, dat in Nordrhein-Westfalen ligt, vlak aan de grens met Nederland ter hoogte van Venray.
In de fokkerij heeft Markes Letzter enkele acceptabele merries gegeven. Zijn zoon Suzerein Trak (1969, MV. Carajan Trak) is door het Trakehner stamboek en het BWP in België goedgekeurd.

1.1.3.1. Suzerein Trak W1154HGTBWP /DE 304980549969

Suzerein Trak (V. Markes Letzter Trak) is een zwartbruine hengst die in 1969 is geboren. Hij heeft een stokmaat van 166 cm en is gefokt door M. Demendts uit Ronse, België.
De moeder van Suzerein is de bruine merrie Sulala Trak (1961, V. Carajan Trak) en tweede moeder is de schimmel Sulalei Trak (1955, V. Famulus Trak).
Suzerein is voor de fokkerij goedgekeurd door het Belgisch Warmbloed Paardenstamboek (BWP) en is van 1973 tot en met 1979 in België beschikbaar geweest voor de fokkerij. Van hem zijn 169 nakomelingen geregistreerd.

1.1.4. Habicht 270.67 Trak

De koolzwarte, 166 cm grote Habicht Trak is de beste nakomeling van Burnus x. Hij is gefokt door Günther Stut uit Hamburg en is geboren op 7 februari 1967.
Habichts moeder Hallo (1952) was een zwarte merrie van de Trakehner hengst Goldregen (1943, V. Creon). Tweede moeder is de 168 cm grote zwarte Handschelle (1940, V. Polarstern Trak), die is geboren op het Hauptgestut Trakehnen en deel uitmaakte van de groep paarden die tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog vanuit de stoeterij Trakehnen lopend naar het westen zijn gevlucht.
In de moederlijn komen verder de Trakehner hengst Ararad (1921, V. Jagdheld) en de Engelse volbloedhengsten Moet xx (1905) en Greif xx (1896) voor.

Habicht had zeer elastische, krachtige bewegingen en werd in 1970 op de Trakehner hengstenkeuring als kampioenshengst ingeschreven. Het Trakehner stamboek beschrijft de hengst als groot en krachtig, iets kort in het middenstuk, een goed bespierde croupe en achterhand met prima spronggewrichten.
Diverse personen hadden kritiek op zijn goedkeuren vanwege het incorrecte voorbeen van Habicht. Ook de opvallende schoudervrijheid waardoor hij de later voor Trakehners typische steekgangen vertoonde, kon lang niet iedereen bekoren.

Habicht heeft veel bijgedragen aan de na-oorlogse Trakehner fokkerij en heeft naast 16 goedgekeurde zonen, diverse invloedrijke vruchtbare fokmerries en een groot aantal uitstekende sportpaarden gebracht. In 1970 was hij de beste hengst die deelnam aan het verrichtingsonderzoek in Westercelle. Zijn basisgangen, springaanleg en “Rittigkeit” werden alle drie met een zeer goed beoordeeld. Nadat Habicht in de jaren 1970 – 1973 als belangrijkste hengst ter dekking had gestaan op de stoeterij Rantzau bij Kiel werd hij op zeven jarige leeftijd aangeboden aan het Duitse Olympiade Comité.

Reiner Klimke wilde Habicht als dressuurpaard en Lutz Goessing verzocht Habicht te mogen gebruiken als springpaard, maar Martin Plewa won het pleit en mocht met hem uitkomen in militarywedstrijden. Zes jaar lang was Habicht één van de meest succesvolle paarden in Duitse militarywedstrijden. In die tijd won de combinatie Plewa – Habicht in 1977 de drie sterren military in Achselschwang en was Habicht datzelfde jaar het beste Duitse paard in de 4 sterren military in Burgley (VK). In het begin van de tachtiger jaren keerde Habicht terug naar de fokkerij. Hij stond in de jaren 1980 – 1982 weer bij stoeterij Rantzau ter dekking; in 1983 en 1984 in Melle-Suttorf, ten noorden van Bielefeld, en van 1984 tot zijn dood in1992 bij stoeterij Hörstein bij Alzenau in het noordwesten van Beieren.

Habicht bracht 16 goedgekeurde zonen, die in diverse fokkerijen zijn ingezet, te weten: Coktail / Copernicus Trak (1971), Seeadler Trak (1971), Effekt Trak (1972), Mauritius Trak (1972), Orlof Trak (1973), Empire Trak (1982), Kolumbus Trak (1982), Markant Trak (1982), Parforce Trak (1982), Germanicus Rex Trak (1984), Emeer Trak (1985), High Life Bayern (1985), Balzflug Trak (1986), Vivus Trak (1987), Sixtus Trak (1989) en Windfall Trak (1992).

Opvallende fokmerries die Habicht als vader hebben zijn:

Arwetta Trak, 1971, zwart, MV. Gabriël Trak, fokker H.C. Foerst, is de moeder van de hengsten Arsenal Trak (1975, V. Waldzauber Trak), Aron Trak (1977, V. Lucado Trak), Argument Trak (1980, V. Ordensglanz Trak) en zijn broer Argonaut Trak (1981);

Mahara Trak, 1971, zwart, MV. Anwalt Trak, fokker mevr. E. von Lingelsheim, is de moeder van de hengst Mohammed Trak (1978, V. Lucado Trak);

Polarnacht II Trak, 1971, zwart, MV. Schöner Abend Trak, fokker Trakehner stoeterij Rantzau, is de moeder van de hengst Polargeist (1977, V. Daemon ox);

Marussja Trak, 1972, vos, MV. Anwalt Trak, fokker mevr. E. von Lingelsheim, is de moeder van de hengst Mahon Trak (1978, V. Mahagony Trak), die o.a. de vader is van de door het KWPN goedgekeurde hengst Bismarck (1983);

Donauflamme Trak, 1973, vos, MV. Poët xx, fokker Trakehner stoeterij Rantzau, is de moeder van de hengst Donauzauber Trak (1985, V. Karneol Trak), die later onder de naam Varazslo voor de fokkerij is gebruikt in Hongarije;

Sonset Trak, 1982, bruin, MV. Magnet Trak, fokker Trakehner stoeterij Rantzau, is de moeder van de hengst Sonset’s Sieger Trak (1990, V. Abdullah Trak). die in de Verenigde Staten is goedgekeurd door de American Trakehner Association;

Domina VI Trak, 1983, vos, MV. Pregel Trak, fokker Trakehner stoeterij Rantzau, is de moeder van de hengsten Donaufeuer Trak (1988, V. Shannon Trak), Donaukönig Trak (1989, V. Königspark xx), Davidoff Classic Trak (1996, V. Tolstoi Trak) en zijn broer Dvorak Trak (2000);

Polarreise II Trak, 1983, vos, MV. Waldzauber Trak, fokker mevrouw J. Paulicka, is de moeder van de hengsten Polarpunkt Trak (1991, V. Arogno Trak) en zijn broer Praust Trak (1995);

Ragnit III Trak, 1983, donkerbruin, V. Traumdeuter Trak, fokker mevrouw V. von Schöning, is de moeder van de hengst Radscha Trak (1989, V. Traumdeuter Trak);

Belle Petite Trak, 1984, donkerbruin, MV. Sleipnir Trak, fokker Trakehner stoeterij Görlo, is de moeder van het internationale dressuurpaard Bellinger Trak (1992, V. Maizauber Trak), dat door Lauren Spieser (USA) in Grand Prix dressuur-wedstrijden is uitgebracht, en van Bellingers broer, de goedgekeurde hengst Bellini Go Trak (1998);

Palma Nigra Trak, 1984, zwart, MV. Insterruf Trak, fokker Trakehner stoeterij Görlo, is de moeder van de hengsten Prinz Habicht Trak (1992, V. Carino Trak) en zijn broer Platinum von Rappenhof Trak (1998);

Honey III Trak, 1985, schimmel, MV. Grimsel Trak, fokker M. Mack, is de moeder van de hengst Carmino H Holst (1990, V. Coriolan Holst);

Samantha Trak, 1988, zwart, MV. Matador Trak, fokker H. Sachs, is de moeder van de hengst Levall SATHU (1997, V. L’Ami SATHU);

Serenade XVI Trak, 1991, donkerbruin, MV. Highnoon Trak, fokker stoeterij Hörstein, is de moeder van de hengsten Sky Dancer Trak (1995, V. Beg xx) en zijn broer Sky Walker Trak (1999) en

Alte Zeit Trak, 1992, bruin, MV. Arthus Trak, fokker H. Büttner, is de moeder van de hengst Alaskatraum Trak (1999, V. Abdullah Trak).

De Duitse Hippische Sportbond registreerde 252 nakomelingen van Habicht x waaronder 48 oaarden die in Z dressuur of hoger zijn geregistreerd.
Tot de meest succesvolle kinderen van Habicht in de sport behoren:

Livius Trak, ruin, 1971, vos, MV. Sterndeuter Trak, fokker dr. H. Wittmack, waarmee Emile Hendrix (NED) in 1981 in internationale springwedstrijden is uitgekomen en bij de Europese kampioenschappen in München individueel de vierde plaats behaalde en met het Nederlandse team de bronzen medaille won. Later is Livius verkocht naar de Verenigde Staten, waar Anne Kursinski (USA) hem uitbracht en onder andere de openingswedstrijd op de Olympische Spelen in 1984 in Los Angeles won.

Korofino Trak, ruin, 1984, zwartbruin, MV. Cataract Trak, fokker mevrouw S. Meyer, behaalde tussen 1988 en 2002 met diverse ruiters in Duitsland meer dan 200 prijzen in spring- en dressuurwedstrijden. Hij won 40 wedstrijden en heeft een winsom van € 10.047;

Sixtus Trak, hengst, 1989, zwart, MV. Ibikus Trak, fokker M. Biomeyer, was in de jaren 1996 – 1998 met de ruiters Richard Gromm en Gilbert Böckmann een succesvol springpaard in 140 cm wedstrijden. Sixtus heeft een winsom van € 10.085 en

Windfall Trak, hengst, 1992, zwartbruin, MV Madruzzo xx, fokker H. Lembke, waarmee Ingrid Klimke in 1999 military’s in Marbach, Wiesbaden, Bonn en Warendorf won. In 2003 won Darren Chiaccia (USA) met Windfall de military tijdens de Pan-Amerikaanse Spelen in Fair Hill (Maryland, USA) en in 2004 maakte dezelfde combinatie deel uit van het Amerikaanse militaryteam dat de bronzen medaille won tijdens de Olympische Spelen 2004 in Athene, Griekenland.

De nakomelingen van Habicht wonnen in Duitsland samen € 195.986.

1.1.4.1. Coktail Trak DE 309090042071

Coktail Trak (V. Habicht Trak) is een bruine hengst die is gefokt door Hans-Werner Paul uit Lehmkuhlen, dat in de Holsteinische Schweiz ligt.
De moeder van Coktail is de bruine merrie Corvina Trak (1960, V. Boris Trak).
Tweede moeder is de Altan merrie Corry (1955). Deze Corrie is ook de grootmoeder van de Habicht zoon Orlof (zie 1.1.4.5.).

Coktail is in Duitsland goedgekeurd door het Trakehner stamboek en heeft met Martini (1978) en Belvedere Trak (1979) twee goedgekeurde zonen gebracht. In 1980 is hij geëxporteerd naar Australië, waar hij is omgedoopt tot Copernicus. In Australië heeft hij de hengst Domhardt (1980) gebracht.

Andere opvallende nakomelingen van Coktail zijn:

Raikah Trak, merrie, 1976, MV. Postmeister Trak, fokker A. Isemann, is de moeder van de hengst Rastenberg Trak (1991, V. Van Deyk Trak);

Peru II Trak, merrie, 1978, MV. Schwalbenflug Trak, fokker stoeterij Hunnesrück (Trakehner stamboek), is de moeder van de hengst Peron. De hengst is in de sport onder de naam Hofgut Albführen’s Peron in de jaren 1994 – 1999 door achtereenvolgens Michelle Gibson (USA), Rudolf Zeilinger (GER), Ann-Kathrin Linnewedel (GER) en Francoise Cantamessa (SUI) met succes uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
Michelle Gibson bereikte op de Olympische Spelen 1996 in Atlanta met Peron de vijfde plaats in de Grand Prix dressuur. Peron heeft een winsom van meer dan € 100.000.
Als hengst is Peron goedgekeurd door het Trakehner-, Hannoveraanse, Baden-Württembergse- en Beierse stamboek;

Neversfelde Freude Trak, merrie, MV. Ibicus Trak, fokker onbekend, is de moeder van het in Australië gefokte internationale dressuurpaard Neversfelde Feuer (1996, V. Flemmingh Holst) dat in 2006 en 2007 door Maurice Bruce (AUS) en Kelly Layne (AUS) is uitgebracht in Grand Prix dressuur. In 2008 is de ruin gestart door Masanako Takahashi (JPN) en in de jaren 2010 – 2012 door Wim en Jolinde Verwimp (BEL). In 2011 stond Neversfelde Freude als 382e geklasseerd op de WBFSH ranglijst dressuur;

De Duitse Hippische Sportbond heeft van Coktail 44 nakomelingen geregistreerd die in sportwedstrijden zijn uitgekomen. Samen hebben die € 27.417 gewonnen.
Coktail is in 2001 overleden.

1.1.4.1.1. Martini OSB-A-S189 ATA (1978)

De bruine hengst Martini (V. Coktail Trak) is in 1978 geboren bij de stoeterij Hunnesrück van het Trakehner stamboek in Einbeck, dat circa 40 km ten noorden van Göttingen in Niedersachsen ligt. Hij heeft een stokmaat van 170 cm.
Zijn moeder is de vos Maranja Trak (1970, V. Tannenberg Trak) en tweede moeder is de schimmel Malva II Trak (1966, V. Pregel Trak)

Martini is op jonge leeftijd overgegaan naar de Valhalla Farm in Wellborn, Florida in de Verenigde Staten. Daar was Martini van 1990 tot en met 1998 de voornaamste hengst van de USDF en werd hij uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden.
De American Trakehner Association (ATA) heeft van Martini de zonen Stiletto (1995), Feuertanzer (1996) en Hilife (1998) goedgekeurd als fokhengst.
Martini’s dochter Icon (MV. Bold Excuse xx) is de moeder van de hengst Incantare ATA (1997, V. Enrico Caruso Trak).

1.1.4.1.1.1. Stiletto OSB-A-S339 ATA (1995)

De Trakehner schimmel hengst Stiletto (V. Martini ATA) heeft een stokmaat van 162 cm. Hij is geboren in 1995 en is gefokt door Jean Brinkman van de Valhalla Farm in Wellborn, dat ongeveer 80 km ten westen van Jacksonville in het noorden van Florida, Verenigde Staten ligt.
De moeder van de hengst is de schimmel merrie Subricocious (V. Abdullah Trak) en tweede moeder is de Arabisch volbloed schimmel Halali Saroua ox (1967, V. Zelamat ox).
In juni 1999 is Stiletto door de American Trakehner Association erkend als fokhengst. Hij is eind 2014 nog altijd voor de fokkerij beschikbaar op de Royal Palm Farm in Eufaula, dat 80 lm ten zuiden van Columbus in Alabama ligt.
Stiletto is uitgebracht in Prix St. George dressuurproeven en is van 2006 – 2010 door Andrew Palmer (USA) in verschillende eventingwedstrijden (CCI**) gestart. Na zijn eventingcarrière is Stiletto weer in dressuurwedstrijden tot op Grand Prix niveau uitgebracht.

1.1.4.1.1.2. Feuertänzer OSB-A-S340 ATA (1996)

Feuertänzer ATA (V. Martini ATA) is een vos hengst die in 1996 is geboren. Hij heeft een stokmaat van 167 cm en is gefokt door Jennifer Oettle uit Loomis, dat ten noorden van Sacramento in Californië, Verenigde Staten, ligt.
De moeder van de hengst is de schimmel merrie Fancy Free Trak (1978, V. Pregelstrand Trak) en tweede moeder is de schimmel Friconda Trak (1973, V. Condus Trak).
Feuertänzer is door de American Trakehner Association (ATA) goedgekeurd voor de fokkerij en heeft daarbij de één na hoogste waardering gekregen die de ATA ooit heeft gegeven. Enkele jaren later is aan Feuertänzer het predikaat “premium” gegeven.
Door een ongeluk in zijn box is hij geblesseerd geraakt aan de rug en heeft hij niet aan een verrichtingsonderzoek kunnen deelnemen. De ATA heeft daarop besloten hem niet langer voor de fokkerij te erkennen.
Feuertänzer heeft in de Verenigde Staten en Canada een aantal goede sportpaarden gebracht.
Hij is in 2008 aan koliek overleden. Wel is er daarna nog diepvriessperma van hem beschikbaar bij de Woodfieldpark stoeterij in Rangiora in Nieuw Zeeland. De nakomelingen van Feuertänzer worden erkend door de New Zealand Warmblood Horse Breeders Association (NZWBA).

1.1.4.1.1.3. Hilife OSB-A-S357 (ATA) (1998)

De vos hengst Hilife ATA (V. Martino ATA) heeft een stokmaat van 165 cm. Hij is geboren op 15 mei 1998 en is gefokt door Lincoln Case van de Hunter Bluf Farm in Covington, dat 50 km ten noorden van New Orleans in Louisiana, Verenigde Staten ligt.
De moeder van Hilife is de vos Henna Trak (1983, V. Hilarius Trak) en tweede moeder is de bruine Hyazinthe V (1972, V. Ordensglanz Trak).
Henna had een grote witte vlek op haar buik en bij Hilife kwam die aparte kleur naar voren doordat hij bij sommige merries platenbonte nakomelingen gaf.
Hilife is op jonge leeftijd verkocht aan Jean Brinkman van de Valhalla Farm in Wellborn, Florida, die de hengst beschikbaar heeft gesteld voor de fokkerij. In 2013 is Hilife verkocht aan J. David Pearce uit Illinois en is hij voor de fokkerij beschikbaar geweest op de Royal Palm Farm in Eufaula, Alabama, Verenigde Staten.
Van Hilife zijn enkele dochters bekend.

1.1.4.1.2. Belvedere Trak 309090136779

Belvedere Trak (V. Coktail Trak) is een donkerbruine hengst die in 1979 is geboren. Hij is gefokt door Ulrich Gorlo uit Melle, dat bij Bielefeld in Niedersachsen ligt.
De moeder van de hengst is de bruine merrie Belle Lune Trak (1973, V. Sleipnir Trak), die ook de moeder is van de hengst Belluno Trak (1982, V. Rittersporn Trak).
Tweede moeder is de bruine Belle Fleur Trak (1966, V. Gobelin Trak).
Belvedere is in de jaren 1990 – 2000 uitgebracht in B- en L-dressuurproeven en heeft een winsom van € 1.567.
De hengst is voor de fokkerij goedgekeurd door het Hannoveraanse stamboek en is van 1985 tot en met 1992 actief geweest in de fokkerij. Hij is vooral gebruikt voor de fokkerij van rijponies en heeft met zijn zoon Babados DRP (1987) een voor de fokkerij goedgekeurde rijponyhengst gebracht.
Zestien nakomelingen van Belvedere, vrijwel allemaal rijponies, zijn uitgebracht in de sport. Zij wonnen samen € 25.612.

1.1.4.1.3. Domhardt Trak (1980)

De bruine hengst Domhardt Trak (V. Coktail Trak) heeft een stokmaat van 165 cm. Hij is gefokt door Manfred Paul uit Lebrade, dat in de Holsteinische Schweiz in Schleswig-Holstein ligt.
De moeder van Domhardt is de bruine merrie 39 Dahoman IX ShA (1965, V. Dahoman IX ShA) en tweede moeder is de schimmel 3 Schagya XVI ShA (1957, V. Schagya XVI ShA).
In 1982 is Domhardt door Walter Sauer uit Branxton, New South Wales naar Australië gehaald, waar de hengst is gereden door Libby Sauer – Lang. Domhardt is in Australië uitgebracht in internationale dressuurwedstrijden. In 1985 is hij op het eiland Tasmanië een jaar gereden door Ron Just en daarna is hij verkocht aan Ardi Hapsoro Hamidjojo van het Trijaya Equestrian Center in Jakarta, Indonesië. Omstreeks 1995 is Domhardt in Indonesië verongelukt.
Als fokhengst heeft Domhardt in Australië enkele goede dressuurpaarden gebracht, waaronder de merrie Amadea AWAH (1985), die ook de moeder is van de goedgekeurde hengsten Czar Australis AWAH (V. Zwion Trak) en Noble Monarch AWAH (V. Vivaldi Trak).

1.1.4.2. Seeadler Trak DE 309090043671

Seeadler Trak (V. Habicht Trak) is een 164 cm grote, zwarte hengst die gefokt is door de Hamburgse koopman en reder E. Komrowski op zijn stoeterij annex fruitbedrijf in Steinwehr in de omgeving van Kiel in Schleswig-Holstein. Seeadler heeft een stokmaat van 164 cm.
Hij is een zoon van de zwarte merrie Syoni Trak (1964, V. Impuls Trak), die ook de moeder is van de goedgekeurde hengst Symbol Trak (1970, V. Hartung Trak).
Tweede moeder is Syringa (1958, V. Indigo I Trak) en zij komt uit een moederlijn waar naast Indigo I ook de Trakehner hengst Alibaba (V. Ararad Trak) en de Engels volbloed Paradox xx (V. Christian de Wet xx) aan hebben bijgedragen.

Seeadler was de kampioenhengst van de Trakehner hengstenkeuring 1974. Door de fokleiding is hij toen omschreven als een hengst met een indrukwekkende verschijning die goed in het rechthoeksmodel staat, een goed oog en een mooie bovenlijn heeft en over goede bewegingen in draf en galop beschikt.
In 1979 is Seeadler uitgebracht in enkele spring- en veelzijdigheidswedstrijden.

Seeadler heeft de fokkerij van 1974 – 1982 gediend en heeft een aantal opvallende nakomelingen gegeven, zoals:

Bellevue Trak, ruin, 1975, zwart, MV. Helianthus Trak, fokker W. Bunte, heeft in de jaren 1982 – 1988 met Hans Dussler veel succes gehad in 130 en 140 cm springwedstrijden. Bellevue heeft een winsom van € 11.253;

Elvira III Trak, merrie, 1977, vos, MV. Kampfer Trak, is de moeder van de hengst Eloquent Trak (1995, V. Saint Cloud Trak);

Akazie VI Trak, merrie, 1979, donkerbruin, MV. Italiener Trak, is de moeder van de hengst Artistic-Rock Trak (1992, V. Rockefeller Trak);

Lytessa Trak, merrie, 1979, donkerbruin, MV. Traumgeist xx, is de moeder van de bonte hengst Legato Trak (1991, V. Karabin Trak);

Simona Trak, merrie, 1979, zwartbruin, MV. Andalusier Trak, is de moeder van de hengst Sweet Affair Trak (2000, V. Buddenbrock Trak, zie 1.1.4.15.1.5.);

Talismann Trak, ruin, 1979, bruin, MV. Loretto Trak, is in de jaren 1988 – 1991 met Rainer Supan (GER) een succesvol springpaard in 140 cm concoursen. De ruin heeft een winsom van € 16.238;

Regatta II Trak, staatspremiemerrie, 1980, schimmel, MV. Igor Trak, is de moeder van het internationale dressuurpaard Renaissance Fleur TSF (1992, V. Tuareg Trak) waarmee Monica Theodorescu (GER) in de jaren 1999 – 2003 in internationale dressuurwedstrijden is uitgekomen. De combinatie is tweede geworden in de Grand Prix Special in Aken 2001 en heeft de overwinning behaald in de Grand Prix Speciaal Wiesbaden 2001, de Grand Prix in Maastricht 2002 en de Kür in Neumünster 2003;

Herzblatt III Trak, staatspremiemerrie, 1982, vos, MV. Ginster Trak, fokker mevrouw V. von Schönig, is de moeder van de hengst Heinrich der Löwe Trak (1988, V. Enrico Caruso Trak) en

Katanga VI Trak, merrie, 1983, vos, MV. Rosenberg Trak. , fokker mevrouw E. Rinn, is de moeder van de hengst Königsmarck Trak (2000, V. Tuareg Trak).

1.1.4.3. Effekt Trak DE 309090115472

Effekt Trak (V. Habicht Trak) is een voshengst die is gefokt door Karen von Ludowig uit Brodau, dat 25 km ten noorden van Lübeck in Schleswig Holstein ligt.
Effekt heeft een stokmaat van 161 cm.
Zijn moeder is Elegante II Trak (1963, V. Abendstern Trak), die ook de moeder is van de hengst Element Trak (1976, V. Maggiore Trak). Tweede moeder is de vos Ella Trak (1941), waarvan volgens de Deutsche Reiterliche Verenigung alleen bekend is dat haar moeder het Trakehner brandmerk voerde. Andere bronnen geven aan dat de tweede moeder van Effekt de vos Elfenschöne Trak (1957, V. Abendstern Trak) is.

Na zijn fokkerijcarrière is Effekt door Maike Remmers (GER) van 1978 – 1984 uitgebracht in lichte veelzijdigheids- en springwedstrijden. De hengst heeft een winsom van € 2.678.

Effekt heeft enkele goede fokmerries gegeven waaronder Helvetia II, die de grootmoeder is van de Trakehner hengst Hofrat (1998, V. Gribaldi) en Donaufreude. Beide merries zijn eigendom van Gestüt Sieversdorf in Sieversdorf, dat ten oosten van Kiel in de Holsteinische Schweiz ligt.
Effekt is in 1983 overleden.

1.1.4.4. Mauritius Trak DE 309090029972

Mauritius Trak (V. Habicht Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Zijn moeder is de donkerbruine merrie Makrone Trak (1979, V. Gunnar Trak). Zij staat ook te boek als de moeder van de Trakehner hengst Marcus (1979, V. Polarwind Trak), die in de Verenigde Staten ter dekking heeft gestaan.
De moeder van Makrone is de bruine Mayolika (1961, V. Ortelsburg Trak) en die komt uit een moederlijn die oorspronkelijk stamt uit de fokkerij van Eberhard von Zitsewitz op het landgoed Weedern in Angerapp, in het noordoosten van Pruisen. Tegenwoordig ligt het landgoed in de Russische exclave Kaliningrad.
Voor de fokkerij is Mauritius van geringe betekenis geweest.

1.1.4.5. Orlof Trak DE 304040019873 / 198 Stb KWPN

Orlof Trak (V. Habicht Trak) is een vos hengst die op 17 februari 1973 is geboren bij R. Hartwig in Groβ Barnitz bij Lübeck in Schleswig Holstein. Hij heeft een stokmaat van 172 cm. De moeder van Orlof is de vos merrie Candy Trak (1967, V. Auftakt Trak) en tweede moeder is de bruine Corrie Trak (1955, V. Altan Trak).
Corry was een fokmerrie van het Trakehner stamboek en is ook de grootmoeder van de hengsten Cornelius Trak (1969, V. Donauwind), Coktail Trak (1971, V. Habicht, zie 1.1.4.1.), Coral Trak (1971, V. Tannenberg Trak), Corvin Trak (1974, V. Schwärmer Trak) en Consul Trak (1980, V. Swazi xx).

Op vierjarige leeftijd is Orlof door de combinatie Leerink en Rhebergen uit Geesteren in Gelderland voorgesteld op de hengstenkeuring van het KWPN in Utrecht. Daar is Orlof als eerste van vijf vierjarige hengsten aangewezen voor het verrichtingsonderzoek in Sleen. Het KWPN omschreef Orlof als een beste hengst met goede lichaamsverhoudingen, met een mooie platte pijp die breed uit het spronggewricht komt en met goede bewegingen.
Orlof kreeg bij het verrichtingsonderzoek een goede beoordeling met achten voor de rijproef, het vrij springen, het karakter en het trainingsrapport en een 8,5 voor de terreinproef. Hij eindigde in puntentotaal op de 7e plaats van 29 hengsten.
Orlof heeft in 1977 op het dekstation Leerink gestaan, waar hij 43 merries dekte. In de jaren 1978 – 1980 was Orlof beschikbaar op het station van mevrouw Van Heijst in Nuenen. Daar dekte hij 201 merries. Het KWPN heeft 140 veulens van Orlof geregistreerd. Bij de afstammelingenkeuring in 1980 is vastgesteld dat Orlof aan zijn nakomelingen enkele eigenschappen meegeeft die ongewenst zijn. Genoemd worden een korte, rechte schouder, een sterk gehoekt achterbeen, een onregelmatige stap en een weinig krachtige draf. Op basis van dat resultaat is Orlof afgekeurd als dekhengst.

Het KWPN heeft 32 dochters van Orlof ingeschreven als fokmerrie, waaronder drie keurmerries. Drie dochters hebben het predikaat preferent ontvangen en vier dochters zijn prestatiemerrie geworden. De merrie Urloffine keur preferent prestatie KWPN is de overgrootmoeder van de hengst Carrero VDL KWPN, die door het Zangersheide stamboek is goedgekeurd en door het KWPN is erkend.

1.1.4.6. Empire Trak DE 309090132182

De bruine hengst Empire Trak (V. Habicht Trak) is geboren op 13 april 1982. Hij heeft een stokmaat van 167 cm en is gefokt door Horst Vortriede uit Krefeld bij Düsseldorf.
De moeder van Empire is de vosmerrie Elfenkrone II Trak (1967, V. Impuls Trak) en tweede moeder is de zwarte Elfenspiel Trak (1961, V. Dominus Trak). De moederlijn van Elfenspiel loopt terug tot omstreeks het einde van de 19e eeuw. Hengsten die verder aan de lijn hebben bijgedragen zijn achtereenvolgens Absprung (1951, Trak), Sabiner (1937, Oost Pruisen), Lehnsherr xx (1927), Meerschaum (1918, Oost Pruisen), Elfenreichen (1911, Oost Pruisen) en Jupiter (1880, Trak).

Empire is in 1984 door het Trakehner stamboek goedgekeurd en heeft in 1986 het verrichtingsonderzoek in Warendorf afgelegd. Hij is voor de fokkerij erkend door het Westfaalse – en het Rheinlandse Stamboek.
In 1992 is hij door zijn eigenaresse Bärbel Grundmann (GER) uitgebracht in M dressuur.
Van Empire zijn 25 dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek.

Volgens de Duitse Hippische Sportbond zijn 34 nakomelingen uitgebracht in de sport en samen hebben die € 12.690 gewonnen.
Opvallende nakomelingen van Empire zijn:

Mauritius Trak, ruin, 1987, zwart, MV. Spielhahn xx, fokker Hildegard Baumanns, die door Tanja Traupe (GER) op Grand Prix niveau is uitgebracht in internationale dressuurwedstrijden en

Joewell ATA, ruin, 1991, bruin, MV. Cornelius, fokker Erika Pistorius, die met Jennifer Barrows (USA), Angelea Walkup (USA) en Gwen Blake (USA) in de Verenigde Staten aan Grand Prix dressuurwedstrijden heeft deelgenomen.

1.1.4.7. Kolumbus Trak DE 309090140882

Kolumbus Trak (V. Habicht Trak) is op 14 mei 1982 geboren en heeft een stokmaat van 169 cm. Hij is gefokt door Claus Behrend uit Negernbütel, dat bij Bad Segeberg in Schleswig-Holstein ligt.
De moeder van Kolumbus is de bruine merrie Konstanz Trak (1970, V. Schabernack Trak). Tweede moeder is de bruine Korvetta Trak (1959, V. Stern xx). In de moederlijn van Konstanz komen verder de hengsten Suomar (1940), Hansakapitän (1941), Erhabener (1921) en Jubel (1910) voor.

Kolumbus is van 1987 tot en met 1994 door diverse ruiters uitgebracht in springwedstrijden in de klassen L en M.
In oktober 1984 is hij door het Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij en in 1985 heeft hij in Medingen deelgenomen aan een 100 dagen durend verrichtings-onderzoek, waarbij hij van 37 deelnemers plaats 30 behaalde.
Kolumbus is van 1985 tot en met 1990 beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Van zijn dochters zijn er zeven als fokmerrie ingeschreven in een stamboek. Ook hebben zeven nakomelingen aan sportwedstrijden deelgenomen en daarbij in totaal
€ 80 gewonnen.
Kolumbus is in 1995 overleden.

1.1.4.8. Markant Trak DE 309090135282

De schimmel hengst Markant Trak (V. Habicht Trak) heeft een stokmaat van 168 cm. Hij is op 24 februari 1982 geboren en is gefokt door Wilfried Lippe uit Rehhorst, dat 15 km ten westen van Lübeck in Schleswig-Holstein ligt.
Zijn moeder is de schimmel merrie Malve VIII Trak (1974, V. Igor Trak) en zijn grootmoeder is de bruine Marina V Trak (1966, V. Rosenberg Trak). Verderop komen de volbloed Marc Aurel xx en de Trakehner hengsten Famulus, Sonnentau en Fafner voor in de moederlijn.
In 1987 en 1992 is Markant uitgebacht in dressuurwedstrijden klasse B en L.

Het Trakehner stamboek heeft Markant in 1984 goedgekeurd voor de fokkerij en de hengst heeft in 1985 in Medingen deelgenomen aan een honderd dagen durend verrichtingsonderzoek, waar hij van de 37 deelnemende hengsten de 31e plaats bereikte.
Markant is van 1985 – 1988 en in 1992 in Duitsland beschikbaar geweest voor de fokkerij.
Hij heeft met zijn zoon Haydn (1985) één goedgekeurde hengst gebracht.
Drie dochters van Markant zijn als fokmerrie ingeschreven in een stamboek. Zes nakomelingen zijn gestart in sportwedstrijden en hebben daarbij gezamenlijk € 508 gewonnen.

In oktober 1992 is Markant verkocht naar Frankrijk, waar hij van 1993 tot en met 2000 als privéhengst beschikbaar is geweest voor de fokkerij. In die jaren zijn 83 dekkingen van hem geregistreerd en daaruit zijn 51 geregistreerde veulens voortgekomen.
Tien dochters van Markant zijn in Frankrijk ingeschreven als fokmerrie. Voorts zijn 19 nakomelingen uitgebracht in springwedstrijden, elf in samengestelde wedstrijden en vijftien in dressuurwedstrijden.
Twee nakomelingen van Markant uit de merrie Palmira Trak (1988, V. Spring Dive xx) hebben goed gepresteerd in samengestelde wedstrijden:

Palmerstone Ideal Trak, ruin, 1997, vos, heeft met diverse ruiters in de jaren 2003 – 2014 aan 29 samengestelde wedstrijden deelgenomen, waaronder tien CIC’s en daarbij € 3.224 gewonnen en

Paloma Ideal Trak, merrie, 1998, vos, heeft met Helen Brown (FRA) in de jaren 2003 – 2009 aan 43 samengestelde wedstrijden, waaronder vier CCI’s*, deelgenomen en daarbij € 3.378 gewonnen.

1.1.4.8.1. Haydn Trak DE 309090603786

Haydn Trak (V. Markant Trak) is een vos hengst met een stokmaat van 165 cm.
Hij is gefokt door Gerhard Olze uit Altscheid, dat bij Bitburg in Rheinland-Pfalz ligt.
De moeder van Haydn is de vos merrie Hantel Trak (1975, V. Grimsel Trak), die ook de moeder is van de in Baden-Württemberg goedgekeurde Trakehner hengst Honeur (1980, V. Leonardo Trak).
Tweede moeder is de schimmel Heimische Trak (1970, V. Gazal I ox).

Haydn is in oktober 1988 door het Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij en aangekocht door Berkenhoeve B.V. uit Wenum, dat bij Apeldoorn in Nederland ligt.
In het voorjaar van 1989 is hij ook aangeboden op de hengstenkeuring van het KWPN in ‘s-Hertogenbosch, maar is daar niet verder gekomen dan de eerste bezichtiging.
In het najaar van 1990 heeft Hayd deelgenomen aan een honderd dagen durend verrichtingsonderzoek in Adelheidsdorf, waar hij van 70 deelnemende hengsten de 37e plaats bereikte.
Van Haydn zijn twee dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek.
In februari 1992 is Haydn gecastreerd en vervolgens op een veiling van Trakehner paarden in Medingen verkocht.
In september 1992 en maart 1993 is hij onder de naam Hitch-Hiker gestart in M-dressuurproeven en in 1997 nog een keer in L dressuur.
Hitch-Hiker heeft een winsom van .€ 113.

1.1.4.9. Parforce Trak DE 309090120782

De donkerbuine Parforce Trak (V. Habicht Trak) is een hoog in het bloed staande hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is gefokt door Jörg Freiherr von Immhof van Kasteel Remlingen bij Würzburg in Beieren.
De moeder van Parforce is de vos merrie Punchetown Lady xx (1973, V. Willy Trout xx) en tweede moeder is de donker bruine Actina xx (1961, V. Fortina xx).
Freiherr von Immhof was een militaryruiter en heeft in 1977 voor dat doel de merrie Punchetown Lady xx in Ierland voor 890 Ierse ponden gekocht. Hetzelfde jaar deed de combinatie al mee aan de military van Achselschwang. Die zware miltary werd gewonnen door Martin Plewa met de hengst Habicht (zie .1.4.). Freiherr von Immhof reed met Punchetown Lady xx, die toen vier (!) jaar oud was, de snelste foutloze cross en werd tiende. In 1981 heeft Von Immhof Punchetown Lady xx door Habicht laten dekken, hetgeen uitmondde in de geboorte van Parforce.
Von Imhoff verkocht Parforce op jonge leeftijd aan Karl-Heinz Schulenburg uit Schleswig in Schleswig-Holstein en in 1996 kwam Parforce in handen van Hans Magers uit Rottendorf bij Würzburg in Beieren. Na het overlijden van Magers in januari 2013 heeft Parforce van zijn pensioen kunnen genieten bij stoeterij Welfert in Sankt Wendel in Saarland, waar hij op 7 januari 2015 op een leeftijd van bijna 33 jaar is overleden.

Voor de fokkerij is Parforce in het najaar van 1984 goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Later is hij erkend door het Beierse stamboek. De eerste jaren viel Parforce niet erg op. In het najaar van 1985 presteerde hij matig in het honderd dagen durende verrichtingsonderzoek in Adelheidsdorf, waar hij van 56 deelnemende hengsten plaats 38 bereikte. Op grond daarvan is hij ingedeeld in prestatieklasse 3, maar daarna ging Parforce zich onderscheiden in de springsport. Eerst onder Gerhard Westphal (GER) op concoursen in Schleswig-Holstein en later hebben Matthias Janβen (GER) en Gilbert Böckmann (GER) hem nationaal uitgebracht.

Als fokhengst heeft Parforce van 1985 tot en met 2007 op 11 verschillende dekstations, verspreid over heel Duitsland, gestaan, maar veel merries heeft hij nooit aangeboden gekregen.
Zijn nakomelingen presteren goed.
Zijn zoon Advent (1988) is goedgekeurd in Hongarije en zijn zoon Wunderknabe (2005) is goedgekeurd door het Zuchtverband für Sportpferde arabischer Abstammung (ZSAA).
Achtentwintig dochters zijn bij het Trakehner stamboek geregistreerd, waarvan vier het tot staatspremiemerrie hebben gebracht. Bij het Zuchtverband für deutsche Pferde (ZfdP) zijn vier dochters geregistreerd. Vier van zijn vrouwelijke nakomelingen hebben het predikaat elitemerrie ontvangen.

Succesvolle nakomelingen van Parforce zijn:

Phantom TSF Trak, 1988, schimmel, MV. Gazal ShA, fokker Karl-Heinz Schulenburg, die van 1994 – 2004 door Stefanie Boniberger (GER) in nationale 140 cm parcoursen is uitgebracht en een winsom heeft van € 65.717. Phantom TSF is jarenlang het beste Trakehner springpaard van Duitsland geweest;

Banteer Trak, merrie, 1991, zwartbruin, MV. Pasteur xx, fokker Jörg Freiherr von Imhoff, is een zuster van Biosthetik’s Bunbury Trak (zie c.) en heeft van 1998 – 2003 met dr. Mathias Baumann (GER) aan zeven internationale eventing wedstrijden deelgenomen. De combinatie heeft het CIC* Trostberg-Wäschhausen 2003 gewonnen. Banteer heeft een winsom van € 3.304.
Als fokmerrie is Banteer de moeder van de door het ZfdP goedgekeurde hengst Tally Ho ZfdP (2995, V. Ticiano ZfdP) en

Biosthetik’s Bunbury Trak, merrie, 1993, zwartbruin, MV. Pasteur xx, fokker Jörg Freiherr von Imhoff, is een zuster van Banteer (zie b.). De merrie heeft van 2001 – 2003 met Michael Jung (GER) aan tien CCI’s deelgenomen. De combinatie won het CIC** Marbach-Lauter 2002 en behaalde tweede plaatsen bij CCI** Wahlsdorf-Liepe 2002, CIC** Sahrendorf 2002, CIC** Kreuth 2003, CIC***Marbach 2003 en het CIC***Vittel (FRA) 2003. De merrie heeft een winsom van € 11.463.

Van de nakomelingen van Parforce zijn er 88 in Duitsland bij de FN geregistreerd als wedstrijdpaard. Samen hebben de nakomelingen € 108.022 gewonnen.

1.1.4.9.1. Advent Trak DE 309090101588 / 2637 HUN

Advent Trak (V. Parforce Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 25 april 1988 en is gefokt door Manfred Paul uit Lebrade, dat in de Holsteinische Schweiz in Schleswig-Holstein ligt. Paul is ook de fokker van de hengst Domhardt (1980, V. Coktail Trak, zie 1.1.4.1.3.).
De moeder van Advent is de donkerbruine merrie Amina Trak (1977, V. Lucado Trak) en tweede moeder is de donkerbruine Alpentraum Trak (1972, V. Habicht Trak). Advent voert daarmee 37,5 % Habicht bloed.

Advent heeft in 1992 in Tsjechië gedekt en is daarna goedgekeurd in Hongarije. Er zijn enkele dochters van hem bekend.

1.1.4.9.2. Wunderknabe Trak DE 409090159005

De schimmel hengst Wunderknabe Trak (V. Parforce Trak) heeft een stokmaat van 163 cm. Hij is op 7 mei 2005 geboren en is gefokt door Franz Hörmiller uit Kaufbeuren in Beieren.
De moeder van de hengst is de schimmel merrie West Virginia Trak (1985, V. Sascha Trak) en tweede moeder is de donkerbruine elitemerrie Wundermädel xx (1979, V. Madruzzo xx).
Wunderknabe is in de jaren 2009 – 2019 door Daniela Hörmiller (GER) in Duitsland en Oostenrijk tot op Grand Prix niveau uitgebracht in dressuurwedstrijden. Ook is Wunderkabe in springwedstrijden tot en met klasse M en in samengestelde wedstrijden tot en met klasse L gestart. Hij heeft een winsom van € 1.878.

Hij is in het najaar van 2007 bij de voorselectie voor de Trakehner hengstenkeuring afgewezen. In maart 2010 is hij door het ZSAA goedgekeurd voor de fokkerij en heeft in augustus 2010 voor het ZSAA een verrichtingsonderzoek afgelegd, waarvoor hij het cijfer 8,28 heeft gekregen. In 2010 is hij ook goedgekeurd door de Vereniging van fokkers van Arabische paarden VZAP.
Twee nakomelingen van Winderkanbe zijn geregistreerd als wdstrijdpaard.
In 2019 is hij beschikbaar bij zijn fokker in Kaufbeuren. Zijn dekgeld bedraagt € 450.

1.1.4.10. Germanicus Rex Trak DE 309090404384

Germanicus Rex Trak (V. Habicht Trak) is een donkere vos hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 8 mei 1984 en is gefokt door Jane Paulicka uit Melle dat ten oosten van Osnabrück in Niedersachsen ligt.
De moeder van de hengst is de vos merrie Germanica Trak (1974). Zij is van de hengst Irland Trak (1969) en dat is een zoon van de door het KWPN goedgekeurde hengst Frostwind Trak (1964, V.Pelion). Tweede moeder van Germanicus Rex is de bruine Gloria VI Trak (1968, V. Flugsand Trak), die ook de grootmoeder is van de door het KWPN goedgekeurde stempelhengst en vererver van dressuuraanleg Gribaldi Trak (1993, V. Kostolany Trak).
Germanicus Rex is in de jaren 1990 – 1992 door Juray Paulicka uitgebracht in lichte samengestelde wedstrijden. De hengst heeft een winsom van € 1.096.

De hengst heeft in 1997 in Münster-Handorf deelgenomen aan een verrichtings-onderzoek, waarbij hij van 26 deelnemende hengsten de twaalfde plaats bereikte. In 1988 is hij tot kampioen uitgeroepen op de hengstenkeuring van het ZfdP en hij is ook erkend door het Rheinlandse stamboek.

Germanicus Rex is van 1991 tot en met 2012 voor de fokkerij beschikbaar geweest op het bedrijf van zijn fokker in Melle.
Germanicus Rex was bij de fokkers nier erg populair. Volgens de Duitse Hippische Sportbond is één dochter van de hengst als fokmerrie in een stamboek opgenomen, maar volgens fokker Paulicka zijn dat er vier.
De vos dochter Sarabande XI Trak (2001, fokker Georg Pleister) is de moeder van de hengst Sarkander Trak (2010, V. Iskander Trak).

Van de nakomelingen zijn er 31 gestart in sportwedstrijden. Hun gezamenlijke winsom bedraagt € 19.454. Daarvan is € 14.352 gewonnen door de vos merrie Girl von Ipanema (1992, MV. Postillon Westf, fokker Dieter Städing), die in de jaren 2003 – 2009 door Frank Möller (GER), Anna-Katharina Vollmer (GER) en Markus Eitel (GER) is uitgebracht in 1.40 m. springwedstrijden.

1.1.4.11. Emeer Trak OSB-E-S270 (ATA)

De bruine hengst Emeer Trak (V. Habicht Trak) heeft en stokmaat van 165 cm. Hij is in 1985 geboren en is gefokt door Dietrich von Lenski uit Ritterhude, dat 15 km ten noorden van Bremen in Niedersachsen ligt. Von Lenski is een voormalig voorzitter van het Trakehner stamboek.
De moeder van Emeer is schimmel prestatiemerrie Elfenquelle Trak (1969, V. Magnet Trak). Tweede moeder is de donkerbruine elitemerrie Elfenglück Trak (1963, V. Anteil Trak). Moeder en grootmoeder komen uit de bekende Elfe stam, waarvoor Von Lenski op zijn vroegere stoeterij Kattenau in voormalig Oost Pruisen de basis heeft gelegd.

Nog voor de Trakehner hengstenkeuring in 1987 is Emeer verkocht aan Carol Schueler uit Coopersburg, Pennsylvania, Verenigde Staten. Zij was op zoek naar een jong, betaalbaar en talentvol dressuurpaard. Bij de koop heeft ze er in toegestemd dat Emeer voorgesteld werd op de hengstenkeuring, waar hij prompt werd goedgekeurd. Carol Schüler gaf prioriteit aan haar wensen om de hengst als sportpaard te ontwikkelen, ondanks veel verzoeken van Amerikaanse fokkers om een merrie te mogen laten dekken door Emeer, de enige nakomeling van Habicht in de Verenigde Staten. Uiteindelijk heeft Schueler één keer toegestemd in een dekking van een Inspecteur merrie. Toen het veulen over veel kwaliteit bleek te beschikken en Emeer door die ene dekking geen gedragsveranderingen liet zien, heeft ze Emeer beschikbaar gesteld voor de fokkerij, maar alleen via kunstmatige inseminatie.
Carole Schueler heeft Emeer uitgebracht op Grand Prix niveau. Van zijn nakomelingen zijn nog geen opvallende prestaties bekend.

1.1.4.12. High Life, Bayern DE 381810135585

High Life Bayern (V. Habicht Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm.
Hij is in 1985 geboren en is gefokt door stoeterij Hörstein in Alzenau (Beieren).
Zijn moeder is de bruine merrie Duala Hann (1970, V. Dulder I Meckl). Tweede moeder is de zwarte Fernanda Hann (1964, Ferdinand, Han), die ook de moeder is van de door het Westfaalse stamboek goedgekeurde hengst Waidmann Hann (1969, V. Waidmannsdank xx).

High Life heeft in het najaar van 1988 het verrichtingsonderzoek in München Riem afgelegd en met veertien deelnemende hengsten als winnaar afgesloten. De hengst is goedgekeurd door het Beierse stamboek en heeft in 1988 voor het eerste gedekt.
Vanaf 1989 is High Life in dressuurwedstrijden uitgebracht, waarbij Dorothee Breitner (GER) hem heeft aangereden tot Grand Prix niveau. In 1996 is Gyula Dallos (HUN) met hem gestart in Intermediair en Grand Prix wedstrijden en in 1997 – 1999 is hij in Duitsland in Grand Prix wedstrijden uitgebracht door Anna Merveldt – Steffens (IRL). High Life heeft een winsom van € 6.347.

In Duitsland hebben de fokkers maar weinig gebruik gemaakt van High Life. Van hem zijn vijf dochters als fokmerrie ingeschreven in een stamboek en zijn gezamenlijke nakomelingen hebben een winsom van € 23.893.
Van dit bedrag is € 21.302 gewonnen door de bruine ruin Highlight Bayern (1995, MV. Meander xx, fokker Max Lip). In 2002 en 2003 is hij door Ulrich Rasch in Duitsland uitgebracht in de lichte toer dressuur. Vanaf 2004 is hij gereden door Olga Klymko (UKR) en die is met Highlight in de jaren 2006 – 2010 in Grand Prix wedstrijden in Duitsland gestart.
In 2010 is Highlight als nr.195 geklasseerd op de WBFSH-ranglijst dressuur.

In de zomer van 1999 is High Life verkocht naar de Verenigde Staten waar hij door Tracy Masterson (USA) is uitgebracht in internationale dressuurwedstrijden. In 1999 en 2000 was de combinatie succesvol in diverse Grand Prix wedstrijden en waren ze lang kandidaat om voor het Amerikaanse team uit te komen op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney. Vanaf 2001 is Highlife voor de fokkerij beschikbaar gesteld door de Highlife Farms van Kenny en Joan Sims in Orlando, Florida (VS). In 2003 heeft het Oldenburgs stamboek de hengst erkend voor de fokkerij, Veel invloed op de fokkerij heeft hij echter niet gehad. Highlife is op de Highlife Farms overleden.

1.1.4.13. Balzflug Trak DE 309090701586 / 1520 BWP/ 86.8222 Stb KWPN

De zwarte hengst Balzflug Trak (V. Habicht Trak) is geboren op de stoeterij van I. Krafft von Rigal in Vörde, dat tussen Wesel en Oberhausen in Nordrhein-Westfalen ligt. Hij heeft een stokmaat van 171 cm en is geboren op 17 april 1986.
De moeder van Balzflug is de zwartbruine staatspremiemerrie Balzjagd Trak (1979, V. Insterfeuer Trak), die in totaal twaalf veulens bracht, waaronder naast Balzflug de Habicht-nakomelingen Bechamel Trak (1984), Balzgesang (1985), Balz (1986) en Ballantine (1991). Bechamel is op een veiling voor DM 170.000 verkocht. Balzgesang is derde geworden op het Duits kampioenschap voor terreinpaarden. Balz bracht Belle Fleur, die door Katja Camp (GER) in Intermediair dressuurproeven is uitgebracht en Ballantine is in 1994 kampioen van de Trakehner keuring in Nederland geworden.

De moeder van Balzjagd is de donkerbruine 167 cm grote Engels volbloedmerrie Ballyvergin Lady xx (1967), die via haar vader Seminole xx een kleindochter is van de vermaarde Nasrullah xx. Via de merries Some Sister xx en Nobele Service xx gaat Ballyvergin Lady xx terug op de merrie Castle Maid xx. Castle Maid xx is tevens de moeder van First Trial xx, één van de eerste Engelse volbloedhengsten die in Nederland zijn ingezet voor de omvorming van het landbouwpaard naar een rijpaard.
Ballyvergin Lady xx is tevens de moeder van de in Duitsland goedgekeurde hengst Bukephalos Trak (1980, V. Insterfeuer Trak).

Balzflug is door de Trakehner fokleiding omschreven als een grote, edele, zwarte hengst met een interessante bloedvoering, een uitdrukkingsvol oog en een lange halspartij die wellicht iets meer opwaarts zou mogen zijn. Hij is over het gehele lichaam goed bemeten met een correct fundament en met prima bewegingen met een ver ondertredend achterbeen.

Balzflug is in oktober 1988 op de Trakehner hengstenkeuring in Neumünster goedgekeurd en aansluitend in een veiling voor DM 45.000 verkocht aan J.M. van Uytert in Heerewaarden in Het Land van Maas en Waal. In februari 1989 is Balzflug door het KWPN wegens onvoldoende spermakwaliteit afgewezen. Vervolgens is hij in Duitsland in het najaar van 1989 bij een verrichtingsonderzoek in Warendorf van 21 deelnemende hengsten op de tweede plaats geëindigd.
In maart 1990 is hij goedgekeurd door het Belgisch Warmbloed Paardenstamboek (BWP) en in 1992 heeft het KWPN hem alsnog goedgekeurd. Bij het verrichtingsonderzoek 1992 in Ermelo bleek de stap ruim voldoende, de draf spectaculair en de galop voldoende ruim en krachtig. Vastgesteld is dat Balzflug veel aanleg als dressuurpaard heeft en bij het werken veel inzet toont.
Hij is in dressuurwedstrijden uitgebracht en won onder andere het Belgisch dressuurkampioenschap. Die dressuurcarrière heeft hij niet verder kunnen uitbouwen omdat hij in augustus 1998 op twaalfjarige leeftijd aan een hersenbloeding is overleden.

In 1993 beoordeelt het KWPN veulens van Balzflug en rapporteert daarover dat er sprake is van goed ontwikkelde, rijtypisch gebouwde veulens met ras, die ruim en gemakkelijk met tact en oprichting draven, waarbij het achterbeen vaak traag inkomt. Op grond van het resultaat van de beoordeling wordt Balzflug als hengst gehandhaafd. Ook bij het volgende selectiemoment, een beoordeling van de driejarige nakomelingen in 1997, blijft Balzflug goedgekeurd.
Vanaf zijn goedkeuring in Nederland in 1992 heeft Balzflug steeds op station gestaan bij zijn eigenaar Van Uytert in Heerenwaarden, waarbij hij overigens elk jaar ook op een ander dekstation beschikbaar was, zoals Pijnenburg in Berkel Enschot, Vosbergen in Heerde, De Jong in Made, Brouwer in Marum, Jurrius in Vorden en Post in Groningen.
Na zijn dood in 1998 blijft diepvriessperma van de hengst voor de fokkers beschikbaar maar daar wordt maar weinig gebruik van gemaakt.

Het KWPN heeft tot en met 2015 837 dekkingen van hem geregistreerd, hetgeen geresulteerd heeft in 695 geregistreerde veulens, 18 elitemerries, 30 keurmerries, 17 preferente merries en 14 prestatiemerries. Uit de exterieurindex is op te maken dat vooral de schoft, de schouderligging, de kwaliteit van voeten en verzenen en de stap en draf bij de nakomelingen van Balzflug positief opvallen. De rug en lendenpartij worden over het algemeen als matig beoordeeld, waarbij de hengst wel weer een hellend kruis heeft vererfd.

Balzflug heeft veel goede dressuurpaarden gegeven die presteren tot en met de klasse Z of ZZ, maar nakomelingen die op internationaal niveau aan de weg hebben getimmerd zijn er maar enkele, te weten:

Lion King KWPN, 1993, ruin, MV. Casanova KWPN, fokker J. van der Ven, is door Melisse Jean Beer (GBR) in de jaren 2007 – 2011 internationaal uitgebracht in dressuurwedstrijden voor young riders;

Masterhill LV KWPN, ruin, 1994, vos, MV Barley Hill xx, is met Letty Roseboom (NED) uitgekomen in de lichte tour dressuur;

Mistral KWPN, ruin, 1994, vos, MV Bentley KWPN, fokker R.H.M. Gommers, is door Jacqueline van Grunsven (NED) uitgebracht in de lichte tour dressuur en daarna verkocht naar Zweden, waar Mattias Jansson (SWE) en Karoline Karlsson (SWE) er nationaal succes mee hebben behaald;

Nikshar Nomination KWPN, 1995, ruin, MV. Blanc Rivage xx, fokker B. Voskamp, is door Nicole Kullen (AUS) tijdens de Wereldruiterspelen 2010 in Lexington (USA) uitgebracht in de dressuurwedstrijden voor minder-validen;

Rifallino KWPN, 1998, ruin, bruin, MV. Rossini Westf, fokker M. Hoenderken, is door Olivia Lagoy-Weltz (USA) in 2012 en 2013 gestart in Grand Prix dressuurwedstrijden in de Verenigde Staten en

Sylvester KWPN (stamboeknaam Sunny), 1999, ruin, MV. Rossini Westf, fokker onbekend, is in 2017 en 2018 door Julia Szymanska (POL) in internationale dressuurwedstrijden voor junioren uitgebracht.

Het Trakehner stamboek heeft van Balzflug de zoon Tabaluga Trak (1993) goedgekeurd. Door het KWPN zijn de zonen Mondriaan KWPN (1994) en Nero KWPN (1995) goedgekeurd en het NRPS keurde de hengst Bonaparte NRPS (1993) goed.

Twee dochters van Balzflug zijn moeder van een goedgekeurde hengst, zoals:

Ifradin KWPN, 1990, donkerbruin, MV. Cadmus xx, is de moeder van de hengst
Invershin KWPN (2013, V. Charmeur KWPN), die is goedgekeurd door het KWPN;

Ledensie KWPN, keumerrie, 1993, bruin, MV. Vincent KWPN, is de moeder van de hengst Son de Niro KWPN (1999, V. De Niro KWPN).

1.1.4.13.1. Bonaparte 96001193 KWPN

Bonaparte KWPN (V. Balzflug Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 166 cm. Hij is geboren op 18 februari 1993 en is gefokt door M.A. de Jong uit Made, dat ten noorden van Breda in Noord Brabant ligt.
De moeder van de hengst is de vos merrie Eliana (1986, V. Jasper), die ook de moeder is van het Grand Prix dressuurpaard Monarch (Marko) KWPN (1994, V. Damocles KWPN).
Tweede moeder is de schimmel Adiana KWPN (1982, V. Raimond Holst).

Bonaparte is in 1996 door het Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek (NRPS) goedgekeurd als hengst. Het percentage Ango-Arabische bloed bedraagt volgens het NRPS 56,52%. In 1996 heeft de hengst aan het NRPS-verrichtingsonderzoek deelgenomen en daarbij goede tot zeer goede beoordelingen behaald.
In 2000 is het afstammelingenonderzoek positief afgerond.
Bonaparte is in het voorjaar van 2012 na een ongeluk geëuthanaseerd.
In de sport is hij met Conny van Stokkom uitgekomen in ZZ dressuur.
Enkele van de nakomelingen van Bonaparte hebben goed gepresteerd in de sport.
De meest opvallende nakomeling is de ruin Bon Figlioli van de Berendskam NRPS, 2000, MV. Damocles KWPN, fokker E. van Steenbergen, die met Kendal Bourgeois (USA) en Jeff Camp (USA) in de jaren 2009 – 2013 in de Verenigde Staten aan diverse CSI’s heeft deelgenomen.

1.1.4.13.2. Tabaluga Trak DE 309090501793

Tabaluga Trak (V. Balzflug Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 168 cm die voortkomt uit een merrielijn die haar oorsprong vindt op het Hauptgestüt Trakehnen. Moeder Tamora Trak (1987) is van de Engels volbloed Swazi xx uit de merrie Tamara VII (1970, V. Maharadscha Trak). De moederlijn loopt verder via de Gabriel-dochter Toscana (1960) naar de merrie Toska (1941, V. Marabou xx) die op het Hauptgestüt Trakehnen is geboren en in de winter van 1945 de tocht van Oost Pruisen naar het westen heeft volbracht.
De fokker van Tabaluga is de heer Hollander van stoeterij Berkenhoeve uit Wenum-Wiesel bij Apeldoorn.

In oktober 1995 is hij goedgekeurd door het Trakehner stamboek en vervolgens is hij door zijn fokker verkocht aan het Landgestüt Zweibrücken van de Duitse deelstaat Rheinland-Pfalz.
In 1997 heeft hij deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek in Marbach waar hij als 16e van 29 deelnemende hengsten is geklasseerd.

Tabaluga is in de jaren 1998 – 2003 door Kerstin Müller (GER) uitgebracht in samengestelde wedstrijden. In 1999 is hij vierde geworden bij het Duitse kampioenschap eventing. Hij heeft een winsom van € 1.955.
In 2008 is Tabaluga verkocht aan de heer Weiβkirchen van Gestüt Isselhook in Raesfeld dat ongeveer 20 km ten zuiden van Winterswijk in Nordrhein-Westfalen ligt. Daar heeft hij tenminste tot en met 2014 ter dekking gestaan.In 2019 is nog diepvriesperma van de hengst beschikbaar.

Tabaluga is door de fokkers niet veel gebruikt. Veertien dochters van hem zijn in een stamboek opgenomen, waarvan er twee het prdicaat staatspremiemerrie hebben ontvangen. Van zijn nakomelingen zijn er 64 geregistreerd als sportpaard. Eind 2018 hebben zij samen een winsom van € 9.561.

Tabaluga heeft een dressuurindex van 89 met een betrouwbaarheid van 83 % en een springindex van 73 met een betrouwbaarheid van 76 %.

1.1.4.13.3. Mondriaan 528003199408523 Stb KWPN

De bruine hengst Mondriaan KWPN (V. Balzflug Trak) is geboren op 21 april 1994. Hij heeft een stokmaat van 173 cm en is gefokt door René Franssen uit Boven Leeuwen, dat in het Land van Maas en Waal ligt.
Mondriaan is een hoog in het bloed staande hengst met een afstamming die voor 1/8 Arabisch is en voor 50% terug gaat op het Engels volbloed,.
De moeder van Mondriaan is de bruine keur preferente prestatie merrie Unette (1978, V. Cadmus xx), die volgens het KWPN een voldoende ontwikkelde en rijtypische merrie met ras en kwaliteit was. Ze komt uit een moederlijn waaruit ook de hengsten Mon Ami (1971, V. Pepin le Bref xx), Udonis (1978, V. Duc de Normandie SF), Vanitas (1979, V. Pretendent KWPN), Visioen (1979, V. Octaaf KWPN) en Cabochon (1984, V. Vincent KWPN) stammen.
Tweede moeder is de bruine ster preferente prestatie merrie Nannet KWPN (1982, V. Hurricane KWPN).

Bij de goedkeuring in 1997 heeft het KWPN meegedeeld dat Mondriaan een grootramige hengst is die goed in het rechthoeksmodel staat en een hals heeft die goed is gevormd, maar nog iets meer lengte zou mogen hebben.

Bij het verrichtingsonderzoek in Ermelo in 1997 wordt Mondriaan beschreven als een sensibele hengst die hoge eisen stelt aan zijn berijder. Stap en draf hebben ruim voldoende afdruk en ruimte. In galop zou Mondriaan het achterbeen meer moeten buigen. Als dressuurpaard heeft hij ruim voldoende aanleg, terwijl hij als springpaard weinig aanleg heeft.

Mondriaan is door Annemiek Vincourt (NED) uitgebracht in ZZ-dressuurwedstrijden.
In augustus 2004 is de hengst verkocht naar de Verenigde Staten, waar hij op het Paragon Equestrian Centre in Berthoud, ten noorden van Denver in de staat Colorado, beschikbaar is gesteld voor de fokkerij.
In de Verenigde Staten is de hengst uitgebracht in Prix Saint George dressuur-wedstrijden.

In 1999 zijn de veulens uit zijn eerste jaargang beoordeeld. Daarbij is vastgesteld dat de veulens ras hebben en voldoende in het rechthoeksmodel staan. De bewegingen van de veulens zijn voldoende ruim, maar zouden meer gedragen moeten zijn.
Omdat Mondriaan twee jaar niet aan de hengstencompetitie heeft deelgenomen wordt hij in januari 2000 op wacht gezet. Toen hij in 2000 werd geklasseerd in de klasse Z dressuur is de wachtperiode in januari 2001 opgeheven.
Op basis van een beoordeling van driejarigen in 2003 heeft het KWPN besloten de goedkeuringstermijn te verlengen.

Mondriaan is van 1998 tot en met augustus 2004 in Nederland beschikbaar geweest voor de fokkerij. Het KWPN heeft 236 dekkingen en 184 veulens van hem geregistreerd. Daarvan zijn 45 merries opgenomen in het stamboek. Aan één van die merries is het keurpredikaat toegekend en twee zijn elitemerrie geworden.

Zijn zoon Trustfull KWPN (2000) is goedgekeurd door het Anglo European Studbook (AES), maar heeft, voor zover bekend, geen nakomelingen gekregen.

Dochter Turona KWPN, 2000, bruin, MV. Palfrenier KWPN, fokker J. Vorderman, is de moeder van de hengsent Adonnis KWPN (2005, V. Gribaldi Trak) en Leonardo KWPN (2016, V. Hitmaker KWPN), die beide zijn goedgekeurd door het Anglo-Europese stamboek.

Uit de exterieurindex van Mondriaan blijkt dat zijn nakomelingen vaak een weke kootstand en ook een tamelijk zware hoofd-halsverbinding hebben.
De nakomelingen kunnen beter draven dan galopperen.

Tenminste 17 nakomelingen zijn uitgebracht in Z dressuur of hoger.

Succesvolle nakomelingen van Mondriaan zijn:

Superman KWPN, ruin, vos, 1999, MV. Cabochon, fokker Anette Barneveld, is in 2010 en het voorjaar van 2011 door Grant Schneidemann (USA) in de Verenigde Staten uitgebracht in Grand Prix dressuurwedstrijden. In de zomer van 2011 is de ruin verkocht naar Japan en is daar in 2011 – 2013 door Naomi Asanuma (JPN) in Grand Prix wedstrijden uitgebracht en

Toronto KWPN, ruin, donkerbruin, 2000, MV. Wolfgang KWPN, fokker onbekend, is in 2013 door Kerry Hadfield Saville (RSA) uitgebracht in lichte tour dressuurwedstrijden.

Mondriaan heeft een dressuurindex van 123 met een betrouwbaarheid van 80% en een springindex van 59 (!) met een betrouwbaarheid van 70%.

1.1.4.13.4. Nero 95.8878 Stb KWPN

Nero KWPN (V. Balzflug Trak) is een bruine hengst met een stokmaat van 170 cm. Hij is gefokt door mevrouw De Breuk – Groeneveld uit Nieuw Vennep, dat in de Haarlemmermeer ligt.
De moeder van Nero is de bruine keur preferente prestatiemerrie Wilotte (1980, V. Onyx KWPN). Wilotte is een 166 cm grote, goed ontwikkelde, rijtypische merrie met veel ras. Ze heeft 13 veulens gebracht, waaronder vijf merries. Van deze vijf merrieveulens hebben er vier het keurpredikaat behaald en van de 13 veulens zijn er zes, waaronder Nero, uitgebracht in Z dressuur.
Tweede moeder Liselot (1970, V. Hurricane KWPN), die net als haar moeder Herena (1966, V. Waldo Sgldt) en haar dochter Wilotte de keur-, preferent- en prestatie-predikaten voert, was destijds UTV zadelkampioene. Zij kreeg negen veulens waarvan er drie uitkwamen in Z dressuur en drie dochters zijn bekroond met het keurpredikaat. Liselot is tevens de grootmoeder van het internationale dressuurpaard Biraldo (1983, V. Rinaldo KWPN) dat door Coby van Baalen (NED) en Christilot Boylen-Hanson (CAN) is uitgebracht.

Bij Nero’s goedkeuring voor de fokkerij in1998 is er sprake van een excellent dravende hengst met veel zelfhouding uit een sterke moederlijn die garant staat voor veel beweging en sportprestaties.

Bij het verrichtingsonderzoek in 1998 in Ermelo blijkt Nero uitstekende dressuur-eigenschappen te hebben, terwijl hij als springpaard maar een matige aanleg heeft. Bij de beoordeling van de eerste veulenjaargang wordt gerapporteerd over een uniforme collectie ruim voldoende ontwikkelde veulens met veel ras en uitstraling. De veulens stappen correct, draven met afdruk en ruimte en galopperen gemakkelijk.
De volgende beoordeling van de nakomelingen is door het kleine aantal beoordeelde kinderen pas uitgevoerd toen de oudste nakomelingen 4 jaar oud waren. Omdat een derde van de beoordeelde merries ster is geworden en de exterieur- en bewegingsindexen van Nero ruim boven het gemiddelde liggen, is Nero als hengst gehandhaafd.
De exterieurbeschrijving van de nakomelingen is echter niet erg positief want er is sprake van een licht bespierde hals, een korte schouder en een gezonken middenstuk.

Nero is nooit erg populair geweest bij de fokkers. In de jaren1998 – 2004 heeft hij maar 88 merries gedekt, waaruit door het KWPN 79 veulens zijn geregistreerd. Zestien dochters zijn als fokmerrie opgenomen in het stamboek, waaronder één elite merrie en twee keurmerries.
Daarna is Nero als dressuurpaard tot in klasse Z gereden. Zijn nervositeit speelde hem daarbij parten en daarom is hij gecastreerd.

In 2007 is Nero eigendom geworden van de Zwitsers Isabel Weyermann en Beat Schenk uit Neuchâtel. Schenk heeft Nero gebruikt in tweespanwedstrijden aangespannen rijden.
Van de nakomelingen van Nero zijn er acht geregistreerd in Z dressuur en tee in Z=springen.

1.1.4.14. Vivus Trak DE 309090702387

De zwartbruine hengst Vivus Trak (V. Balzflug Trak) is geboren op 14 april 1987. Hij heeft een stokmaat van 168 cm en is gefokt door Heinrich Gonzorek uit Otzberg, dat in het noorden van het Odenwald in de Duitse deelstaat Hessen ligt.
De moeder van Vivus is de bruine merrie Valise (1979, V. Kassiber Trak).
Tweede moeder is de bruine Valjoscha (1973, V. Gunnar Trak) en de moederlijn loopt verder terug via dochters van Maigraf xx, Altan Trak en Tropenwald Trak.

Na de goedkeuring op de Trakehner hengstenkeuring in 1989 in Neumünster is Vivus ook erkend door het ZfdP. Erwin Schulz uit Offenbach bij Frankfurt heeft Vivus na de keuring gekocht en hem in de jaren 1990 tot en met 1993 en in 1997 thuis beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
In 1994 is Vivus goedgekeurd door het stamboek Rheinland-Pfalz-Saar (Zweibrücken). In de jaren 1994 – 1996 heeft Vivus op een hengstenstation in Altenrade bij Neumünster in Schleswig-Holstein gestaan. In 1998 is de hengst aangekocht door Elmar Ernst uit Altenrade en keerde toen, na één jaar weer in Hessen te hebben gestaan, terug naar de stoeterij in Altenrade. In al deze jaren heeft Vivus weinig aandacht van de fokkers gehad. Pas toen in 2003 Ulrich Buschmann uit Jesewitz bij Leipzig eigenaar van Vivus werd en de hengst verhuisde naar Saksen, werd er meer aandacht aan hem besteed. Het Saksische stamboek heeft Vivus in 2004 erkend.

In 1990 heeft Vivus in Adelheidsdorf deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek, waar hij van 70 deelnemende hengsten de 19e plaats in nam. Vivus is uitgebracht in M dressuur en L springen. Van hem zijn 60 dochters als fokmerrie opgenomen in een stamboek. Elf dochters hebben het predicaat staatspremiemerrie ontvangen.
Zijn zoon Impetus Trak is goedgekeurd voor de fokkerij.

Van zijn nakomelingen zijn er 107 geregistreerd als sportpaard en die hebben gezamenlijk een winsom van € 64.982.
De meest succesvolle nakomeling is de ruin Vendor Go ZfdP (1996, MV. Zilverster KWPN), die van 2001 – 2012 door Victoria Hörnke (GER) in dressuurwedstrijden is uitgebracht. Vanaf 2009 is de combinatie in Grand Prix wedstrijden gestart. De winsom van Vendor Go beloopt € 20.867.

1.1.4.14.1. Impetus Trak DE 409090214202

Impetus Trak (V. Vivus Trak) is een grote, donkerbruine hengst met een stokmaat van 173 cm. Hij is geboren op 4 december 2001 en is gefokt door Elmar Ernst uit Rendswühren, dat bij Neumünster in Schleswig-Holstein ligt.
De moeder van Impetus is de zwarte merrie Inessa III Trak (1996, V. Feingeist Trak) en tweede moeder is de bruine elite merrie Ilvica Trak (1980, V. Lucado Trak).
Impetus komt uit een moederlijn waaruit diverse goede sportpaarden zijn gekomen.

In 2004 is Impetus goedgekeurd door het Trakehner stamboek. Hij is op de veiling aansluitend aan de hengstenkeuring voor € 22.000 verkocht aan Dagobert Vester uit Hennef bij Bonn (Nordrhein-Westfalen).
In 2006 is hij winnaar geworden van het 70 dagen durende verrichtingsonderzoek in Schlieckau, met goede waarderingen voor de basisgangen en het springen. Daarna is hij in de jaren 2006 – 2008 met succes uitgebracht in klasse B en L dressuur-wedstrijden. Hij heeft een winsom van € 558.

Eind 2010 heeft het stamboek Rheinland-Pfalz-Saar (Zweibrücken) Impetus erkend en ook het ZfdP heeft hem als fokhengst erkend.
Impetus is voor de fokkerij beschikbaar op stoeterij Stöckerhof in Hennef. Zijn dekgeld bedraagt € 800.

De nakomelingen van Impetus lijken veelbelovend. Tot en met 2018 zijn 22 dochters van hem als fokmerrie opgenomen in een stamboek en zeven daarvan zijn onderscheiden als staatspremiemerrie.
Zijn zonen Mescalero Trak (2008) en Mr. Perfect Trak (2010) zijn inmiddels goedgekeurd in Duitsland en zijn zoon Botschafter (2009) is goedgekeurd in Denemarken.

Tot en met 2018 zijn 51 nakomelingen van Impetus in Duitsland als sportpaard geregistreerd. Hun gezamenlijke winsom bedraagt € 9.114.

1.1.4.14.1.1. Mescalero Trak DE 409090086708

De bruine hengst Mescalero Trak (V. Impetus Trak) is op 14 maart 2008 geboren. Hij heeft een stokmaat van 169 cm en is gefokt door Fridel Ewald uit Frankfurt.
De moeder van Mescalero is de zwarte merrie Mariza IV Trak (1993, V. Herzzauber Trak), die ook de moeder is van de goedgekeurde hengsten Monseigneur Trak (2005, V. Cadeau Trak), zijn broer Montafon Trak (2007) en van Mescalero’s broer Mr. Perfect Trak (2010, zie 1.1.4.14.1.3.).
Tweede moeder is de vos Medine Trak (1978, V. Mandant Trak).

Mescalero is in oktober 2010 goedgekeurd door het Trakehner stamboek en een jaar later ook door het stamboek van Rheinland-Pfalz-Saar (Zweibrücken).
In het najaar van 2014 heeft Mescalero deelgenomen aan een 70 dagen durend verrichtingsonderzoek in Schlieckau. Hij behaalde 7,89 (7,27) punten voor de dressuur, 7,14 (7,58) punten voor het springen en 7,72 (7,58) punten voor zijn totale prestatie. Tussen haaljes zijn de gemiddelde puntenaantallen vermeld van de 40 deelnemende hengsten. Uit de gedetailleerde uitslag blijkt dat de stap van Mescalero tijdens het onderzoek is gewaardeerd met een 10.0 en tijdens de eindbeoordeling met 9.5 punten. Mescalero heeft het ondezoek afgesloten als twaalfde.

Eind 2018 zijn in Duitsland van Mescalero nog geen fokmerries of wedstrijdpaarden geregistreerd.

Mescalero is eigendom van Dagober Vester uit Hennef, dat ten oosten van Bonn ligt. Vester is ook eigenaar van Mescalero’s vader Impetus. Het dekgeld voor Mescalero bedraagt in 2019 € 800.

1.1.4.14.1.2. Botschafter Trak DE 409090009109

Botschafter Trak (V. Impetus Trak) is een donkerbruine hengst met een stokmaat van 169 cm. Hij is geboren op 8 mei 2009 en is gefokt door Hagen Willems uit Emmerich, dat vlak bij de Duits-Nederlandse grens bij Arnhem ligt.
De hengst heeft bij zijn geboorte de naam Ballantines gekregen, maar is later omgedoopt tot Botschafter.
De moeder van de hengst is de bruine staatspremiemerrie Brindisi Trak (1989, V. Michelangelo Trak). Zij is ook de moeder van de hengst Bordos Trak (1994, V. Sir Chamberlain Trak).
Tweede moeder is de schimmel Britannia Trak (1974, V. Hartung Trak).

Botschafter is in februari 2012 in Denemarken als beste jonge hengst door het Deense Trakehner stamboek goedgekeurd voor de fokkerij. In november 2012 heeft hij in Redefin in Mecklenburg-Vorpommern deelgenomen aan een 30-dagen durende aanlegtest. Daarbij heeft hij voor de dressuur een waardering van 8,09 punten (2e plaats) ontvangen, voor het springen van 7,33 punten (20e plaats) en voor zijn totale prestatie van 7,66 pumtem (10e plaats). Aan de test is deelgenomen door 22 hengsten, waarvan er één tussentijds is afgevallen.

1.1.4.14.1.3. Mr. Perfect Trak DE 409090007810

De donkerbruine hengst Mr. Perfect Trak (V. Impetus Trak) is geboren op 3 april 2010. Hij is gefokt door Dagober Vester uit Hennef, dat ten oosten van Bonn in Rheinland-Westfalen ligt.
Mr. Perfect is een broer van Mescalero Trak (2008, zie 1.1.4.14.1.1.).
De moeder van beide hengsten is de zwarte merrie Mariza IV Trak (1993, V. Herzzauber Trak), die ook de moeder is van de goedgekeurde hengsten Monseigneur Trak (2005, V. Cadeau Trak) en van zijn broer Montafon Trak (2007).
Tweede moeder is de vos Medine Trak (1978, V. Mandant Trak).

Mr. Perfect is in oktober 2012 in Zweibrücken goedgekeurd door het stamboek Rheinland-Pfalz-Saar. De hengst is erkend door het ZfdP en heeft in 2013 aan een 70-dagen durend verrichtingsonderzoek in Schlieckau, Niedersachsen deelgenomen. Van de 24 deelnemende hengsten bereikte Mr. Perfect voor de dressuuronderdelen met een waardering van 7,29 punten de 11e plaats en voor de springonderdelenontvang hij 7,19 punetn (15e plaats). Voor zijn totale prestatie heeft hij 7,35 punten behaald, waarmee hij het onderzoek als 17e heeft afgesloten van de 23 hengsten die het onderzoek hebben afgemaakt.
Mr. Perfect is tot en met 2014 voor de fokkerij beschikbaar geweest

1.1.4.15. Sixtus Trak DE 309090602289

Sixtus Trak (V. Habicht Trak) is een zwarte hengst met een stokmaat van 167 cm. Hij is geboren op 29 maart 1989 en is gefokt door Manfred Blomeyer uit Kirtorf, dat tussen Marburg en Alsfeld in Hessen ligt.
Zijn moeder is de bruine merrie Stradelle Trak (1980, V. Ibikus Trak) en tweede moeder is de vos Starlet Trak (1968, V. Masur Trak). De moederlijn is verder gevormd door Sternkind (1962, V. Ernest Trak), Sternwarte (1957, V. Pik As xx) en Sternblume (1943, V. Arnaut Trak).

Sixtus lijkt van alle Habicht-zonen zowel op het gebied van het exterieur als op het gebied van het karakter en de eigen prestaties het meest op zijn vader. Hij heeft een goed exterieur met een sterke schouderpartij en een goed fundament. Zijn bewegingen zijn goed gedragen en hij heeft veel aanleg als springpaard.
In 1991 is hij op de hengstenkeuring van het Trakehner stamboek in Neumünster goedgekeurd en als reserve kampioen aangewezen. Tegelijkertijd is de hengst erkend door het Beierse stamboek en het VZAP. In 1994 is hij goedgekeurd door het Hessische stamboek en in 1996 is hij erkend door het Oldenburgse stamboek.
Sixtus heeft in 1992 in Adelheidsdorf deelgenomen aan het verrichtingsonderzoek waar hij de twaalfde plaats behaalde van de 55 deelnemende hengsten.
In de jaren 1995 – 1998 is de hengst door Gilbert Böckmann (GER) en Richard Grom (GER) uitgebracht in springwedstrijden, waarbij hij 79 keer is geplaatst in de klassen M en S.
In die tijd nam hij onder andere deel aan het FEI wereldkampioenschap voor jonge springpaarden en is hij uitgebracht op 1.50 m niveau. Sixtus heeft een winsom van
€ 10.085.

Voor een beschrijving van zijn nafok en van de betekenis van Sixtus voor de fokkerij en de sport wordt verwezen naar een apart bestand Sixtus Trak

1.1.4.16. Windfall Trak DE 309090904292

De zwartbruine, 170 cm grote hengst Windfall Trak (V. Habicht Trak) is geboren op 14 april 1992. De hengst is gefokt door Heinz Lembke uit Kaufbeuren in Beieren.
Zijn moeder is de donkerbruine Engels volbloed elitemerrie Wundermädel xx (1979, V. Madruzzo xx). Wundermädel kwam uit in negen rennen, waarin ze één keer won en vijf keer werd geplaatst. Later is ze uitgebracht in samengestelde wedstrijden. In de fokkerij heeft Wundermädel naast Windfall ook de merrie Windspiel gebracht, die in 1997 Trakehner van het jaar was en een succesvol militarypaard was.
Tweede moeder van Windfall is de bruine Wunderblüte xx (1968, V. Celadon xx), die in zestien rennen is gestart en er daarvan twee heeft gewonnen.

Windfall is opgefokt door stoeterij Hörstein in Alzenau in het noordwesten van Beieren en in oktober 1994 op de keuring in Neumünster door het Trakehner stamboek goedgekeurd.
In de veiling na afloop van de keuring is Windfall verkocht aan Wolfgang en Christa Diehm van stoeterij Hörstein. Zij hebben de hengst vanaf 1995 beschikbaar gesteld voor de fokkerij.
In het najaar van 1995 heeft Windfall in Adelheidsdorf, dat ten zuiden van Celle in Niedersachsen ligt, deelgenomen aan een 100 dagen durend verrichtingsonderzoek.
Van de 50 deelnemende hengsten aan dat onderzoek is Windfall op de 30e plaats geëindigd. Hij behaalde 99,30 punten (24e plaats) voor de dressuur, 95,18 punten (29e plaats) voor het springen en 96,99 punten (30e plaats)voor zijn totale prestatie.

Windfall is ook door het Hannoveraanse-, Westfaalse-, Zweedse- en Ierse stamboek voor de fokkerij erkend. Hij is in Duitsland tot en met 2014 beschikbaar geweest voor de fokkerij.

In de jaren 1996 tot en met 2000 is Windfall door Ingrid Klimke (GER) uitgebracht in lichte dressuur-, spring- en samengestelde wedstrijden. In 1999 is de combinatie gestart in enkele CIC**- en CIC***’s en in M dressuurwedstrijden. Daarbij zijn het CIC**Marbach-Lauter, het CIC**Wiesbaden en het CIC***Bonn gewonnen.
De combinatie was kandidaat om met het Duitse team deel te nemen aan de military tijdens de Olympische Spelen 2000 in Sydney (Australië), maar uiteindelijk startte Ingrid Klimke daar met het paard Sleep Late. De combinatie Ingrid Klimke – Windfall heeft een winsom van € 17.175.
In 2000 is Windfall verkocht aan Tim Holekamp van de New Spring Farm in Columbia, Montana (VS).
In de Verenigde Staten is Windfall gereden door Darran Chiacchia. De nieuwe combinatie Chiacchia – Windfall won in 2002 en 2003 het CIC** Victor, New York, in 2003 de military tijdens de Pan American Games in Elkton, Maryland en in 2004 het CIC***Tallahassee, Florida. In hetzelfde jaar is de 12e plaats behaald bij de military tijdens de Olympische Spelen in Athene, Griekenland. In de jaren daarna is Windfall ook met succes uitgebracht in dressuur- en springwedstrijden en is in 1996 het CIC***Norwood, North Carolina gewonnen.

In Duitsland zijn veertien dochters, waaronder één staatspremiemerrie, van Windfall opgenomen in een stamboek
Van Windfall zijn in Duitsland 33 nakomelingen als sportpaard geregistreerd. Hun gezamenlijke winsom bedraagt € 15.317.
In de Verenigde Staten is Windfall op de New Spring Farm ingezet voor de fokkerij en heeft hij enkele sportpaarden gebracht.

De meest succesvolle nakomeling is de zwartbruine ruin Karembeu M Trak, 1996, MV. Anduc, fokker Hannelore Meier, die in de jaren 2000 – 2007 door Kai-Steffen Meier (GER) is uitgebracht in lichte dressuur- en springwedstrijden en in veertien CIC’s. De beste prestatie van de combinatie is de tweede plaats bij het CIC**Breda 2006.
In de jaren 2008 – 2014 zijn Vanessa Zoller (GER), Karina Hell (GER) en Nthalie Ulbrich (GER) met de ruin gestart in springconcoursen klasse B en L. Karembeu M heeft eind 2014 een winsom van € 5.118.

Geactualiseerd op 31 oktober 2019.

I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Back To Top